Etaamb.openjustice.be
Bijzonder Decreet van 22 april 2024
gepubliceerd op 31 juli 2024

Bijzonder decreet tot oprichting van een centrum voor inclusieve pedagogie

bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
numac
2024203680
pub.
31/07/2024
prom.
22/04/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 APRIL 2024. - Bijzonder decreet tot oprichting van een centrum voor inclusieve pedagogie


Het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt:

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Toepassingsgebied Dit bijzonder decreet is van toepassing op het centrum voor inclusieve pedagogie, hierna: centrum.

Het op te richten centrum is een onderwijsinstelling in de zin van artikel 24 van de Grondwet.

Art. 2.Verwijzingen naar personen De verwijzingen naar personen in dit bijzonder decreet gelden voor alle geslachten.

Art. 3.Algemene doelstelling In het kader van de vervulling van zijn taken overeenkomstig artikel 4 legt het centrum de focus steeds op de optimale ontplooiing van de educatiemogelijkheden van de leerlingen in de Duitstalige Gemeenschap.

Het verbindt zich verder tot de bevordering van het recht op inclusief onderwijs en redelijke aanpassingen overeenkomstig artikel 24 van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap en het Facultatief Protocol, gedaan te New York op 13 december 2006, en overeenkomstig artikel 22ter van de Grondwet.

Art. 4.Taken § 1 - De taken van het door de Duitstalige Gemeenschap georganiseerde centrum voor bevorderingspedagogiek worden overgedragen aan het centrum. Het centrum oefent de overgedragen taken uit overeenkomstig de nadere regels die bij wet, decreet of besluit vastgesteld zijn.

De taken bedoeld in het eerste lid zijn: 1° gespecialiseerd basisonderwijs en gespecialiseerd secundair onderwijs verstrekken;2° hulp verlenen bij de integratie van leerlingen in het arbeidsproces en instaan voor integratieve stages in ondernemingen organiseren;3° een internaat leiden;4° geschoold personeel ter beschikking stellen van de gewone scholen voor het verlenen van gespecialiseerde pedagogische ondersteuning;5° de gespecialiseerde pedagogische ondersteuning in de gewone scholen coördineren;6° hulp en advies verlenen bij het opstellen van individuele ondersteuningsplannen;7° de gewone scholen en de centra voor opleiding en voortgezette opleiding in de middenstand en de kmo's adviseren en begeleiden bij vragen omtrent gespecialiseerde pedagogische ondersteuning;8° de gewone en gespecialiseerde scholen alsook de centra voor opleiding en voortgezette opleiding in de middenstand en de kmo's helpen bij de uitbreiding van hun methodisch-didactische, pedagogische en psychologische competenties;9° leerlingen begeleiden die wegens bijzondere moeilijkheden gedurende enige tijd de gewone lessen niet meer volgen en sociaal-pedagogische begeleiding moeten krijgen om zo snel mogelijk weer aan het dagelijkse schoolleven te kunnen deelnemen;10° maatregelen organiseren en uitvoeren om de competenties inzake gespecialiseerde pedagogische ondersteuning bij de personeelsleden in het onderwijs uit te breiden;11° adviseren en begeleiden op het gebied van intercultureel onderwijs en taalonderwijs;12° adviezen opstellen en erkennen;13° meewerken aan de ontwikkeling van concepten op het gebied van gespecialiseerde pedagogische ondersteuning en aan de sturing van de uitvoering van die concepten. § 2 - Voor de vervulling van die taken werkt het centrum samen met alle partners die actief zijn op het gebied van gespecialiseerde pedagogische ondersteuning alsook met alle instellingen die bevoegd zijn voor de omzetting van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap, gedaan te New York op 13 december 2006.

Het centrum creëert de nodige structuren voor de samenwerking met deze partners en instellingen. In het jaarverslag bedoeld in artikel 99.1 van het decreet van 25 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/05/2009 pub. 14/07/2009 numac 2009203077 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap sluiten houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap wordt verslag uitgebracht over de voormelde samenwerking. § 3 - Met behoud van de toepassing van de paragrafen 1 en 2 kunnen bij decreet nog andere taken aan het centrum worden toegewezen.

