gepubliceerd op 30 mei 2024
Decreet inzake de subsidiëring van de professionele sectoren van de Talen, de Letteren en het Boek
4 APRIL 2024. - Decreet inzake de subsidiëring van de professionele sectoren van de Talen, de Letteren en het Boek (1)
Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt: TITEL I. - DEFINITIES, TOEPASSINGSGEBIED EN ALGEMENE BEGINSELEN
Artikel 1.Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder: 1° "Administratie": de Regeringsdiensten die betrokken zijn bij de sectoren die onder dit decreet vallen;2° "auteur van de Franse Gemeenschap": een auteur die voldoet aan de voorwaarden van artikel 6, § 2 en 3;3° "Overlegraad": de Overlegraad voor Schrijfopdrachten en Boek, zoals bedoeld in artikel 48 van het decreet van 28 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/03/2019 pub. 30/04/2019 numac 2019041011 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het nieuwe beheerskader inzake cultuur sluiten betreffende het nieuwe beheerskader inzake cultuur;4° "Commissie": de Schrift- en Boekcommissie zoals bedoeld in artikel 76 van het decreet van 28 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/03/2019 pub. 30/04/2019 numac 2019041011 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het nieuwe beheerskader inzake cultuur sluiten betreffende het nieuwe beheerskader inzake cultuur;5° "literaire creatie van de Franse Gemeenschap": elke literaire creatie afkomstig van een auteur die voldoet aan de voorwaarden van artikel 6, § 2 en 3; 6° "financiële onbalans": de situatie waarin een operator aan het einde van een jaarlijks boekjaar een negatief cumulatief resultaat voorlegt waarvan het bedrag ten minste 10% van alle gedurende dat boekjaar geregistreerde opbrengsten bedraagt of ten minste 5% indien de totale opbrengsten per jaar meer dan 1.750.000 euro bedragen; 7° "culturele diversiteit": een veelheid aan vormen waarin de culturen van individuen, groepen en samenlevingen tot uitdrukking komen, in de verschillende wijzen van artistieke creatie, productie, verspreiding, distributie en genieten van cultuuruitingen;8° "uitgever van de Franse Gemeenschap": een uitgever die voldoet aan de voorwaarden van artikel 6, § 2 en 4;9° "in de Franse Gemeenschap": in het Franstalige gewest of in het tweetalige Brussels Hoofdstedelijk Gewest;10° "boekjaar": boekjaar dat een kalenderjaar bestrijkt;11° "interculturaliteit": de dynamische en interactieve processen (uitwisselingen, mengelingen) tussen groepen of individuen met verschillende en/of meerdere culturen.Het doel is wederzijds begrip en de opbouw van een gemeenschappelijke wereld; 12° "het Handvest": het Handvest dat is goedgekeurd door de Regering en dat de goede praktijken vaststelt voor het creëren en publiceren van boeken of tijdschriften, met name met betrekking tot: a) de redactionele lijn;b) de aansprakelijkheid voor de gepubliceerde inhoud;c) de overdracht en vergoeding van auteursrechten;d) het redactionele werk om de kwaliteit en de opmaak van de publicatie te waarborgen;e) het wettelijk depot van publicaties en de vermelding in professionele databases;f) de opstelling en verspreiding van catalogi, alsmede de promotie van publicaties;g) de organisatie van de verspreiding en distributie van publicaties;h) het archiveren van publicaties;i) de naleving van de gebruiken en wettelijke vereisten van het beroep, in het bijzonder in de relaties van de uitgever met de auteurs, andere uitgevers, onderaannemers, distributiekanalen, boekhandels en bibliotheken;13° "talen": de Franse taal en de endogene gewestelijke talen;14° "endogene gewestelijke talen": de endogene gewestelijke talen die in de Franse Gemeenschap worden gebruikt, zoals Champenois, Lotharings, Picardisch, Waals, Brussels Brabants, Karolingisch Frankisch en Luxemburgs (of Moezelfrankisch);15° "letteren" of "literaire creatie": alle werken die bestaan uit teksten en/of beelden en die uitsluitend of hoofdzakelijk in het Frans of in de endogene gewestelijke talen zijn samengesteld.Deze creaties omvatten producties in de categorieën van proza (inclusief essay), poëzie (inclusief voorgedragen poëzie), populariserend essay over humane wetenschappen, strip, jeugdliteratuur, theatertekst, recensie, album, beeldroman, manga, fanzine, literaire inhoud van tijdschriften of enige andere literaire vorm, inclusief opkomende of toekomstige vormen; 16° "culturele vrijheden en rechten": de culturele vrijheden en rechten die met name zijn vastgelegd in artikel 27 van de Universele Verklaring van de rechten van de mens, artikel 15 van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, artikelen 13, 22 en 25 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, artikel 31 van het Verdrag van New York inzake de rechten van het kind, artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet en de Verklaring van Fribourg over de culturele rechten;17° "boek": gedrukt of digitaal boek, en de verschillende subcategorieën ervan, in de zin van artikel 2 van het decreet van 19 oktober 2017Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/10/2017 pub. 16/11/2017 numac 2017031486 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de culturele bescherming van het boek sluiten betreffende de culturele bescherming van het boek;18° "luisterboek": geluidsopname van een literaire creatie; 19° "doelstellingen, strategieën en prioriteiten van het culturele en artistieke onderwijstraject": de doelstellingen bedoeld in artikel 1.4.5-2 van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs, evenals de strategieën, de doelstellingen, het programma en de kalender gedefinieerd in het actieplan bedoeld in artikel 1.4.5-13 van hetzelfde Wetboek; 20° "operator": natuurlijke persoon of rechtspersoon zoals bedoeld in artikel 3;21° "saneringsplan": contract gesloten tussen de Franse Gemeenschap en een operator ter vaststelling van de opheffingsmodaliteiten van een financieel tekort;22° "financieel plan": document dat het geraamde budget voor de activiteit bepaalt, waarin de uitgaven voor de werkingskosten, voor de terugbetaling en bezoldiging van het personeel en in voorkomend geval voor de auteursrechten worden vermeld, alsmede de financiële steun die door een overheidsinstantie wordt toegekend en de eigen inkomsten;23° "eigen inkomsten": alle inkomsten van een operator, met uitzondering van de subsidies die door een overheidsinstantie worden toegekend;24° "tijdschrift voor literaire creatie": periodieke schriftelijke of audio-, fysieke of digitale drager van een literaire creatie.
Art. 2.Dit decreet en de steunregelingen waarin het voorziet, hebben de volgende algemene doelstellingen: 1° de literaire creatie in al haar vormen ondersteunen en de artistieke vrijheid, opkomst en excellentie en de culturele diversiteit garanderen;2° de letteren, het boek en het lezen toegankelijker maken, met name door ontmoetingen tussen de doelgroepen en de auteurs en hun werken te stimuleren;3° de Franse taal, het gebruik en de toe-eigening ervan bevorderen, de endogene gewestelijke talen en de taalkundige diversiteit beschermen en bevorderen;4° de actoren van de boekensector, hun professionalisering, hun ontwikkeling en hun uitstraling ondersteunen en bevorderen, met inachtneming van gendergelijkheid en de waarden van interculturaliteit;5° de innovatie en de opkomst van nieuwe operatoren en nieuwe praktijken in de professionele sectoren van de talen, de letteren en het boek bevorderen;6° het boekenecosysteem en zijn netwerk en diversiteit consolideren in een geest van interprofessionele solidariteit door te zorgen voor synergieën en medefinanciering met andere ondersteunende beleidsmaatregelen van de Gemeenschap, met andere Belgische of internationale overheidsinstanties;7° bijdragen aan een eerlijke bezoldiging van de actoren in de boekensector.
