Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 30 april 2009
gepubliceerd op 27 november 2009

Besluit van de Waalse Regering tot aanwijzing van de Natura 2000-locatie BE34040 - « Vallée de Villers-la-Bonne-Eau »

bron
waalse overheidsdienst
numac
2009027171
pub.
27/11/2009
prom.
30/04/2009
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

30 APRIL 2009. - Besluit van de Waalse Regering tot aanwijzing van de Natura 2000-locatie BE34040 - « Vallée de Villers-la-Bonne-Eau »


De Waalse Regering, Gelet op het Verdrag inzake het behoud van wilde dieren en planten en hun natuurlijk leefmilieu van de Raad van Europa, gedaan te Bern op 19 september 1979 en goedgekeurd bij de wet van 20 april 1989;

Gelet op Richtlijn 76/409/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand, hierna « Vogelrichtlijn » genoemd;

Gelet op Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde fauna en flora, hierna « Habitatrichtlijn » genoemd;

Gelet op de Beslissingen 2004/798/EG en 2004/813/EG van de Commissie van 7 december 2004 tot vaststelling, overeenkomstig Richtlijn 92/43/EEG van de Raad, van de lijst van gebieden met een communautair belang respectievelijk voor de continentale biogeografische regio en voor de Atlantische biogeografische regio;

Gelet op de Beslissingen 2008/23/EG en 2008/25/EG van de Commissie van 12 en 13 november 2007 tot vaststelling, overeenkomstig Richtlijn 94/43/EEG van de Raad, van een eerste geactualiseerde lijst van gebieden met een communautair belang voor de Atlantische biogeografische regio en voor de continentale regio;

Gelet op de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud, zoals laatst gewijzigd door het decreet van 22 mei 2008 tot wijziging van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud wat betreft de reglementering betreffende de instandhouding van de Natura 2000-locaties alsmede de wilde fauna en flora, inzonderheid op de artikelen 25, 26, 28 en 29, hierna « de wet » genoemd;

Gelet op Boek I van het Milieuwetboek, inzonderheid op de artikelen D.29-1 en volgende;

Gelet op het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie en in het bijzonder op artikel L.1133-1 ervan;

Gelet op het Waalse wetboek van Ruimtelijke ordening, Stedenbouw en Patrimonium;

Gelet op het beginsel van preventieve actie, het beginsel van integratie en het voorzorgsbeginsel, zoals bedoeld in de artikelen D.1, D.2, derde lid, en D.3, 1°, van Boek I van het Milieuwetboek;

Gelet op het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 23 oktober 2008 tot vaststelling van de algemene maatregelen die dienen te worden nageleefd binnen de locaties die onder een aanwijzingsbesluit vallen;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 23 oktober 2008 tot vaststelling van verschillende bepalingen van de instandhoudingsregeling die toepasselijk is op de Natura 2000-locaties;

Gelet op de beslissing van de Waalse Regering van 26 september 2002, aangevuld met de beslissingen van 3 februari 2004 en 24 maart 2005, tot goedkeuring van de lijst van de locaties, aan de Europese Commissie voorgesteld als locaties met een communautair belang;

Gelet op de resultaten van de openbare onderzoeken georganiseerd op het gebied van de gemeente Bastenaken, overeenkomstig de bepalingen van het Milieuwetboek betreffende de organisatie van openbare onderzoeken, artikelen D. 29-1 en volgende;

Gelet op het advies van de "Commission de la Conservation (Instandhoudingscommissie), gegeven op 13 januari 2009;

Gelet op het advies van de Raad van State nrs. 46.197/4 tot 46.204/4 van 25 maart 2009, overeenkomstig de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Overwegende dat de Natura 2000-locatie « BE34040 - Vallée de Villers-la-Bonne-Eau » uit drie parallelle valleien bestaat (beken Noulet, Lutrebois en Lutremange), in een noord-zuid-as, tamelijk representatief voor de Ardense valleien van het zuidoosten van de Provincie Luxemburg. Deze kleine site bevat enkele zeer opmerkelijke open habitats, w.o. submontane hooilanden en een opmerkelijk oligotroof schraalland. De boshabitats zijn ook goed vertegenwoordigd;

