2 MEI 2019. - Decreet tot wijziging van het decreet van 30 maart 1995 betreffende de openbaarheid van bestuur en het Wetboek van de Plaatselijke Democratie en de Decentralisatie met het oog op het toewijzen van een sterkere rol aan de Commissie voor de toegang tot de bestuursdocumenten (Franse afkorting "CADA") van het Waalse Gewest (1)

Het Waals Parlement heeft aangenomen en Wij, Waalse Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Artikel 2 van het decreet van 30 maart 1995 betreffende de openbaarheid van bestuur wordt vervangen door hetgeen volgt : "

Art. 2.§ 1. Dit decreet is niet van toepassing op leefmilieu-informatie zoals omschreven in artikel D.6, 11°, van Boek 1 van het Milieuwetboek.

De beroepscommissie bedoeld in artikel D.20.3, § 1, van Boek 1 van het Milieuwetboek is belast met de toepassing van dit decreet voor de bestuursdocumenten in de beroepen die zij moet behandelen ten titel van de procedure voor de rechtzetting en de beroepen als bedoeld in Afdeling 3, Hoofdstuk II, Titel I, van Deel III van hetzelfde Wetboek.

§ 2. Deze titel doet geen afbreuk aan de decreetsbepalingen die in een ruimere openbaarheid van bestuur voorzien.".

Art. 2.In het decreet van 30 maart 1995 betreffende openbaarheid van bestuur wordt na artikel 7 een hoofdstuk IV ingevoerd, met als opschrift "Hoofdstuk IV - Beroepen".

Art. 3.Artikel 1, lid 1, 1°, van het decreet van 30 maart 1995 betreffende de openbaarheid van bestuur wordt gewijzigd als volgt : "1° op de gewestelijke administratieve overheden; op de andere administratieve overheden dan de gewestelijke, maar dan enkel voor zover het decreet, om redenen vallend onder de gewestelijke bevoegdheden, de openbaarheid van de bestuursdocumenten verbiedt of beperkt; op de instellingen bedoeld bij artikel 3 van het decreet van 12 februari 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/02/2004 pub. 23/03/2004 numac 2004200762 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de overheidsbestuurder voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet type decreet prom. 12/02/2004 pub. 22/03/2004 numac 2004200763 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de overheidsbestuurder type decreet prom. 12/02/2004 pub. 23/03/2004 numac 2004200759 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de regeringscommissaris voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet sluiten betreffende statuut van de overheidsbestuurder; op de instellingen bedoeld bij artikel 3 van het decreet van 12 februari 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/02/2004 pub. 23/03/2004 numac 2004200762 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de overheidsbestuurder voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet type decreet prom. 12/02/2004 pub. 22/03/2004 numac 2004200763 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de overheidsbestuurder type decreet prom. 12/02/2004 pub. 23/03/2004 numac 2004200759 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de regeringscommissaris voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet sluiten betreffende het statuut van de overheidsbestuurder voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet; hierna, de entiteiten;".

Art. 4.Artikel 1, lid 1, 2°, van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 5.In Hoofdstuk IV, ingevoegd bij artikel 2, wordt artikel 8 vervangen door hetgeen volgt : "

Art. 8.§ 1. Er wordt een commissie voor de toegang tot de bestuursdocumenten opgericht, hierna "de Commissie" genoemd".

De Commissie behandelt de beroepen, ingediend tegen de, zelfs impliciete, beslissingen tot verwerping, door de bevoegde entiteit waarbij een aanvraag tot inzage, overlegging of rechtzetting van een bestuursdocument wordt ingediend, overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van dit decreet. § 2. De Commissie kan eveneens door een entiteit geraadpleegd worden. § 3. De Commissie kan op eigen initiatief adviezen uitbrengen over de algemene toepassing van het decreet. Zij kan het Parlement voorstellen voorleggen voor de toepassing en eventuele herziening ervan. § 4. De Commissie bestaat uit een voorzitter en vijf leden, onder wie een ondervoorzitter, die door de Regering aangewezen worden. § 5. Elk mandaat geldt 5 jaar vanaf de datum van het aanwijzingsbesluit en is twee keer hernieuwbaar. § 6. De voorzitter is een magistraat of eremagistraat van de Franstalige rol. Een lid is magistraat of eremagistraat van de Franstalige rol.

Twee leden zijn houders van een diploma van het universitair onderwijs en bezitten kennis inzake administratief recht. Onder hen wordt de ondervoorzitter aangewezen.

