Etaamb.openjustice.be
Decreet van 04 januari 1999
gepubliceerd op 11 februari 1999

Decreet houdende wijziging van het decreet van 17 juli 1987 over de audiovisuele sector en omzetting van de richtlijn 97/36/EG van 30 juni 1997 en de richtlijn 95/47/EG van 24 oktober 1995

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
1999029055
pub.
11/02/1999
prom.
04/01/1999
ELI
eli/decreet/1999/01/04/1999029055/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

4 JANUARI 1999. - Decreet houdende wijziging van het decreet van 17 juli 1987 over de audiovisuele sector en omzetting van de richtlijn 97/36/EG van 30 juni 1997 en de richtlijn 95/47/EG van 24 oktober 1995 (1)


De Raad van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Bepalingen inzake het gebruik van normen voor het uitzenden van televisiesignalen

Artikel 1.Dit hoofdstuk zet de bepalingen om van de richtlijn 95/47/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 inzake het gebruik van normen voor het uitzenden van televisiesignalen.

Art. 2.Artikel 1 van het decreet van 17 juli 1987 over de audiovisuele sector, gewijzigd bij de decreten van 19 juli 1991, 21 december 1992, en 25 juli 1996, hierna « het decreet » genoemd, wordt aangevuld als volgt : « 18° Scrambelen : de reeks fazen met betrekking tot de verwerking van audio- en videosignalen van een radio-omroepdienst, om die onverstaanbaar te maken voor elke persoon die niet over de vereiste toegangsbewijzen beschikt; 19° Systeem voor voorwaardelijke toegang : het geheel van de hardware- en software-middelen die worden gebruikt ofwel door één of verschillende systemen voor beheer van de abonnementen, ofwel door het publiek zelf in het kader van een lokaal beheer van de toegang tot de diensten, om de toegang tot het geheel of een deel van één of meer omroepdiensten te beperken tot alleen het publiek dat over de vereiste toegangsbewijzen beschikt;20° Controleoverdracht : procédé waarmee het mogelijk is van systeem voor voorwaardelijke toegang te veranderen, zonder te raken aan het gescrambelde signaal van een radio-omroepdienst;21° Transmissiesysteem : de reeks fazen met betrekking tot de verwerking van de audio- en videosignalen en daarmee verband houdende gegevens van een radio-omroepdienst die ertoe dient deze signalen vorm te geven en naar het publiek over te brengen.Die reeks omvat voorzieningen voor : het genereren van programmasignalen (broncodering van audiosignalen en videosignalen, multiplexing van signalen) en aanpassing aan de transmissiemedia (kanaalcodering, modulatie en, voor zover nodig, energiedispersie); 22° Breedbeeldformaat : televisiebeeldformaat waarvan de verhouding tussen de lengte en de breedte gelijk is aan 16 :9;23° Andere diensten : de andere diensten dan de klank- en televisieprogramma's bestemd voor het publiek in het algemeen of voor een deel ervan, uitgezonden door de RTBF of een radio-omroepinstelling, met het oog op de terbeschikkingstelling, die al dan niet gelijktijdig met de uitzending van zulke programma's plaatsvindt, van tekens, signalen, teksten, beelden, klanken of boodschappen van alle aard, zonder onderscheid bestemd voor het publiek in het algemeen of voor een deel ervan of voor categorieën van publiek, wanneer de inhoud van de boodschap geen privé-correspondentie is.»

Art. 3.In het decreet wordt een hoofdstuk Vter, met als opschrift « De exploitanten van systemen voor voorwaardelijke toegang », na artikel 19quinquies ingevoegd.

Art. 4.In het decreet wordt een artikel 19sexies ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 19sexies.De apparatuur, die verhuurd of verkocht wordt of anders ter beschikking van consumenten wordt gesteld, en die de signalen van de digitale televisie-omroepdiensten kan ontscrambelen, moet het ontscrambelen van deze signalen mogelijk maken volgens het gemeenschappelijk Europees scrambelalgoritme, beheerd door een erkende Europese normalisatie-instantie, en het weergeven mogelijk maken van de signalen die ongescrambeld worden uitgezonden, mits, in geval van gehuurde apparatuur, de huurovereenkomst door de huurder wordt nageleefd. »

