Etaamb.openjustice.be
Bijakte
gepubliceerd op 21 september 2000

Bijakte nr. 5 bij het Samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 tussen de Federale Staat en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot bepaalde initiatieven om de internationale rol en de functie van hoofdstad van Brussel te bevorderen

bron
diensten van de eerste minister
numac
2000021341
pub.
21/09/2000
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

Bijakte nr. 5 bij het Samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 tussen de Federale Staat en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot bepaalde initiatieven om de internationale rol en de functie van hoofdstad van Brussel te bevorderen Gelet op het Samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 tussen de Federale Staat en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest waarin voor de jaren 1993 en 1994 een reeks van initiatieven, bedoeld in artikel 43 van de bijzondere wet van 12 januari 1989, bepaald werden teneinde de internationale rol en de functie van hoofdstad van Brussel te bevorderen;

Gelet op bijakte nr. 1 van 29 juli 1994 die de toepassing van het Samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 uitbreidt tot de jaren 1995 en 1996;

Gelet op bijakte nr. 2 van 22 mei 1997 die de toepassing van het Samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 uitbreidt tot het jaar 1997;

Gelet op bijakte nr. 3 van 29 januari 1998 die de toepassing van het Samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 uitbreidt tot de jaren 1998 en 1999;

Gelet op bijakte nr. 4 van 02 juni 1999; die de budgetten van de jaren 1998 en 1999 actualiseert;

Overwegende dat voor het jaar 1999 zowel de initiatieven als de budgetten van bijakte nr. 4 moeten worden geactualiseerd.

Overwegende dat de contracterende partijen in het verlengde van het Samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 en zijn bijakte nr. 1 van 29 juli 1994, nr. 2 van 22 mei 1997, nr. 3 van 29 januari 1998 en nr. 4 van 2 juni 1999 in een budgettair programma willen voorzien dat voor het jaar 2000 een reeks initiatieven herneemt waarin artikel 43 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 voorziet en die bedoeld zijn om de internationale rol en de functie van hoofdstad van Brussel te bevorderen.

Rekening houdend met de vergadering van het Samenwerkingscomité van 28 februari 2000 met als onderwerp de actualisering van het programma 1999 en de onderhandeling over het programma 2000 van het Samenwerkingsakkoord.

Gelet op de wil van elk van de partijen die deelnemen aan onderhavige bijakte om de administratieve procedures die eruit voortvloeien te vereenvoudigen;

De Federale Staat, vertegenwoordigd door Mevr. Laurette Onkelinx, Vice-Eerste Minister en Minister van Werkgelegenheid, door de heer Johan Vande Lanotte, Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie, door Mevr. Isabelle Durant, Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Vervoer, door de heer Rik Daems, Minister van Telecommunicatie, Overheidsbedrijven en Participaties; en Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, vertegenwoordigd door de heer Jacques Simonet, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen en Wetenschapsbeleid, door de heer Jos Chabert, Minister van Openbare Werken en Vervoer, door de heer Eric Tomas, Minister van Werkgelegenheid, Economie, Energie en de Coördinatie van het Beleid inzake Achtergestelde Wijken, en door Mevr. Annemie Neyts-Uyttebroeck, Minister van Begroting, Financiën en Externe Betrekkingen; zijn overeengekomen hetgeen volgt : DOEL

Artikel 1.Onderhavige bijakte nr. 5 bij het Samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 heeft tot doel bijakte nr. 4 te actualiseren, dat wil zeggen zowel de initiatieven als de budgetten van het programma voor 1999, evenals het bepalen van een reeks initiatieven voor het programma van het jaar 2000 waarin artikel 43 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 voorziet en die de bedoeling hebben de internationale rol en de functie van hoofdstad van Brussel te bevorderen.

BUDGETTAIRE VERPLICHTINGEN

Art. 2.De Federale Staat garandeert voor het jaar 2000 een vastlegging van 2,580 miljard frank voor de financiering van deze initiatieven.

Het ordonnanceringsniveau tot betaling van de uitgaven moet het mogelijk maken de aangegane vastleggingen te honoreren, zodat alle vastgelegde werken kunnen worden uitgevoerd binnen een normale en redelijke termijn.

De gesplitste kredieten, die werden vastgelegd in het kader van het bovenvermelde Samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 en van zijn bijakte nr. 1 van 29 juli 1994, nr. 2 van 22 mei 1997, nr. 3 van 29 januari 1998, nr. 4 van 2 juni 1999 en van onderhavige bijakte nr. 5, en wier uitbetaling in de loop van de voorafgaande jaren en van het huidige jaar niet gemachtigd werd, zullen in de loop van de volgende jaren worden gemachtigd.

BESCHRIJVING VAN DE INITIATIEVEN

Art. 3.Het geactualiseerde budgettaire programma van de initiatieven voor het jaar 2000 staat vermeld in de tabellen die bij onderhavig bijakte nr. 5 werden gevoegd en er onlosmakelijk deel van uitmaken.

