gepubliceerd op 09 november 2022
Decreet tot instemming met de overeenkomst tussen het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië en de Vlaamse Gemeenschap inzake audiovisuele coproductie, ondertekend te Amman op 5 juli 2021. - Addendum
3 JUNI 2022. - Decreet tot instemming met de overeenkomst tussen het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië en de Vlaamse Gemeenschap inzake audiovisuele coproductie, ondertekend te Amman op 5 juli 2021. - Addendum (1)
Bij diplomatieke nota's van 20 juli 2022 en 14 september 2022 stelden de Vlaamse Gemeenschap en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië elkaar op de hoogte van het beëindigen van de interne constitutioneel voorziene procedures die vereist zijn voor de inwerkingtreding van de overeenkomst tussen het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië en de Vlaamse Gemeenschap inzake audiovisuele coproductie, ondertekend te Amman op 5 juli 2021.
Overeenkomstig zijn artikel 7 treedt de overeenkomst in werking op 8 september 2022. _______ Nota (1) Belgisch Staatsblad 8 juli 2022 (blz.55089).
Bijlage. Overeenkomst tussen de Regering van het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië en de Regering van de Vlaamse Gemeenschap inzake audiovisuele coproductie De Regering van het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië en de Regering van de Vlaamse Gemeenschap, hierna "de partijen", Gelet op de Belgische Grondwet, die de Gemeenschappen exclusieve bevoegdheid verstrekt in de materies die hen betreffen, met inbegrip van de bevoegdheid om verdragen en samenwerkingsovereenkomsten te sluiten;
Gelet op de UNESCO-conventie betreffende de bescherming en de bevordering van de diversiteit van Cultuuruitingen (Parijs, 20 oktober 2005), die culturele diversiteit erkent als een bepalend kenmerk van de mensheid en ernaar streeft de creatie, de productie, de verspreiding, de distributie en het plezier van cultuuruitingen te versterken, en die de partijen hebben geratificeerd;
Overwegende dat kwaliteitsvolle audiovisuele coproducties bijdragen tot de vitaliteit van de respectieve audiovisuele industrieën van beide regio's en tot de ontwikkeling van hun economische en culturele uitwisselingen;
Overwegende dat culturele diversiteit wordt verrijkt door de interactie en uitwisseling tussen culturen en versterkt door het vrije verkeer van ideeën;
Overwegende dat het wenselijk wordt geacht om een kader te scheppen voor hun audiovisuele relaties en in het bijzonder hun coproducties;
Ervan overtuigd dat deze samenwerking zal bijdragen tot het smeden van nauwere banden tussen beide partijen;
Zijn als volgt overeengekomen: HOOFDSTUK I: ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1.Toepassingsgebied van de overeenkomst § 1. Deze overeenkomst regelt de betrekkingen tussen de partijen op het gebied van audiovisuele coproducties die hun oorsprong vinden op het grondgebied van het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië of van dat van de Vlaamse Gemeenschap, bestaande uit de volgende taalgebieden van België: het Nederlandse taalgebied en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. § 2. Deze overeenkomst is van toepassing op audiovisuele coproducties waarbij ten minste één op het grondgebied van elk van de partijen gevestigde productiemaatschappij of producent betrokken is.
Artikel 2.Bevoegde en administratieve overheden § 1. De bevoegde overheden zijn (i) voor de Vlaamse Gemeenschap: het Departement Cultuur, Jeugd en Media (ii) voor het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië: het Ministerie van Cultuur § 2.De administratieve overheden zijn (i) voor de Vlaamse Gemeenschap: het Vlaams Audiovisueel Fonds (ii) voor het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië: The Royal Film Commission - Jordan (RFC) § 3.Indien een partij een andere overheid als administratieve of bevoegde overheid wenst aan te wijzen, stelt zij de andere partij daarvan vooraf langs diplomatieke weg schriftelijk in kennis.