Art. 5.In het decreet wordt een artikel 19septies ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 19septies.De systemen voor voorwaardelijke toegang moeten over de nodige technische mogelijkheden beschikken voor een goedkope controleoverdracht, waardoor de verdelers in de mogelijkheid worden gesteld om toezicht uit te oefenen op de toegang van hun abonnees tot de digitale televisie-omroepdiensten volgens hun eigen systeem voor voorwaardelijke toegang. »

Art. 6.In het decreet wordt een artikel 19octies ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 19octies.Een exploitant van een systeem voor voorwaardelijke toegang, die diensten produceert en aanbiedt met het oog op de toegang tot de digitale televisie-omroepdiensten, biedt aan elke radio-omroepinstelling die het hem aanvraagt, de technische diensten aan waarmee hun digitale televisie-omroepdiensten kunnen worden ontvangen door de kijkers die daartoe gerechtigd zijn middels decoders die door de exploitant van het systeem voor voorwaardelijke toegang worden beheerd, op eerlijke, redelijke en niet-discriminerende voorwaarden.

Wanneer de exploitant van een systeem voor voorwaardelijke toegang andere activiteiten uitoefent, voert hij een gescheiden boekhouding voor zijn activiteiten op het gebied van de levering van voorwaardelijke - toegangsdiensten.

De radio-omroepinstellingen maken een lijst van de tarieven voor de televisie-kijker bekend die rekening houdt met het al dan niet leveren van ermee gepaard gaand materieel.

Art. 7.In het decreet wordt een artikel 19nonies ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 19nonies.Wanneer houders van industriële eigendomsrechten inzake voorwaardelijke toegangssystemen en -produkten licenties verlenen aan fabrikanten van voor het grote publiek bestemde apparatuur, dienen zij zulks te doen op eerlijke, redelijke en niet-discriminerende voorwaarden. De houders van rechten mogen het verlenen van licenties, waarbij rekening wordt gehouden met de technische en commerciële factoren, niet doen afhangen van voorwaarden waardoor het verboden, ontraden of onaantrekkelijk gemaakt wordt om in het betrokken produkt : - hetzij een gemeenschappelijke interface in te bouwen die aansluiting op meerdere andere toegangssystemen mogelijk maakt, - hetzij tot een ander toegangssysteem behorende middelen in te bouwen, wanneer de licentiehouder zich houdt aan de redelijke en passende voorwaarden inzake de beveiliging van de transacties van de exploitanten van voorwaardelijke toegangssystemen. »

Art. 8.In het decreet wordt een artikel 37ter ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 37ter.De televisie-omroepdiensten van de « Radio-Télévision belge de la Communauté française » en de omroepinstellingen : 1° moeten, indien het uitzendingen in breedbeeld en 625 lijnen betreft die niet volledig digitaal zijn, worden uitgezonden in 16 :9 D2-MAC of een 16 :9-systeem dat volledig compatibel is met PAL of SECAM;2° moeten, indien het HDTV-uitzendingen betreft die niet volledig digitaal zijn, worden uitgezonden in HD-MAC;3° moeten, indien het volledig digitale uitzendingen betreft, een transmissiesysteem gebruiken dat door een erkende Europese normalisatieorganisatie genormaliseerd is. De teledistributie-netwerken die al dan niet digitale televisie-omroepdiensten overbrengen in het 16 :9-breedbeeldformaat, moeten dit ten minste in het 16 :9-breedbeeldformaat doen. »

Art. 9.In het decreet wordt een artikel 40bis ingevoegd, luidend als volgt : « Elk televisietoestel met een integraal beeldscherm waarvan de zichtbare diagonaal groter dan 42 cm is, dat te koop of te huur wordt aangeboden, moet voorzien zijn van ten minste één door een erkende Europese normalisatieorganisatie genormaliseerde aansluitbus met open interface die het zonder meer mogelijk maakt randapparaten, met name verdere decoders en digitale ontvangers, aan te sluiten. » HOOFDSTUK II. - Bepalingen inzake de uitoefening van televisie-omroepactiviteiten

Art. 10.Dit hoofdstuk zet de bepalingen om van de richtlijn 97/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 juni 1997 tot wijziging van Richtlijn 89/552/EEG van de Raad betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisie-omroepactiviteiten.

Art. 11.Artikel 1, 4°, wordt gewijzigd als volgt : de woorden « waarvoor een distributievergunning door de Gemeenschap werd verleend » worden geschrapt.