Art. 3.Dit decreet is gericht op: 1° natuurlijke personen die een bezoldigde activiteit uitoefenen die in een of meer van de volgende categorieën valt, zonder dat die activiteit noodzakelijkerwijs hun belangrijkste bron van inkomsten vormt: a) de toe-eigening, studie, verrijking en promotie van de Franse taal en de endogene gewestelijke talen, zoals ze worden gebruikt in de Franse Gemeenschap, ook op internationaal niveau;b) de ontwikkeling van taalpraktijken of de bevordering van taalkundige diversiteit;c) literaire creatie in het Frans of in de endogene gewestelijke talen;d) het uitgeven in het Frans of in de endogene gewestelijke talen;e) het behoud of de valorisatie van publicaties van auteurs of uitgevers van de Franse Gemeenschap, ook op internationaal niveau;f) het structureren en professionaliseren van de actoren in de boekensector;g) de verkoop van boeken in boekhandels;h) de toe-eigening, promotie en bemiddeling van leespraktijken;2° privaatrechtelijke rechtspersonen waarvan het maatschappelijk doel onder een of meer van de in punt 1° genoemde categorieën valt;3° privaatrechtelijke rechtspersonen of overheidsinstanties die opdrachten van algemeen belang vervullen die bijdragen tot de in artikel 2 genoemde doelstellingen ten behoeve van: a) hetzij alle of een aanzienlijk deel van de onder 1° en 2° bedoelde operatoren;b) hetzij de doelgroepen of een aanzienlijk deel van de doelgroepen van de Franse Gemeenschap.
Art. 4.Voor de toepassing van dit decreet voorziet de Regering een minimaal jaarbudget van 2.620.000 euro voor structurele steun en een minimaal jaarbudget van 1.567.000 euro voor eenmalige steun.
Het budget voor structurele steun wordt elk jaar op 1 januari geïndexeerd volgens de evolutie van de gezondheidsindex. De Regering specificeert de toepasselijke indexeringsformule.
De financiële steun en prijzen worden toegekend binnen de grenzen van de in lid 1 bedoelde begrotingskredieten. De Commissie formuleert haar voorstellen binnen deze grenzen.
TITEL II. - FINANCIELE STEUN
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 5.Teneinde bij te dragen aan de in artikel 2 genoemde doelstellingen, kan de Regering drie soorten financiële steun toekennen: 1° een beurs voor een bedrag van 1.750 tot 60.000 euro; 2° projectsteun voor een bedrag van 500 tot 150.000 euro; 3° een overeenkomst voor een jaarlijks bedrag van 5.000 tot 400.000 euro.
Art. 6.§ 1. Om in aanmerking te komen voor de financiële steun waarin deze titel voorziet, moeten aanvragende operatoren zowel voldoen aan de algemene voorwaarden van paragraaf 2 als aan de specifieke voorwaarden van de categorie waartoe zij behoren. § 2. Om aan de algemene ontvankelijkheidsvoorwaarden te voldoen, moet een operator: 1° een natuurlijke persoon, een privaatrechtelijke rechtspersoon of een overheidsinstantie zijn zoals bedoeld in artikel 3;2° in het geval van een natuurlijke persoon, de Belgische nationaliteit hebben of sinds ten minste drie jaar voornamelijk in België woonachtig zijn en zijn of haar statuut van fiscale woonplaats in België kunnen aantonen op het moment van indiening van de aanvraag voor financiële steun;3° in het geval van een rechtspersoon, een maatschappelijke zetel en een bedrijfszetel hebben in het Franstalige gewest of in het tweetalige Brussels Hoofdstedelijk Gewest;4° in het geval van een overheidsinstantie, gevestigd zijn in het Franstalige gewest of in het tweetalige Brussels Hoofdstedelijk Gewest;5° zijn activiteiten uitvoeren in het Frans of in een endogene gewestelijke taal. § 3. Om te voldoen aan de hen betreffende bijzondere ontvankelijkheidsvoorwaarden, moeten auteurs ten minste één literaire creatie hebben geproduceerd: 1° gepubliceerd in eigen naam of met maximaal drie andere auteurs in het geval van een collectieve literaire creatie;2° en ofwel gepubliceerd in overeenstemming met het Handvest ofwel, in het geval van theaterteksten, verspreid door een cultureel centrum, een plaats van verspreiding, een plaats van creatie, een festival of een centrum voor podiumkunsten erkend door de Franse Gemeenschap. § 4. Om te voldoen aan de hen betreffende bijzondere ontvankelijkheidsvoorwaarden, moeten uitgevers: 1° hoofdzakelijk de in artikel 3 bedoelde werkzaamheden verrichten;2° zich houden aan het Handvest. § 5. Om te voldoen aan de hen betreffende bijzondere ontvankelijkheidsvoorwaarden, moeten boekhandelaars beschikken over het kwaliteitslabel toegekend krachtens het decreet van 30 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2009 pub. 13/10/2009 numac 2009029559 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot instelling van een erkenningsprocedure voor kwaliteitsboekhandels type decreet prom. 30/04/2009 pub. 05/11/2009 numac 2009029690 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de ontwikkeling van leespraktijken ingericht door het openbare netwerk voor openbare lectuurvoorziening en de openbare bibliotheken sluiten tot instelling van een erkenningsprocedure voor kwaliteitsboekhandels.
Art. 7.De begunstigden van de financiële steun bezorgen de Administratie de vereiste bewijsstukken in de door de Regering vastgestelde vormen en modaliteiten. Als ze niet de nodige bewijsstukken indien, kunnen begunstigden geen aanspraak maken op enige andere financiële steun.
Art. 8.De Regering stelt de procedure vast voor de toekenning, de weigering en, in voorkomend geval, de verlenging van de in dit decreet voorziene financiële steun in overeenstemming met de hierna omschreven beginselen: 1° de Administratie stelt aan aanvragers voor elk type steun een vademecum ter beschikking waarin de voorwaarden en de toekenningsprocedure worden vermeld, met name de in te dienen documenten;2° de operator dient zijn aanvraag in bij de Administratie door middel van een naar behoren ingevuld formulier en voegt er alle vereiste documenten bij, op straffe van niet-ontvankelijkheid;3° de Administratie bevestigt de ontvangst van de aanvraag overeenkomstig de door de Regering vastgestelde modaliteiten en termijnen;4° de Commissie brengt een advies uit in overeenstemming met de modaliteiten en termijnen voorzien in het decreet van 28 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/03/2019 pub. 30/04/2019 numac 2019041011 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het nieuwe beheerskader inzake cultuur sluiten betreffende het nieuwe beheerskader inzake cultuur;5° de Administratie dient bij de Regering een met redenen omkleed voorstel voor een beslissing in met in de bijlage het advies van de Commissie;6° de Administratie deelt de beslissing mee aan de aanvrager, met vermelding van de rechtsmiddelen.
Art. 9.De modaliteiten voor het wijzigen, opschorten en beëindigen van overeenkomsten worden door de Regering vastgesteld in overeenstemming met de onderstaande beginselen: 1° de Administratie dient bij de Regering een met redenen omkleed voorstel in voor een beslissing tot opschorting of beëindiging wanneer de operator niet voldoet aan de voorwaarden van de overeenkomst waarvan hij of zij begunstigde is;2° overeenkomsten kunnen niet langer dan een jaar worden opgeschort; de opschorting moet binnen deze periode worden bevestigd of ongedaan gemaakt door een beslissing tot beëindiging, wijziging of hervatting waarvan de Regering kennis geeft; 3° de operator heeft het recht om opmerkingen te maken of te vragen door de Administratie te worden gehoord. HOOFDSTUK 2. - Beurzen Afdeling 1. - Algemeen
Art. 10.Er zijn vier soorten beurzen: 1° de aanmoedigingsbeurs;2° de projectbeurs;3° de creatiebeurs;4° de residentiebeurs.
