Etaamb.openjustice.be
Decreet van 02 juni 2006
gepubliceerd op 30 juni 2006

Decreet tot wijziging van het provinciedecreet van 9 december 2005

bron
vlaamse overheid
numac
2006035959
pub.
30/06/2006
prom.
02/06/2006
ELI
eli/decreet/2006/06/02/2006035959/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

2 JUNI 2006. - Decreet tot wijziging van het provinciedecreet van 9 december 2005 (1)


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Decreet tot wijziging van het provinciedecreet van 9 december 2005. HOOFDSTUK I. - Inleidende bepaling

Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid. HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van het provinciedecreet van 9 december 2005

Art. 2.In artikel 6, § 1, van het provinciedecreet van 9 december 2005 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « als vermeld in artikel 88 van het Kieswetboek » geschrapt;2° het derde lid wordt vervangen door wat volgt : « De lijst van de districten en de aanwijzing van de districthoofdplaats wordt vastgesteld in de tabel die als bijlage bij dit decreet is gevoegd.De verdeling van de raadsleden over de kiesdistricten wordt bij elke volledige vernieuwing van de provincieraden door de Vlaamse Regering voor elk kiesdistrict in overeenstemming gebracht met de bevolking op basis van de bevolkingscijfers, vastgesteld overeenkomstig artikel 5. »

Art. 3.Aan artikel 7, § 1, van hetzelfde decreet worden een derde en een vierde lid toegevoegd, die luiden als volgt : « Als bezwaar werd ingediend tegen de verkiezing en als die verkiezing vervolgens ongeldig werd verklaard en er een nieuwe verkiezing gehouden moet worden, worden de nieuw verkozen raadsleden door de uittredende voorzitter van de provincieraad bijeengeroepen op de installatievergadering binnen tien dagen na de dag waarop de uitslag van de nieuwe verkiezing definitief is. Als de nieuw verkozen raadsleden niet binnen tien dagen zijn bijeengeroepen door de uittredende voorzitter, gebeurt de bijeenroeping door een uittredend lid van de provincieraad dat opnieuw verkozen werd en dat de hoogste anciënniteit als provincieraadslid bezit of, bij gelijke anciënniteit, door de oudste van hen.

Als de installatie van de provincieraad ten gevolge van een wijziging van de zetelverdeling niet van rechtswege kan plaatsvinden overeenkomstig het eerste lid, worden de nieuw verkozen raadsleden bijeengeroepen overeenkomstig het tweede lid nadat de zetelverdeling definitief is. »

Art. 4.Aan artikel 8, § 1, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt de volgende zin toegevoegd : « Een verkozene die meer dan één akte van voordracht ondertekent, kan voor de duur van de zittingsperiode van de provincieraad niet worden benoemd of verkozen als gedeputeerde, voorzitter van de provincieraad of voorzitter van een commissie en kan de provincie niet vertegenwoordigen of namens de provincie een mandaat bekleden in provinciaal extern verzelfstandigde agentschappen of andere verenigingen, stichtingen of vennootschappen. Indien de betrokken verkozene reeds een dergelijk mandaat bekleedt, vervalt dit van rechtswege voor de duur van de zittingsperiode van de raad. »

Art. 5.Artikel 38 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 38.§ 1. Het provincieraadslid of de provincieraadsleden die op lijsten met dezelfde naam verkozen zijn, vormen één fractie. § 2. In afwijking van § 1 kunnen de kandidaat-provincieraadsleden die op lijsten met dezelfde naam zijn verkozen twee fracties vormen, mits aan volgende voorwaarden is voldaan : 1° de naam van de lijst bestaat uit meerdere woorden of afkortingen die minstens de twee fractienamen omvatten;2° de kandidaat-provincieraadsleden beslissen bij de indiening van de voordrachtsakte of verbeteringsakte dat de op de lijst verkozen provincieraadsleden twee fracties vormen of kunnen vormen;in dat laatste geval wordt overgegaan tot de vorming van twee fracties als een meerderheid van de verkozen provincieraadsleden die potentieel een afzonderlijke fractie kunnen uitmaken, daartoe op de installatievergadering van de provincieraad beslist; 3° de in 2° bedoelde beslissing wordt genomen in een afzonderlijke akte inzake fractievorming, ondertekend door alle kandidaat-provincieraadsleden op de lijst;4° de akte inzake fractievorming bevat alle kandidaat-provincieraadsleden van de lijst, in dezelfde volgorde als de voordrachtsakte of de verbeteringsakte die bij de voorzitter van het districtshoofdbureau wordt ingediend;5° onverminderd het derde lid vermeldt de akte inzake fractievorming voor alle kandidaat-provincieraadsleden tot welke fractie zij zullen behoren in geval van verkiezing;6° er worden op de akte inzake fractievorming slechts twee verschillende fracties vermeld;7° de akte inzake fractievorming is als bijlage gevoegd bij de voordrachtsakte of de verbeteringsakte die, overeenkomstig artikel 11 van de provinciekieswet, tegen ontvangstbewijs aan de voorzitter van het districtshoofdbureau wordt overhandigd;8° aan de provinciegriffier wordt tegen ontvangstbewijs een afschrift van de akte inzake fractievorming overhandigd uiterlijk de eerste werkdag na de dag dat de voordrachtsakte of de verbeteringsakte bij de voorzitter van het districtshoofdbureau werd ingediend. De indiening van de akte inzake fractievorming en de door de kandidaat-provincieraadsleden gemaakte keuze is niet herroepbaar.