Artikel 1, 5°, gewijzigd bij de decreten van 21 december 1992 en 25 juli 1996, wordt gewijzigd als volgt : de woorden « waarvoor een distributievergunning door de Gemeenschap werd verleend » worden geschrapt.

Artikel 1, 7°bis, ingevoegd bij het decreet van 19 juli 1991, wordt vervangen door de volgende bepaling : « 7°bis. Radio-omroepinstelling : de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die de redactionele verantwoordelijkheid draagt voor de samenstelling van schema's van klank- en beeldprogramma's en die deze uitzendt of door een derde persoon laat uitzenden. » Artikel 1, 12° wordt vervangen door de volgende bepaling : « 12°.

Telewinkelen : rechtstreekse aanbiedingen aan het publiek die worden uitgezonden met het oog op de levering tegen betaling van goederen of diensten, met inbegrip van onroerende goederen, of van rechten en verplichtingen. » In artikel 1, wordt een 16° toegevoegd, luidend als volgt : « 16° Zelfpromotie : elke aankondiging die wordt uitgezonden op initiatief van een radio-omroepinstelling en die tot doel heeft haar eigen programma's of rechtstreeks daarvan afgeleide ondersteunende producten te bevorderen en die specifiek bedoeld zijn om het kijkerspubliek volop van die programma's te laten profiteren of interactief erbij te betrekken. » In artikel 1, wordt een 17° toegevoegd, luidend als volgt : « 17° Europese productie : a) productie die afkomstig is uit lidstaten van de Europese Unie en die voornamelijk met de hulp van auteurs en medewerkers die gevestigd zijn in één of meer van die Staten vervaardigd wordt en die voldoet aan één van de drie volgende voorwaarden : - deze productie wordt vervaardigd door één of meer producenten die in één of meer van die staten zijn gevestigd; - de vervaardiging ervan wordt door één of meer producenten die in één of meer van die staten zijn gevestigd, gesuperviseerd en daadwerkelijk gecontroleerd; - wanneer de coproducenten uit die Staten een meerderheidsaandeel hebben in de totale coproductiekosten en de coproductie wordt niet door één of meer buiten die staten gevestigde producenten gecontroleerd.

De productie afkomstig uit Europese derde landen is echter alleen een Europese productie als de producties uit de lidstaten van de Europese Unie, in de betrokken derde landen niet worden getroffen door discriminerende maatregelen. b) de productie die afkomstig is uit Europese derde Staten die partij zijn bij het Europees Verdrag inzake grensoverschrijdende televisie van de Raad van Europa en die voldoet aan één van de drie volgende voorwaarden : - ze wordt vervaardigd door één of meer producenten die in één of meer van deze Staten gevestigd zijn; - de vervaardiging ervan wordt door één of meer producenten die in één of meer van die staten zijn gevestigd, gesuperviseerd en daadwerkelijk gecontroleerd; - de producenten uit die Staten hebben een meerderheidsaandeel in de totale coproductiekosten en de coproductie wordt niet door één of meer buiten die Staten gevestigde producenten gecontroleerd als die productie in de betrokken derde landen niet wordt getroffen door discriminerende maatregelen. c) de productie die afkomstig is uit andere Europese derde Staten en die uitsluitend of in coproductie met in een of meer lidstaten gevestigde producenten wordt vervaardigd door producenten die gevestigd zijn in één of meer derde Europese Staten waarmee de Europese Unie overeenkomsten heeft gesloten, indien die productie voornamelijk is vervaardigd met de hulp van auteurs en medewerkers die woonachtig zijn in één of meer Europese Staten, op voorwaarde dat die productie in de betrokken derde landen niet door discriminerende maatregelen wordt getroffen;d) de productie die wordt vervaardigd in het kader van tussen de lidstaten en derde landen gesloten bilaterale coproductieverdragen, op voorwaarde dat de coproducenten uit de Gemeenschap een meerderheidsaandeel hebben in de totale productiekosten en de productie niet door één of meer buiten de lidstaten gevestigde producenten gecontroleerd wordt.»

