Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 30 augustus 2007
gepubliceerd op 30 oktober 2007

Besluit van de Waalse Regering betreffende de procedure inzake de naleving van de gezondheidsnormen voor woningen en de aanwezigheid van branddetectors

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2007203234
pub.
30/10/2007
prom.
30/08/2007
ELI
eli/besluit/2007/08/30/2007203234/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

30 AUGUSTUS 2007. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de procedure inzake de naleving van de gezondheidsnormen voor woningen en de aanwezigheid van branddetectors


De Waalse Regering, Gelet op de Waalse Huisvestingscode, inzonderheid op de artikelen 5, 7 en 7bis ;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 3 juni 2004 betreffende de procedure inzake de naleving van de gezondheidsnormen voor woningen en de aanwezigheid van branddetectors;

Gelet op het advies van de "Conseil supérieur des Villes, Communes et Provinces de la Région wallonne" (Hoge Raad van Steden, Gemeenten en Provincies van het Waalse Gewest), gegeven op 25 april en 16 mei 2007;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 23 juli 2007;

Op de voordracht van de Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, Besluit : HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijving

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Minister : de Minister van Huisvesting, 2° Code : de Waalse Huisvestingscode;3° betrokken personen : de personen bedoeld in artikel 5, derde lid, van de Code, met uitzondering van de administratie en de gemeente wanneer één van haar personeelsleden het onderzoek heeft uitgevoerd;4° administratie : het Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium van het Ministerie van het Waalse Gewest;5° onderzoeker : de ambtenaren en personeelsleden van de administratie aangewezen overeenkomstig hoofdstuk II en de gemeentelijke personeelsleden erkend overeenkomstig de hoofdstukken III en IV van dit besluit. HOOFDSTUK II. - Aanwijzing van de ambtenaren en personeelsleden van de administratie voor de opsporing en de vaststelling van de niet-naleving van de gezondheidsnormen voor woningen en de aanwezigheid van branddetectors

Art. 2.De door de directeur-generaal aangewezen ambtenaren en personeelsleden van de administratie (niveau 1, 2+ en 2) die over technische kwalificaties inzake gebouwen en bouwkunst beschikken zijn bevoegd voor de opsporing en de vaststelling van de niet-naleving van de bepalingen bedoeld in hoofdstuk I van titel II van de Code. HOOFDSTUK III. - Toekenning aan de gemeenten van de bevoegdheid tot opsporing en vaststelling van de niet-naleving van de gezondheidsnormen voor woningen en de aanwezigheid van branddetectors en intrekking daarvan

Art. 3.De aanvraag tot toekenning van de bevoegdheid tot opsporing en vaststelling van de niet-naleving van de gezondheidsnormen voor woningen en de aanwezigheid van branddetectors wordt schriftelijk door de gemeente aan de administratie gericht.

Om ontvankelijk te zijn, moet de aanvraag van de gemeente vergezeld gaan van het afschrift van de beslissing van de gemeenteraad.

De Minister beslist over de aanvraag tot toekenning van de bevoegdheid binnen twee maanden na ontvangst ervan.

Artikel 1 - De gemeente waaraan de in artikel 3 bedoelde bevoegdheid is toegekend kan de intrekking daarvan per post bij de administratie aanvragen.

Om ontvankelijk te zijn, moet de aanvraag van de gemeente vergezeld gaan van de beslissing van de gemeenteraad.

De Minister beslist over de aanvraag tot intrekking van de bevoegdheid binnen twee maanden na ontvangst ervan.

De intrekking van de bevoegdheid treedt in werking drie maanden na de datum van de aanvraag. HOOFDSTUK IV. - Erkenning van de gemeentelijke personeelsleden voor de opsporing en vaststelling van de niet-naleving van de gezondheidsnormen voor woningen en de aanwezigheid van branddetectors

Art. 2.§ 1. Om door de Minister als onderzoeker voor rekening van de gemeente erkend te worden moet het gemeentelijke personeelslid aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° een betrekking van niveau A, B, C of D bekleden;2° beschikken over technische kwalificaties inzake gebouwen en bouwkunst; 3° sinds minstens drie jaar erkend zijn als onderzoeker inzake huurvergunning of, bij gebreke daarvan, in de loop van het jaar van zijn erkenning een door de administratie georganiseerde opleiding volgen i.v.m. de gezondheidsnormen voor woningen en branddetectors; 4° aangewezen zijn door de gemeenteraad. § 2. De aanvraag tot toekenning van de erkenning wordt schriftelijk door de gemeente aan de administratie gericht.

Om ontvankelijk te zijn, moet de aanvraag van de gemeente vergezeld gaan van het afschrift van de beslissing waarbij de personeelsleden door het gemeentecollege zijn aangewezen.

De Minister beslist over de aanvraag tot toekenning van de bevoegdheid binnen twee maanden na ontvangst ervan. HOOFDSTUK V. - Oorsprong van de onderzoeken naar de niet-naleving van de gezondheidsnormen voor woningen en de aanwezigheid van branddetectors

Art. 3.§ 1. De onderzoeken betreffende de opsporing en de vaststelling van de niet-naleving van de gezondheidsnormen voor woningen en de aanwezigheid van branddetectors worden hetzij op initiatief van de administratie of de gemeente, hetzij op verzoek uitgevoerd. § 2. De aanvraag wordt gericht aan de gemeente waar de problematische woning gelegen is en waaraan de in artikel 3 bedoelde bevoegdheid is toegekend.