Art. 11.Naast de algemene doelstellingen van artikel 2, beoogt de beursregeling: 1° auteurs te ondersteunen bij de ontwikkeling van hun professionele loopbaan;2° de opkomst van nieuwe auteurs te bevorderen;3° de ontwikkeling van nieuwe vormen van literaire creatie aan te moedigen;4° het proces van literaire creatie zichtbaar te maken en te valoriseren, door auteurs de mogelijkheid te bieden tijd vrij te maken voor de realisatie van hun projecten in degelijke professionele omstandigheden. Beurzen vormen geen vervangingsinkomen.
Art. 12.Beurzen zijn voorbehouden aan auteurs die voldoen aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden van artikel 6, § 2 en 3.
Docenten of onderzoekers komen niet in aanmerking voor een beurs voor een essay of recensie die rechtstreeks verband houdt met hun onderzoeks- of onderwijsgebied.
Art. 13.§ 1. Eenzelfde literaire creatie kan slechts profiteren van één enkele beurs voor de realisatie ervan, ongeacht de categorie. § 2. Eenzelfde aanvrager mag geen nieuwe beursaanvraag indienen vóór het verstrijken van een periode van één jaar vanaf zijn of haar vorige aanvraag, ongeacht de uitkomst van deze laatste. Afdeling 2. - De aanmoedigingsbeurs
Onderafdeling 1. - Voorwerp
Art. 14.De aanmoedigingsbeurs is bedoeld ter ondersteuning van de creatie van een tweede werk in een van de volgende creatieve domeinen: algemene literatuur (in de categorieën roman, poëziebundel, kortverhalenbundel, essay of theater), strip, jeugdliteratuur.
Het bedrag van de aanmoedigingsbeurs is forfaitair.
Onderafdeling 2. - Toekenningsvoorwaarden
Art. 15.Het tweede werk waarvoor de steun wordt toegekend moet: 1° dezelfde taal gebruiken, hetzij Frans hetzij gewestelijke taal, als het werk dat toegang geeft tot de beurs;2° binnen hetzelfde creatieve domein vallen en, binnen de algemene literatuur, in dezelfde categorie als het werk dat toegang geeft tot de beurs.
Art. 16.In eenzelfde taal kan een auteur slechts genieten van één aanmoedigingsbeurs per creatief domein zoals bedoeld in artikel 14.
Onderafdeling 3. - Beoordelingscriteria
Art. 17.Bij de beoordeling van aanvragen voor een aanmoedigingsbeurs baseert de Commissie zich op de volgende criteria: 1° de consistentie en originaliteit van de synopsis;2° de formele, verhalende en/of grafische kwaliteit van de gepresenteerde uittreksels;3° de afstemming van het project op het type aangevraagde beurs;4° voor jeugdliteratuur, de afstemming van het project op de beoogde leeftijdsgroep. Onderafdeling 4. - Bewijsstukken
Art. 18.Om het gebruik van de subsidie te rechtvaardigen, stuurt de begunstigde binnen zes maanden na de afronding van het project en uiterlijk binnen twaalf maanden na de toekenningsbeslissing naar de Administratie: 1° ofwel het gepubliceerde werk;2° ofwel een gedetailleerd verslag over de voortgang van het project en, desgevallend, over de redenen voor het mislukken of opgeven ervan. Afdeling 3. - De projectbeurs
Onderafdeling 1. - Voorwerp
Art. 19.De projectbeurs is bedoeld om de volgende kosten van een literaire creatie geheel of gedeeltelijk te dekken, voordat ze worden gedaan: reizen, documentatie, onderzoek, opleidingen, materiaal voor grafische creatie.
Het bedrag van de projectbeurs komt overeen met de subsidiabele kosten en is begrensd.
Onderafdeling 2. - Toekenningsvoorwaarden
Art. 20.De projectbeurs is voorbehouden aan auteurs van de Franse Gemeenschap die minstens twee literaire creaties op hun naam hebben staan: 1° gepubliceerd in eigen naam of met maximaal drie andere auteurs in het geval van een collectieve literaire creatie;2° en ofwel gepubliceerd in overeenstemming met het Handvest ofwel, in het geval van theaterteksten, verspreid door een cultureel centrum, een plaats van verspreiding, een plaats van creatie, een festival of een centrum voor podiumkunsten erkend door de Franse Gemeenschap;3° binnen hetzelfde creatieve domein en, voor algemene literatuur, in dezelfde categorie als de creatie waarvoor de beurs wordt aangevraagd.
Art. 21.Om een projectbeurs aan te vragen, mag een auteur in hetzelfde jaar geen beurs hebben ontvangen die krachtens dit decreet werd toegekend.
Art. 22.Kosten voor de verspreiding van een manuscript (proeflezen, drukken, verzenden enz.), de werkrelaties met een uitgever of redactioneel werk komen niet in aanmerking.
Onderafdeling 3. - Beoordelingscriteria
Art. 23.Bij de beoordeling van aanvragen voor een projectbeurs baseert de Commissie zich op de volgende criteria: 1° de consistentie en originaliteit van de synopsis;2° de formele, verhalende of grafische kwaliteit van de gepresenteerde uittreksels;3° de afstemming van het project op het type aangevraagde beurs;4° voor jeugdliteratuur, de afstemming van het project op de beoogde leeftijdsgroep. Onderafdeling 4. - Bewijsstukken
Art. 24.Om het gebruik van de subsidie te rechtvaardigen, stuurt de begunstigde binnen zes maanden na de afronding van het project en uiterlijk binnen twaalf maanden na de toekenningsbeslissing naar de Administratie: 1° ofwel het gepubliceerde werk;2° ofwel een gedetailleerd verslag over de voortgang van het project en, desgevallend, over de redenen voor het mislukken of opgeven ervan. Tevens voegt hij of zij bij de bewijsstukken een inventaris van de in verband met het verrichte werk gemaakte kosten. Afdeling 4. - De creatiebeurs
Onderafdeling 1. - Voorwerp
Art. 25.De creatiebeurs is bedoeld om auteurs die niet met pensioen zijn, toe te staan om binnen een jaar na de kennisgeving van de toekenning een aantal weken te besteden aan de realisatie van hun schrijfproject.
Het bedrag van de creatiebeurs is forfaitair. Er zijn vier forfaits die overeenkomen met het beoogde aantal weken van creatie: zes, twaalf, zesentwintig of tweeënvijftig weken. De begunstigde kan deze weken naar wens opsplitsen.
Onderafdeling 2. - Toekenningsvoorwaarden
Art. 26.De creatiebeurs van zes weken is voorbehouden aan auteurs die reeds minstens twee literaire creaties op hun naam hebben staan: 1° gepubliceerd in eigen naam of met maximaal drie andere auteurs in het geval van een collectieve literaire creatie;2° en ofwel gepubliceerd in overeenstemming met het Handvest ofwel, in het geval van theaterteksten, verspreid door een cultureel centrum, een plaats van verspreiding, een plaats van creatie, een festival of een centrum voor podiumkunsten erkend door de Franse Gemeenschap. De creatiebeurs van twaalf weken, zesentwintig weken of tweeënvijftig weken is voorbehouden aan auteurs die reeds ten minste drie literaire creaties op hun naam hebben staan binnen hetzelfde creatieve domein als de creatie waarvoor de beurs wordt aangevraagd, gepubliceerd in overeenstemming met lid 1° en 2°.
Art. 27.Om een creatiebeurs aan te vragen, mag een auteur in hetzelfde jaar geen beurs hebben ontvangen die krachtens dit decreet werd toegekend. Om een creatiebeurs van twaalf, zesentwintig of tweeënvijftig weken aan te vragen, mag een auteur gedurende de twee jaar voorafgaand aan de indiening van de aanvraag niet hebben geprofiteerd van een beurs van dezelfde aard die krachtens dit decreet werd toegekend.