Art. 12.Artikel 22 van het decreet wordt aangevuld met de volgende paragraaf : § 1bis. De verdeler kan, op het ogenblik dat ze uitgezonden worden en in hun geheel, de volgende programma's doorgeven : 1° de televisieprogramma's van elke radio-omroepinstelling die in een lidstaat van de Europese Unie gevestigd is;2° de televisieprogramma's van elke radio-omroepinstelling die buiten een lidstaat van de Europese Unie gevestigd is maar die gebruik maakt van een door een lidstaat van de Europese Unie toegekende satellietfrequentie of -capaciteit of van een aarde-satelliet-verbinding die zich in een lidstaat van de Europese Unie bevindt. § 1ter. De verdeler deelt aan de Hoge Raad voor de audiovisuele sector de door hem uitgezonden programma's mede.

Art. 13.Artikel 22, § 2, van het decreet wordt vervangen door de volgende bepaling : « De verdeler mag, mits schriftelijke en voorafgaande vergunning van de Regering, op het ogenblik dat ze uitgezonden worden en in hun geheel, de televisieprogramma's van elke in § 1bis niet bedoelde radio-omroepinstelling doorgeven die voldoen aan de door de Regering in de vergunningsakte vastgestelde voorwaarden. Die vergunning kan ingetrokken worden. »

Art. 14.In artikel 22, § 5, lid 1, van het decreet, worden de woorden « de distributievergunning » vervangen door de woorden « voorlopig, mits naleving van de hierna beschreven procedure, de verdeling van de programma's ».

In artikel 22, § 5, lid 2, van het decreet, worden de woorden « in artikel 22, § 2, en 22, § 2bis » vervangen door de woorden « in artikel 22, § 1bis ».

Art. 15.In artikel 24bis, § 1, lid 1, van het decreet, worden de woorden « de radio-omroepinstellingen bedoeld in de hoofdstukken IV en V » vervangen door de woorden « de andere televisie-omroepinstellingen ».

In artikel 24bis, § 1, lid 1, van het decreet, worden de woorden « zelfpromotie, telewinkelen » ingevoegd tussen de woorden « reclame » en de woorden « of teletekstdiensten ».

In artikel 24bis, § 1, lid 2, van het decreet, worden de woorden « zelfpromotie, telewinkelen » ingevoegd tussen de woorden « reclame » en de woorden « of teletekstdiensten ».

In artikel 24bis, § 2, van het decreet, worden de woorden « zelfpromotie, telewinkelen » ingevoegd tussen de woorden « reclame » en de woorden « of teletekstdiensten ».

In artikel 24bis van het decreet, wordt de volgende paragraaf ingevoegd : « § 3bis. Voor de toepassing van de §§ 1 en 2, worden met Europese producties gelijkgesteld, de producties die voornamelijk worden vervaardigd met de hulp van auteurs en medewerkers die woonachtig zijn in een of meer lidstaten van de Europese Unie. Die producties worden echter opgeteld in verhouding tot het aandeel van de in één of meer lidstaten van de Europese Unie gevestigde producenten in de totale productiekosten. » In artikel 24bis van het decreet, wordt de volgende paragraaf toegevoegd : « § 6. Dit artikel is niet van toepassing op de televisie-omroepdiensten die bestemd zijn voor een lokaal publiek en niet tot een nationaal netwerk behoren. Het is ook niet van toepassing op de televisie-omroepdiensten die uitsluitend een andere taal dan de officiële talen of de talen die erkend zijn door de Staten van de Europese Unie gebruiken en waarvan de uitzendingen uitsluitend bestemd zijn om te worden ontvangen buiten de Europese Unie en die niet rechtstreeks of onrechtstreeks door één of meer lidstaten worden ontvangen. »

Art. 16.Artikel 24ter van het decreet wordt vervangen door de volgende bepaling : « Geen televisie-omroepinstelling kan een cinematografisch werk uitzenden buiten de met de houders van rechten overeengekomen periodes. »

Art. 17.De tekst van artikel 24quater van het decreet wordt in twee leden gesplitst. Het eerste lid begint met de woorden « De « Radio-télévision belge » en eindigt met de woorden « met nodeloos geweld vertoond worden ».

Het tweede lid begint met de woorden « Deze laatstgenoemde bepaling is ook van toepassing » en eindigt met de woorden « van dit lid vast ».

In het tweede lid, eerste zin, van artikel 24quater van het decreet, zoals gewijzigd, worden de woorden « en voor zover dat programma wordt voorafgegaan door een akoestische waarschuwing of het gedurende de gehele uitzending herkenbaar is aan een visueel symbool » toegevoegd.