Artikel 3.Definities § 1. Onder "administratieve overheden" wordt verstaan de in artikel 2, lid 2, aangewezen overheden die de audiovisuele coproducties voor de partijen goedkeuren en die de onderhavige coproductieovereenkomst beheren. § 2. Onder "audiovisueel werk" wordt verstaan een film-, televisie- of videoproductie van eender welke duur of genre (fictie, animatie, documentaire), op eender welke drager, die in overeenstemming is met de wettelijke en reglementaire bepalingen die respectievelijk van toepassing zijn in het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië en in de Vlaamse Gemeenschap. § 3. Onder "bevoegde overheid" wordt verstaan de in artikel 2, lid 1, aangewezen overheden die met de uitvoering van de onderhavige coproductieovereenkomst belast zijn. § 4. Onder "audiovisuele coproductie" wordt verstaan een audiovisueel werk geproduceerd door een of meer Jordaanse producenten in samenwerking met een of meer Vlaamse producenten, dat als officiële coproductie erkend werd door de respectieve administratieve overheden. § 5. Onder "coproducent" wordt verstaan een productiemaatschappij of producent, gevestigd in het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië of in de Vlaamse Gemeenschap (bestaande uit de volgende taalgebieden van België: het Nederlandse taalgebied en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad), die de productie van een audiovisuele coproductie beheert en die gebonden is door een coproductieovereenkomst. In het geval van coproducties met derde partijen in de zin van artikel 10 kan de coproducent een in een derde land gevestigde productiemaatschappij of producent zijn. § 6. Onder "derde partij" wordt verstaan een staat waaraan minstens een van de partijen verbonden is door een coproductieovereenkomst of memorandum van overeenstemming en waarvan een producent betrokken is bij het werk. HOOFDSTUK II: REGELS DIE OP COPRODUCTIES VAN TOEPASSING ZIJN
Artikel 4.Erkenning als nationaal audiovisueel werk en het recht op voordelen § 1. De audiovisuele coproducties die onder het toepassingsgebied van deze overeenkomst vallen, worden beschouwd als nationale audiovisuele werken, overeenkomstig de in het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië en de Vlaamse Gemeenschap geldende wet- en regelgeving. Audiovisuele coproducties die onder het toepassingsgebied van deze overeenkomst vallen, komen in aanmerking voor de voordelen die op grond van de in het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië en de Vlaamse Gemeenschap geldende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen aan nationale producties worden of kunnen worden toegekend. § 2. De voordelen worden uitsluitend aan de coproducent toegekend door de partij waarin de coproducent is gevestigd, onder de voorwaarden en binnen de grenzen van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die in het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië en in de Vlaamse Gemeenschap van kracht zijn, en overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst. § 3. De bevoegde overheid van de Vlaamse Gemeenschap en de administratieve overheid van het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië delen de andere partij een lijst van steunmaatregelen mee die in het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië en in de Vlaamse Gemeenschap van toepassing zijn, met inbegrip van de richtlijnen, voorwaarden en verplichtingen. Wanneer deze steunmaatregelen worden gewijzigd, stelt de bevoegde overheid van de betrokken partij de bevoegde overheid van de andere partij daarvan in kennis.
Artikel 5.Voorlopige en definitieve goedkeuring § 1. Elke audiovisuele coproductie is onderworpen aan een voorlopige en definitieve goedkeuring door de administratieve overheden in overeenstemming met de procedures vervat in bijlage I. Deze bijlage vormt een integraal onderdeel van deze overeenkomst. § 2. Een audiovisuele coproductie moet worden gemaakt volgens de voorwaarden van de voorlopige goedkeuring die door de administratieve overheden wordt verleend. § 3. De administratieve overheden gebruiken deze overeenkomst en de bijlage als basis voor de beoordeling van de voorlopige en definitieve goedkeuring. De administratieve overheden overleggen met elkaar om te bepalen of een project in overeenstemming is met de bepalingen van deze overeenkomst en de bijlage. § 4. Indien de administratieve overheden het niet eens kunnen worden over de goedkeuring van het audiovisuele werk, kan het audiovisuele werk niet goedgekeurd worden in het kader van deze overeenkomst. § 5. Wat de Vlaamse Gemeenschap betreft, heeft een audiovisuele coproductie de voorlopige en definitieve goedkeuringsprocedures voltooid, van zodra de administratieve overheid van de Vlaamse Gemeenschap de Vlaamse coproducent hiervan schriftelijk op de hoogte heeft gebracht. § 6. Wat het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië betreft, heeft een audiovisuele coproductie de voorlopige en definitieve goedkeuringsprocedures voltooid, van zodra de administratieve overheid van het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië de Jordaanse coproducent hiervan schriftelijk op de hoogte heeft gebracht.