Overwegende dat de diversiteit van de habitats en van de habitats van soorten binnen de Natura 2000-locatie « BE34040 B Vallé de Villers-la-Bonne-Eau » haar aanwijzing volledig rechtvaardigt;

Overwegende dat deze locatie de kenmerken eigen aan een gebied met een communautair belang vertoont in de zin van artikel 1bis, 13°, van de wet, en dat de site als dusdanig door de Europese Commissie is gekozen in haar beslissing van 7 december 2004, bijgewerkt bij haar beslissing van 13 november 2007;

Overwegende dat een groot geheel van verschillende types natuurlijke habitats met een communautair belang, bedoeld in bijlage VIII bij de wet, op de locatie is ondergebracht, geïdentificeerd op basis van de in bijlage 3 van dit besluit samengevatte wetenschappelijke criteria en gegevens;

Overwegende dat populaties van verschillende soorten met een communautair belang, bedoeld in bijlage IX bij de wet, op de locatie zijn ondergebracht, geïdentificeerd op basis van de in bijlage 3 bij dit besluit samengevatte wetenschappelijke criteria en gegevens;

Overwegende dat de locatie aan de in artikel 25, § 1, en in bijlage X bij de wet bedoelde selectiecriteria voldoet, zoals blijkt uit bijlage 3 bij dit besluit, dat ze als locatie met een communautair belang is gekozen en dat ze dienovereenkomstig moet worden aangewezen als Natura 2000-locatie onder de noemer "bijzondere instandhoudingszone";

Overwegende dat de locatie gekenmerkt is door een grote ornithologische rijkdom en dat verschillende soorten vogels bedoeld in bijlage XI bij de wet op de locatie zijn leven, en dat ze gebieden bevat die naar aantal en oppervlakte tegemoetkomen aan de behoeften inzake de instandhouding van deze soorten;

Overwegende dat de selectie van het gebied op basis van de beste wetenschappelijke kennis en de beste beschikbare gegevens is verricht, die voortvloeien uit verschillende inventariswerkzaamheden, verschillende fotografische en cartografische documenten, wetenschappelijke literatuur en biologische databanken;

Overwegende dat het aanwijzingsbesluit actieve beheersmiddelen moet voorstellen om de doelstellingen van het stelsel van actief beheer uit te voeren, rekening houdend met de economische, sociale en culturele eisen alsook met de plaatselijke bijzonderheden; dat alle middelen kunnen worden overwogen die het halen van zowel de doelstellingen van het stelsel van actief beheer als voornoemde eisen mogelijk zouden maken;

Overwegende dat de landbouwbedrijven gelegen binnen of in de nabijheid van Natura 2000-locaties moeten kunnen worden uitgebreid, kan een zone van 50 meter rond de bestaande landbouwgebouwen worden gebruikt voor uitbreidingen voor zover ze geen afbreuk doen aan de doelstellingen waarvoor de locatie is gekozen;

Gelet op de belangrijkste vragen, opgeworpen in het kader van voornoemde openbare onderzoeken alsook op de verstrekte antwoorden, waarbij deze gegevens worden opgenomen als bijlage bij de nota van de Waalse Regering;

Op de voordracht van de Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, Besluit :

Artikel 1.Het geheel van de kadastrale percelen en gedeelten van percelen bedoeld in bijlage 1 bij dit besluit en gelegen op het gebied van de gemeente Bastenaken, zoals begrensd op de in bijlage 2 bij dit besluit opgenomen kaart opgemaakt op een schaal van minstens 1/10 000, wordt aangewezen als Natura 2000-locatie « BE34040 - Vallée de Villers-la-Bonne-Eau ».