HOOFDSTUK 2. - Rechtskarakter, vorm en werking van het centrum Afdeling 1. - Oprichting


Art. 5.Oprichting Het centrum wordt opgericht door middel van een oprichtingsovereenkomst waarbij een gemeenschappelijk centrum voor inclusieve pedagogie in de Duitstalige Gemeenschap wordt georganiseerd door de inrichtende machten van het onderwijs, zijnde enerzijds de Regering van de Duitstalige Gemeenschap en anderzijds het gesubsidieerd vrij confessioneel onderwijs, vertegenwoordigd door de vereniging zonder winstoogmerk Bischöfliche Schulen in der Deutschsprachigen Gemeinschaft.

Art. 6.Inhoud van de oprichtingsovereenkomst De overeenkomst vermeld in artikel 5 omvat bepalingen die ten minste de volgende punten betreffen: 1° naam en zetel van de inrichtende macht;2° naam en vestigingsplaats van het centrum;3° aanwijzing van de eerste directeur, waarbij de duur van die eerste aanwijzing maximaal vier jaar bedraagt;4° aanwijzing van de eerste inrichtingshoofden van gespecialiseerde scholen en van het eerste hoofd van de advies- en steundienst;5° lijst van de onroerende goederen en van de belangrijkste roerende goederen die overgedragen of ter beschikking gesteld worden; Afdeling 2. - Rechtskarakter


Art. 7.Rechtskarakter Het centrum is een autonome publiekrechtelijke rechtspersoon.

Het centrum is een instelling van openbaar nut overeenkomstig artikel 87 van het decreet van 25 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/05/2009 pub. 14/07/2009 numac 2009203077 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap sluiten houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap en is onderworpen aan de bepalingen van dit decreet zoals van kracht op 1 juni 2023. Afdeling 3. - Bestuursstructuur van het centrum

Onderafdeling 1. - Structuur, bestuurs- en medezeggenschapsorganen

Art. 8.Structuur van het centrum § 1 - Het centrum wordt geleid door een directeur en omvat verscheidene vestigingsplaatsen van gespecialiseerde scholen met een daaraan verbonden internaat en een advies- en steundienst. § 2 - Het centrum organiseert gespecialiseerd basisonderwijs en gespecialiseerd secundair onderwijs.

Het gespecialiseerd basisonderwijs wordt georganiseerd op vier vestigingsplaatsen: 1° Eupen, Monschauer Straße;2° Eupen, Heidberg;3° Bütgenbach;4° Sankt Vith. Het gespecialiseerd secundair onderwijs wordt georganiseerd in Eupen.

Elke vestigingsplaats van een gespecialiseerde school staat onder leiding van een inrichtingshoofd.

Elke vestigingsplaats van een gespecialiseerde school bevindt zich in de onmiddellijke nabijheid van een gewone school. Op elke campus die zo ontstaat, vormt de gespecialiseerde school met minstens één gewone school een inclusieve school op basis van een gezamenlijk uitgewerkt pedagogisch concept. § 3 - Het internaat bevindt zich in Eupen en staat onder leiding van een internaatbeheerder. § 4 - Het centrum omvat een advies- en steundienst die onder leiding staat van een hoofd. § 5 - De inrichtingshoofden van de gespecialiseerde scholen, het hoofd van de advies- en steundienst en de internaatbeheerder staan onder leiding van de directeur.

Art. 9.Bestuurs- en medezeggenschapsorganen De bestuursorganen van het centrum zijn de raad van bestuur en de directie.

De raad van bestuur is de inrichtende macht van het centrum.

De medezeggenschapsorganen zijn de pedagogische raden van de vestigingsplaatsen van de gespecialiseerde scholen, van het internaat en van de advies- en steundienst alsook de door de raad van bestuur bijeengeroepen adviesorganen.