Art. 18.In artikel 24quinquies, eerste zin, van het decreet worden de woorden « de zelfpromotie » ingevoegd tussen de woorden « de niet-commerciële reclame » en de woorden « het telewinkelen ».

In artikel 24quinquies, lid 1, worden de laatste twee zinnen vervangen door de volgende zin : « Voor de toepassing van de artikelen 27quater, lid 5, 27quinquies, 27sexies en 27septies, is sponsoring uitgesloten. » In artikel 24quinquies wordt de volgende zin toegevoegd : « Voor de toepassing van de artikelen 27quater, lid 2, en lid 5 en 27septies, is zelfpromotie uitgesloten. »

Art. 19.§ 1. In artikel 26ter, § 4, lid 2, wordt het Franse woord « interrompues » vervangen door het Franse woord « interrompus ».

In artikel 26ter, § 4, wordt een lid 3 ingevoegd, luidend als volgt : « Het maximum aantal blokken voor telewinkelen wordt vastgesteld op acht per dag. De minimumduur van elk blok wordt op 15 minuten vastgesteld. » § 2. In artikel 26ter, § 4, wordt een lid 3 toegevoegd, luidend als volgt : « Elk aanbod moet onderscheidend de kostprijs, taksen inbegrepen, van de technieken voor afstandscommunicatie vermelden die worden gebruikt om alle bijkomende inlichtingen over deze in te winnen en om bestellingen te doen. Die vermelding is facultatief, wanneer die kostprijs beantwoordt aan het basistarief dat toepasselijk is op de gebruikte techniek voor afstandscommunicatie. » § 3. In artikel 26ter, § 5, van het decreet, wordt het volgende lid toegevoegd : « De telewinkelen-programma's mogen minderjarigen er niet toe aanzetten overeenkomsten te sluiten voor het kopen of huren van goederen en diensten. »

Art. 20.In artikel 27bis, § 3, van het decreet, tussen de woorden « De » en « radio-omroepinstellingen », worden de woorden « krachtens artikel 26 gemachtigde » ingevoegd.

Art. 21.In artikel 27bis van het decreet, ingevoegd bij het decreet van 19 juli 1991, worden de volgende paragrafen toegevoegd : « § 4. Reclame voor sigaretten en andere tabaksproducten is verboden. § 5. Reclame voor geneesmiddelen en medische behandeling die in België alleen op medisch voorschrift verkrijgbaar zijn, is verboden. § 6. Reclame voor alcoholhoudende dranken moet voldoen aan de volgende criteria : - ze mag zich niet specifiek tot minderjarigen richten en mag in het bijzonder geen minderjarigen tonen die deze dranken gebruiken; - zij mag geen verband leggen tussen acoholgebruik en een verbetering van fysieke prestaties of gemotiveerd rijden; - zij mag niet de indruk wekken dat alcoholgebruik bijdraagt tot sociale of seksuele successen; - er mag niet in worden gesuggereerd dat alcoholhoudende dranken therapeutische kwaliteiten bezitten, dan wel een stimulerend, kalmerend of spanningsreducerend effect hebben; - zij mag geen onmatig alcoholgebruik aanmoedigen dan wel onthouding of matig alcoholgebruik in een negatief daglicht stellen; - zij mag geen nadruk leggen op het hoge alcoholgehalte van dranken als positieve eigenschap. »

Art. 22.In artikel 27septies, § 3, van het decreet, ingevoegd bij het decreet van 19 juli 1991, worden de woorden « één uur » vervangen door de woorden « drie uur ».

Art. 23.In artikel 28, § 1, van het decreet, gewijzigd bij het decreet van 19 juli 1991, wordt een 9°bis ingevoegd, luidend als volgt : « 9°bis. Programma's kunnen worden gesponsord door ondernemingen die onder meer activiteiten uitoefenen in verband met de productie of de verkoop van geneesmiddelen en medische behandelingen, op voorwaarde dat ze geen geneesmiddelen of medische behandelingen aanprijzen die alleen op medisch voorschrift verkrijgbaar zijn. »

Art. 24.In het decreet wordt een hoofdstuk IX ingevoegd, luidend als volgt : « Toegang van het publiek tot evenementen van aanzienlijk belang. »

Art. 25.Artikel 29 van het decreet, opgeheven bij het decreet van 24 juli 1997, betreffende de « Conseil supérieur de l'audiovisuel » (Hoge Raad voor de audiovisuele sector van de Franse Gemeenschap van België) en de private diensten voor klankradio-omroep, wordt opnieuw ingevoerd en luidt als volgt : «

Art. 29.§ 1. Na het advies van de Hoge Raad voor de audiovisuele sector te hebben ingewonnen, kan de Regering jaarlijks een lijst vaststellen van de evenementen of evenementscategorieën die zij van aanzienlijk belang voor het publiek van de Franse Gemeenschap acht.