De in bijlage 2 bij dit besluit opgenomen kaart wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad op een schaal van 1/25.000e overeenkomstig artikel L1133-1 van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de decentralisatie.

De Natura 2000-locatie « BE34040 - Vallée de Villers-la-Bonne-Eau » beslaat een oppervlakte van 171,7596 ha.

Art. 2.De types natuurlijke habitats met een communautair belang van bijlage VIII bij de wet die op de locatie voorkomen en waarvoor de locatie wordt aangewezen, worden opgesomd in bijlage 3 bij dit besluit.

De types natuurlijke habitats bedoeld in het eerste lid en waarvan de code wordt gevolgd door een asterisk hebben prioriteit.

De oppervlakten ingenomen door de types natuurlijke habitats met een communautair belang bedoeld in het eerste lid staan vermeld op de kaart opgenomen in bijlage 2 bij dit besluit.

Art. 3.De types natuurlijke habitats met een communautair belang van bijlage IX bij de wet en de soorten vogels van bijlage XI bij de wet die op de locatie voorkomen en waarvoor de locatie wordt aangewezen, worden opgesomd in bijlage 3 bij dit besluit.

Art. 4.Wat betreft de als bijzonder instandhoudingsgebied voorgestelde gedeelten van de locatie, zijn de wetenschappelijke criteria op grond waarvan de locatie is gekozen, degene die zijn bedoeld in bijlage X bij de wet alsook de relevante wetenschappelijke gegevens.

Wat betreft de als bijzonder beschermingsgebied voorgestelde gedeelten van de locatie, zijn de wetenschappelijke criteria op grond waarvan de locatie is gekozen, degene die zijn bedoeld in artikel 25, § 2, van de wet.

De resultaten betreffende de toepassing van deze critera binnen de locatie worden samengevat in bijlage 3 bij dit besluit.

Art. 5.De bijzondere verbodsbepalingen en andere preventieve maatregelen die van toepassing zijn binnen elke beheerseenheid worden omschreven in bijlage 4 bij dit besluit.

Art. 6.De doelstellingen van het stelsel van actief beheer worden vastgelegd per beheerseenheid in bijlage 4 bij dit besluit.

De geographische afbakening van de beheerseenheden wordt vastgelegd in bijlage 5 bij dit besluit.

Een kaart is beschikbaar op website http://Natura2000.wallonie.be.

Art. 7.Rekening houdend met de economische, sociale en culturele eisen alsook met de plaatselijke bijzonderheden, kunnen de voorgestelde middelen om de doelstellingen van het stelsel van actief beheer te bereiken, de volgende zijn : - het afsluiten van een actieve beheersovereenkomst of van elke andere vorm van overeenkomst gesloten door het Waalse Gewest met betrokken eigenaars of gebruikers krachtens deze wet of een andere wetgeving; - de oprichting van een domaniaal natuurreservaat of een erkend reservaat of van een bosreservaat en de hervorming van de beheersmaatregelen die van toepassing zijn op deze sites als die reeds bestaan; - de wijziging van de bosinrichtingen die eventueel op de locatie gelden; - de aanneming van een afschotplan voor de soorten grof wild die dienen te worden gecontroleerd (in het ambtsgebied van de betrokken jachtraad of -raden); - de wijziging van het beheersplan van de waterbeheersing van de landbouwgronden opgesteld door de Watering overeenkomstig de vigerende wetgeving; - de terbeschikkingstelling van gronden aan het Waalse Gewest of aan een erkende natuurvereniging overeenkomstig artikel 17, 1°, van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 17 juli 1986; - de wijziging, in voorkomend geval, van het op de locatie geldend saneringsplan per onderstroomgebied en/of de aanpassing van het programma van waterbeschermingsmaatregelen aangenomen in voorkomend geval krachtens het Waterwetboek; - de wijziging van de programma's van ruimings- en onderhoudswerken van de waterloop; - de aanneming van agrovoedingsmaatregelen; - elk ander relevant actief beheersmiddel voorgesteld tijdens het overleg.