Voor eenzelfde creatief domein mag een auteur tijdens zijn of haar loopbaan slechts profiteren van twee creatiebeurzen van zesentwintig weken of een enkele creatiebeurs van tweeënvijftig weken. Deze twee soorten beurzen kunnen dus niet door een auteur worden gecumuleerd voor hetzelfde creatieve domein.
Onderafdeling 3. - Beoordelingscriteria
Art. 28.Bij de beoordeling van aanvragen voor een creatiebeurs baseert de Commissie zich op de volgende criteria: 1° de consistentie en originaliteit van de synopsis;2° de formele, verhalende of grafische kwaliteit van de gepresenteerde uittreksels;3° de afstemming van het project op het type aangevraagde beurs;4° voor jeugdliteratuur, de afstemming van het project op de beoogde leeftijdsgroep. Onderafdeling 4. - Bewijsstukken
Art. 29.Om het gebruik van de subsidie te rechtvaardigen, stuurt de begunstigde binnen zes maanden na de afronding van het project en uiterlijk binnen twaalf maanden na de toekenningsbeslissing naar de Administratie: 1° ofwel het uitgegeven werk;2° ofwel een gedetailleerd verslag over de voortgang van het project en, desgevallend, over de redenen voor het mislukken of opgeven ervan. Afdeling 5. - De residentiebeurs
Onderafdeling 1. - Voorwerp
Art. 30.De residentiebeurs is bedoeld om auteurs te laten deelnemen aan een schrijfresidentie: 1° hetzij in een centrum voor literaire of dramatische creatie dat door de Franse Gemeenschap is erkend;2° hetzij in het kader van een partnerschap tussen een culturele operator en de Franse Gemeenschap;3° hetzij op plaatsen die rechtstreeks door de Franse Gemeenschap ter beschikking worden gesteld. Onderafdeling 2. - Toekenningsvoorwaarden
Art. 31.In het geval bedoeld in artikel 30, 1° moet de auteur een officiële uitnodiging overleggen van een door de Franse Gemeenschap erkende residentie en een attest waaruit blijkt dat hij of zij voor het verblijf geen andere beurs krijgt.
Art. 32.De duur van de residentie bedraagt maximaal twee maanden.
Onderafdeling 3. - Beoordelingscriteria
Art. 33.In afwijking van artikel 8 is voor de toekenning van de residentiebeurzen bedoeld in artikel 30, 1° en 2° geen voorafgaand advies van de Commissie nodig. Voor deze beurzen worden ontvankelijke aanvragen verwerkt naarmate ze binnenkomen, totdat de toegewezen middelen zijn uitgeput.
Onderafdeling 4. - Bewijsstukken
Art. 34.Om het gebruik van de subsidie te rechtvaardigen, stuurt de begunstigde binnen zes maanden na de afronding van het project en uiterlijk binnen twaalf maanden na de toekenningsbeslissing naar de Administratie: 1° ofwel het gepubliceerde werk;2° ofwel een gedetailleerd verslag over de voortgang van het project en, desgevallend, over de redenen voor het mislukken of opgeven ervan. HOOFDSTUK 3. - Projectsteun Afdeling 1. - Algemeen
Art. 35.Er zijn acht soorten projectsteun: 1° steun voor literaire creatiestructuren;2° publicatiesteun;3° steun voor literaire verspreiding en promotie;4° steun voor boekhandels;5° steun voor activiteiten gericht op de toe-eigening en promotie van het Frans en de taalkundige creativiteit;6° steun voor de publicatie van wetenschappelijk onderzoek over de Franse taal;7° steun voor de toe-eigening, promotie en verspreiding van de endogene gewestelijke talen;8° steun voor activiteiten gericht op de toe-eigening, promotie en bemiddeling van leespraktijken.
Art. 36.Naast de in artikel 2 genoemde algemene doelstellingen heeft de projectsteunregeling tot doel: 1° de opkomst van innovatieve, duurzame en gevarieerde projecten te steunen met betrekking tot het creëren, verspreiden en promoten van de letteren, evenals het toe-eigenen en promoten van taal- en leespraktijken;2° netwerken van auteurs, werken en professionals in de boekensector te bevorderen. Afdeling 2. - Steun voor literaire creatiestructuren
Onderafdeling 1. - Voorwerp
Art. 37.De steun voor literaire creatiestructuren is bedoeld om de organisatie van schrijfresidenties, -workshops of -begeleiding voor auteurs in de Franse Gemeenschap te steunen.
Onderafdeling 2. - Toekenningsvoorwaarden
Art. 38.De aanvrager moet een natuurlijke of rechtspersoon zijn die voldoet aan de voorwaarden van artikel 6.
Art. 39.De residenties moeten gericht zijn op auteurs van de Franse Gemeenschap. De schrijfworkshops of schrijfbegeleidingen moeten geleid worden door een auteur van de Franse Gemeenschap en gericht zijn op een volwassen publiek, met het oog op professionalisering.
Onderafdeling 3. - Beoordelingscriteria
Art. 40.Bij de beoordeling van aanvragen voor dit type projectsteun baseert de Commissie zich op de volgende criteria: 1° de artistieke en culturele kwaliteit van het project;2° de consistentie van het budget en de afstemming van het project op het gevraagde steunbedrag. Onderafdeling 4. - Bewijsstukken
Art. 41.Om het gebruik van de steun te rechtvaardigen, stuurt de begunstigde binnen zes maanden na de afronding van het project en uiterlijk binnen twaalf maanden na de toekenningsbeslissing naar de Administratie: 1° een planning en een kritische beschrijving van de uitgevoerde activiteiten;2° de uitgaven- en inkomstenrekeningen van het project. Afdeling 3. - Publicatiesteun
Onderafdeling 1. - Voorwerp
Art. 42.§ 1. De publicatiesteun is bedoeld ter ondersteuning van het uitgeven van: 1° literaire creaties;2° filologische werken in of over de endogene gewestelijke talen;3° tijdschriften voor literaire creatie van de Franse Gemeenschap;4° tijdschriften voor literaire creatie die in elk nummer een aanzienlijke rubriek wijden aan literaire creaties van de Franse Gemeenschap;5° algemene tijdschriften die in elk nummer een aanzienlijke rubriek wijden aan literaire creaties van de Franse Gemeenschap;6° tijdschriften over de endogene gewestelijke talen. § 2. De steun dekt de publicatie van ofwel een enkele titel in alle domeinen en categorieën, behalve die van de roman, de kortverhalenbundel en het essay, ofwel een redactioneel programma van maximaal vier titels, ofwel uitzonderlijk de volledige werken van een auteur van de Franse Gemeenschap of een opmerkelijke studie gewijd aan een auteur van de Franse Gemeenschap.
Onderafdeling 2. - Toekenningsvoorwaarden
Art. 43.De publicatiesteun is voorbehouden aan uitgevers die voldoen aan de voorwaarden van artikel 6, § 2 en 4. In afwijking van artikel 6, § 2, 3° komen in het buitenland uitgegeven tijdschriften in aanmerking voor de steun voorzien in artikel 42, § 1, 4° en 5°.
Art. 44.Een uitgever mag slechts één aanvraag voor publicatiesteun per jaar indienen.
Art. 45.Met uitzondering van tijdschriften mag de publicatiesteun voor de uitgave van een werk niet meer bedragen dan 50% van de productiekosten van dat werk.
Onderafdeling 3. - Beoordelingscriteria
Art. 46.Bij de beoordeling van aanvragen voor dit type projectsteun baseert de Commissie zich op de volgende criteria: 1° de artistieke en culturele kwaliteit van het werk of het redactionele programma;2° het uitstralingspotentieel;3° de aandacht die wordt besteed aan auteurs van de Franse Gemeenschap, met name auteurs die nog niet gepubliceerd zijn, met inachtneming van de gelijkheid van vrouwen en mannen en de waarden van interculturaliteit;4° de consistentie van het budget en de afstemming van het project op het gevraagde steunbedrag, met bijzondere aandacht voor de bezoldiging van de auteurs;5° voor jeugdliteratuur, de afstemming van het project op de beoogde leeftijdsgroep;6° de aandacht die wordt besteed aan de impact op het milieu en de maatschappij van de productie en het in de handel brengen van de werken waarvoor de aanvraag wordt ingediend. Bij de analyse ziet de Commissie erop toe dat de geselecteerde projecten in hun geheel bijdragen tot een gediversifieerde vertegenwoordiging van vrouwen en mannen.