Voor de volgende initiatieven werd voorzien in een meerjarenprogramma : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De budgetten die voor het jaar 2000 en de daaropvolgende jaren werden voorzien voor de bovenvermelde initiatieven kunnen in geen geval worden gewijzigd zonder voorafgaandelijke instemming van het Samenwerkingscomité.

FINANCIERINGSPRINCIPES

Art. 4.Artikel 2 van het Samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 wordt als volgt gewijzigd : § 1. Een financieringsprincipe van 100% ten laste van de begroting van de Federale Staat wordt in aanmerking genomen voor alle initiatieven, met uitzondering van de volgende initiatieven waarvoor een cofinancieringsprincipe naar ratio van 49 % Federale Staat / 51 % Brussels Hoofdstedelijk Gewest geldt : V.7. Valorisatie van de omgeving van verschillende Brusselse monumenten met nationaal karakter V.10. Verkeersregeling X.1. Liften metrostations X.2. Metrowerken - verbinding Ring Zuid + lus Kleine Ring § 2. - De initiatieven die het voorwerp uitmaken van een cofinanciering naar ratio van 49 % Federale Staat / 51 % Brussels Hoofdstedelijk Gewest zullen op een dergelijke wijze worden geprogrammeerd dat zowel de Federale Staat als het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn aandeel (49 % of 51 %) voor 100 % beheert en financiert, met inbegrip van verrekeningen en herzieningen, zonder dat hierdoor de bovenvermelde verdeelsleutel gewijzigd wordt. Daarom kunnen deze initiatieven in afzonderlijke opdrachten worden opgesplitst die elk het betreffende aandeel vertegenwoordigen. - Voor initiatieven die het voorwerp uitmaken van een cofinanciering zal een protocol worden opgesteld waarin de rechten en plichten van elk van de partijen inzake planning, financiering, bouwheerschap enz. worden vermeld.

Dit protocol moet worden goedgekeurd door de coördinatievergadering en worden ondertekend door de twee afgevaardigde ambtenaren (art. 5.2. - § 4 van onderhavige bijakte nr. 5 + art. 4 § 1 van het Samenwerkingsakkoord van 15.09.1993).

Art. 5.Onderhavig artikel wijzigt en vervolledigt als volgt artikel 4 van het Samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 : 5.1. § 1 - 3de lid De Federale Staat verbindt zich ertoe alle dossiers betreffende aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning eerst voor goedkeuring aan de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor te leggen.

Bijzondere lastenboeken voor inschrijving, evenals dossiers betreffende het verkeer tijdens en na de werken moeten daarentegen niet langer ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, die het beheer van dergelijke dossiers overlaat aan haar Administratie. 5.2. § 4 Een maandelijkse infovergadering (coördinatievergadering) waaraan de vertegenwoordigers van de Kabinetten en Besturen van de Federale Staat en van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest deelnemen, zal door de leidend ambtenaar worden georganiseerd (voorzien in artikel 4 § 1 - 2de lid van het Samenwerkingsakkoord van 15.09.1993) tijdens dewelke de administratieve, technische, financiële enz. vooruitgang van de verschillende dossiers wordt besproken.

Het interne reglement van deze coördinatievergadering is als bijlage bij onderhavige bijakte nr. 5 gevoegd en maakt er onlosmakelijk deel van uit. 5.3. - Zowel het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als de Federale Staat duiden elk voor ieder initiatief een ambtenaar aan die verantwoordelijk is voor de opvolging van de betreffende dossiers.

Hiervoor zal door beide partijen een listing worden opgesteld en bijgehouden. Deze listing moet bij consensus worden goedgekeurd door de coördinatievergadering. - Deze listing moet, eveneens per afzonderlijk initiatief, het Kabinet aanduiden dat binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest belast is met het bemachtigen van de goedkeuringen, visa enz. van zijn Regering.

Art. 6.Artikel 3 - Tweede lid van het Samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 wordt als volgt gewijzigd : Substantiële budgettaire wijzigingen kunnen worden aangebracht in het programma van initiatieven opgenomen in bijakte nr. 5 in zoverre : - het totale budget van het hoofdstuk waarin het (de) betreffende initiatief (initiatieven) is (zijn) opgenomen, wordt in acht genomen - het gaat om initiatieven opgenomen in bijakte nr. 5 - de coördinatievergadering (zie artikel 5.2. § 4 van onderhavige bijakte nr. 5) akkoord gaat met de voorgestelde wijziging(en).

Art. 7.Zonder afbreuk te doen aan de verplichtingen van de Aannemer en overeenkomstig de voorschriften van het Bijzonder Lastenboek, worden de initiatieven op het moment van de voorlopige oplevering van de werken overgedragen aan hun oorspronkelijke beheerder. Hiervoor moet door de betrokken partijen (beheerder, bouwheer, aannemer enz.) een tegensprekelijk proces-verbaal worden opgesteld en ondertekend.

Art. 8.Artikel 3 van bijakte nr. 1 wordt als volgt gewijzigd : De termijn van 20 kalenderdagen wordt vervangen door een termijn van 40 kalenderdagen.

