Etaamb.openjustice.be
Decreet van 07 juli 2016
gepubliceerd op 19 oktober 2016

Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 24 juni 2008 tot uitvoering van het decreet van 7 mei 2007 over de bevordering van de musea en van de cultureel-erfgoedpublicaties

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2016205136
pub.
19/10/2016
prom.
07/07/2016
ELI
eli/besluit/2016/07/07/2016205136/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

7 JULI 2016. - Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 24 juni 2008 tot uitvoering van het decreet van 7 mei 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2007 pub. 10/07/2007 numac 2007033046 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet over de bevordering van de musea en van de cultureel-erfgoedpublicaties sluiten over de bevordering van de musea en van de cultureel-erfgoedpublicaties


De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het decreet van 7 mei 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2007 pub. 10/07/2007 numac 2007033046 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet over de bevordering van de musea en van de cultureel-erfgoedpublicaties sluiten over de bevordering van de musea en van de cultureel-erfgoedpublicaties, artikel 16, vierde lid;

Gelet op het besluit van de Regering van 24 juni 2008 tot uitvoering van het decreet van 7 mei 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2007 pub. 10/07/2007 numac 2007033046 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet over de bevordering van de musea en van de cultureel-erfgoedpublicaties sluiten over de bevordering van de musea en van de cultureel-erfgoedpublicaties;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 22 maart 2016;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor Begroting, d.d. 25 maart 2016;

Gelet op advies 59.364/3 van de Raad van State, gegeven op 30 mei 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Minister van Cultuur;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Regering van 24 juni 2008 tot uitvoering van het decreet van 7 mei 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2007 pub. 10/07/2007 numac 2007033046 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet over de bevordering van de musea en van de cultureel-erfgoedpublicaties sluiten over de bevordering van de musea en van de cultureel-erfgoedpublicaties worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de bepaling onder 1° worden de woorden "de bevoegde afdeling" vervangen door de woorden "het departement Cultuur";2° het artikel wordt aangevuld met een bepaling onder 8°, luidende : « 8° de Minister : de Minister van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap die bevoegd is voor Cultuur.»

Art. 2.Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 13.Periodieken « § 1. Periodieke cultureel-erfgoedpublicaties kunnen, binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen, overeenkomstig artikel 16 van het decreet en overeenkomstig dit artikel gesubsidieerd worden.

Alleen publicaties waarin verwezen wordt naar het feit dat ze met steun van de Duitstalige Gemeenschap tot stand zijn gekomen, kunnen gesubsidieerd worden. § 2. Subsidiëringsaanvragen voor periodieken moeten uiterlijk op 31 maart van het publicatiejaar ingediend worden via het formulier dat de Minister daartoe heeft vastgelegd. Nadat is nagegaan dat de ondersteuningsvoorwaarden vervuld zijn, kan de Regering de subsidie voor periodieken toekennen.

De subsidie bedraagt ten hoogste 50 pct. van de nuttige uitgaven die rechtstreeks verband houden met de uitgave van de periodieken, met een maximumbedrag van 10.000 euro per jaar. In het formulier vermeld in het eerste lid bepaalt de Minister welke categorieën van nuttige uitgaven in aanmerking komen.

De subsidie wordt uitbetaald in het jaar dat volgt op het jaar waarin de periodieken gepubliceerd zijn, na verificatie van het activiteitenverslag vermeld in paragraaf 3 en van de daarbij horende bewijsstukken.

Het bedrag van de subsidies kan vermenigvuldigd worden met een coëfficiënt om het aan de beschikbare begrotingsmiddelen aan te passen. § 3. In het jaar dat volgt op het jaar waarin het periodiek gepubliceerd is, wordt uiterlijk op 31 maart een activiteitenverslag bij het ministerie ingediend via het formulier dat de Minister daartoe heeft vastgelegd.

Alle bewijsstukken worden bij het activiteitenverslag gevoegd, gesorteerd naar uitgavenposten en met de daarbij horende optellingen.

De als bewijsstuk ingediende facturen zijn voor kwijting getekend of gaan vergezeld van het rekeninguittreksel. Financiële bescheiden die gecertificeerd zijn door erkende boekhouders of erkende financiële controleurs kunnen ook als bewijsstuk gelden. »

Art. 3.Artikel 14 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 14.Niet-periodieke publicaties § 1. Niet-periodieke cultureel-erfgoedpublicaties kunnen, binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen, overeenkomstig artikel 16 van het decreet en overeenkomstig dit artikel ondersteund worden door : 1° een subsidie toe te kennen;2° exemplaren van het boek aan te kopen na voltooiing van de publicatie. Er kan geen subsidie worden toegekend voor niet-periodieke publicaties die al verschenen zijn. Alleen publicaties waarin verwezen wordt naar het feit dat ze met steun van de Duitstalige Gemeenschap tot stand zijn gekomen, kunnen overeenkomstig het eerste lid, 1°, gesubsidieerd worden. § 2. Subsidiëringsaanvragen voor niet-periodieke publicaties worden uiterlijk op 31 maart ingediend via het formulier dat de Minister daartoe heeft vastgelegd.

Bij de aanvraag worden de volgende documenten gevoegd : 1° het bewijs van het verband tussen de inhoud van de publicatie en het cultureel erfgoed van de Duitstalige Gemeenschap en het bewijs van de regionale of eventueel grensoverschrijdende uitstraling ervan;2° een samenvatting;3° een biografie van de auteur;4° een beschrijving van de geplande verspreiding;5° een beschrijving van de geplande publiciteit;6° een gedetailleerd overzicht van ontvangsten en uitgaven. De subsidie wordt berekend op basis van de nuttige uitgaven die rechtstreeks verband houden met het verschijnen van de niet-periodieke publicatie. In het formulier vermeld in het eerste lid bepaalt de Minister welke categorieën van nuttige uitgaven in aanmerking komen.

Voor de uitbetaling van de subsidie worden bij het ministerie - binnen drie maanden na het verschijnen van de niet-periodieke publicatie - de volgende stukken ingediend : 1° een overzicht van de nuttige uitgaven;2° een exemplaar van de niet-periodieke publicatie. Het bedrag van de subsidies kan vermenigvuldigd worden met een coëfficiënt om het aan de beschikbare begrotingsmiddelen aan te passen. § 3. De als bewijsstuk ingediende facturen zijn voor kwijting getekend of gaan vergezeld van het rekeninguittreksel. Financiële bescheiden die gecertificeerd zijn door erkende boekhouders of erkende financiële controleurs kunnen ook als bewijsstuk gelden. »

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2017.

Art. 5.De minister bevoegd voor Cultuur is belast met de uitvoering van dit besluit.

Eupen, 7 juli 2016.

Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, De Minister-President, O. PAASCH De Vice-Minister-President, Minister van Cultuur, Werkgelegenheid en Toerisme, Mevr. I. WEYKMANS

^