Artikel 6.Voorwaarden voor het verkrijgen van de coproductiestatus § 1. Geen van de coproducenten zal verbonden zijn door gemeenschappelijk beheer, eigendom of controle, anders dan strikt noodzakelijk voor het maken van de audiovisuele coproductie. § 2. Aan audiovisuele werken van duidelijk pornografische aard of projecten die aanzetten tot discriminatie, haat of geweld of waarin de menselijke waardigheid openlijk wordt aangetast, kan geen coproductiestatus worden verleend. § 3. De productieploeg van beide partijen respecteren de grondwet, de wet- en regelgeving, de etnische culturen, de religieuze overtuigingen en de lokale gebruiken van het land waar de opnames plaatsvinden. § 4. Audiovisuele coproducties worden gemaakt in het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië en in de Vlaamse Gemeenschap, bestaande uit de volgende taalgebieden van België: het Nederlandse taalgebied en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, en als er een derde coproducent is, op het grondgebied van die coproducent. Het merendeel van het werk zal doorgaans worden uitgevoerd in het land van de coproducent met de grootste financiële bijdrage. In uitzonderlijke omstandigheden, die door het draaiboek of andere cruciale elementen van de productie worden vereist, kunnen de administratieve overheden gezamenlijk toestemming geven om de opnames te maken in een ander land dan de landen van de deelnemende coproducenten.
Deze paragraaf is van toepassing met inachtneming van de mededeling van de Commissie betreffende staatssteun voor cinematografische en andere audiovisuele werken (2013/C 332/01), die op 15 november 2013 in het Publicatieblad van de Europese Unie is bekendgemaakt. § 5. 1° De minimale financiële bijdrage van de Vlaamse of Jordaanse producent aan een werk mag niet lager zijn dan tien procent van het totale budget van de productie. 2° In geval van een werk met meerdere partijen mag de minimale bijdrage van elk van de producenten niet lager zijn dan tien procent van het totale budget van de productie. § 6. Het aandeel in de ontvangsten moet in beginsel evenredig zijn met de totale bijdrage van elk van de coproducenten en moet door de administratieve overheden van beide partijen worden goedgekeurd. Dit aandeel is ofwel een aandeel in de ontvangsten ofwel een marktaandeel ofwel een combinatie van beide. § 7. De audiovisuele coproductie zal beschikbaar zijn in het Nederlands en het Arabisch (ondertitels of een nagesynchroniseerde versie).
Artikel 7.Technische en artistieke bijdrage § 1. Personen die deelnemen aan de audiovisuele coproductie of die een technische en creatieve bijdrage leveren aan de coproductie, moeten burgers of bewoners zijn van het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië of het Koninkrijk België, of van een lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte. § 2. De technische en creatieve bijdrage wordt door de coproducenten overeengekomen voordat de audiovisuele coproductie ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de administratieve overheden en is redelijkerwijze proportioneel tot de financiële bijdrage van elk van de coproducenten. Elke audiovisuele coproductie moet een reële technische en creatieve bijdrage van beide partijen hebben. In uitzonderlijke omstandigheden, die door het scenario of andere cruciale elementen van de productie worden vereist, kunnen de administratieve overheden gezamenlijk toestemming geven om personeel uit andere landen in dienst te nemen.
Artikel 8.Rechten van coproducenten op de audiovisuele coproductie Om in aanmerking te komen voor de bepalingen van deze overeenkomst moet het coproductiecontract aan elke coproducent de gezamenlijke eigendom van de materiële en immateriële eigendomsrechten van de film garanderen. Het contract moet de bepaling bevatten dat de filmmaster (de eerste voltooide versie) wordt bewaard op een door de coproducenten in onderling overleg overeengekomen plaats, waartoe zij vrije toegang hebben en dat al het materiaal auteursrechtelijk beschermd is.
Artikel 9.Filmfestivals Om in aanmerking te komen voor de bepalingen van deze overeenkomst heeft de meerderheidscoproducent het eerste voorrecht om de audiovisuele coproductie in te dienen bij filmfestivals. Indien beide coproducenten ermee instemmen, mag een van beide coproducenten de audiovisuele coproductie indienen bij internationale filmfestivals, mits de respectieve administratieve overheden 30 dagen voor het begin van het evenement van dit voornemen op de hoogte zijn gebracht.
Artikel 10.Coproducties met derde partijen Na gezamenlijke schriftelijke goedkeuring door de administratieve overheden kan een derde coproducent deelnemen aan een audiovisuele coproductie in het kader van deze overeenkomst.
Artikel 11.Algemeen evenwicht § 1. Er dient een algemeen evenwicht te worden gehandhaafd in de betrekkingen inzake coproducties tussen de partijen, zowel wat betreft het totaal geïnvesteerde bedrag, als wat betreft de artistieke en technische bijdrage aan audiovisuele coproducties. § 2. Een partij die na een redelijke periode vaststelt dat er sprake is van onevenwichtige betrekkingen op het gebied van coproducties, kan weigeren haar goedkeuring te verlenen aan een volgende audiovisuele coproductie totdat het evenwicht in de betrekkingen inzake coproducties is hersteld. § 3. Elke partij verzamelt en deelt via haar administratieve overheid de informatie over de algemene prestaties van een werk dat in aanmerking komt voor de toepassing van deze overeenkomst.