In het geval waarin uitdrukkelijk om een bijkomende termijn wordt gevraagd (zie bijakte nr. 1 - art. 3), zal een eenmalige verlenging van 20 kalenderdagen worden toegekend.

Zonder reactie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, wordt een dossier na een maximale termijn van 60 dagen beschouwd als aanvaard door het Gewest.

Art. 9. 9.1. Restauratie van het Atomium Rekening houdend met de aanzienlijke financiële wijzigingen (annulering van het aandeel vzw Atomium), moet er worden onderhandeld over een nieuw protocol (ter vervanging van dat van 4.03.1998). 9.2. Onderhoud van vloerplaat D3 Er zou zo snel mogelijk moeten worden onderhandeld over vloerplaat D3, teneinde de kredieten betreffende het onderhoud van de vloerplaat vrij te maken. 9.3. Metrowerken - Verbinding Ring Sud - Afgrendelen Kleine Ring Er moet een bijakte bij het protocol van 30.07.1998 om dit initiatief te actualiseren.

SOCIALE CLAUSULES

Art. 10.Het vademecum met de titel « Invoegen van sociale clausules in overheidsopdrachten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest » is van toepassing.

Art. 11.De artikelen van het Samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 en van zijn bijakten nr. 1 van 20 juli 1994, nr. 2 van 22 mei 1997, nr. 3 van 29 januari 1998 en nr. 4 van 02 juni 1999 die niet werden gewijzigd door onderhavige bijakte, blijven van toepassing Gedaan te Brussel, op 28 februari 2000, in 2 originele exemplaren.

Voor de Federale Staat : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie, J. VANDE LANOTTE De Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Vervoer, Mevr. I. DURANT De Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, R. DAEMS Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen en Wetenschapsbeleid, J. SIMONET De Minister van Openbare Werken en Vervoer, J. CHABERT De Minister van Werkgelegenheid, Economie, Energie en de Coördinatie van het Beleid inzake Achtergestelde Wijken, E. TOMAS De Minister van Begroting, Financiën en Externe Betrekkingen, Mevr. A. NEYTS-UYTTEBROECK

Coördinatiecomité van het Samenwerkingsakkoord van 15.09.1993 Intern reglement Doel van onderhavig intern reglement

Artikel 1.Onderhavig reglement heeft als doel de samenstelling, de opdrachten en de werkingsregels vast te leggen van de vergadering van het Coördinatiecomité waarin artikel 5.2. van Bijakte 5 bij het Samenwerkingsakkoord van 15.03.1993 voorziet.

Samenstelling van het Coördinatiecomité

Art. 2.Het Coördinatiecomité bestaat uit werkende en deskundige leden. Elk werkend lid kan worden vergezeld door twee deskundigen.

De 12 werkende leden zijn : - Voor de Federale Staat : - de afgevaardigden van de 4 Ministers van de Federale Staat die verantwoordelijk zijn voor het Samenwerkingsakkoord; - de Directeur-generaal van het bestuur van Wegverkeer en Infrastructuur van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur; - de Adviseur-generaal van de Directie Werken met Federale Financiering; - Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : - de afgevaardigden van de 4 Ministers van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die verantwoordelijk zijn voor het Samenwerkingsakkoord; - de Directeur-generaal van het Bestuur voor de Uitrusting en het Vervoerbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; - de Inspecteur-generaal van het Bestuur voor de Uitrusting en het Vervoerbeleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

De 12 werkende leden worden met name aangeduid tijdens de eerste vergadering volgend op de goedkeuring van Bijakte 5.

Rol van het Coördinatiecomité

Art. 3.De opdrachten van het Coördinatiecomité zijn de volgende : 1° de opvolging verzekeren van het beheer van de initiatieven die worden omschreven door het Samenwerkingsakkoord en zijn bijakten;2° de uitvoerende diensten en de ministeriële kabinetten die betrokken zijn bij het Samenwerkingsakkoord inlichten over de evolutie van de initiatieven;3° de substantiële budgettaire aanpassingen goedkeuren die worden bedoeld in artikel 6 van Bijakte 5 bij het Samenwerkingsakkoord, De voorzitter van het Coördinatiecomité is de Directeur-generaal van het Bestuur van Wegverkeer en Infrastructuur. Secretariaat en convocatie van de vergaderingen

Art. 4.Het secretariaat van het Coördinatiecomité wordt waargenomen door de Directie Werken met Federale Financiering.

Een vergadering van het Coördinatiecomité vindt in principe plaats om 14u30 in het Residence Palace op elke eerste dinsdag van de maand die een werkdag is. De agenda van de vergadering wordt op de vrijdag voorafgaand aan de vergadering aan alle deelnemers toegestuurd.

Het verslag van elke vergadering wordt opgesteld door de Directie Werken met Federale Financiering en wordt tijdens de volgende vergadering van het Coördinatiecomité goedgekeurd.

Beslissingswijze

Art. 5.Alleen de aanwezige werkende leden (maximum 12) nemen deel aan het beslissingsproces. Beslissingen worden bij consensus genomen.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^