Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 30 maart 2006
gepubliceerd op 13 april 2006

Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 16 november 2000 tot uitvoering van het decreet van 6 mei 1999 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de directe gewestelijke belastingen

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2006201311
pub.
13/04/2006
prom.
30/03/2006
ELI
eli/besluit/2006/03/30/2006201311/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

30 MAART 2006. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 16 november 2000 tot uitvoering van het decreet van 6 mei 1999 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de directe gewestelijke belastingen


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 6 mei 1999 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de directe gewestelijke belastingen, inzonderheid op de artikelen 2, 18, 25 tot en met 27, 31, 35, 55 en 64;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 16 november 2000 tot uitvoering van het decreet van 6 mei 1999 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de directe gewestelijke belastingen, inzonderheid op de artikelen 7, lid 2, 9, 2°, 10, 11, 22 en 23;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 13 februari 2006;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 23 januari 2006;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op het advies 39.901/2 van de Raad van State, gegeven op 13 maart 2006, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, op de artikelen 1 tot en met 3, 4 en 5, en 6;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid wat betreft de artikelen 4 en 7;

Overwegende dat het voor het beheer van de belasting op de afgedankte bedrijfsruimtes onontbeerlijk is dat er een ontvanger wordt aangesteld voor de invorderingsverrichtingen betreffende die belasting; dat dit besluit, zoals het voorgelegd is aan de Raad van State, niet voorzien heeft in de specifieke aanstelling van een dergelijke ontvanger terwijl die belasting gevestigd en ingekohierd moet zijn tegen uiterlijk 30 juni e.k.; dat die ontvanger bijgevolg dringend aangesteld dient te worden om de daadwerkelijke werking van die belasting mogelijk te maken binnen de wettelijke termijn en met vrijwaring van de rechten van de Schatkist; dat het eveneens onontbeerlijk is dat de inwerkingtreding van dit besluit op datum van bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad vastgesteld dient te worden om de vestiging en de inkohiering van die belasting binnen de hierboven aangegeven termijn te vrijwaren;

Op de voordracht van de Minister van Begroting, Financiën, Uitrusting en Patrimonium, Besluit :

Artikel 1.Artikel 7, lid 2, van het besluit van de Waalse Regering van 16 november 2000 tot uitvoering van het decreet van 6 mei 1999 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de directe gewestelijke belastingen, wordt vervangen door volgend lid : "Ze worden opgesteld en uitvoerbaar verklaard door de leidend ambtenaar van de voorlopige bestuurlijke cel voor het beheer van de Waalse fiscaliteit of door het door hem gemachtigd personeelslid van niveau 1, wat betreft de belasting op de afgedankte bedrijfsruimtes."

Art. 2.Artikel 9, 2°, van hetzelfde besluit wordt vervangen door volgende bepaling : "2° voor de toepassing van de belasting op de afgedankte bedrijfsruimtes, het door de Minister aangestelde personeelslid van de voorlopige bestuurlijke cel voor het beheer van de Waalse fiscaliteit;".

Art. 3.Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met volgend lid : "In afwijking van lid 1 wordt die bevoegdheid voor de toepassing van de belasting op de afgedankte bedrijfsruimtes uitgeoefend door het door de Minister aangestelde personeelslid van de voorlopige bestuurlijke cel voor het beheer van de Waalse fiscaliteit."

Art. 4.Artikel 11 van hetzelfde besluit, waarvan de huidige tekst § 1 uitmaakt, wordt aangevuld met een § 2, luidend als volgt : "§ 2. Voor de toepassing van de belasting op de afgedankte bedrijfsruimtes is de ontvanger het personeelslid van niveau 1 van de voorlopige bestuurlijke cel voor het beheer van de Waalse fiscaliteit, die door de leidend ambtenaar van die voorlopige bestuurlijke cel voor het beheer van de Waalse fiscaliteit aangesteld wordt."

Art. 5.Artikel 22 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met volgend lid : "In afwijking van lid 1 is de ambtenaar bedoeld in artikel 55 van het decreet voor de toepassing van de belasting op de afgedankte bedrijfsruimtes de ontvanger bevoegd voor die belasting."

Art. 6.Artikel 23 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met volgend lid : "In afwijking van lid 1 is de gemachtigde van de Regering, bedoeld in artikel 64 van het decreet, die kan beslissen over de verzoeken in verband met de kwijtschelding van de fiscale boetes en die dadingen aangaat met de belastingplichtigen, voor de toepassing van de belasting op de afgedankte bedrijfsruimtes, het door de Minister aangestelde personeelslid van de voorlopige bestuurlijke cel voor het beheer van de Waalse fiscaliteit."

Art. 7.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 8.De Minister van Begroting en Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 30 maart 2006.

De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Begroting en Financiën, Uitrusting en Patrimonium, M. DAERDEN

^