Artikel 12.Toegang en verblijf van personeel Met inachtneming van de geldende wet- en regelgeving die van toepassing zijn in respectievelijk de Vlaamse Gemeenschap en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië en de constitutionele bevoegdheidsverdelingen, faciliteren de partijen voor zover zij dat kunnen: - de tijdelijke toegang en het verblijf van het creatieve en technische personeel, door de producent van de partijen aangeworven voor de audiovisuele coproductie, en - de tijdelijke invoer en heruitvoer van materiaal, nodig voor de productie en distributie van audiovisuele werken die onder het toepassingsgebied van deze overeenkomst vallen.
Artikel 13.Generieken § 1. Elke audiovisuele coproductie bevat een generiek die aangeeft dat het audiovisuele werk een "Jordaanse - Vlaamse coproductie" of een "Vlaamse - Jordaanse coproductie" is. § 2. De respectieve regeringen van de coproducenten moeten duidelijk worden vermeld in de generieken, in alle publiciteits- en promotiemateriaal en bij het vertonen van de audiovisuele coproducties.
Artikel 14.Internationale verplichtingen De bepalingen van deze overeenkomst doen geen afbreuk aan andere internationale verplichtingen van de partijen, met inbegrip van de verplichtingen van de Vlaamse Gemeenschap en het Koninkrijk België, die voortvloeien uit de wetten van de Europese Unie. HOOFDSTUK III: SLOTBEPALINGEN
Artikel 15.Wijziging en herziening De partijen kunnen deze overeenkomst wijzigen door wederzijdse schriftelijke toestemming langs de diplomatieke kanalen. Een dergelijke wijziging treedt in werking overeenkomstig de bepalingen en voorwaarden in artikel 17.
Artikel 16.Geschillenbeslechting Elk geschil, elke onenigheid of elke vordering tussen de partijen die voortvloeit uit of verband houdt met de interpretatie of de toepassing van deze overeenkomst, wordt in der minne en door rechtstreekse onderhandelingen geregeld.
Artikel 17.Inwerkingtreding Onderhavige overeenkomst treedt in werking van zodra de partijen elkaar wederzijds via diplomatieke weg in kennis hebben gesteld van de volbrenging van de interne procedures, nodig voor de inwerkingtreding van onderhavige overeenkomst. Deze overeenkomst wordt van kracht dertig dagen na de datum van ontvangst van de laatste kennisgeving.
Artikel 18.Communicatie Alle kennisgevingen of mededelingen tussen de partijen in verband met de voorschriften van deze overeenkomst of de uitvoering daarvan moeten in de Engelse taal zijn en moeten worden gericht aan de in artikel 2 bedoelde bevoegde en administratieve overheden.
Artikel 19.Duur en beëindiging § 1. Onderhavige overeenkomst blijft van kracht voor een periode van vijf jaar. § 2. Indien geen van de partijen zes maanden voor de vervaldatum een schriftelijke kennisgeving doet, wordt onderhavige overeenkomst automatisch met een nieuwe periode van vijf jaar verlengd en wordt zij daarna automatisch met gelijkwaardige perioden verlengd. § 3. Een audiovisuele coproductie die gemaakt is met goedkeuring van de administratieve overheden in het kader van deze overeenkomst, maar die na de beëindiging van deze overeenkomst wordt voltooid, wordt behandeld als een audiovisuele coproductie en de coproducent ervan heeft recht op alle voordelen van deze overeenkomst Ondertekend in twee exemplaren te Amman, op 5 juli 2021, in de Engelse, Nederlandse en Arabische taal, waarbij elke versie gelijkelijk authentiek is. Bij interpretatieverschillen tussen de taalversies, heeft de Engelse versie voorrang.