Onder de ambtenaren van het Gewest of van de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan afhangen, van minstens rang A3, worden twee leden benoemd. Zij beschikken over een raadgevende stem.

Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter, diens plaatsvervanger bij verhindering of afwezigheid van de voorzitter, doorslaggevend. § 7. Er wordt voor elk der leden een plaatsvervanger benoemd, onder dezelfde voorwaarden als de gewone leden. § 8. Bij afwezigheid of verhindering van een lid wordt genoemd lid vervangen door zijn plaatsvervanger. Als een lid ontslagnemend is of om enige reden ophoudt, deel uit te maken van de Commissie, voltooit diens plaatsvervanger het mandaat van zijn voorganger.

Bij afwezigheid of verhindering van de voorzitter of in afwachting van diens vervanging worden zijn opdrachten vervuld door zijn plaatsvervanger.

Bij afwezigheid of verhindering van de voorzitter en diens plaatsvervanger of in afwachting van hun vervanging worden zijn opdrachten vervuld door de ondervoorzitter.

Bij afwezigheid of verhindering van de voorzitter, diens plaatsvervanger en de ondervoorzitter of in afwachting van hun vervanging worden de opdrachten vervuld door de plaatsvervanger van de ondervoorzitter. § 9. De Regering bepaalt de nadere werkingsregels van de Commissie, met inbegrip van de vergoeding van haar leden, en de samenstelling en de werking van het secretariaat ervan. § 10. De Commissie, ingesteld voor de inwerkingtreding van dit decreet, blijft geldig samengesteld tot de hernieuwing ervan. Zij oefent de opdrachten omschreven bij dit decreet uit.".

Art. 6.In hetzelfde hoofdstuk wordt een artikel 8bis ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 8bis.Het beroep voor de Commissie kan worden ingediend door iedere aanvrager die niet voldoening gekregen heeft van de bevoegde entiteit, bij verzoekschrift gericht aan het secretariaat van de Commissie via aangetekend schrijven of ieder ander middel waarmee een vaste datum wordt verleend aan de zending en de uitreiking ervan binnen een termijn van dertig dagen, welke al naar gelang ingaat: - daags na de ontvangst van de beslissing tot afwijzing; - daags na verstrijken van de termijn bedoeld in artikel 6, § 5, of in artikel 7, lid 2.

In het verzoekschrift staan de identiteit en de woonst van de verzoeker vermeld, evenals de identiteit en de zetel van de entiteit die de beslissing tot afwijzing heeft genomen, het exact omschreven voorwerp van de aanvraag en de beroepsmiddelen. De verzoeker voegt daar eveneens de omstreden beslissing tot afwijzing bij of, bij een impliciete beslissing tot afwijzingen, de documenten waaruit de aanvraag blijkt die hij bij de entiteit heeft ingediend.

Het secretariaat van de Commissie richt onverwijld, en bij aangetekend schrijven of bij ieder ander middel waarmee een vaste datum wordt verleend aan de zending en aan de uitreiking van de zending, een afschrift van het beroep dat bij haar is ingediend aan de betrokken entiteit.".

Art. 7.In hetzelfde hoofdstuk wordt een artikel 8ter ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 8ter.De betrokken entiteit maakt een afschrift van het document dat het voorwerp uitmaakt van de aanvraag van de verzoeker, binnen de vijftien dagen van de aanvraag, evenals ieder ander rechtelijk of feitelijk element, stuk of gegeven dat haar beslissing tot afwijzing heeft gemotiveerd, aan de secretaris van de Commissie over. Daar voegt zij in voorkomend geval een opmerkingennota bij. De Commissie richt, middels de inachtneming van de uitzonderingen bepaald in artikel 6 van dit decreet, bij aangetekend schrijven of bij ieder ander middel dat een vaste datum verleent aan de zending en aan de uitreiking van die zending, een afschrift van die opmerkingennota aan de verzoeker.

Als de betrokken entiteit geen afschrift overmaakt van het document of van ieder ander element, document of gegeven dat haar beslissing tot afwijzing staaft, gaat de Commissie van ambtswege in op het beroep en beslist, middels de inachtneming van de uitzonderingen bepaald in artikel 6 van dit decreet, tot de overlegging van het aangevraagde document. De betrokken entiteit voert de beslissing van de Commissie binnen de door laatstgenoemde opgelegde termijn uit. Die termijn bedraagt minstens vijftien en hoogstens zestig dagen.".

