Etaamb.openjustice.be
Decreet van 02 juli 2007
gepubliceerd op 18 oktober 2007

Decreet houdende subsidiëring van de opleiding van de jonge voetbalspelers

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2007029311
pub.
18/10/2007
prom.
02/07/2007
ELI
eli/decreet/2007/07/02/2007029311/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

2 JULI 2007. - Decreet houdende subsidiëring van de opleiding van de jonge voetbalspelers (1)


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder : 1° « Regering » : de Regering van de Franse Gemeenschap.2° « Voetbalclub » : elke vereniging die aangesloten is bij de representatieve sportvereniging aanwezig in het internationale en Olympische circuit, dat de betrokken sporttak regelt en die inzonderheid de organisatie van de wedstrijden voor jongeren en de opleiding van jonge voetbalspelers tot doel heeft.3° « Jonge voetbalspelers » : natuurlijke persoon aangesloten bij een voetbalclub, jonger dan 18 jaar, die om het even welke reden ook niet bezoldigd wordt in het kader van zijn sportbeoefening.4° « Opleider » : in artikel 2 bedoelde natuurlijke persoon, houder van een brevet dat door de Franse Gemeenschap uitgereikt of erkend is of ermee gelijkgesteld wordt, die jonge voetbalspelers opleidt voor een voetbalclub. HOOFDSTUK II. - Opleiding van de opleiders, brevetten en gelijkstelling

Art. 2.§ 1. De Regering organiseert de algemene opleidingen van de opleiders bedoeld in artikel 1, 4°.

Zij bepaalt : 1° De nadere regels voor de organisatie;2° Het programma en de inhoud;3° De toegangsvoorwaarden 4° De nadere regels van de evaluatie;5° De vereiste kwalificaties en/of in voorkomend geval de nuttige ervaring van de optredende personen;6° De voorwaarden voor de vrijstelling van opleidingsmodulen;7° De nadere regels voor het uitreiken en het erkennen van de attesten van slagen. Deze opleiding houdt inzonderheid de volgende vakken in : 1° De organisatie van de sport;2° De methodologie;3° De evaluatie van de fysieke kwaliteiten;4° Het sportrecht. Die algemene opleiding wordt bekrachtigd door een brevet uitgereikt door de Franse Gemeenschap. § 2. De Regering kan de organisatie van het geheel of een gedeelte van de algemene opleidingen delegeren aan : 1° Openbare of privé-onderwijsinrichtingen;2° Openbare of privé-instellingen gespecialiseerd in de opleiding. § 3. De Regering kan het geheel of een gedeelte van de algemene opleidingen die georganiseerd worden door openbare of privé-onderwijsinrichtingen of door openbare of privé-instellingen gespecialiseerd in opleiding, erkennen. § 4. Na raadpleging van de representatieve vereniging die aanwezig is in het internationale en Olympische circuit dat de voetbaltak regelt, kan de Regering eveneens specifieke opleidingen organiseren.

Voor elk opleidingstype en -niveau stelt zij de voorwaarden vast met de volgende punten : 1° Het bevoegdheidsgebied;2° De nadere regels voor de organisatie;3° Het programma en de inhoud;4° De toegangsvoorwaarden;5° De nadere regels voor de evaluatie;6° De van de optredende personen vereiste kwalificatie en/of, in voorkomend geval, nuttige ervaring;7° De voorwaarden voor de vrijstelling van opleidingsmodulen;8° De nadere regels voor de erkenning van de brevetten. § 5. Die specifieke opleidingen betreffen inzonderheid de volgende vakken : 1° Toegepaste fysiologie;2° Didactiek;3° Technische en pedagogische aspecten van het vak. Die specifieke opleidingen worden bekrachtigd door een brevet uitgereikt door de Franse Gemeenschap. § 6. De Regering kan de organisatie van het geheel of een gedeelte van de specifieke opleidingen delegeren aan : 1° Openbare of privé-onderwijsinrichtingen;2° Openbare of privé-instellingen gespecialiseerd in het betrokken vak. § 7. De inrichtingen en instellingen bedoeld in § 2 en § 6 reiken brevetten uit die algemene en specifieke opleidingen bekrachtigen die ze voor erkenning aan de Regering voorleggen met het oog op een gelijkstelling met de brevetten uitgereikt door de Franse Gemeenschap. HOOFDSTUK III. - Subsidiëring voor de opleiding van jonge voetbalspelers

Art. 3.§ 1. Binnen de perken van de daartoe beschikbare begrotingskredieten kan de Regering jaarlijks subsidies toekennen die bestemd zijn voor het dekken van het geheel of een gedeelte van de bezoldigingen die door de voetbalclubs aan hun opleiders worden toegekend, mits naleving van de in artikel 8 bedoelde criteria. Zij kunnen niet voor iets anders worden bestemd.

