Etaamb.openjustice.be
Decreet van 05 maart 2021
gepubliceerd op 11 maart 2021

Decreet tot toekenning van extra lestijden, lesuren en uren-leraar voor de remediëring van leerlingen die een leerachterstand hebben opgelopen door COVID-19

bron
vlaamse overheid
numac
2021030491
pub.
11/03/2021
prom.
05/03/2021
ELI
eli/decreet/2021/03/05/2021030491/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

5 MAART 2021. - Decreet tot toekenning van extra lestijden, lesuren en uren-leraar voor de remediëring van leerlingen die een leerachterstand hebben opgelopen door COVID-19 (1)


Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: Decreet tot toekenning van extra lestijden, lesuren en uren-leraar voor de remediëring van leerlingen die een leerachterstand hebben opgelopen door COVID-19

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Art. 2.In het schooljaar 2020-2021 kunnen op basis van de aanvraag, vermeld in artikel 4, aan scholen van het gewoon en buitengewoon basis- en secundair onderwijs en aan centra voor deeltijds beroepssecundair onderwijs, naargelang van het geval, extra lestijden, uren-leraar of lesuren worden toegekend voor de remediëring van leerlingen die een leerachterstand hebben opgelopen door de COVID-19-pandemie en de maatregelen ter bestrijding ervan.

Van de totale beschikbare middelen wordt 20 procent gereserveerd: 1° voor scholen in het gewoon basisonderwijs waarvan 80 procent van het aantal leerlingen dat de school op de eerste schooldag van februari van 2020 telt, beantwoordt aan een of meer van de leerlingenkenmerken, vermeld in artikel 133, § 1, van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997;2° voor scholen in het gewoon secundair onderwijs waarvan 80 procent van het aantal leerlingen dat de school op de eerste schooldag van februari van 2020 telt, beantwoordt aan een of meer van de gelijkekansenindicatoren, vermeld in artikel 225, § 1, 1° tot en met 4°, of artikel 233, § 1, 1° tot en met 4°, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010. Als de kosten van het totale aantal aanvragen die de scholen, vermeld in het tweede lid, 1° en 2°, voor of op 2 april 2021 hebben ingediend, lager liggen dan de voorafname van 20 procent, wordt het saldo toegevoegd aan de overige 80 procent middelen die kunnen worden aangevraagd door alle scholen van het gewoon en buitengewoon basis- en secundair onderwijs en door de centra voor deeltijds beroepssecundair onderwijs.

Die extra lestijden, uren-leraar of lesuren worden op leerlingniveau aangewend om de leerachterstand die de leerlingen hebben opgelopen door de COVID-19-pandemie en de maatregelen ter bestrijding ervan, maximaal weg te werken in de periode vanaf 3 maart 2021 tot en met 30 juni 2021.

In afwijking van het eerste lid kunnen er geen extra lestijden, uren-leraar of lesuren aangewend worden voor leerlingen in type 5-scholen en voor cursisten van de hogere beroepsopleiding Verpleegkunde.

Art. 3.In afwijking van artikel 163, § 1, tweede lid, van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 kunnen de personeelsleden die worden aangesteld met de extra lestijden, vermeld in artikel 2, alleen op lesdagen en uitzonderlijk ook buiten de periode van de normale aanwezigheid van de leerlingen op school worden ingezet voor de doelstelling, vermeld in artikel 2.

De personeelsleden die in het secundair onderwijs en de centra voor deeltijds beroepssecundair onderwijs worden aangesteld met de extra uren-leraar en lesuren, vermeld in artikel 2, kunnen alleen op lesdagen en uitzonderlijk ook buiten de periode van de normale aanwezigheid van de leerlingen op school of in het centrum worden ingezet voor de doelstelling, vermeld in artikel 2.