Onderafdeling 4. - Bewijsstukken
Art. 47.Om het gebruik van de steun te rechtvaardigen, stuurt de begunstigde binnen zes maanden na de afronding van het project en uiterlijk binnen twaalf maanden na de toekenningsbeslissing naar de Administratie: 1° ten minste drie exemplaren van het uitgeven werk of redactionele programma;2° de inkomsten- en uitgavenrekeningen van het project, met vermelding van de eventuele bezoldigingen en voordelen die aan de auteurs zijn betaald. Afdeling 4. - Steun voor literaire verspreiding en promotie
Onderafdeling 1. - Voorwerp
Art. 48.De steun voor literaire verspreiding en promotie is bedoeld voor de organisatie van literaire evenementen (festivals, bijeenkomsten, beurzen, tentoonstellingen) en acties ter bevordering van auteurs van de Franse Gemeenschap en hun creaties.
Onderafdeling 2. - Toekenningsvoorwaarden
Art. 49.De aanvrager moet een natuurlijke of rechtspersoon zijn die voldoet aan de voorwaarden van artikel 6.
De steun is niet verenigbaar met de steun voor de organisatie van artistieke bijeenkomsten die wordt verleend in het kader van het decreet betreffende de steun voor de verspreiding van artistieke producties in de Franse Gemeenschap.
Onderafdeling 3. - Beoordelingscriteria
Art. 50.Bij de beoordeling van aanvragen voor dit type projectsteun baseert de Commissie zich op de volgende criteria: 1° de artistieke en culturele kwaliteit van het project;2° het uitstralingspotentieel;3° de aandacht die wordt besteed aan auteurs van de Franse Gemeenschap, met inachtneming van de gelijkheid van vrouwen en mannen en de waarden van interculturaliteit;4° de consistentie van het budget en de afstemming van het project op het gevraagde steunbedrag, met bijzondere aandacht voor de bezoldiging van de betrokkenen;5° de afstemming van het project op de doelgroep(en), en, indien het project gericht is op een schoolpubliek, de afstemming op de doelstellingen, strategieën en prioriteiten van het culturele en artistieke onderwijstraject. Bij de analyse ziet de Commissie erop toe dat de geselecteerde projecten in hun geheel bijdragen tot een gediversifieerde vertegenwoordiging van vrouwen en mannen.
Onderafdeling 4. - Bewijsstukken
Art. 51.Om het gebruik van de steun te rechtvaardigen, stuurt de begunstigde binnen zes maanden na de afronding van het project en uiterlijk binnen twaalf maanden na de toekenningsbeslissing naar de Administratie: 1° een planning en een kritische beschrijving van de uitgevoerde activiteiten;2° de uitgaven- en inkomstenrekeningen van het project. Afdeling 5. - Steun voor boekhandels
Onderafdeling 1. -Voorwerp
Art. 52.De steun voor boekhandels is bedoeld voor: 1° de organisatie van literaire evenementen;2° de deelname aan of de organisatie van een beroepsopleiding in verband met de activiteit van boekhandelaar;3° het gebruik van een bibliografisch hulpmiddel. De steun bedoeld in lid 1, 1° bestaat uit een vast bedrag per evenement en is begrensd.
De steun bedoeld in lid 1, 2° is variabel en dekt maximaal 75% van de kosten van de opleiding.
De steun bedoeld in lid 1, 3° bestaat uit een jaarlijks forfaitair bedrag.
Onderafdeling 2. - Toekenningsvoorwaarden
Art. 53.De steun voorzien in deze afdeling is voorbehouden aan boekhandels met het kwaliteitslabel toegekend krachtens het decreet van 30 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2009 pub. 13/10/2009 numac 2009029559 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot instelling van een erkenningsprocedure voor kwaliteitsboekhandels type decreet prom. 30/04/2009 pub. 05/11/2009 numac 2009029690 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de ontwikkeling van leespraktijken ingericht door het openbare netwerk voor openbare lectuurvoorziening en de openbare bibliotheken sluiten tot instelling van een erkenningsprocedure voor kwaliteitsboekhandels.
Art. 54.De steun voor de organisatie van literaire evenementen kan onderworpen zijn aan de volgende voorwaarden: 1° de aanvraag moet betrekking hebben op ten minste drie evenementen in hetzelfde kalenderjaar of schooljaar;2° de evenementen dienen te worden georganiseerd door de boekhandel, face-to-face of online;3° het enige doel van de evenementen moet de promotie van een boek en de auteur zijn;de betrokken auteur moet voldoen aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden van artikel 6, § 2 en 3; 4° de evenementen moeten worden geleid door een al dan niet aan de boekhandel verbonden professionele presentator;5° de evenementen moeten uitwisselingen met het deelnemende publiek mogelijk maken;6° er moet specifieke reclame worden gemaakt voor de evenementen;7° signeersessies komen niet in aanmerking, behalve voor geïllustreerde literaire creaties (strips, beeldromans, tafelboeken en jeugdalbums);8° de inherente kosten van de evenementen mogen niet worden aangerekend aan de gepromote of uitgenodigde auteur.
Art. 55.De steun voor de organisatie van literaire evenementen is niet verenigbaar met de steun voor de organisatie van artistieke bijeenkomsten die wordt verleend in het kader van het decreet betreffende de steun voor de verspreiding van artistieke producties in de Franse Gemeenschap.
Art. 56.Een boekhandel kan slechts steun voor één bibliografisch hulpmiddel per jaar aanvragen.
Dat hulpmiddel kan bestaan uit een abonnement op een database of een abonnement op een vakblad.
Onderafdeling 3. - Beoordelingscriteria
Art. 57.In afwijking van artikel 8 is voor de steun voor boekhandels geen voorafgaand advies van de Commissie nodig.
Ontvankelijke aanvragen worden verwerkt naarmate ze binnenkomen, totdat de toegewezen middelen zijn uitgeput.
Onderafdeling 4. - Bewijsstukken
Art. 58.Voor de vereffening van de steun dient de begunstigde binnen twaalf maanden na de beslissing tot toekenning het volgende aan de Administratie te bezorgen: 1° voor literaire evenementen: het bewijs dat het evenement heeft plaatsgevonden (programma, affiche, uitnodiging, persartikels, foto's, screenshots, nieuwsbrieven enz.); 2° voor opleidingen: a) een kopie van de factuur en een betaalbewijs;b) een opleidingsverslag;3° voor een abonnement op een bibliografisch hulmiddel: een kopie van de factuur en een betaalbewijs. Afdeling 6. - Steun voor activiteiten gericht op de toe-eigening en
promotie van het Frans en de taalkundige creativiteit Onderafdeling 1. - Voorwerp
Art. 59.De steun voor activiteiten gericht op de toe-eigening en promotie van het Frans en de taalkundige creativiteit is bedoeld ter ondersteuning van creatieve culturele activiteiten met betrekking tot schriftelijke of mondelinge expressie die de taalvaardigheden versterken en het gebruik van het Frans door de doelgroepen verbeteren.
