Etaamb.openjustice.be
Decreet van 06 mei 1999
gepubliceerd op 10 juni 1999

Decreet houdende oprichting van de publiekrechtelijke naamloze vennootschap « Société de garantie régionale wallonne » (Waalse Gewestelijke Waarborgmaatschappij) (1)

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
1999027458
pub.
10/06/1999
prom.
06/05/1999
ELI
eli/decreet/1999/05/06/1999027458/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

6 MEI 1999. - Decreet houdende oprichting van de publiekrechtelijke naamloze vennootschap « Société de garantie régionale wallonne (S.G.R.W.) » (Waalse Gewestelijke Waarborgmaatschappij) (1)


De Waalse Gewestraad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Er wordt een « Société de garantie régionale wallonne » », afgekort : « S.G.R.W. » opgericht. De « S.G.R.W. » is een publiekrechtelijke naamloze vennootschap waarvan de sociale zetel in Luik gevestigd is. Wat betreft de aangelegenheden die door dit decreet niet geregeld worden, zijn de wetten op de handelsvennootschappen, gecoördineerd op 30 november 1935, van toepassing.

De statuten, alsook elke wijziging daarvan behoeven de goedkeuring van de Regering.

Art. 2.§ 1. De « S.G.R.W. » heeft als doel de toekenning van kredieten voor beroepsgebruik aan kleine en middelgrote ondernemingen te vergemakkelijken en hun oprichting en ontwikkeling in het Waalse Gewest te bevorderen.

De « S.G.R.W. » heeft als opdracht, met commissie, een gedeeltelijke en aanvullende waarborg toe te kennen betreffende de terugbetaling in kapitaal, renten en bijkomende leningen en kredieten toegestaan door : 1. krediet- en financiële instellingen die door de Bank- en Financiële Commissie erkend zijn;2. vennootschappen die gespecialiseerd zijn in de financiering van verrichtingen betreffende de oprichting en ontwikkeling van kleine en middelgrote ondernemingen met uitzondering van die waarin het openbaar bestuur rechtstreeks of onrechtstreeks een meerderheidsdeelneming heeft, of van die welke in aanmerking komen voor een trekkingsrecht of een gewestelijke financiering. De Regering bepaalt het niveau van de commissies. § 2. Onder « kleine en middelgrote onderneming » wordt verstaan elke natuurlijke persoon of elke venootschap met de rechtspersoonlijkheid die voldoet aan de volgende criteria : 1° minder dan tweehonderd vijftig personen worden tewerkgesteld;2° haar jaarlijkse omzet mag niet hoger zijn dan 40 miljoen euro of het totaal van haar jaarlijkse balans mag niet hoger zijn dan 27 miljoen euro. Voor de toepassing van die maximumbedragen wordt niet alleen rekening gehouden met de gegevens van de betrokken onderneming maar ook met de vennootschappen waarin die onderneming rechtstreeks of onrechtstreeks maatschappelijke aandelen heeft die ten minste 25 % van het kapitaal vertegenwoordigen of die recht geven op ten minste 25 % van de stemmingsrechten.

Een vennootschap wordt niet beschouwd als een kleine en middelgrote onderneming als één of meerdere personen die met de definitie van kleine en middelgrote onderneming niet overeenkomen, sociale gedeelten in die vennootschap hebben die ten minste 25 % van het kapitaal vertegenwoordigen of die recht geven op ten minste 25 % van de stemmingsrechten.

Art. 3.De in het artikel 2, § 1, tweede lid, bedoelde opdracht betreft de volgende verrichtingen : 1° het investeringskrediet en de leasing bestemd voor : a.de financiering van bebouwde of onbebouwde onroerende goederen met een maximumduur van vijfentwintig jaar; b. de financiering van machines met een maximumduur van tien jaar;c. de financiering van materieel, beroepsmeubilair of werktuigen met een maximumduur van vijf jaar;d. de financiering met een maximumduur van vijf jaar van onstoffelijke investeringen zoals markt- of organisatiestudies, het onderzoek of het ontwerpen van prototypen, van nieuwe producten, van nieuwe vervaardigingswijzen, van commercialiseringsmethoden, de handelszaak en de aankoop van vergunningen of brevetten;2° het krediet voor de vorming, de versterking of de aanvulling van het bedrijfskapitaal verminderd door de financiering van vroegere investeringen bedoeld in 1°;3° het krediet bestemd voor de verhoging van eigen gelden of van oneigenlijke gelden van een kleine en middelgrote onderneming waarvan de meerderheid van de aandelen worden gehouden door natuurlijke personen en waarvan het beheer verzekerd wordt door ten minste één van die personen;4° het krediet bestemd voor de verwerving van aandelen of deelnemingen in het kader van de overdracht of de verwerving van kleine en middelgrote ondernemingen;5° het honoreringskrediet. De Regering bepaalt de regels voor de uitvoering van de in het artikel 2, § 1, tweede lid, bedoelde opdracht. Zij kan de lijst van de in het eerste lid bedoelde verrrichtingen nauwkeurig bepalen of beperken.