Art. 4.§ 1. De school of het centrum kan de extra lestijden, uren-leraar of lesuren, vermeld in artikel 2, aanvragen bij het Agentschap voor Onderwijsdiensten, afgekort AGODI. In de aanvraag aan AGODI vermeldt de school of het centrum de volgende gegevens: 1° het aantal wekelijkse lestijden, uren-leraar of lesuren dat aangevraagd wordt;2° de begin- en einddatum van de aanwending van die lestijden, uren-leraar of lesuren, waarbij de aanwending ten vroegste kan starten vanaf de goedkeuring door AGODI. De school of het centrum voegt bij de aanvraag ook een verklaring op erewoord waarin bevestigd wordt: 1° dat er effectief een of meer personeelsleden beschikbaar zijn om in die lestijden, uren-leraar of lesuren aangesteld te worden;2° dat die lestijden, lesuren of uren-leraar gebruikt zullen worden voor de remediëring van leerlingen die een leerachterstand hebben opgelopen door COVID-19. Nadat AGODI de aanvraag heeft behandeld en goedgekeurd, kan de school of het centrum de lestijden, uren-leraar of lesuren aanwenden. AGODI keurt de aanvraag automatisch goed als alle voorwaarden zijn vervuld, zolang er geen toepassing gemaakt wordt van artikel 5 en zolang de beschikbare begrotingskredieten voor de maatregel, vermeld in artikel 2, niet worden overschreden. § 2. Een school of centrum vraagt minimaal twee wekelijkse lestijden, lesuren of uren-leraar aan, en maximaal het afgeronde resultaat van (A + B) x 0,0253878, waarbij: 1° A: het aantal leerlingen dat de school telt op de eerste schooldag van februari van 2020, die niet beantwoorden: a) in het basisonderwijs, aan een of meer van de leerlingenkenmerken, vermeld in artikel 133, § 1, van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, vermenigvuldigd met 1,1;b) in het secundair onderwijs, aan een of meer van de gelijkekansenindicatoren, vermeld in artikel 225, § 1, 1° tot en met 4°, of artikel 233, § 1, 1° tot en met 4°, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, vermenigvuldigd met 1;2° B: het aantal leerlingen dat de school telt op de eerste schooldag van februari van 2020, die beantwoorden: a) in het gewoon basisonderwijs, aan een of meer van de leerlingenkenmerken, vermeld in artikel 133, § 1, van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, vermenigvuldigd met 1,2;b) in het gewoon secundair onderwijs, aan een of meer van de gelijkekansenindicatoren, vermeld in artikel 225, § 1, 1° tot en 4°, of artikel 233, § 1, 1° tot en met 4°, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, vermenigvuldigd met 1,1. Het resultaat dat verkregen wordt door de berekening, vermeld in het eerste lid, wordt als volgt afgerond: als het eerste getal na de komma groter is dan vier, wordt er afgerond naar het hoger gelegen gehele getal, en als het eerste getal na de komma kleiner is dan of gelijk is aan vier, wordt er afgerond naar het lager gelegen gehele getal.

Art. 5.De Vlaamse Regering is gemachtigd extra maatregelen te nemen om het totale aantal toegekende extra lestijden, uren-leraar of lesuren, vermeld in artikel 2, te beperken en binnen de beschikbare begrotingskredieten te houden.

Art. 6.Een personeelslid dat wordt aangesteld in een betrekking die wordt georganiseerd in de lestijden, lesuren en uren-leraar, vermeld in artikel 2, wordt aangesteld als tijdelijk personeelslid. Het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het Gemeenschapsonderwijs en het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding zijn op die personeelsleden van toepassing, met uitzondering van de volgende bepalingen: 1° de betrekking is niet onderworpen aan de reglementering over de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wedertewerkstelling.Het schoolbestuur van de school die de betrekking organiseert, kan evenwel op vrijwillige basis een personeelslid aanstellen dat ter beschikking is gesteld wegens ontstentenis van betrekking. Die aanstelling wordt beschouwd als een reaffectatie of een wedertewerkstelling. Voor die reaffectatie of wedertewerkstelling is altijd de toestemming vereist van het ter beschikking gestelde personeelslid; 2° de betrekking kan niet vacant worden verklaard.Het school- of centrumbestuur kan in geen geval een personeelslid vast benoemen, affecteren of muteren in die betrekking.

Art. 7.Dit decreet heeft uitwerking met ingang van 3 maart 2021 en houdt op uitwerking te hebben op 30 juni 2021.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 5 maart 2021.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand, B. WEYTS _______ Nota (1) Zitting 2020-2021 Documenten: - Voorstel van decreet : 666 - Nr.1 - Amendement : 666 - Nr. 2 - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 666 - Nr. 3 Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergadering van 3 maart 2021.

^