Onderafdeling 2. - Toekenningsvoorwaarden
Art. 60.Om in aanmerking te komen voor de steun voor activiteiten gericht op de toe-eigening en promotie van het Frans en de taalkundige creativiteit, moet de aanvrager naast de algemene voorwaarden van artikel 6, § 2: 1° aantoonbare ervaring hebben op het gebied van de toe-eigening van het Frans door culturele praktijken, of zich ertoe verbinden een persoon met dergelijke ervaring in te schakelen voor de betreffende activiteiten;2° de betreffende activiteiten uitvoeren in het Franstalige gewest of in het tweetalige Brussels Hoofdstedelijk Gewest;3° zich voor de betreffende activiteiten richten tot Franstalige of anderstalige personen die ten minste het Certificat d'Etudes de Base of gelijkwaardige vaardigheden hebben;4° zich bij voorkeur richten op doelgroepen die minder gemakkelijk toegang hebben tot cultuur.
Art. 61.Komen niet in aanmerking voor de steun voor activiteiten gericht op de toe-eigening en promotie van het Frans en de taalkundige creativiteit: 1° schoolinrichtingen, al dan niet gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap;2° operatoren die alfabetiseringsopleidingen aanbieden die worden georganiseerd, erkend, goedgekeurd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of het Waalse Gewest.
Art. 62.Een aanvrager kan slechts eenmaal per jaar de steun voor activiteiten gericht op de toe-eigening en promotie van het Frans en de taalkundige creativiteit ontvangen.
De steun is niet verenigbaar met de steun voor de organisatie van artistieke bijeenkomsten die wordt verleend in het kader van het decreet betreffende de steun voor de verspreiding van artistieke producties in de Franse Gemeenschap.
Onderafdeling 3. - Beoordelingscriteria
Art. 63.Bij de beoordeling van aanvragen voor dit type projectsteun baseert de Commissie zich op de volgende criteria: 1° de artistieke en culturele kwaliteit van het project, met bijzondere aandacht voor: a) de creatieve dimensie van de activiteiten voor taaltoe-eigening;b) de actieve betrokkenheid van de deelnemers bij het verloop en de evaluatie van het project;2° het uitstralingspotentieel van het project;3° de consistentie van het budget en de afstemming van het project op het gevraagde steunbedrag;4° de afstemming van het project op de doelgroep(en), met bijzondere aandacht voor projecten die gericht zijn op kwetsbare of anderstalige doelgroepen, en, indien het project gericht is op een schoolpubliek, de afstemming op de doelstellingen, strategieën en prioriteiten van het culturele en artistieke onderwijstraject. Onderafdeling 4. - Bewijsstukken
Art. 64.Om het gebruik van de steun te rechtvaardigen, stuurt de begunstigde binnen zes maanden na de afronding van het project en uiterlijk binnen twaalf maanden na de toekenningsbeslissing naar de Administratie: 1° een planning en kritische beschrijving van de activiteiten die dankzij de steun zijn uitgevoerd;2° de uitgaven- en inkomstenrekeningen van het project. Afdeling 7. - Steun voor de publicatie van wetenschappelijk onderzoek
over de Franse taal Onderafdeling 1. - Voorwerp
Art. 65.De steun voor de publicatie van wetenschappelijk onderzoek over de Franse taal is bedoeld om onderzoeksprojecten te ondersteunen die een of meer van de volgende doelstellingen hebben: 1° de ontwikkeling van de taal ondersteunen door middel van terminologisch onderzoek;2° het schrijven van duidelijk teksten of het goede begrip van teksten bevorderen;3° didactische middelen aanbieden voor anderstalige personen of personen die de taal leren. Onderafdeling 2. - Toekenningsvoorwaarden
Art. 66.De aanvrager moet een natuurlijke of rechtspersoon zijn die voldoet aan de voorwaarden van artikel 6 en moet aantoonbare ervaring hebben op het gebied van terminologie, leesbaarheid of didactiek van het Frans in een meertalige context.
Art. 67.Projecten die deze steun ontvangen, moeten resulteren in een publicatie.
Art. 68.Een aanvrager kan slechts eenmaal per jaar steun voor de publicatie van wetenschappelijk onderzoek over de Franse taal ontvangen.
Onderafdeling 3. - Beoordelingscriteria
Art. 69.Bij de beoordeling van aanvragen voor dit type projectsteun baseert de Commissie zich op de volgende criteria: 1° de kwaliteit van het project in termen van: a) originaliteit en wetenschappelijke nauwkeurigheid van de voorgestelde aanpak of analyses;b) de kwantiteit en kwaliteit van de verzamelde gegevens over de taal, zijn effecten of zijn gebruik;c) de pedagogiek en reproduceerbaarheid van de in het kader van het project ontwikkelde modellen en hulpmiddelen;2° de consistentie van het budget en de afstemming van het project op het gevraagde steunbedrag;3° de afstemming van het project op de doelgroep(en), met bijzondere aandacht voor projecten die gericht zijn op kwetsbare en/of anderstalige doelgroepen. Onderafdeling 4. - Bewijsstukken
Art. 70.Om het gebruik van de steun te rechtvaardigen, stuurt de begunstigde binnen zes maanden na de afronding van het project en uiterlijk binnen twaalf maanden na de toekenningsbeslissing naar de Administratie: 1° ten minste drie exemplaren van de publicatie;2° de uitgaven- en inkomstenrekeningen van het project. Afdeling 8. - Steun voor de toe-eigening, promotie en verspreiding van
de endogene gewestelijke talen Onderafdeling 1. - Voorwerp
Art. 71.De steun voor de toe-eigening, promotie en verspreiding van de endogene gewestelijke talen is bestemd voor: 1° activiteiten van toe-eigening of hertoe-eigening van de endogene gewestelijke talen, met uitzondering van activiteiten die in scholen worden georganiseerd;2° de organisatie van conferenties of symposia gewijd aan de endogene gewestelijke talen, hun onderwijs of hun literatuur;3° de organisatie van opleidingen voor taalkundige bemiddelaars die gespecialiseerd zijn in de bemiddeling van de endogene gewestelijke talen;4° de ontwikkeling van digitale platforms voor de toe-eigening, promotie of verspreiding van de endogene gewestelijke talen;5° de ontwikkeling van educatieve hulpmiddelen gericht op de toe-eigening of hertoe-eigening van de endogene gewestelijke talen, met inbegrip van ludieke middelen gericht op deze doelstellingen. Onderafdeling 2. - Toekenningsvoorwaarden
Art. 72.De aanvrager moet een natuurlijke of rechtspersoon zijn die voldoet aan de voorwaarden van artikel 6 en moet aantoonbare ervaring hebben op het gebied van taalkundige bemiddeling.
Art. 73.Projecten in de endogene gewestelijke talen op het gebied van podiumkunsten, film, radiocreatie of audiovisuele creatie komen niet in aanmerking voor deze steun.
De steun is niet verenigbaar met de steun voor de organisatie van artistieke bijeenkomsten die wordt verleend in het kader van het decreet betreffende de steun voor de verspreiding van artistieke producties in de Franse Gemeenschap.
Onderafdeling 3. - Beoordelingscriteria
Art. 74.Bij de beoordeling van aanvragen voor dit type projectsteun baseert de Commissie zich op de volgende criteria: 1° de culturele, wetenschappelijke of pedagogische kwaliteit van het project;2° het uitstralingspotentieel;3° de consistentie van het budget en de afstemming van het project op het gevraagde steunbedrag;4° de afstemming van het project op de doelgroep(en), en, indien het project gericht is op een schoolpubliek, de afstemming op de doelstellingen, strategieën en prioriteiten van het culturele en artistieke onderwijstraject. Onderafdeling 4. - Bewijsstukken
Art. 75.Om het gebruik van de steun te rechtvaardigen, stuurt de begunstigde binnen zes maanden na de afronding van het project en uiterlijk binnen twaalf maanden na de toekenningsbeslissing naar de Administratie: 1° een planning en kritische beschrijving van de activiteiten die dankzij de steun zijn uitgevoerd;2° de uitgaven- en inkomstenrekeningen van het project;3° in het geval van een publicatie, ten minste drie exemplaren daarvan. Afdeling 9. - Steun voor activiteiten gericht op de toe-eigening,
promotie en bemiddeling van leespraktijken Onderafdeling 1. - Voorwerp
Art. 76.De steun voor activiteiten gericht op de toe-eigening, promotie en bemiddeling van leespraktijken is gericht op activiteiten in een of meer van de volgende categorieën: 1° de ontwikkeling van hulpmiddelen om lezen te bevorderen;2° de organisatie van opleidingen voor personeel dat met kinderen werkt, onderwijzend personeel of specialisten in leesbevordering;3° de organisatie van eenmalige of terugkerende leesbevorderende activiteiten of evenementen. Onderafdeling 2. - Toekenningsvoorwaarden
Art. 77.De aanvrager moet een natuurlijke of rechtspersoon zijn die voldoet aan de voorwaarden van artikel 6.