Art. 4.Om in aanmerking te komen voor de waarborg van de « S.G.R.W. », moet de kleine en grote onderneming behoren tot één van de volgende activiteitensectoren : 1° industrie, ambacht, handel of diensten;2° visteelt;3° productie van alternatieve en hernieuwbare energie;4° sport en vrijetijdsbesteding. De volgende sectoren worden uitgesloten : 1° banken en andere financiële instellingen, verzekeringsmaatschappijen en immobiliënmaatschappijen;2° energie- of waterproductie en voorziening;3° onderwijs en vorming;4° gezondheidszorg;5° cultuur;6° vrije beroepen zonder rechtstreeks verband met de economische activiteit van kleine en middelgrote ondernemingen. De Regering kan de in het tweede lid bedoelde uitsluitingen uitbreiden of beperken tot andere activiteitensectoren voor elk soort verrichting bedoeld in artikel 3. In dat geval moet haar beslissing uitsluitend rekening houden met de beginselen en doelstellingen voor een duurzame ontwikkeling of voor de creatie van nieuwe banen.

Art. 5.Het maatschappelijk kapitaal van de « S.G.R.W. » is volgestort. De aandelen zijn op naam.

Het Gewest en de door de Regering gemachtigde rechtspersonen mogen aandeelhouders van de « S.G.R.W. » zijn. De gemachtigde rechtspersonen mogen niet meer dan 40 % van het maatschappelijk kapitaal houden.

Art. 6.De raad van bestuur bestaat uit : 1° zeven leden, met de voorzitter en de twee ondervoorzitters;2° twee vertegenwoordigers van de « Union wallonne des Entreprises » , twee vertegenwoordigers van de « Entente wallonne des Classes moyennes » en twee vertegenwoordigers van werknemersorganisaties. Met eensluidend advies van de Regering worden de leden van de raad van bestuur door de algemene vergadering benoemd voor een vernieuwbaar mandaat van zes jaar, op voordracht van de Regering voor de in het eerste lid, 1°, bedoelde leden, en op een dubbele lijst voor de in het eerste lid, 2°, bedoelde leden.

De voorzitter en de ondervoorzitters, die een directiecomité samenstellen, zijn belast met het dagelijks beheer van de « S.G.R.W. ».

Het verband tussen de vennootschap en haar personeelsleden is van contractuele aard.

De algemene vergadering bepaalt het bedrag van de emolumenten en bezoldigingen van de bestuurders, met goedkeuring van de Regering.

Art. 7.Het toezicht op de financiële toestand, op de jaarrekeningen en op de regelmatigheid van de verrichtingen t.o.v. de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen, het decreet en de statuten van de « S.G.R.W. » wordt uitgevoerd door één of meerdere revisoren gekozen onder de leden van het Instituut der Bedrijfsrevisoren.

Twee commissarissen die door de Regering aangewezen zijn, hierna de Regeringscommissarissen genoemd, wonen met raadgevende stem de raad van bestuur bij. Zij kunnen te allen tijde ter plaatse inzage nemen van de boeken, de briefwisseling, de proces-verbalen en in het algemeen van alle bescheiden en alle geschriften van de « S.G.R.W. ».

Zij kunnen van elke bestuurder, ambtenaar en bediende alle verklaringen en inlichtingen vereisen alsook alle onderzoeken doen die ze noodzakelijk achten voor de uitvoering van hun mandaat. Bovendien kunnen ze elke vraag laten opnemen in de agenda die betrekking heeft op de inachtneming van het decreet, de statuten en de verplichtingen van de « S.G.R.W. ».

De Regeringscommissarissen beschikken over een termijn van vier weekdagen om beroep in te stellen tegen elke beslissing die zij tegenstrijdig achten met de wet, de decreten, de statuten, de in het artikel 9 bedoelde bijzondere overeenkomst of het algemeen belang. Het beroep heeft schorsende kracht. Die termijn loopt vanaf de dag van de vergadering waarop de beslissing werd genomen voor zover de Regeringscommissarissen er regelmatig voor opgeroepen werden en, in het tegenovergestelde geval, vanaf de dag waarop ze daarvan in kennis werden gesteld.

