Etaamb.openjustice.be
Decreet van 03 mei 2019
gepubliceerd op 29 augustus 2019

Decreet betreffende de toegankelijkheid van de websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2019041903
pub.
29/08/2019
prom.
03/05/2019
ELI
eli/decreet/2019/05/03/2019041903/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

3 MEI 2019. - Decreet betreffende de toegankelijkheid van de websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt: HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen en toepassingsgebied

Artikel 1.Dit decreet voorziet in de omzetting van de richtlijn (EU) 2016/2102 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende de toegankelijkheid van de websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties.

Art. 2.Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder: 1° de overheidsinstantie: a) de Franse gemeenschap;b) publiekrechtelijke rechtspersonen die deel uitmaken van de Franse gemeenschap;c) de instantie die is opgericht om specifiek te voorzien in andere behoeften van algemeen belang dan die van industriële of commerciële aard, dat rechtspersoonlijkheid bezit, en waarvan: i.de activiteit hoofdzakelijk door minstens één van de onder a) of b) bedoelde instanties wordt gefinancierd; ii. het beheer onderworpen is aan controle door minstens één instantie als bedoeld onder a) of b); iii. de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende instantie uit leden bestaat die voor meer dan de helft door minstens één van de onder a) of b) bedoelde instanties worden aangesteld; d) verenigingen die zijn opgericht door minstens één instantie als bedoeld onder a), b) of c), wanneer zij specifiek zijn opgericht om in andere behoeften van algemeen belang dan die van industriële of commerciële aard te voorzien;e) scholen (in alle onderwijsnetwerken) en kinderdagverblijven wat betreft de inhoud die verband houdt met essentiële administratieve on-linefuncties.2° mobiele toepassing: door of namens een overheidsinstantie ontworpen en ontwikkelde toepassingssoftware voor gebruik door het grote publiek op mobiele apparaten, met uitzondering van software voor de besturing van dergelijke apparaten en computerapparatuur;3° Richtlijn 2016/2102: Richtlijn (EU) 2016/2102 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 inzake de toegankelijkheid van de websites en mobiele toepassingen van overheidsinstanties; 4° "op tijd gebaseerde media ": media van de volgende types: louter audio, louter videobeeld, audio-video, audio en/of video in combinatie met interactie;. 5° publiek met een zintuiglijke tekortkoming: personen die, vanwege hun leeftijd en zonder noodzakelijkerwijs als gehandicapte te worden erkend, een of meer zintuiglijke tekortkomingen van welke aard dan ook hebben die hun waarnemingsvermogen aanzienlijk beïnvloeden;6° Europese norm: een Europese norm in de zin van artikel 2, punt 1, b), van verordening (EU) nr.1025/2012.

Art. 3.§ 1. Dit decreet is niet van toepassing op de websites en mobiele toepassingen van de overheidsinstanties die audio- of audiovisuele diensten aanbieden die een publieke omroepopdracht vervullen. § 2. Het is ook niet van toepassing op de inhoud van de volgende websites en mobiele applicaties: 1° de bestandsformaten die vóór 23 september 2018 zijn gepubliceerd, tenzij deze bestanden noodzakelijk zijn voor actieve administratieve processen met betrekking tot taken die door een overheidsinstantie worden uitgevoerd;2° live uitgezonden of vooraf opgenomen, op tijd gebaseerde media die zijn gepubliceerd vóór 23 september 2020;3° online kaarten en cartografiediensten, voor zover de essentiële informatie in een toegankelijke digitale vorm wordt verstrekt, met inachtneming van de vereisten van artikel 4, van voor navigatie bestemde kaarten;4° reproducties van privé of openbare eigendommen van historisch, artistiek, archeologisch, esthetisch, wetenschappelijk of technologisch belang die in het bezit zijn van een bibliotheek, archief of museum en die niet volledig toegankelijk kunnen worden gemaakt omwille van de volgende redenen: a) de onverenigbaarheid van de in artikel 4 bedoelde toegankelijkheidsvereisten met het behoud van de betrokken goederen of de authenticiteit van de reproductie;b) het ontbreken van geautomatiseerde en kosteneffectieve oplossingen die het gemakkelijk maken om de tekst van manuscripten of andere stukken in erfgoedcollecties te transcriberen en terug te geven in de vorm van inhoud die verenigbaar is met de toegankelijkheidsvereisten als bedoeld in artikel 4; 5° deze die als archieven worden beschouwd, d.w.z. dat zij alleen inhoud bevatten die niet noodzakelijk is voor actieve administratieve processen en die niet wordt bijgewerkt of gewijzigd na 23 september 2019; 6° die van derden die noch door een overheidsinstantie worden gefinancierd of ontwikkeld en die niet onder haar controle staan;7° die van NGO's die geen essentiële diensten aan het publiek verlenen, of diensten die specifiek voorzien in de behoeften van of voor personen met een handicap. § 3. Het is evenmin van toepassing op de inhoud van extranetten en intranetten, d.w.z. websites die slechts toegankelijk zijn voor een beperkte groep mensen en niet voor het grote publiek, die vóór 23 september 2019 is gepubliceerd, totdat deze websites een ingrijpende herziening hebben ondergaan. HOOFDSTUK II. - Toegankelijkheid van websites en mobiele applicaties