Art. 78.Komen niet in aanmerking voor deze steun operatoren die erkend zijn in het kader van: 1° het decreet van 30 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2009 pub. 13/10/2009 numac 2009029559 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot instelling van een erkenningsprocedure voor kwaliteitsboekhandels type decreet prom. 30/04/2009 pub. 05/11/2009 numac 2009029690 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de ontwikkeling van leespraktijken ingericht door het openbare netwerk voor openbare lectuurvoorziening en de openbare bibliotheken sluiten betreffende de ontwikkeling van leespraktijken ingericht door het openbare netwerk voor openbare lectuurvoorziening en de openbare bibliotheken;2° het decreet van 17 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/07/2003 pub. 26/08/2003 numac 2003029435 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet met betrekking tot de steun aan het verenigingsleven op het gebied van de permanente opvoeding type decreet prom. 17/07/2003 pub. 28/08/2003 numac 2003029468 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende algemene bepalingen betreffende het onderricht in een taal via onderdompeling en verschillende maatregelen inzake onderwijs sluiten betreffende de ontwikkeling van de actie inzake permanente opvoeding in het kader van het verenigingsleven.
Art. 79.Om te worden gesteund, moeten de betrokken activiteiten publicaties van auteurs of uitgevers van de Franse Gemeenschap aanwenden.
Art. 80.Een aanvrager kan slechts eenmaal per jaar steun voor activiteiten gericht op de toe-eigening, promotie en bemiddeling van leespraktijken ontvangen.
De steun is niet verenigbaar met de steun voor de organisatie van artistieke bijeenkomsten die wordt verleend in het kader van het decreet betreffende de steun voor de verspreiding van artistieke producties in de Franse Gemeenschap.
Onderafdeling 3. - Beoordelingscriteria
Art. 81.Bij de beoordeling van aanvragen voor dit type projectsteun baseert de Commissie zich op de volgende criteria: 1° de artistieke en culturele kwaliteit van het project;2° het uitstralingspotentieel;3° de aandacht die wordt besteed aan de actoren in de boekenketen in de Franse Gemeenschap, in het bijzonder de auteurs, met inachtneming van de gelijkheid van vrouwen en mannen en de waarden van interculturaliteit;4° de consistentie van het budget en de afstemming van het project op het gevraagde steunbedrag;5° de afstemming van het project op de doelgroep(en), met bijzondere aandacht voor kwetsbare doelgroepen, en, indien het project gericht is op een schoolpubliek, de afstemming op de doelstellingen, strategieën en prioriteiten van het culturele en artistieke onderwijstraject. Bij de analyse ziet de Commissie erop toe dat de geselecteerde projecten in hun geheel bijdragen tot een gediversifieerde vertegenwoordiging van vrouwen en mannen.
Onderafdeling 4. - Bewijsstukken
Art. 82.Om het gebruik van de steun te rechtvaardigen, stuurt de begunstigde binnen zes maanden na de afronding van het project en uiterlijk binnen twaalf maanden na de toekenningsbeslissing naar de Administratie: 1° een planning en kritische beschrijving van de activiteiten die dankzij de steun zijn uitgevoerd;2° de uitgaven- en inkomstenrekeningen van het project. HOOFDSTUK 4. - Overeenkomsten Afdeling 1. - Voorwerp
Art. 83.In aanvulling op de in artikel 2 bedoelde algemene doelstellingen heeft de overeenkomstenregeling tot doel de in artikel 3 bedoelde operatoren meerjarige steun te bieden om hun activiteiten te consolideren.
Art. 84.De overeenkomst heeft betrekking op één of meer van de volgende activiteiten: 1° de toe-eigening, bescherming, studie, verrijking of promotie van de Franse taal en de endogene gewestelijke talen, zoals ze worden gebruikt in de Franse Gemeenschap, ook op internationaal niveau;2° de ontwikkeling van taalpraktijken of de bevordering van taalkundige diversiteit;3° de promotie en verspreiding van literaire creatie in het Frans of in de endogene gewestelijke talen;4° de toe-eigening, promotie en bemiddeling van leespraktijken;5° het uitgeven in het Frans of in de endogene gewestelijke talen;6° het behoud of de valorisatie van publicaties van auteurs of uitgevers van de Franse Gemeenschap, ook op internationaal niveau;7° het verlenen van diensten van algemeen belang die bijdragen aan de in artikel 2 genoemde doelstellingen ten behoeve van: a) hetzij alle of een aanzienlijk deel van de in artikel 3 bedoelde operatoren;b) hetzij de doelgroepen of een aanzienlijk deel van de doelgroepen van de Franse Gemeenschap. Afdeling 2. - Toekenningsvoorwaarden
Art. 85.Om een overeenkomst te kunnen sluiten, moet een operator: 1° een rechtspersoon zijn die voldoet aan de voorwaarden van artikel 6;2° ten minste vijf jaar aantoonbare ervaring hebben in het domein waarop de overeenkomst betrekking heeft;3° gedurende de vijf jaar die aan de aanvraag voorafgaan, ten minste twee keer projectsteun hebben ontvangen uit hoofde van dit hoofdstuk of een andere steunregeling die bijdraagt tot de verwezenlijking van de in artikel 2 genoemde doelstellingen;4° de boekhouding voeren en de rekeningen opmaken overeenkomstig artikel 3:47 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en Boek III van het Wetboek van economisch recht;5° indien het een eerste overeenkomst betreft, zich in financieel evenwicht bevinden;indien het een verlenging betreft en de operator een financiële onbalans vertoont, een door de Regering goedgekeurd saneringsplan hebben; 6° voldoen aan de voorwaarden waaraan deel III van het decreet van 28 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/03/2019 pub. 30/04/2019 numac 2019041011 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het nieuwe beheerskader inzake cultuur sluiten betreffende het nieuwe beheerskader inzake cultuur de toekenning van structurele subsidies onderwerpt;7° geen structurele subsidie genieten uit hoofde van een andere regeling in het kader van het cultuurbeleid. In afwijking van lid 1, 1° kan de begunstigde van de overeenkomst een feitelijke vereniging zonder rechtspersoonlijkheid zijn, op voorwaarde dat: 1° ze uitsluitend bestaat uit rechtspersonen die voldoen aan de voorwaarden van lid 1, 1° en 4° tot 6°, waarvan ten minste één ook voldoet aan de voorwaarden van lid 1, 2° en 3° ;2° de leden van de feitelijke vereniging hun samenwerking schriftelijk hebben vastgelegd door middel van een overeenkomst;3° de leden van de feitelijke vereniging één van hen formeel hebben aangesteld voor de coördinatie en om de vereniging te vertegenwoordigen bij de Regering. Afdeling 3. - Inhoud van de aanvraag en beoordelingscriteria
Art. 86.De aanvraag voor een overeenkomst omvat: 1° in het geval van een eerste overeenkomst, een beknopte presentatie van de geschiedenis van de operator met de volgende elementen: a) de algemene administratieve structuur van de operator en, in voorkomend geval, de verschillende componenten ervan;b) een beschrijving van zijn activiteiten en of ze door de Franse Gemeenschap zijn ondersteund, met vermelding van eventuele partners;c) de balans en de winst- en verliesrekening van het boekjaar voorafgaand aan de indiening van het dossier.2° voor de periode waarop de aanvraag betrekking heeft, een intentieverklaring waarin het volgende wordt toegelicht: a) het project en de beoogde ontwikkelingsassen;b) hoe het voldoet aan de beoordelingscriteria en doelstellingen die in dit decreet zijn vastgesteld;c) de meerwaarde van structurele ondersteuning voor de ontwikkeling van het project;3° het geraamde budget van het project, vergezeld van een presentatienota. In het geval van een verlenging omvat de aanvraag: 1° een evaluatieverslag van het project zoals gedefinieerd in de huidige overeenkomst;2° een actualisering van de in lid 1, 2° en 3° genoemde elementen.