Als de aanvraag bedoeld in het eerste lid van deze paragraaf gericht wordt aan een gemeente waaraan de in artikel 3 bedoelde bevoegdheid niet is toegekend, maakt deze gemeente de aanvraag aan de administratie over.

Als de aanvraag bedoeld in het eerste lid van deze paragraaf betrekking heeft op een woning gelegen op het grondgebied van een gemeente waaraan de in artikel 3 bedoelde bevoegdheid is toegekend en als ze aan de administratie gericht wordt, maakt de administratie ze aan betrokken gemeente over. § 3. Om ontvankelijk te zijn, moet de aanvraag ingediend worden : - hetzij door de gemeente waar de problematische woning gelegen is en waaraan de in artikel 3 bedoelde bevoegdheid niet is toegekend; - hetzij door de houder van zakelijke rechten op de problematische woning; - hetzij door de gebruiker van de woning. HOOFDSTUK VI. - Onderzoeksprocedure

Art. 4.De betrokken personen worden in kennis gesteld van het onderzoek, onverminderd de gevallen bedoeld in artikel 5, vierde en vijfde lid, van de Code. Ze worden acht dagen vóór de door de onderzoeker vastgelegde datum van het bezoek van hun woning schriftelijk verzocht aanwezig te zijn.

De brief vermeldt bij benadering het uur van het bezoek.

Art. 5.De betrokken personen kunnen geschreven opmerkingen indienen in plaats van of aanvullend op hun deelname aan bedoeld bezoek. Die opmerkingen worden door de onderzoeker in ontvangst genomen uiterlijk de dag voorzien voor het bezoek.

Art. 6.De naleving van de gezondheidsnormen en van de aanwezigheid van branddetectors wordt beoordeeld op grond van een evaluatierooster waarvan het model door de Minister bepaald wordt. HOOFDSTUK VII. - Procedure voor de burgemeester

Art. 7.De burgemeester of diens afgevaardigde geeft betrokken personen schriftelijk kennis van de beslissing die hij overweegt te nemen en van de mogelijkheid om gehoord te worden.

Elke betrokken persoon kan binnen tien dagen na ontvangst van het in het eerste lid bedoelde schrijven schriftelijk verzoeken om gehoord te worden of zijn opmerkingen indienen.

Hij kan in voorkomend geval gehoord worden in de afwezigheid van de andere betrokken personen en mag zich laten bijstaan door de persoon van zijn keuze.

De notulen, waar eventuele opmerkingen bijgevoegd zullen worden, worden op de dag van het verhoor getekend door de burgemeester of diens afgevaardigde en de verhoorde persoon.

Art. 8.De burgemeester spreekt zich uit over het onderzoeksrapport na bovenbedoelde verhoren te hebben doorgevoerd en na vaststelling, in voorkomend geval, van de wens om niet gehoord te worden.

De gemeente geeft betrokken partijen kennis van haar beslissing.

De gemeente maakt het afschrift van haar beslissing aan de administratie over. HOOFDSTUK VIII. - Vervangingsbevoegdheid van de Regering

Art. 9.In de gevallen bedoeld in artikel 7, zesde lid, van de Code geeft de Minister betrokken personen schriftelijk kennis van de beslissing die hij overweegt te nemen en van de mogelijkheid om gehoord te worden door een ambtenaar van de administratie die hij daartoe aanwijst.

Elke betrokken persoon kan binnen tien dagen na ontvangst van het in het eerste lid bedoelde schrijven schriftelijk verzoeken om gehoord te worden of zijn opmerkingen indienen.

Hij kan in voorkomend geval gehoord worden in de afwezigheid van de andere betrokken personen en mag zich laten bijstaan door de persoon van zijn keuze.

De notulen, waar eventuele opmerkingen bijgevoegd zullen worden, worden op de dag van het verhoor getekend door de ambtenaar van de administratie bedoeld in het eerste lid en door de verhoorde persoon.

Art. 10.De Minister spreekt zich uit na bovenbedoelde verhoren te hebben doorgevoerd en na vaststelling, in voorkomend geval, van de wens om niet gehoord te worden.

De Minister geeft betrokken partijen kennis van zijn beslissing.

De Minister maakt het afschrift van zijn beslissing over aan de gemeente waar betrokken woning(en) gelegen is (zijn). HOOFDSTUK IX. - Beroepsprocedure

Art. 11.Het beroep bedoeld in artikel 7bis van de Code wordt bij aangetekend schrijven aan de administratie gericht.

Overeenkomstig artikel 7bis, tweede lid, van de Code, beslist de Minister nadat een ambtenaar van de administratie eventueel een nieuw onderzoek naar betrokken woning(en) heeft doorgevoerd. HOOFDSTUK X. - Slotbepalingen

Art. 12.Het besluit van de Waalse Regering van 3 juni 2004 betreffende de procedure inzake de naleving van de gezondheidsnormen voor woningen en de aanwezigheid van branddetectors wordt opgeheven.

Art. 13.De Minister van Huisvesting is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 30 augustus 2007.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE

^