Art. 4.De overheidsinstantie bevordert de toegankelijkheid van haar websites en mobiele applicaties door ervoor te zorgen dat deze: 1° waarneembaar zijn door de informatie en onderdelen van de gebruikersinterfaces zo te presenteren dat de gebruikers ze kunnen waarnemen;2° bruikbaar zijn door de presentatie van een bruikbare gebruikersinterface en navigatiecomponenten;3° begrijpelijk zijn door de informatie en het gebruik van de gebruikersinterfaces op een begrijpelijke manier te presenteren;4° stevig zijn door een inhoud te presenteren die voldoende stevig is om betrouwbaar te worden geïnterpreteerd door een grote verscheidenheid aan gebruikers, inclusief ondersteunende technologieën.

Art. 5.De overheidsinstantie kan van artikel 4 afwijken wanneer de naleving ervan een onevenredige belasting zou meebrengen.

De overheidsinstantie beoordeelt of de naleving van artikel 4 voor een website of een mobiele applicatie een onevenredige belasting met zich meebrengt, waarbij ze inzonderheid rekening houdt met: 1° de omvang, de middelen en de aard van de betrokken overheidsinstantie;2° een raming van de kosten en baten voor de overheidsinstantie in verhouding tot de geraamde baten voor gehandicapten of ouderen, rekening houdend met de frequentie en de duur van het gebruik van de website of specifieke mobiele applicatie.

Art. 6.De overheidsinstantie voorziet voor elke website of mobiele applicatie in een mechanisme dat elke persoon in staat stelt om: 1° zich in kennis te stellen van een gebrek aan overeenstemming van de website of mobiele applicatie met de in punt 4 bedoelde vereisten;2° de krachtens artikel 3, § 2 of artikel 5 uitgesloten informatie te vragen. De overheidsinstantie beantwoordt de in het eerste lid bedoelde kennisgevingen en verzoeken binnen 30 dagen na ontvangst ervan.

Art. 7.§ 1er De overheidsinstantie legt een gedetailleerde, volledige en duidelijke verklaring af over de overeenstemming van haar websites en mobiele applicaties met dit decreet. De overheidsinstantie werkt deze verklaring jaarlijks bij. § 2. De overheidsinstantie publiceert de in lid 1 bedoelde verklaring op haar algemene website in een toegankelijk formaat, met gebruikmaking van de in artikel 7, paragraaf 2, van Richtlijn 2016/2102 bedoelde modelverklaring. De verklaring verschijnt bij het downloaden van iedere mobiele applicatie. § 3. De in paragraaf 1 bedoelde verklaring omvat de volgende gegevens: 1° wanneer de overheidsinstantie zichzelf de in artikel 5 bedoelde afwijking toestaat, een toelichting van de elementen die niet voldoen aan de eisen van artikel 4, de redenen voor die afwijking en een presentatie van de geboden alternatieven;2° een beschrijving van het in artikel 6 bedoelde mechanisme en een link naar dat mechanisme;3° de procedure bedoeld in artikel 9, § 3 en een link naar deze procedure.

Art. 8.§ 1. De inhoud van websites en mobiele toepassingen die voldoen aan geharmoniseerde normen in de zin van artikel 2, punt 1, c), van verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/CEE en 93/15/CEE van de Raad en de Richtlijnen 94/9/CE, 94/25/CE, 95/16/CE, 97/23/CE, 98/34/CE, 2004/22/CE en 2007/23/CE, 2009/23/CE en 2009/105/CE van het Europees Parlement en de Raad en tot opheffing van Beschikking 87/95/CEE van de Raad en Beschikking nr. 1673/2006/CE van het Europees Parlement en de Raad, of delen daarvan, waarvan de referenties door de Europese Commissie overeenkomstig die verordening in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt, worden geacht te voldoen aan de in artikel 4 bedoelde eisen die door die normen of delen daarvan worden bestreken. § 2. Wanneer geen referentie als bedoeld in lid 1 wordt gepubliceerd, wordt de inhoud van mobiele applicaties die voldoet aan de door de Europese Commissie overeenkomstig artikel 6, § 2, alinea 2, in Richtlijn 2016/2102 vastgestelde technische specificaties, of delen daarvan, geacht te voldoen aan de in artikel 4 bedoelde eisen die door die technische specificaties of delen daarvan worden bestreken.