Art. 8.In hetzelfde hoofdstuk wordt een artikel 8quater ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 8quater.§ 1. De verzoeker of diens raadsman, evenals de bevoegde entiteit of haar gemachtigde, worden, op hun verzoek, door de Commissie gehoord.

Wanneer een partij verzoekt gehoord te worden, worden de andere partijen verzocht te verschijnen. § 2. De Commissie kan alle betrokken partijen horen, evenals in voorkomend geval de deskundigen en personeelsleden van de betrokken entiteit, om bijkomende informatie te vragen. In de hoorzitting wordt het beginsel van tegensprekelijk debat in acht genomen.".

Art. 9.In hetzelfde hoofdstuk wordt een artikel 8quinquies ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 8quinquies.§ 1. De Commissie spreekt zich achter gesloten deuren over het beroep uit en brengt haar beslissing ter kennis van de verzoeker en van de betrokken entiteit, bij aangetekend schrijven of ieder ander middel waarmee een vaste datum wordt verleend aan de zending en aan de uitreiking van die zending, binnen een termijn van vijfenveertig dagen te rekenen van de ontvangst van het afschrift van het bestuursdocument dat het voorwerp uitmaakt van de aanvraag. Zij kan deze termijn evenwel met maximum vijftien dagen verlengen. In geval van een hoorzitting wordt de termijn van ambtswege met vijftien dagen verlengd. Hij wordt van 16 juli tot en met 15 augustus geschorst. § 2. Als de Commissie op het beroep ingaat, voert de betrokken entiteit deze beslissing uit binnen de termijn die de Commissie in haar beslissing vermeldt. Die termijn bedraagt minstens vijftien en hoogstens zestig dagen. De Regering legt de straffen vast voor de niet-inachtneming van lid 1.".

Art. 10.In hetzelfde hoofdstuk wordt een artikel 8sexies ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 8sexies.De Commissie is onafhankelijk en onpartijdig in het uitvoeren van haar opdracht. Tijdens de behandeling van de beroepen, kan zij geen enkele onderrichting krijgen. Haar leden kunnen niet beoordeeld of aan een tuchtprocedure onderworpen worden wegens motieven vervat in de beslissingen die zij aangenomen hebben in het kader van de hen bij dit decreet of de uitvoeringsbesluiten ervan toegewezen taken.".

Art. 11.In hetzelfde decreet wordt, na artikel 8sexies, een hoofdstuk V ingevoegd, met als opschrift "Hoofdstuk V - Verscheidene bepalingen".

Art. 12.In hoofdstuk V, ingevoegd bij artikel 11, wordt een artikel 8septies ingevoegd, luidend als volgt : "

Art. 8septies.De Commissie maakt op een website minstens volgende informatie bekend : 1° begrijpelijke informatie over actieve en passieve openbaarheid van bestuursdocumenten;2° een gebruiksaanwijzing over de wijze waarop bestuursdocumenten worden aangevraagd, de elementen die in de aanvraag vervat moeten zijn, aan welke entiteit de aanvraag gericht kan worden;3° informatie in verband met de indiening van een beroep bij afwijzing of uitblijven van een antwoord op een aanvraag tot het krijgen van bestuursdocumenten; 4° haar, vooraf anoniem gemaakte, beslissingen over de beroepen.".

Art. 13.In hetzelfde hoofdstuk wordt een artikel 8octies ingevoegd, luidend als volgt: "

Art. 8octies.Jaarlijks en uiterlijk 30 juni maakt de Commissie een verslag over de in de loop van het voorgaande jaar ingediende beroepen en over de algemene toepassing van de bepalingen inzake openbaarheid van bestuur aan het Waals Parlement over.

De Commissie maakt een afschrift van haar verslag aan de Regering over.".

Art. 14.In het decreet van 30 maart 1995 betreffende openbaarheid van bestuur worden, in artikel 1, lid 2, 2°, de woorden "administratieve overheid" vervangen door het woord "entiteit".

In het decreet van 30 maart 1995 betreffende openbaarheid van bestuur worden, in artikel 3, de woorden "gewestelijke administratieve overheden" vervangen door het woord "entiteiten".

In het decreet van 30 maart 1995 betreffende openbaarheid van bestuur worden, in onderstaande artikelen, de woorden "gewestelijke administratieve overheid" vervangen door het woord "entiteit": - artikel 3; - artikel 4; - artikel 5; - artikel 6, §§ 3 en 5; - artikel 7; - artikel 9.