Voor die evenementen kan geen televisie-omroepinstelling die onder de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap valt, exclusieve uitzendrechten zodanig uitoefenen dat een belangrijk deel van het publiek van die Gemeenschap geen toegang zou hebben tot die evenementen via uitzendingen op een kosteloze televisie. De Regering bepaalt of de evenementen via volledige of gedeeltelijke rechtstreekse verslaggeving dan wel via volledige of gedeeltelijke uitgestelde verslaggeving moeten worden uitgezonden. Na het advies van de Hoge Raad voor de audiovisuele sector te hebben ingewonnen, stelt de Regering de nadere regels vast volgens welke de hierboven vermelde evenementen toegankelijk moeten zijn. § 2. De televisie-omroepinstellingen die onder de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap vallen, mogen geen exclusieve uitzendrechten uitoefenen die zij na 30 juli 1997 zouden hebben verworven, zodanig dat de toegang, via een kosteloze programmadienst, tot evenementen van aanzienlijk belang, waarvan de lijst in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen bekendgemaakt is, onmogelijk zou worden gemaakt voor een belangrijk deel van het publiek van een lidstaat van de Europese Unie. Zij leven de bijzondere voorwaarden na die werden vastgesteld naar aanleiding van de bekendmaking van de voornoemde lijsten en die betrekking hebben op de rechtstreekse, uitgestelde, volledige of gedeeltelijke toegang. »

Art. 26.In het decreet wordt een hoofdstuk XIIIbis ingevoegd, luidend als volgt : « Televisie-omroepinstellingen die onder de bepalingen van dit decreet vallen. »

Art. 27.In het hoofdstuk XIII bis van het decreet wordt een artikel 46 ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 46.Onder de bepalingen van dit decreet vallen : a) de « Radio-Télévision belge de la Communauté française » (RTBF) en de televsie-omroepinstellingen die een vergunning krachtens dit decreet hebben gekregen;b) de andere in België gevestigde televisie-omroepinstellingen die onder de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap vallen;c) de televisieprogramma's leverende diensten die een frequentie, een satellietcapaciteit of een aardesatelliet-verbinding gebruiken, en die onder de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap vallen, voor zover de radio-omroepinstellingen die ze gebruiken niet onder de bevoegdheid van een lidstaat van de Europese Unie, of van een andere Gemeenschap, vallen;d) de in een lidstaat van de Europese Unie gevestigde radio-omroe pinstellingen, ten opzichte waarvan de Regering, na raadpleging van de Commissie van de Europese Unie, heeft vastgesteld dat hun activiteiten volledig of voornamelijk gericht zijn tot het publiek van de Franse Gemeenschap en dat ze zich in één van die Staten vestigden om zich te onttrekken aan de regels die op hen toepasselijk zou zijn indien zij onder de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap zouden vallen.» HOOFDSTUK III. - Diverse bepalingen

Art. 28.Artikel 1, 3°, gewijzigd bij het decreet van 25 juli 1996, wordt vervangen door de woorden : « het geheel van de inrichtingen die door eenzelfde verdeler in werking worden gesteld met het doel televisieprogrammasignalen, ofwel langs de kabel, ofwel langs een draadloos multipoint-systeem met microgolven voor terrestrische verdeling aan derden door te geven. »

Art. 29.Artikel 20, § 1, lid 4, van het decreet wordt opgeheven.

Art. 30.In artikel 20, § 1, lid 2, van het decreet, tussen de woorden « Onder » en « door de Executieve » worden de woorden « voor elke vergunning » ingevoegd.

Art. 31.Artikel 20, § 4, lid 2, van het decreet wordt opgeheven.

Art. 32.In artikel 22, § 1, vijfde streepje, worden de woorden « één of meer » vervangen door het woord « twee ».