Art. 87.Bij de beoordeling van aanvragen voor een overeenkomst baseert de Commissie zich op de volgende criteria: 1° de artistieke en culturele kwaliteit van het project;2° het uitstralingspotentieel;3° de aandacht die wordt besteed aan de actoren in de boekensector in de Franse Gemeenschap, in het bijzonder de auteurs, met inachtneming van de gelijkheid van vrouwen en mannen en de waarden van interculturaliteit;4° de meerwaarde van structurele ondersteuning voor de ontwikkeling van het project;5° de afstemming van het project op de budgettaire modaliteiten, met bijzondere aandacht voor de bezoldiging van de auteurs indien van toepassing;6° de afstemming van het project op de doelgroep(en), en, indien het project gericht is op een schoolpubliek, de afstemming op de doelstellingen, strategieën en prioriteiten van het culturele en artistieke onderwijstraject;7° de impact van het project op het uitoefenen van hun culturele rechten en vrijheden door de doelgroepen;8° de aandacht voor de impact op het milieu en de maatschappij van de uitgevoerde activiteiten, indien van toepassing. Bij de analyse ziet de Commissie erop toe dat de geselecteerde projecten in hun geheel bijdragen tot een gediversifieerde vertegenwoordiging van vrouwen en mannen. Afdeling 4. - Inhoud en duur van de overeenkomst
Art. 88.De overeenkomst bevat de volgende elementen: 1° de periode waarop de overeenkomst betrekking heeft;2° het doel van de subsidie en met name: a) het/de activiteitsdomein(en) waaronder die bedoeld in artikel 84;b) de beschrijving van het gesteunde project, aangepast aan het daadwerkelijk toegekende bedrag;3° de toekenningsmodaliteiten van de subsidie en met name: a) het jaarlijks toegekende bedrag;b) de vereffeningsmodaliteiten;4° de modaliteiten voor de evaluatie van het project en met name de inhoud en de indieningsmodaliteiten van de bewijsstukken en het eindevaluatieverslag;5° de verplichtingen van de operator met betrekking tot financieel evenwicht;6° de modaliteiten van de financiële controle uitgeoefend door de Franse Gemeenschap, met inbegrip van de modaliteiten voor het opstellen van een saneringsplan indien nodig;7° de modaliteiten voor de opschorting, wijziging, beëindiging en verlenging van de overeenkomst.
Art. 89.Een eerste overeenkomst wordt gesloten voor een periode van 3 jaar. Bij verlenging wordt een overeenkomst gesloten voor een periode van 5 jaar. Afdeling 5. - Bewijsstukken
Art. 90.Om het gebruik van de jaarlijkse subsidie te rechtvaardigen, stuurt de begunstigde binnen zes maanden na de afsluiting van elk boekjaar: 1° een verslag van de activiteiten die in het afgelopen boekjaar dankzij de subsidie zijn uitgevoerd;2° de balans en rekeningen van het afgelopen boekjaar, opgesteld in overeenstemming met de geldende boekhoudkundige wet- en regelgeving, alsmede de jaarlijkse uitgaven- en inkomstenrekeningen van het project indien deze verschillend zijn van de rekeningen van de operator zelf;3° een presentatienota bij de rekeningen, met uitleg over de verdeling van de bedragen en de manier waarop de balansen en rekeningen van de operator zich verhouden tot de uitgaven- en inkomstenrekeningen van het project, indien van toepassing;4° een update van het geraamde budget van de in het kader van de overeenkomst uitgevoerde activiteiten, indien van toepassing.
Art. 91.De begunstigde bezorgt de Administratie een evaluatieverslag met een planning en een kritische beschrijving van de activiteiten die dankzij de overeenkomst zijn uitgevoerd: 1° hetzij bij de indiening van de verlengingsaanvraag;2° hetzij binnen zes maanden na het sluiten van de overeenkomst. TITEL III. - PRIJZEN
Art. 92.Om hun verdiensten te erkennen, kan de Regering prijzen toekennen aan de in artikel 3 bedoelde operatoren die voldoen aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden van artikel 6.
De Regering stelt de toekenningsvoorwaarden en -modaliteiten voor de prijzen vast in overeenstemming met de volgende beginselen: 1° het toegekende bedrag ligt tussen 1.000 en 15.000 euro; 2° een prijs kan jaarlijks, om de drie jaar of om de vijf jaar worden toegekend;3° de prijzen worden toegekend op voorstel van de Commissie of een jury, waarvan de samenstelling door de Regering wordt vastgesteld, op voorstel van de Administratie. TITEL IV. - OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Art. 93.In artikel 76, 1°, van het decreet van 28 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/03/2019 pub. 30/04/2019 numac 2019041011 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het nieuwe beheerskader inzake cultuur sluiten betreffende het nieuwe beheerskader inzake cultuur, wordt b) vervangen door: "b) de promotie en bescherming van de Franse taal en de endogene gewestelijke talen;".
In hetzelfde punt 1° wordt een punt g) ingevoegd dat als volgt luidt: "g) de toe-eigening, promotie en bemiddeling van leespraktijken, met uitzondering van wat onder Openbare lectuurvoorziening of Permanente opvoeding valt".
Art. 94.Worden ingetrokken: 1° de wet van 18 augustus 1947 betreffende het Nationaal Fonds voor de Letterkunde;2° het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 4 april 1988 tot vaststelling van de nadere regels voor steun aan het uitgeversbedrijf in de Franse Gemeenschap;3° het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 23 oktober 1991 tot vaststelling van de modaliteiten van de steun aan de boekhandel in de Franse Gemeenschap.
Art. 95.Projecten in de domeinen vermeld in artikel 48 van het decreet van 28 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/03/2019 pub. 30/04/2019 numac 2019041011 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het nieuwe beheerskader inzake cultuur sluiten betreffende het nieuwe beheerskader inzake cultuur waaraan vóór de inwerkingtreding van dit decreet subsidies zijn toegekend, vallen tot hun afsluiting onder de regels die van toepassing waren op het ogenblik van de toekenning van de betreffende subsidies.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 4 april 2024.
De Minister-President, belast met Internationale Betrekkingen, Sport en Onderwijs voor sociale promotie, P.-Y. JEHOLET De Vicepresident en Minister van Begroting, Ambtenarenzaken, Gelijke kansen en het toezicht op Wallonie-Bruxelles Enseignement, Fr. DAERDEN De Vicepresidente en Minister van Kind, Gezondheid, Cultuur, Media en Vrouwenrechten, B. LINARD, De Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Universitaire ziekenhuizen, Hulpverlening aan de Jeugd, Justitiehuizen, Jeugd en Promotie van Brussel, Fr. BERTIEAUX De Minister van Onderwijs, C. DESIR _______ Nota (1) Zitting 2023-2024 Stukken van het Parlement.- Ontwerp van decreet, nr. 688-1. - Amendement(en) in de commissie, nr. 688-2. - Verslag van de commissie, nr. 688-3. - Amendement(en) in de commissie, nr. 688-4. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering, nr. 688-5 Integraal verslag. - Bespreking en aanneming - Zitting van 3 april 2024.