Etaamb.openjustice.be
Decreet van 06 februari 2003
gepubliceerd op 17 februari 2003

Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2003200115
pub.
17/02/2003
prom.
06/02/2003
ELI
eli/decreet/2003/02/06/2003200115/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

6 FEBRUARI 2003. - Decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn (1)


De Waalse Gewestraad heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Dit decreet regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een materie bedoeld in artikel 128, § 1, van de Grondwet.

Art. 2.In artikel 8, eerste lid, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn, wordt het woord « derde » vervangen door het woord « tweede ».

Art. 3.In artikel 27, § 3, van dezelfde wet wordt na het derde lid een nieuw lid ingevoegd, luidend als volgt : « De leden van het vast bureau en van de bijzondere comités mogen geen bloed- of aanverwanten zijn tot en met de derde graad. »

Art. 4.In artikel 38, § 1, tweede lid, van dezelfde wet worden de werkwoorden « kan toekennen » vervangen door het werkwoord « kent toe ».

Art. 5.In artikel 38 van dezelfde wet : 1° wordt in paragraaf 1 tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidend als volgt : « De bepalingen betreffende het stelsel inzake compensatie van inkomensverlies dat voor de schepenen geldt, is mutatis mutandis op de O.C.M.W.-voorzitters toepasselijk. »; 2° wordt in paragraaf 2 tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidend als volgt : « Bij de bepaling van dat bedrag wordt rekening gehouden met de vergoedingen, bezoldiging of presentiegelden i.v.m. de uitoefening van een openbaar mandaat, ambt of opdracht van politieke aard ».

Art. 6.In artikel 42 van dezelfde wet wordt na het elfde lid een nieuw lid ingevoegd, luidend als volgt : « De bepalingen betreffende de politieke verloven van het gemeentepersoneel zijn mutatis mutandis op het O.C.M.W.-personeel toepasselijk. »

Art. 7.In hoofdstuk X « Betwiste zaken en rechtsgedingen » van dezelfde wet wordt een artikel 115bis ingevoegd, luidend als volgt : « Art. 115bis . § 1. Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn is burgerlijk aansprakelijk voor de betaling van de boetes opgelegd aan zijn voorzitter of aan diens plaatsvervanger, aan het lid of de leden van het vast bureau en de bijzondere comités of aan elke andere adviseur aan wie het centrum, het vast bureau of het comité een specifieke opdracht toevertrouwt, als gevolg van een overtreding begaan bij de gewone uitoefening van hun functies, behalve in geval van herhaling.

De vordering tot beroep van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn jegens zijn voorzitter of diens plaatsvervanger, jegens het lid of de leden van het vast bureau en de bijzondere comités of elke andere adviseur aan wie het centrum, het vast bureau of het comité een specifieke opdracht toevertrouwt, wordt in geval van veroordeling beperkt tot de gevallen van bedrog, zware schuld of gewoonlijk voorkomende lichte schuld. § 2. Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn is verplicht een verzekering aan te gaan ter dekking van de burgerlijke aansprakelijkheid, gerechtsbijstand inbegrepen, die persoonlijk rust op zijn voorzitter, op de leden van het vast bureau of van de bijzondere comités of op elke andere adviseur aan wie het centrum, het vast bureau of het comité een specifieke opdracht toevertrouwt. »

Art. 8.In dezelfde titel van dezelfde wet wordt een artikel 115ter ingevoegd, luidend als volgt : « Art. 115ter . De voorzitter van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of diens plaatsvervanger, het lid of de leden van het vast bureau of van de bijzondere comités of elke andere adviseur aan wie het centrum, het vast bureau of het comité een specifieke opdracht toevertrouwt, die het voorwerp zijn van een vordering tot schadeloosstelling voor de burgerlijke rechtbank of van een strafvervolging wegens een overtreding begaan bij de gewone uitoefening van hun functies, mogen elke overheid die hen krachtens artikel 57, § 4, van deze wet een opdracht toevertrouwt, in het geding betrekken. » Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 6 februari 2003.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Economie, K.M.O.'s, Onderzoek en Nieuwe Technologieën, S. KUBLA De Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie, J. DARAS De Minister van Begroting, Huisvesting, Uitrusting en Openbare Werken, M. DAERDEN De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET De Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden, J. HAPPART De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ch. MICHEL De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, T. DETIENNE De Minister van Tewerkstelling, Vorming en Huisvesting, Mevr. M. ARENA _______ Nota (1) Zitting 2001-2002. Stukken van de Raad. - 253 (2000-2001) nrs. 1 tot 4 Volledig verslag. - Openbare vergadering van 30 januari 2003.

Bespreking. Stemming.

^