Art. 8.De Natura 2000-locatie « BE34040-Vallée de Villers-la-Bonne-Eau » ressorteert onder de "Commission de Conservation" van Marche-en-Famenne.

Art. 9.De Minister bevoegd voor het Natuurbehoud is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 10.Dit besluit treedt in werking op 31 december 2009.

Namen, 30 april 2009.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN

Bijlage 1. - Lijst van de kadastrale percelen en gedeelten van percelen opgenomen in de omtrek van de Natura 2000-locatie « BE34040- Vallée de Villers-la-Bonne-Eau » Gemeente BASTENAKEN 5de Afdeling Sectie A : perceel/percelen 490B (partim 23 %), 493B (partim 11 %), 494A, 494B, 496A, 497H (partim 54 %), 506 (partim 74 %), 507B (partim 80 %), 508C (partim 39 %), 588B (partim 88 %), 621C, 621D, 623, 624C, 627B, 627F, 628B, 628F, 631A, 631B, 632C, 635, 639A, 640, 641C (partim 89 %), 641D (partim 87 %), 642, 643 (partim 14 %), 644A (partim 89 %), 646, 647 (partim 53 %), 649C, 652A, 656A, 661, 662A, 664, 665, 666, 670A, 671C, 671D, 671E, 677 (partim 44 %), 716 (partim 82 %), 717, 719 (partim 71 %), 735D (partim 66 %), 735E, 738 (partim 90 %), 739, 740A, 742, 743, 744, 745 (partim 89 %), 746, 747B (partim 16 %), 789A (partim 87 %), 790A, 791, 793B (partim 59 %), 794B (partim 86 %), 794C, 813A, 814, 815, 816, 818A, 819, 820, 823B, 824B, 825A, 826A, 827B (partim 18 %), 830A (partim 72 %), 835B, 836A, 845B (partim 67 %), 852B (partim 47 %), 853B (partim 52 %), 855A, 862B (partim 60 %), 890A (partim 33 %), 893A (partim 35 %) Gemeente BASTENAKEN 5de Afdeling Sectie C : perceel/percelen 1/2A (partim 55 %), 14C, 14G (partim 56 %), 14H, 16, 17, 19/2 (partim 23 %), 20A (partim 84 %), 21B (partim 91 %), 21E (partim 58 %), 21F, 22A, 24B, 24H (partim 69 %), 25B (partim 7 %), 46D (partim 34 %), 46E, 50L (partim 33 %), 50M (partim 93 %), 50N (partim 58 %), 50R (partim 37 %), 52A (partim 19 %), 58C, 61A, 62/2, 62A, 63/2 (partim 10 %), 63R, 63S (partim 2 %), 63T (partim 2 %), 65/2 (partim 7 %), 74C (partim 2 %), 82F (partim 47 %), 82G, 82H (partim 73 %), 82K (partim 51 %) Gemeente BASTENAKEN 5de Afdeling Sectie D : perceel/percelen 247G (partim 88 %), 263H (partim 7 %), 263K, 263L (partim 90 %), 265N (partim 80 %), 265P, 265S (partim 33 %), 265T (partim 7 %), 269/9D, 271B, 273B, 273E (partim 76 %), 279B, 283D (partim 63 %), 284E, 287/4A, 287/6 (partim 93 %), 287/8 (partim 67 %), 290/3C, 293D, 303B (partim 6 %), 310B (partim 10 %), 313D (partim 17 %), 314A (partim 19 %), 315A (partim 23 %), 317A (partim 22 %), 320C (partim 34 %), 323/6A, 323/8A (partim 85 %), 324C (partim 88 %), 330A, 331C (partim 94 %), 332C, 333A (partim 5 %), 334G (partim 31 %), 335A (partim 7 %), 341A (partim 8 %), 343A (partim 14 %), 346G (partim 29 %), 350A, 351E, 352C (partim 6 %), 353C, 353D (partim 95 %), 354, 355A, 359A (partim 80 %), 364A (partim 93 %), 365C, 366A, 367B (partim 9 %), 390F, 513D (partim 26 %), 521, 522B, 522C, 523 (partim 85 %), 524, 525A (partim 48 %), 526B (partim 18 %), 526F (partim 15 %), 526H (partim 90 %) Gemeente BASTENAKEN 5de Afdeling