In het decreet van 30 maart 1995 betreffende openbaarheid van bestuur worden, in artikel 6, §§ 1 en 2, de woorden "gewestelijke of niet-gewestelijke administratieve overheid" vervangen door het woord "entiteit of de niet-gewestelijke administratieve overheid".

In het decreet van 30 maart 1995 betreffende openbaarheid van bestuur wordt, in onderstaande artikelen, het woord "overheid" vervangen door het woord "entiteit" : - artikel 5, lid 2; - artikel 6, § 3, lid 1, 2°; - artikel 7, leden 1 en 3; - artikel 9, lid 3.

Art. 15.In het enig hoofdstuk van Titel VI "Openbaarheid van bestuur", bevattende de artikelen L1561-1 tot L1561-13, van Boek 5 van Deel I van het Wetboek van de Plaatselijke Democratie en de Decentralisatie worden de woorden "de intercommunale" telkenmale gevolgd door de woorden "of de maatschappij met een significante lokale overheidsparticipatie" in de zin van artikel L5111-1, lid 1, 10°, van het Wetboek".

Art. 16.Artikel L1561-8 van het Wetboek van de Plaatselijke Democratie en de Decentralisatie wordt vervangen als volgt : "Art. L1561-8. § 1. Als de betrokken intercommunale of maatschappij met een significante overheidsparticipatie in de zin van artikel L5111-1, lid 1, 10°, van het Wetboek een aanvraag tot inzage, overmaking of rechtzetting zelfs impliciet verwerpt, kan de aanvrager een beroep tegen deze beslissing indienen bij de Commissie voor de toegang tot de bestuursdocumenten bedoeld in artikel 8 van het decreet van 30 maart 1995 betreffende de openbaarheid van bestuur.

Het beroep wordt uitgeoefend en behandeld volgens de bepalingen en met de termijnen bedoeld in bovenvermeld decreet. § 2. De Commissie kan op eigen initiatief adviezen uitbrengen over de algemene toepassing van deze titel. Zij kan de wetgevende macht voorstellen voorleggen voor de toepassing en eventuele herziening ervan.".

Art. 17.In artikel L3211-3, lid 1, van het Wetboek van de Plaatselijke Democratie en de Decentralisatie worden de woorden ", op de gemeentelijke vzw's, de provinciale vzw's, de autonome gemeentebedrijven, de autonome provinciebedrijven, de verenigingen van overheden bedoeld in artikel 118 van de organieke wet op de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, op de projectverenigingen, op de openbare huisvestingsmaatschappijen, hierna de entiteiten." ingevoegd na de woorden "op de provinciale en gemeentelijke administratieve overheden".

Art. 18.Artikel L3231-5 van het Wetboek van de Plaatselijke Democratie en de Decentralisatie wordt vervangen als volgt : "Art. L3231-5. § 1. Als de entiteit zelfs impliciet een aanvraag tot inzage, overmaking of rechtzetting verwerpt, kan de aanvrager een beroep tegen deze beslissing indienen voor de Commissie voor de toegang tot de bestuursdocumenten bedoeld in artikel 8 van het decreet van 30 maart 1995 betreffende de openbaarheid van bestuur.

Het beroep wordt uitgeoefend en behandeld volgens de bepalingen en met de termijnen bedoeld in bovenvermeld decreet. § 2. Deze Commissie kan op eigen initiatief adviezen uitbrengen over de algemene toepassing van deze titel. Zij kan de wetgevende macht voorstellen voorleggen voor de toepassing en eventuele herziening ervan.".

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Namen, 2 mei 2019.

De Minister-President, W. BORSUS De Minister van Sociale Actie, Gelijke Kansen, Ambtenarenzaken en Administratieve Vereenvoudiging, A. GREOLI De Minister van Economie, Industrie, Onderzoek, Innovatie, Digitale Technologieën, Tewerkstelling en Vorming, P.-Y. JEHOLET De Minister van Leefmilieu, Ecologische Overgang, Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken, Mobiliteit, Vervoer, Dierenwelzijn en Industriezones, C. DI ANTONIO De Minister van Begroting, Financiën, Energie, Klimaat en Luchthavens, J.-L. CRUCKE De Minister van Landbouw, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden, Toerisme, Erfgoed en afgevaardigd bij de Grote Regio, R. COLLIN De Minister van de Plaatselijke Besturen, Huisvesting en Sportinfrastucturen, V. DE BUE (1) Zitting 2018-2019. Stukken van het Waals Parlement 1075 (2018-2019) Nrs. 1 tot 17.

Volledig verslag, plenaire zitting van 30 april 2019.

Bespreking.

Stemming.