Als een kandidaat-provincieraadslid op de akte inzake fractievorming zich niet tot een fractie bekent, wordt het betrokken kandidaat-provincieraadslid geacht bij verkiezing te opteren voor de grootste fractie. Als beide fracties in de provincieraad even groot zijn, wordt hij geacht bij verkiezing te opteren voor de fractie waartoe de aanvoerder van de lijst behoort, behalve ingeval de lijstaanvoerder op de akte van fractievorming zich niet tot een fractie heeft bekend. In dat geval wordt het kandidaat-provincieraadslid geacht te opteren voor de fractie waartoe het kandidaat-provincieraadslid behoort dat de hoogste plaats op de lijst inneemt en dat zich tot een fractie heeft bekend.

Indien aan de voormelde regeling niet is voldaan kunnen er geen aparte fracties worden gevormd. Ingeval de kandidaat-provincieraadsleden, die op lijsten met dezelfde naam verkozen zijn, overeenkomstig het eerste lid beslissen om twee fracties te vormen, spreekt de provincieraad zich op de installatievergadering bij besluit uit of aan de voorwaarden vermeld in het eerste lid is voldaan.

De Vlaamse Regering stelt het model van akte van fractievorming vast. § 3. Het provincieraadslid of de provincieraadsleden die verkozen zijn op lijsten die zich uiterlijk op de installatievergadering onderling hebben verenigd, vormen één fractie. Tot onderlinge vereniging van de lijsten kan slechts beslist worden als de meerderheid van de verkozenen op elk van die lijsten daarmee instemt. § 4. De onderlinge vereniging tot één fractie of de vorming van twee fracties overeenkomstig § 2, geldt tot de eerstvolgende volledige vernieuwing van de provincieraad. § 5. Het huishoudelijk reglement legt de nadere regels vast voor de samenstelling en de werking van de fracties, alsook, binnen de grenzen die de Vlaamse Regering bepaalt, voor de financiering ervan. »

Art. 6.In artikel 44, § 2, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid wordt de laatste zin vervangen door wat volgt : « Als verschillende raadsleden van het andere geslacht procentueel een gelijk aantal naamstemmen hebben behaald, geniet het raadslid dat de meeste naamstemmen heeft behaald voorrang onder die raadsleden.Als er geen verkozen provincieraadsleden van het andere geslacht op die lijst voorkomen, wordt de gedeputeerde van rechtswege vervangen door het niet-verkozen provincieraadslid van het andere geslacht met procentueel de meeste naamstemmen in verhouding tot het totale aantal geldig uitgebrachte stemmen in de kiesomschrijving op diezelfde lijst.

Als verschillende niet-verkozen provincieraadsleden van het andere geslacht procentueel een gelijk aantal naamstemmen hebben behaald, geniet het niet-verkozen provincieraadslid dat de meeste naamstemmen heeft behaald voorrang onder de niet-verkozen provincieraadsleden. »; 2° er wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « In afwijking van het tweede lid wordt, indien de deputatie niet rechtsgeldig blijkt te zijn samengesteld overeenkomstig het eerste lid van artikel 11bis van de Grondwet, en ingeval de overeenkomstig artikel 45, § 3, of 50, § 1, laatst verkozen gedeputeerde in rang, bij de verkiezing van de provincieraadsleden verkozen werd op een lijst die maar één kandidaat bevat, de voorlaatste gedeputeerde in rang vervangen overeenkomstig de bepalingen van het tweede lid.Als ook de voorlaatste gedeputeerde in rang verkozen werd op een lijst die maar één kandidaat bevat, wordt de derde laatste gedeputeerde in rang, of in voorkomend geval de eerstvolgende laatste gedeputeerde in rang, vervangen overeenkomstig dezelfde bepalingen. »