Sectie E : perceel/percelen 1007B (partim 59 %), 1011B (partim 88 %), 1011C (partim 80 %), 1014B, 1014C, 1014D, 1014E, 1016, 1017, 1106L (partim 7 %), 1109A (partim 46 %), 1109C (partim 82 %), 1111A (partim 45 %), 1112V (partim 14 %), 1163B, 1165C, 1165D, 1166D (partim 90 %), 1167B, 1169B, 1179A (partim 34 %), 1179C, 1225B, 1227A (partim 21 %), 1229A (partim 65 %), 1230B (partim 66 %), 1236B, 1253F, 1253H, 1253K, 1253L, 1258P (partim 66 %), 1490H, 1490K (partim 11 %), 1536, 1540, 1541A, 1544E (partim 21 %), 1545H, 1546A (partim 79 %), 1548K (partim 6 %), 1560E (partim 94 %), 1561E (partim 94 %), 1563B (partim 9 %), 1566B, 1566C (partim 7 %), 1568, 1569A, 1569B, 1570A, 1576A, 1577, 1578, 1579, 1581A, 1583D, 1583E, 1587A, 1588, 1589B, 1589C, 1598A, 1600A, 1605B, 1609A, 1610D, 1612C, 1615B, 1620C, 1622 (partim 39 %), 1623 (partim 10 %), 1629A (partim 70 %), 1629B (partim 13 %), 1638C, 1641C (partim 5 %), 1643G, 1643H, 1650A (partim 80 %), 1650B, 1650C (partim 28 %), 1653A, 1655A (partim 14 %), 1656A (partim 15 %), 1662D (partim 6 %), 1710C (partim 13 %), 229D (partim 22 %), 241A (partim 22 %), 242 (partim 39 %), 243, 244, 245, 246, 247, 248, 249 (partim 19 %), 250 (partim 14 %), 251, 252, 253, 255 (partim 92 %), 256, 257, 258, 259 (partim 89 %), 260 (partim 44 %), 261G (partim 29 %), 261H, 261K (partim 8 %), 262A (partim 10 %), 263G (partim 36 %), 263H, 263K (partim 13 %), 263N (partim 14 %), 264F (partim 90 %), 264K (partim 24 %), 267A (partim 27 %), 267B (partim 33 %), 271B (partim 7 %), 579B (partim 86 %), 586A, 588A, 592C, 594D, 600F (partim 92 %), 608A, 612B, 614A, 625N, 626A, 627, 633B, 633C (partim 74 %), 636A, 638A, 639B, 639C, 640B, 646A, 650B, 652B, 656A, 658A, 660A, 663A, 665C, 667C, 671D, 678A (partim 92 %), 681C, 681F (partim 89 %), 685C (partim 7 %), 688B (partim 55 %), 692A, 696 (partim 23 %), 697, 698 (partim 19 %), 699 (partim 50 %), 700 (partim 84 %), 702E (partim 73 %), 703E (partim 9 %), 703F (partim 83 %), 705A (partim 30 %), 715A, 716A, 717A, 719A, 721 (partim 86 %), 722 (partim 83 %), 723 (partim 82 %), 724, 725C, 725D, 725F (partim 28 %), 727A, 729, 730 (partim 5 %), 752F (partim 85 %), 753A (partim 92 %), 754, 755, 756, 757A, 762A, 778B (partim 25 %), 868B (partim 83 %), 874A (partim 87 %), 876A (partim 46 %), 878A (partim 28 %), 885A, 886, 887A (partim 73 %), 895B, 896A, 897A, 899, 900, 901, 904, 906B, 906C, 911, 912B, 913B, 924H (partim 88 %), 945A (partim 81 %), 945B, 948H (partim 18 %), 953B, 962B, 962C (partim 94 %), 967C, 969B, 969C, 973D (partim 16 %), 985K, 994C (partim 93 %), 994D, 998C (partim 15 %) Gemeente BASTENAKEN 6de Afdeling Sectie A : perceel/percelen 1409F (partim 59 %), 1409P (partim 58 %), 1409V (partim 55 %), 1409W, 1409X, 1409Y (partim 55 %), 1410D (partim 55 %), 1410E (partim 51 %), 1410F (partim 54 %), 1410G (partim 58 %), 1410V (partim 51 %), 1410W (partim 40 %), 1410X (partim 55 %) Gezien om te worden gevoegd bij het aanwijzingsbesluit van de Waalse Regering van 30 april 2009 van de Natura 2000-locatie « BE34040 - Vallée de Villers-la-Bonne-Eau ».