Onderafdeling 2. - Raad van bestuur

Art. 10.Samenstelling en duur van de mandaten § 1 - De raad van bestuur is samengesteld uit de volgende stemgerechtigde leden: 1° twee vertegenwoordigers van de inrichtende macht van het gemeenschapsonderwijs;2° twee vertegenwoordigers van de inrichtende macht van het gesubsidieerd vrij onderwijs;3° één vertegenwoordiger van het gesubsidieerd officieel onderwijs;4° één vertegenwoordiger van de centra voor opleiding en voortgezette opleiding in de middenstand en de kmo's;5° één vertegenwoordiger van de representatieve vakorganisaties in de Duitstalige Gemeenschap;6° één vertegenwoordiger van de interprofessionele werkgeversorganisaties in de Duitstalige Gemeenschap;7° één vertegenwoordiger uit het domein van de opleiding en het onderzoek inzake inclusief onderwijs;8° één vertegenwoordiger die opkomt voor de belangen van de personen belast met de opvoeding;9° één vertegenwoordiger uit het domein van de gezondheidsvoorlichting en -preventie. De volgende personen wonen de vergaderingen van de raad van bestuur bij met raadgevende stem: 1° de regeringscommissarissen vermeld in artikel 88 van het decreet van 25 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/05/2009 pub. 14/07/2009 numac 2009203077 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap sluiten houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap;2° de directeur van het centrum, het hoofd van de advies- en steundienst en een door de directie afgevaardigd inrichtingshoofd van een gespecialiseerde school, tenzij de raad van bestuur voor een bepaalde vergadering anders daarover beslist;3° twee vertegenwoordigers van de representatieve vakorganisaties in de Duitstalige Gemeenschap;4° twee vertegenwoordigers van de interprofessionele werkgeversorganisaties in de Duitstalige Gemeenschap. De mandaten van de leden vermeld in het eerste lid en in het tweede lid, 3° en 4°, duren vijf jaar en zijn hernieuwbaar.

De in het eerste en tweede lid vermelde leden van de raad van bestuur mogen geen politiek mandaat bekleden. Bovendien mogen ze geen personeelslid zijn van het centrum, met uitzondering van de leden vermeld in het tweede lid, 2°, noch personeelslid van een instelling van openbaar nut die genoemd wordt in artikel 87, § 2, van het decreet van 25 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/05/2009 pub. 14/07/2009 numac 2009203077 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap sluiten houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap. § 2 - Voor elk in § 1, eerste lid, vermeld lid wordt een plaatsvervangend lid aangewezen, met uitzondering van de leden genoemd onder 5° en 6°, voor wie telkens twee plaatsvervangende leden worden aangewezen. Elk plaatsvervangend lid wordt uitgekozen volgens dezelfde criteria als het werkend lid dat het vervangt. Indien een lid van de raad van bestuur de hoedanigheid verliest op grond waarvan het lid van de raad van bestuur is, treedt zijn plaatsvervanger in zijn plaats voor de verdere duur van zijn mandaat. Indien het plaatsvervangend lid zijn ontslag geeft, wordt er een nieuw lid aangewezen voor de resterende duur van het mandaat. De leden hebben bovendien de mogelijkheid om zich op de vergaderingen door hun plaatsvervanger te laten vertegenwoordigen. § 3 - De Regering wijst de leden van de raad van bestuur vermeld in § 1, eerste lid, 1° tot 6°, en hun plaatsvervangende leden aan op de voordracht van de instantie die in de betreffende bepaling genoemd wordt, en de leden vermeld in § 1, eerste lid, 7° tot 9°, en hun plaatsvervangende leden op de voordracht van de adviescommissie voor mensen met een beperking. Op voorstel van de voormelde instanties kan de Regering te allen tijde leden of plaatsvervangende leden hun mandaat ontnemen en nieuwe leden of plaatsvervangende leden aanwijzen voor de resterende duur van het mandaat. § 4 - De raad van bestuur wordt geleid door een voorzitter die wordt aangewezen uit de leden van de raad van bestuur. Bovendien wordt er een plaatsvervangend voorzitter aangewezen uit de leden van de raad van bestuur.

Artikel 13, eerste lid, is van toepassing op de aanwijzingsprocedure.