Wanneer geen referentie bedoeld in lid 1 wordt gepubliceerd, en bij gebrek aan de in lid 1 bedoelde technische specificaties, wordt de inhoud van mobiele toepassingen die voldoen aan de relevante eisen van Europese norm EN 301 549 V1.1.2 (2015-04), of delen daarvan, geacht te voldoen aan de in artikel 4 bedoelde eisen die door die relevante eisen of delen daarvan worden bestreken. § 3. Wanneer geen referentie als bedoeld in lid 1 wordt gepubliceerd, wordt de inhoud van websites die voldoet aan de relevante vereisten van Europese norm EN 301 549 V1.1.2 (2015-04), of delen daarvan, geacht te voldoen aan de in artikel 4 bedoelde vereisten die door deze relevante vereisten of delen daarvan worden bestreken. HOOFDSTUK III. - Toezicht, opleiding en verslag

Art. 9.§ 1. De Regering wijst de instantie aan die belast is met het toezicht op de conformiteit van websites en mobiele applicaties van de overheidsinstanties met de artikelen 4, 5, 6 en 7 van dit decreet en stelt de controleprocedure vast in overeenstemming, wat de naleving van artikel 4 betreft, met de in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 2016/2102 bedoelde controlemethode. § 2. De Regering is belast met de ontwikkeling van een opleidings- en sensibiliseringsprogramma voor de beheerders van websites en mobiele applicaties en andere geïnteresseerde personen binnen de overheidsinstanties. Deze opleiding wordt minstens één keer per jaar georganiseerd. § 3. De Regering stelt de procedure vast volgens welke eenieder een klacht kan indienen tegen een overheidsinstantie die: 1° zonder een beroep te doen op een van de in artikel 5 genoemde redenen, niet aan de eisen van punt 4 voldoet;2° overeenkomstig artikel 5, afwijkt van artikel 4 van dit decreet;3° niet voldoet aan artikel 6 van dit decreet;4° niet voldoet aan artikel 7 van dit decreet.

Art. 10.De in artikel 9, § 1 bedoelde instantie dient jaarlijks bij de Regering een verslag in over de resultaten van de controles die zij organiseert en over de toepassing van de procedure om de naleving van de bepalingen van dit decreet te waarborgen.

Dit verslag is opgesteld in overeenstemming met de methode voor het toezicht op de conformiteit van websites en mobiele toepassingen met de toegankelijkheidseisen van de Europese Commissie.

Het bevat ook de volgende elementen: 1° een beschrijving van de mechanismen die de Franse Gemeenschap heeft ingesteld om de belanghebbende partijen te raadplegen over de toegankelijkheid van websites en mobiele applicaties;2° procedures om wijzigingen in het toegankelijkheidsbeleid voor websites en mobiele toepassingen openbaar te maken;3° de ervaringen en conclusies die zijn opgedaan bij de toepassing van de regels inzake de naleving van de toegankelijkheidsvereisten van artikel 4;4° statistieken en informatie met betrekking tot opleiding en bewustmakingsactiviteiten. De instantie neemt in haar volgende verslagen informatie op over belangrijke wijzigingen in de in lid 3 bedoelde elementen. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 11.De overheidsinstanties brengen in overeenstemming met dit decreet ten laatste op: a) 23 september 2019, hun websites die na 22 september 2018 zijn opgericht;b) 23 september 2020, hun websites die vóór 23 september 2018 zijn opgericht;c) 23 juni 2021, hun mobiele toepassingen.

Art. 12.Dit decreet treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 3 mei 2019.

De Minister-President, belast met Gelijke kansen en Vrouwenrechten, R. DEMOTTE De Vice-Presidente en Minister van Cultuur en Kind, A. GREOLI De Vice-President, Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor sociale promotie, Onderzoek en Media, J.-Cl. MARCOURT De Minister van Jeugd, Hulpverlening aan de Jeugd, Justitiehuizen, Sport en Promotie van Brussel, belast met het toezicht op de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, R. MADRANE De Minister van Onderwijs, M.-M. SCHYNS Minister van Begroting, Ambtenarenzaken en Administratieve Vereenvoudiging, A. FLAHAUT _______ Nota Zitting 2018-2019 Stukken van het Parlement. Ontwerp van decreet, nr. 818-1 - Commissieverslag nr. 818-2. - Tekst aangenomen tijdens de plenaire vergadering nr. 818-3 Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 2 mei 2019.

^