Namen, 30 april 2009.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN

Bijlage 2. - Kaart met de geografische plaatsaanduiding van de Natura 2000-locatie « BE34040 - Vallée de Villers-la-Bonne-Eau » De bijgevoegde kaart bepaalt, op de dag van aanwijzing van de locatie, op een schaal van 1/10 000e (bekendgemaakt op een schaal van 1/25 000e) : 1° de omtrek van de locatie;2° de plaatsbepaling van de voornamelijke types natuurlijke habitats die op de locatie voorkomen door alle types natuurlijke habitats met een communautair belang die op de locatie voorkomen en waarvoor de locatie wordt aangewezen. Onverminderd artikel 1, tweede lid, van dit besluit, wordt die kaart ook bekendgemaakt : - In een elektronisch formaat op de website http://Natura2000.wallonie.be - Op papier in elke betrokken gemeente; - In beide formaten, bij de territoriaal betrokken buitendiensten van het Departement Natuur en Bossen.

Gezien om te worden gevoegd bij het aanwijzingsbesluit van de Waalse Regering van 30 april 2009 van de Natura 2000-locatie « BE34040 - Vallée de Villers-la-Bonne-Eau ».

Namen, 30 april 2009.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN

Bijlage 3. - Samenvatting van de wetenschappelijke criteria op grond waarvan de Natura 2000-locatie « BE34040 - Vallée de Villers-la-Bonne-Eau » is gekozen.

Deze bijlage vermeldt de resultaten van de beoordeling van het belang van de locatie om de instandhouding te waarborgen van de types natuurlijke habitats met een communautair belang van bijlage VIII en van de soorten met een communautair belang van bijlage IX en/of van de soorten vogels van bijlage XI bij de wet die op de locatie voorkomen.

Deze resultaten verantwoorden de selectie van de locatie als Natura 2000-locatie. De volledige gegevens, die de resultaten van de toepassing van de selectiecriteria omschrijven, zijn beschikbaar bij de centrale diensten van het Departement Natuur en Bossen, avenue Prince de Liège7, te 5100 Jambes et op de website http://Natura2000.wallonie.be Samenvatting van de resultaten : Raming van de bezette oppervlakten door de types natuurlijke habitats en soorten waarvoor de site is gekozen; raming van de populaties van soorten waarvoor de locatie is gekozen : A. Types natuurlijke habitats van gemeenschappelijk belang van bijlage VIII van de wet

Code

Naam

Oppervlakte (ha)

%

3150

Van nature eutrofe meren met vegetatie van het type Magnopotamion of Hydrocharition

0,7386

0.43

3260

Laagland en montane rivieren met vegetatie behorend tot het Ranunculion fluitantis en het Callitricho-Batrachion