De vergadering wordt voorgezeten door de oudste van de leden vermeld in § 1, eerste lid. Het huishoudelijk reglement bedoeld in artikel 12 legt de nadere regels van de procedure vast. § 5 - De raad van bestuur kan personeelsvertegenwoordigers en ook interne en externe deskundigen raadplegen en met raadgevende stem aan de vergaderingen laten deelnemen. De nadere regels legt de raad van bestuur vast in het huishoudelijk reglement bedoeld in artikel 12.

Art. 11.Taken De raad van bestuur beschikt over alle bevoegdheden van een inrichtende macht die noodzakelijk zijn voor de inhoudelijke en strategische invulling en voor de organisatie en het bestuur van het centrum, waaronder: 1° de aanwijzing van de directeur, met uitzondering van de eerste directeur;2° de benoeming in vast verband van de personeelsleden;3° de aanwijzing van de tijdelijke personeelsleden;4° de aanwending van de financiële middelen (begroting);5° de gunning van opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten;6° de inventarisatie van alle onroerende goederen van het centrum;7° de bepaling van architectonische maatregelen en onderhoudswerken;8° de bepaling van de opdrachten toevertrouwd aan het personeel;9° de bepaling van het opleidingsproject rekening houdend met de in artikel 3 bepaalde algemene doelstelling van het centrum. De raad van bestuur kan beslissingsbevoegdheden overdragen aan de directeur.

Art. 12.Huishoudelijk reglement De raad van bestuur stelt een huishoudelijk reglement op en legt dat ter goedkeuring voor aan de Regering.

Art. 13.Quorum De raad van bestuur kan rechtsgeldig beraadslagen en besluiten, indien ten minste zes leden aanwezig zijn.

Indien het quorum om rechtsgeldig te besluiten niet bereikt is, wordt de raad van bestuur ten vroegste zeven dagen en ten laatste veertien dagen later opnieuw bijeengeroepen. Op die vergadering kan een beslissing worden genomen, ongeacht het aantal aanwezige leden.

Art. 14.Vereiste aantal stemmen De beslissingen worden met eenvoudige meerderheid genomen.

Stemonthoudingen zijn niet toegestaan. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter of, indien hij afwezig is, de stem van de plaatsvervangend voorzitter doorslaggevend.

Art. 15.Adviezen en raadpleging De raad van bestuur kan het advies inwinnen van de pedagogische raden of van het adviesorgaan bedoeld in artikel 19.

Het personeel wordt geraadpleegd over beslissingen die betrekking hebben op het personeel en in het huishoudelijk reglement worden vastgelegd. Dat gebeurt onverminderd de bevoegdheden van de onderhandelings- en overlegcomités, die worden geregeld door de wet van 19 december 1974Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/12/1974 pub. 05/10/2012 numac 2012000586 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel en door de desbetreffende uitvoeringsbepalingen.

Onderafdeling 3. - Directie

Art. 16.Samenstelling De directie is samengesteld uit de directeur, de inrichtingshoofden van de gespecialiseerde scholen en het hoofd van de advies- en steundienst met behoud van de toepassing van artikel 8, § 5.

Art. 17.Taken en werkwijze § 1 - De directie staat in voor het dagelijks beheer en de dagelijkse organisatie van het centrum op administratief, technisch, financieel en inhoudelijk vlak.

Voorts heeft de directie volgende taken: 1° ze zet de beslissingen van de raad van bestuur om;2° ze legt de raad van bestuur de begroting ter goedkeuring voor;3° ze stelt een lijst met de vacante en tijdelijke betrekkingen op; 4° ze stelt het jaarlijkse activiteitenverslag van het centrum op voor de raad van bestuur, dat als basis dient voor het jaarverslag bedoeld in artikel 99.1 van het decreet van 25 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/05/2009 pub. 14/07/2009 numac 2009203077 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap sluiten houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap; 5° ze dient voorstellen in m.b.t. architectonische maatregelen en onderhoudswerken; 6° ze zorgt voor de inachtneming van het arbeidsreglement. Met behoud van de toepassing van decretale bepalingen die taken rechtstreeks overdragen aan de directeur, de inrichtingshoofden van de gespecialiseerde scholen of het hoofd van de advies- en steundienst, legt de raad van bestuur de precieze taakomschrijving van de directeur, de inrichtingshoofden van de gespecialiseerde scholen en het hoofd van de advies- en steundienst vast. § 2 - De directie bereidt de vergaderingen van de raad van bestuur voor in samenwerking met de raad van bestuur.