In geval van begrotingstekort, wegens een toename van de aanvragen om subsidiëring gedurende een jaar, tussen de dossiers die identiek geklasseerd worden bij toepassing van artikel 8, § 2, wordt voorrang verleend aan de dossiers in de chronologische volgorde waarin ze ingediend werden op de diensten van de Regering. De postdatum geldt als bewijs. § 2. De subsidie wordt toegekend per opleiding gegeven door een opleider bedoeld in artikel 1, 4°.

Het bedrag van de jaarlijkse subsidie wordt vastgesteld door de Regering.

De Regering bepaalt het maximaal aantal opleidingen die door de opleider gegeven worden alsmede het maximaal aantal opleidingen per club op grond waarvan een subsidie zal worden toegekend. § 3. Een eerste schijf van 75 % van het totaal bedrag van de subsidie wordt ten laatste drie maanden na de beslissing om toekenning van de subsidie door de Regering uitbetaald. Het saldo wordt uitbetaald zodra het in artikel 7, 4° bedoelde evaluatieverslag meegedeeld wordt, als dit laatste gunstig is.

Art. 4.Onverminderd de toepassing van artikel 8, genieten de in artikel 1, 2° bedoelde voetbalclubs de in artikel 3 bedoelde subsidie voor zover zij : 1° Als een vereniging zonder winstoogmerk opgericht zijn overeenkomstig de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen;2° In hun statuten of reglementen de in de Franse Gemeenschap van kracht zijnde ethische code alsmede een tuchtcode integreren met als inhoud : 1° de mogelijke overtredingen;2° de eraan verbonden tuchtmaatregelen;3° de procedures die van toepassing zijn en hun toepassingsgebied;4° de nadere regels voor de informatie en voor de uitoefening van het recht op verdediging vóór de uitspraak van elke sanctie;5° de beroepsmodaliteiten.3° In het kader van de tuchtcode een specifiek reglement inzake dopingbestrijding invoeren.a) met de nadere regels bepaald door de in de Franse Gemeenschap van kracht zijnde wetgeving en reglementering betreffende de gezondheidspromotie bij de sportbeoefening, het dopingverbod en de dopingpreventie;b) met bepaling, in geval van overtreding van dat reglement, van de procedure van toepassing en het barema van de sancties, met referentie naar de nadere regels bepaald door de bevoegde internationale organisaties ».4° Opleidingen voor de jonge voetbalspelers organiseren over minimaal 25 weken per sportseizoen en bestaande uit een of meerdere wekelijkse sessie(s).De Regering bepaalt het minimaal aantal uren per sportseizoen en het minimaal aantal wekelijkse sessies; 5° De volgende minimale omkaderingsnormen naleven : de opleider moet een opleiding geven voor : - Minstens 10 jonge voetbalspelers voor de leeftijdscategorie van 5 tot 6 jaar; - Minstens 10 jonge voetbalspelers voor de leeftijdscategorie van 7 tot 8 jaar; - Minstens 10 jonge voetbalspelers voor de leeftijdscategorie van 9 tot 10 jaar; - Minstens 15 jonge voetbalspelers voor de leeftijdscategorie van 11 tot 12 jaar; - Minstens 15 jonge voetbalspelers voor de leeftijdscategorie van 13 tot 14 jaar; - Minstens 15 jonge voetbalspelers voor de leeftijdscategorie van 15 tot 18 jaar. 6° De bij het decreet van 8 maart 2001 betreffende de promotie van de gezondheid bij de sportbeoefening, het dopingverbod en de preventie van doping in de Franse Gemeenschap en inzonderheid de bepalingen betreffende het medisch onderzoek van de sportbeoefenaar, bedoelde nadere regels toepassen.7° De maatregelen treffen opdat de deelnemers aan de opleidingsactiviteiten die zij organiseren verzekerd zouden zijn voor burgerlijke aansprakelijkheid en vergoeding van lichamelijke schade;8° Hun opleiders verplichten voortgezette opleidingen te volgen;9° Een omstandig activiteitenverslag voorleggen over de opleiding van de jonge voetbalspelers bedoeld bij dit decreet betreffende het afgelopen jaar. De voetbalclubs die een aanvraag indienen voor de subsidiëring voor de eerste keer worden vrijgesteld van de voorwaarde bedoeld in het 1e lid van dit artikel, 9°. Er moet evenwel aan die voorwaarde voldaan worden vóór de uitbetaling van het saldo.

Art. 5.De aanvragen om subsidie worden ten laatste op 31 augustus bij de diensten van de Regering ingediend volgens de nadere regels die zij bepaalt. De diensten van de Regering coördineren de analyse ervan.