VOOR DE VLAAMSE REGERING VOOR DE REGERING VAN HET HASJEMITISCH KONINKRIJK JORDANIE
BIJLAGE I - PROCEDURE VOOR DE AANVRAAG VAN EEN CERTIFICAAT
Artikel 1.Voorlopige goedkeuring § 1. Om in aanmerking te komen voor de bepalingen van deze overeenkomst moeten de coproducenten gelijktijdig en ten minste 30 dagen voor aanvang van de belangrijkste beeldopnames of de belangrijkste animatiewerkzaamheden een aanvraag indienen voor de voorlopige goedkeuring van de coproductiestatus. § 2. De Jordaanse coproducent is verantwoordelijk voor het aanvragen van de coproductiestatus in Jordanië en doet al het nodige om ervoor te zorgen dat de audiovisuele coproductie voldoet aan de vereisten van het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië voor het verkrijgen van de coproductiestatus. De coproducent die tot de Vlaamse Gemeenschap behoort, is verantwoordelijk voor het aanvragen van de coproductiestatus in de Vlaamse Gemeenschap en doet al het nodige om ervoor te zorgen dat de audiovisuele coproductie voldoet aan de vereisten van de administratieve overheid voor het verkrijgen van de coproductiestatus. § 3. De documentatie die ter verantwoording van een aanvraag wordt ingediend, bestaat uit de volgende onderdelen, die beschikbaar zijn in een taal, zoals gevraagd door de respectieve administratieve overheden: -het definitieve scenario; - de synopsis; - een document dat bewijst dat het auteursrecht voor de productie wettelijk is verworven; - een kopie van de door beide partijen ondertekende coproductieovereenkomst; - een lijst met de namen van het creatieve en technische personeel met vermelding van hun nationaliteiten en functies, en in het geval van acteurs, de rollen die zij moeten spelen; - een gedetailleerde begroting, met inbegrip van een voorlopig financieringsplan en een overzicht van de uitgaven in het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië, het Koninkrijk België, de Vlaamse Gemeenschap en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad; - de voorlopige productieplanning. § 4. De administratieve overheid kan elk ander document en aanvullende informatie opvragen, welke ze nodig acht. § 5. Wijzigingen kunnen in het oorspronkelijke contract worden aangebracht, mits zij door de administratieve overheden van beide landen ter goedkeuring worden voorgelegd.
Artikel 2.Definitieve goedkeuring § 1. Om in aanmerking te komen voor de bepalingen van deze overeenkomst moeten de coproducenten na de voltooiing van de audiovisuele productie gelijktijdig een aanvraag indienen voor de definitieve goedkeuring van de coproductiestatus. § 2. De Jordaanse coproducent is verantwoordelijk voor het aanvragen van de coproductiestatus in Jordanië en doet al het nodige om ervoor te zorgen dat de audiovisuele coproductie voldoet aan de vereisten van het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië voor het verkrijgen van de coproductiestatus. De coproducent die tot de Vlaamse Gemeenschap behoort, is verantwoordelijk voor het aanvragen van de coproductiestatus in de Vlaamse Gemeenschap en doet al het nodige om ervoor te zorgen dat de audiovisuele coproductie voldoet aan de vereisten van de administratieve overheid voor het verkrijgen van de coproductiestatus. § 3. De documentatie die ter verantwoording van een aanvraag wordt ingediend, bestaat uit de volgende onderdelen, die beschikbaar zijn in een taal, zoals gevraagd door de respectieve administratieve overheden: - de volledige titel; - het definitieve scenario; - een definitieve lijst van de creatieve en technische bijdragen van elke coproducent, met vermelding van de nationaliteiten en functies, en in het geval van acteurs, de rol die zij hebben gespeeld; - de definitieve kostenstaat en het definitieve financieringsplan, met specificaties van de uitgaven in respectievelijk het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, het Koninkrijk België, de Vlaamse Gemeenschap en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad; - de coproductieovereenkomst, gesloten tussen de coproducenten; - de gerealiseerde productieplanning. § 4. De administratieve overheid kan elk ander document en noodzakelijk geachte aanvullende informatie opvragen.
BIJLAGE II - LIJST VAN LANDEN WAARMEE DE VLAAMSE GEMEENSCHAP OF HET KONINKRIJK BELGIE EEN COPRODUCTIEAKKOORD OF EEN MEMORANDUM VAN OVEREENSTEMMING HEEFT GESLOTEN - Israël (8 oktober 1971) - Tunesië (11 oktober 1976) - Europees Verdrag inzake cinematografische coproductie (1992) - Canada (12 maart 2018) - Frankrijk (23 mei 2019)
BIJLAGE III - LIJST VAN LANDEN WAARMEE HET HASJEMITISCH KONINKRIJK JORDANIE EEN COPRODUCTIEAKKOORD HEEFT GESLOTEN - Canada (31 oktober 2016)
BIJLAGE IV - LIJST MET VOORDELEN Vlaamse Gemeenschap - Selectieve culturele steun voor scenario, ontwikkeling en productie - Selectieve economische steun voor productie - Fiscale stimulans voor private bedrijven die investeren in een audiovisuele productie Het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië - Belastingvrijstelling en cash rebate (contante korting); volgens de geldende regelgeving die van kracht is en waaronder de coproductie valt