Onderafdeling 4. - Medezeggenschapsorganen

Art. 18.Pedagogische raden De raad van bestuur stelt een pedagogische raad aan voor elke vestigingsplaats van een gespecialiseerde school, voor het internaat en voor de advies- en steundienst.

In afwijking van het eerste lid staat het de raad van bestuur vrij verscheidene pedagogische raden samen te voegen tot één pedagogische raad.

De pedagogische raad heeft een informatie- en adviesrecht in alle pedagogische aangelegenheden en in alle aangelegenheden met betrekking tot de organisatie van de vestigingsplaatsen van de gespecialiseerde scholen, het internaat of de advies- en steundienst.

De samenstelling, de taken en de werkwijze van de pedagogische raden worden bij decreet geregeld.

Art. 19.Adviesorgaan De raad van bestuur kan een adviesorgaan bijeenroepen om advies in te winnen over specifieke aangelegenheden.

De raad van bestuur beslist over de samenstelling en de opdrachten van het adviesorgaan. Afdeling 4. - Levensbeschouwelijke grondslag


Art. 20.Levensbeschouwelijke grondslag De gearticuleerde pluraliteit is de levensbeschouwelijke grondslag voor de opdracht en het aanbod van het centrum. Ze geldt zowel voor de individuele personen als voor de inrichting als dusdanig.

Gearticuleerde pluraliteit betekent dat elk personeelslid het recht heeft te uiten wat het als persoon binnen de opdracht van het centrum en binnen zijn functie kan rechtvaardigen. Daarbij moeten de overtuigingen van anderen gerespecteerd worden en moeten het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de Rechten van het Kind van 20 november 1989, het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap van 13 december 2006, de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties van 10 december 1948, het Europees Verdrag over de Bescherming van de Mensenrechten en de Fundamentele Vrijheden van 4 november 1950 en de Grondwet in acht worden genomen.

Bij de concretisering van de opdracht en het aanbod van het centrum worden een zo groot mogelijke wetenschappelijke rigueur en objectiviteit aan de dag gelegd.

HOOFDSTUK 3. - Onroerende Goederen

Art. 21.Inventaris van de onroerende goederen De raad van bestuur stelt een inventaris van alle onroerende goederen van het centrum op waarin hij de afkomst en de bestemming ervan vermeldt. Hij bezorgt die inventaris aan de Regering.

De Regering bepaalt de nadere regels voor het opstellen van die inventaris.

De inventaris wordt permanent geactualiseerd door de raad van bestuur.

Elke wijziging of aanpassing wordt jaarlijks, samen met het begrotingsvoorstel, meegedeeld aan de regeringscommissaris, die deze documenten overzendt aan de Regering.

HOOFDSTUK 4. - Inwerkingstreding

Art. 22.Inwerkingtreding Dit bijzonder decreet treedt in werking op 1 september 2024 met uitzondering van artikel 4, dat in werking treedt op een tijdstip dat bij decreet betreffende het centrum wordt vastgelegd.

Wij kondigen dit decreet af en bevelen dat het door het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Eupen, 22 april 2024.

O. PAASCH, De Minister-President, Minister van Lokale Besturen en Financiën A. ANTONIADIS, De Viceminister-President, Minister van Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, Ruimtelijke Ordening en Huisvesting I. WEYKMANS, De Minister van Cultuur en Sport, Werkgelegenheid en Media L. KLINKENBERG De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek _______ Nota Zitting 2023-2024 Parlementaire stukken: 340 (2023-2024) Nr. 1 Ontwerp van bijzonder decreet 340 (2023-2024) Nr. 2 Verslag 340 (2023 - 2024) Nr. 3 Tekst aangenomen door de plenaire vergadering Integraal verslag: 22 april 2024 - Nr. 72 Bespreking en stemming


^