Art. 6.Bij weigering van toekenning van een subsidie kan de aanvrager een beroep indienen bij de Regering, die definitief een beslissing zal nemen over de aanvraag om subsidie. HOOFDSTUK IV. - De evaluerende raadgevers

Art. 7.De evaluerende raadgevers zorgen voor de toepassing van de nadere regels van dit decreet en van de besluiten genomen ter uitvoering ervan en hebben inzonderheid voor opdracht : 1° De diensten van de Regering bij te staan in hun informatieopdracht betreffende de voorwaarden voor de toekenning van de subsidies bedoeld in artikel 3;2° Ten laatste voor 1 november de aanvragen om subsidie ingediend door de voetbalclubs te analyseren ter attentie van het in artikel 8 bedoelde Comité, in samenwerking met de diensten van de Regering;3° De diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap te garanderen dat de activiteiten die door de gesubsidieerde voetbalclubs ontwikkeld zijn, overeenstemmen met de voorwaarden die ervoor worden vastgesteld;4° Jaarlijks ter attentie van de diensten van de Regering een verslag op te stellen over de activiteiten die ontwikkeld zijn dankzij de subsidie bedoeld in artikel 3 met inbegrip van de formulering van voorstellen zowel voor de verbetering van de inhoud als voor de optimalisering van de opleiding van de opleiders. De hoedanigheid van evaluerende raadgever wordt na advies van het in artikel 8 bedoelde Begeleidingscomité toegekend aan de personeelsleden van de diensten van de Regering aangesteld door de Regering, binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten, om de in het 1e lid bedoelde opdrachten uit te voeren. HOOFDSTUK V. - Het begeleidingscomité

Art. 8.§ 1. Een Begeleidingscomité van maximaal tien personen, hierna « het Comité » genoemd, wordt opgericht als adviesorgaan bij de Regering. § 2. Het heeft voor opdracht advies te geven over de door de voetbalclubs ingediende aanvragen om subsidie en die in volgorde te rangschikken, waarbij rekening wordt gehouden met : a) Het aantal jonge voetbalspelers die lid zijn van de voetbalclub alsmede het aantal ploegen die in competitie zijn en, b) De criteria betreffende de materiele voorwaarden voor de voetbalpraktijk, inzonderheid : - Het aantal, de aard en de technische bijzonderheden van de beschikbare velden; - De verlichtingsomstandigheden; - Het beschikbare technisch en pedagogisch materiaal; - De vestiaires en sanitaires.

Art. 9.Het Comité bestaat uit vertegenwoordigers van de voetbalwereld die ervaring hebben op het veld betreffende de opleiding van jonge voetbalspelers of voetbal in het algemeen en inzonderheid uit personeelsleden van diensten van de Regering. De leden worden aangesteld door de Regering voor een mandaat van 5 jaar. Hun mandaat is hernieuwbaar en is niet verenigbaar met de hoedanigheid van evaluerende raadgever.

Wanneer een lid van het Comité de hoedanigheid verliest krachtens welke het aangesteld werd of in geval van ontslagneming of bij overlijden, wordt het lid vervangen voor de overblijvende duur van het mandaat.

De Regering stelt de voorzitter, de ondervoorzitter, de rapporteur en de secretaris van het Comité aan onder de werkende leden.

Het Comité bepaalt zijn huishoudelijk reglement en legt het voor goedkeuring aan de Regering voor.

De Regering bepaalt binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten het bedrag van het presentiegeld en van de reiskosten van de leden van het Comité, met uitzondering van de ambtenaren van de Franse Gemeenschap.

Het Comité beraadslaagt en beslist geldig als minstens de meerderheid van de leden aanwezig is. De beslissingen worden bij volstrekte meerderheid van de aanwezige leden genomen.

De adviezen van het Comité die door de Regering gevraagd werden, moeten binnen een termijn van maximaal zestig dagen worden meegedeeld.

Die termijn loopt vanaf de ontvangst van de aanvraag om advies door het Secretariaat van het Comité.

Art. 10.Dit decreet treedt in werking op een datum vastgesteld door de Regering en ten laatste op 31 maart 2008.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel op 2 juli 2007 De Minister-Presidente, belast met het Leerplichtonderwijs en het Onderwijs voor Sociale Promotie, Mevr. M. ARENA De Vice-Presidente en Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET De Vice-President en Minister van Begroting en Financiën, M. DAERDEN De Minister van Ambtenarenzaken en Sport, C. EERDEKENS De Minister van Cultuur, de Audiovisuele Sector en Jeugd, Mevr. F. LAANAN De Minister van Kinderwelzijn, Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, Mevr. C. FONCK _______ Nota's (1) Zitting 2006-2007 : Stukken van de Raad.- Decreetsontwerp nr. 395-1.

Commissieamendementen, nr. 395-2. - Verslag nr. 395-3.

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. Vergadering van dinsdag 19 juni 2007.

^