Art. 7.Aan artikel 45, § 1, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt de volgende zin toegevoegd : « Een verkozene die meer dan één akte van voordracht ondertekent, kan voor de duur van de zittingsperiode van de provincieraad niet worden benoemd of verkozen als gedeputeerde, voorzitter van de provincieraad of voorzitter van een commissie en kan de provincie niet vertegenwoordigen of namens de provincie een mandaat bekleden in provinciaal extern verzelfstandigde agentschappen of andere verenigingen, stichtingen of vennootschappen. Indien de betrokken verkozene reeds een dergelijk mandaat bekleedt, vervalt dit van rechtswege voor de duur van de zittingsperiode van de raad. »

Art. 8.In titel VI van hetzelfde decreet wordt een hoofdstuk IIbis, bestaande uit artikel 193bis tot en met 193quinquies, ingevoegd, dat luidt als volgt : « HOOFDSTUK IIbis. - Voorstellen van burgers

Art. 193bis.De inwoners hebben het recht te verzoeken om de door hen in een gemotiveerde nota nader omschreven voorstellen en vragen over de provinciale beleidsvoering en dienstverlening op de agenda van de provincieraad in te schrijven en om deze agendapunten te komen toelichten in de provincieraad. Ze voegen bij die nota eventueel alle nuttige stukken die de provincieraad kunnen voorlichten.

Dat verzoek moet worden gesteund door ten minste 1 % van het aantal inwoners van de provincie, ouder dan 16 jaar.

Art. 193ter.Het verzoek wordt ingediend met een formulier, dat het provinciebestuur ter beschikking stelt, en wordt met een aangetekende brief gestuurd aan de deputatie. Het verzoek moet de naam, voornamen, geboortedatum en woonplaats vermelden van iedereen die het verzoekschrift ondertekend heeft.

De deputatie gaat na of aan die voorwaarden voldaan is.

Art. 193quater.Het verzoek moet minstens twintig dagen voor de dag van de vergadering van de provincieraad bij de deputatie ingediend zijn om in de eerstvolgende provincieraad te kunnen worden behandeld, zo niet wordt het verzoek behandeld in de daaropvolgende vergadering van de raad.

Art. 193quinquies.De provincieraad doet vooraf uitspraak over zijn bevoegdheid ten aanzien van de in het verzoekschrift opgenomen voorstellen en vragen. Binnen zijn bevoegdheid bepaalt de provincieraad ook welk gevolg daaraan wordt gegeven en hoe dat wordt bekendgemaakt. »

Art. 9.In artikel 268, § 1, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « Onverminderd § 2 en § 3 » vervangen door de woorden « Onverminderd § 2, § 3 en § 4 »;2° in het tweede lid worden de woorden « artikel 257 » vervangen door de woorden « artikel 261 »;3° in het derde lid worden de woorden « artikel 258 » vervangen door de woorden « artikel 262 ». HOOFDSTUK III. - Inwerkingtreding

Art. 10.Aan artikel 268 van hetzelfde decreet, wordt een § 4 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 4. Artikel 6 met zijn bijlage, treedt in werking op de dag van de afkondiging ervan door de Vlaamse Regering. »

Art. 11.De artikelen van dit decreet, met uitzondering van artikel 2 tot wijziging van artikel 6 van het provinciedecreet van 9 december 2005, treden in werking op de dag die de Vlaamse Regering bepaalt overeenkomstig artikel 268, § 1, van het provinciedecreet van 9 december 2005.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 2 juni 2006.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, M. KEULEN _______ Nota (1) Zitting 2005-2006 Stukken.- Ontwerp van decreet, 815, nr. 1. - Amendementen, 815, nr. 2. - Verslag, 815, nr.3. - Amendementen, 815, nr. 4. - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering, 815, nr. 5.

Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 31 mei 2006.

Bijlage bij het decreet van 2 juni 2006 tot wijziging van het provinciedecreet van 9 december 2005 Tabel vermeld in artikel 6, § 1, derde lid van het provinciedecreet van 9 december 2005 Samenstelling van de kiesdistricten PROVINCIE ANTWERPEN Administratief arrondissement Antwerpen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^