Elke Regeringscommissaris stelt beroep in bij de Regering. Als, binnen een termijn van dertig dagen die op dezelfde dag begint als de in het derde lid bedoelde termijn, de Regering waarbij het beroep aanhangig is, de beslissing niet heeft vernietigd, wordt die definitief. De vernietiging van de beslissing wordt door de Regering aan de raad van bestuur van de « S.G.R.W. » betekend.

De algemene vergadering bepaalt de emolumenten van de commissarissen.

Art. 8.De financiële en menselijke middelen die noodzakelijk zijn voor de vervulling van de in het artikel 3 bedoelde opdrachten en voor de dekking van de daaruit voortkomende lasten, worden door het Gewest toegekend aan de « S.G.R.W. ».

Art. 9.De Regering sluit met de « S.G.R.W. » een bijzondere overeenkomst waarbij de betrekkingen tussen het Waalse Gewest en de vennootschap wat betreft de uitvoering van dit decreet worden georganiseerd.

De overeenkomst wordt ter informatie door de Regering gezonden aan de Waalse Gewestraad.

De overeenkomst betreft, o.a., de algemene doelstellingen waarmee de « S.G.R.W. » belast is, de in te schakelen middelen, de organisatie van de activiteiten, alsook de voorwaarden voor de terbeschikkingstelling door het Waalse Gewest van de in het artikel 8 bedoelde financiële middelen, alsook de regels voor het toezicht op en het gebruik van haar middelen.

Die overeenkomst wordt voor een duur van drie jaar gesloten en is verlengbaar.

De raad van bestuur van de « S.R.G.W. » legt ten laatste binnen drie maanden vanaf de oprichting van de vennootschap een ontwerp-overeenkomst voor.

Een jaarlijks evaluatieverslag over de overeenkomst wordt door de « S.G.R.W. » aan de Regering voorgelegd. Het wordt binnen een termijn van één maand door de Regering aan de Waalse Gewestraad ter informatie overgemaakt.

Art. 10.Het maximale obligo van de verbintenissen van de « S.G.R.W. » bedraagt 10 miljoen frank.

Art. 11.Elk jaar bezorgt de « S.G.R.W. » een verslag aan de Regering betreffende de verrichtingen uitgevoerd in het kader van haar opdrachten.

Zodra de Regering het in het eerste lid bedoelde jaarlijkse verslag krijgt, wordt het ter informatie overgemaakt aan de Waalse Gewestraad.

Om de drie maanden maakt de « S.G.R.W. » alle statistische gegevens aan de Regering over, alsook alle inlichtingen betreffende haar opdrachten.

Art. 12.In Afdeling II Waarborgfonds worden de artikelen 12 tot 27 van de wet van 4 augustus 1978 tot economische heroriëntering opgeheven wat het Waalse Gewest betreft. Die blijven echter van toepassing voor de dossiers die het voorwerp zijn geweest van aan de inwerkingtreding van dit decreet voorafgaande beslissingen. Wat betreft de nieuwe dossiers die na de inwerkingtreding van dit decreet zijn ingediend, zal de opheffing van de artikelen 12 tot 27 van de wet van 4 augustus 1978 alleen werkelijk zijn na de finalisering van de in het artikel 9 van dit decreet bedoelde overeenkomst tussen de « S.G.R.W. » en het Waalse Gewest.

Art. 13.De « S.G.R.W. » neemt de rechten en verplichtingen van de naamloze vennootschap « Crédit professionnel » over die betrekking hebben op het Waarborgfonds dat binnen die vennootschap gevestigd is, binnen twaalf maanden na haar oprichting, behalve door de Regering toegestane verlenging.

De rechtsvorderingen betreffende de rechten en verplichtingen van het bovenvermelde Fonds worden door de « S.G.R.W. » ingesteld zowel in de hoedanigheid van aanvrager als in die van verweerder.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 6 mei 1999.

De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O.'s, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Ruimtelijke Ordening, Uitrusting en Vervoer, M. LEBRUN De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, B. ANSELME De Minister van Begroting en Financiën, Tewerkstelling en Vorming, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Leefmilieu, Natuurlijke Hulpbronnen en Landbouw, G. LUTGEN De Minister van Sociale Actie, Huisvesting en Gezondheid, W. TAMINIAUX De Minister van Onderzoek, Technologische Ontwikkeling, Sport en Internationale Betrekkingen, W. ANCION _______ Nota (1) Zitting 1998-1999 Stukken van de Waalse Gewestraad 511(1998-1999) nrs.1 tot 8.

Volledig verslag, openbare vergadering van 28 april 1999.

Bespreking - Stemming.

^