De woorden « voor zover de verdelers die van die Gemeenschap de vergunning hebben verkregen, ertoe gehouden worden één of meer televisieprogramma's van de openbare radio-omroepdienst van de Franse Gemeenschap door te geven » worden geschrapt.

In artikel 22, § 1, in fine, na het laatste streepje, worden de volgende streepjes ingevoegd : - Alle programma's van de radio-omroepinstellingen van de Europese Unie die door de Regering worden aangewezen en die met deze, na de inwerkingtreding van deze bepaling, een overeenkomst hebben gesloten betreffende de bevordering van de culturele productie in de Franse Gemeenschap en in de Europese Unie, die inzonderheid voorziet in een rechtstreekse financiële bijdrage in deze. De verplichting is beperkt tot de duur van de overeenkomst, die moet vaststellen dat er een akkoord bestaat tussen de radio-omroepinstelling en de verdelers betreffende de betaling van de auteursrechten. - De andere soorten diensten bedoeld bij artikel 19quater die door de Regering worden aangewezen en vervaardigd of uitgezonden door de instellingen die met haar een overeenkomst hebben gesloten betreffende de bevordering van de culturele productie in de Franse Gemeenschap en in de Europese Unie, die inzonderheid voorziet in een rechtstreekse financiële bijdrage in deze. De verplichting is beperkt tot de duur van de overeenkomst.

Art. 33.In artikel 23, na de woorden « in frequentiemodulatie » worden de volgende woorden toegevoegd « alsook twee klankprogramma's van de openbare radio-omroepdienst van de Vlaamse Gemeenschap ».

Art. 34.In het hoofdstuk IX wordt een artikel 29bis ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 29bis.Na het advies van de Hoge Raad voor de audiovisuele sector te hebben ingewonnen, kan de Regering jaarlijks een lijst vaststellen van evenementen of categorieën van evenementen die zij van aanzienlijk belang acht voor het publiek van de Franse Gemeenschap of een deel ervan dat geografisch gelokaliseerd is.

De Regering bepaalt of deze evenementen moeten worden uitgezonden door elke televisie-omroepinstelling die onder haar bevoegdheid vallen via volledige of gedeeltelijke, rechtstreekse dan wel uitgestelde verslaggeving.

Voor die evenementen mogen bij gevolg geen exclusieve rechten worden uitgeoefend.

Na het advies van de Hoge Raad voor de audiovisuele sector te hebben ingewonnen, stelt de Regering de nadere regels vast volgens welke de hierboven vermelde evenementen toegankelijk moeten zijn. »

Art. 35.In artikel 37bis van het decreet, worden de woorden « alsook aan de maatschappijen die niet de distributiemaatschappijen bedoeld bij artikel 19quater zijn » ingevoegd na de woorden « bedoeld bij dit decreet ».

Art. 36.Artikel 47 van het decreet wordt vervangen door de volgende bepaling : « De rechtspersonen die een radiodistributie- of televisiedistributienet exploiteren en die deze activiteit voor de inwerkingtreding van het decreet uitoefenden, kunnen hun activiteiten verder uitoefenen tot een datum die door de Regering vast te stellen is, voor uiterlijk 30 juni 1999. Vanaf de door de Regering vastgestelde datum, kunnen zij hun activiteiten verder uitoefenen voor zover zij de bij artikel 20, § 1, bedoelde vergunning verkrijgen. »

Art. 37.Artikel 2 van het decreet van 21 december 1992 houdende diverse maatregelen inzake cultuur, sociale zaken, onderwijs en begroting, wordt opgeheven.

Art. 38.In het decreet wordt het woord « Executieve » vervangen door het woord « Regering ».

Art. 39.Dit decreet treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 4 januari 1999.

De Minister-Voorzitster van de Regering van de Franse Gemeenschap, belast met het onderwijs, de audiovisuele sector, de hulpverlening aan de jeugd, het kinderwelzijn en de gezondheidspromotie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Sport en Internationale Betrekkingen, W. ANCION De Minister van Cultuur en Permanente Opvoeding, Ch. PICQUE De Minister van Begroting, Financiën en Ambtenarenzaken, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE _______ Nota (1) Zitting 1998-1999. Stukken van de Raad. - Ontwerp van decreet : nr. 268-1. - Errata : nr. 268-2. - Commissieamendementen : nrs. 268-3 tot 268-10. - Verslag : nr. 268-11.

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 15 december 1998.

^