1,0993

0.64

6410

Grasland met Molinia op kalkhoudende, venige of kleibodem (Molinion caeruleae)

0,3950

0.23

6430

Voedselrijke zoomvormende ruigten van het laagland en van de montane en alpiene zones

2,5249

1.47

6510

Laaggelegen schraal hooiland (Alopecurus pratensis, Sanguisorba officinalis)

0,8931

0.52

9110

Beukenbossen van het type Luzulo-Fagetum

36,40

21.19

9160

Sub-Atlantische en midden-Europese wintereikenbossen of eiken- haagbeukenbossen behorend tot het Carpinion-betuli

3,8474

2.24

91E0*

Alluviale bossen met Alnus glutinosa en Fraxinus excelsior (Alno-Padio, Alnion incarnae, Salicion albae)

7,3685

4.29


B. Soorten van de bijlagen IX en XI van de wet

Code

Latijnse naam

Franse naam

Bevolkingsgroep

residente

treksoorten

voortpl.

winter

etappe

1163

Cottus gobio

Donderpad

P


1304

Rhinolophus ferrumequinum

Grote hoefijzerneus

P


A229

Alcedo atthis

Ijsvogel

P


A030

Ciconia nigra

Zwarte ooievaar

P


A236

Dryocopus martius

Zwarte specht

1-2p.

A338

Lanius collurio

Grauwe klauwier

2-3p.

A072

Pernis apivorus

Wespendief

P


4038

Lycaena helle

Blauwe vuurvlinder

P (>1)


Verklaring : P= aanwezigheid; p = paar; id = eenling Gezien om te worden gevoegd bij het aanwijzingsbesluit van de Waalse Regering van 30 april 2009 van de Natura 2000-locatie « BE34040 - Vallée de Villers-la-Bonne-Eau ».

Namen, 30 april 2009.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, LUTGEN

Bijlage 4. - Lijst van de doelstellingen van de actieve beheersregeling, van de bijzondere verbodsbepalingen en van de andere voorzorgsmaatregelen die van toepassing zijn op de beheerseenheden van de Natura 2000-locatie "BE34040 - Vallée de Villers-la-Bonne-Eau" Deze bijlage bepaalt de doelstellingen van de actieve beheersregeling, de bijzondere verbodsbepalingen en de andere voorzorgsmaatregelen die van toepassing zijn op de beheerseenheden van de Natura 2000-locatie "BE34040 - Vallée de Villers-la-Bonne-Eau".

Voor elke beheerseenheid (BE) worden de betrokken types natuurlijke habitats en soorten met een communautair belang geïdentificeerd. De beheerseenheden worden per hoog milieutype bijeengebracht.

code van de BE

Naam van de BE

Polygone oppervlakten (Ha)

Lengte van de lijnen (m)

Aantal punten

C1

Watervlakken

2.022

2

C2

Waterlopen

11504


E1

Maaiweiden met een communautair belang

0.9944


E2

Oligrotrove vochtige weiden

7.3464

1

E4

Voedselrijke ruigten

5.9884


E6

Heischrale graslanden

0.191


E7

Verbindingsweiden en soorten met een communautair belang

38.5055

520


E8

Weiden die de habitats van de meest gevoelige soorten met een communautair belang herbergen

4.1111

2199


G1

Beukenbos met veldbies

38.304

47


G3

Niet-rivierbegeleidende inheemse bossen op vochtige grond

5.8056

79


G4

Alluviale bossen

8.9053

1626

1

G6

Dicht bebladerde inheemse bossen die niet onder een habitat met een communautair belang vallen

20.7974


G7

Exotische opstanden

36.3555

216


TOTAAL

169.3266

16191

4


Opmerking : De verschillende beheerseenden (BE) worden voorgesteld als (poylygone) oppervlakte-elementen uitgedrukt in ha en/of als lineaire elementen (lijnen) uitgedrukt in strekkende meter en/of puntelementen (punten) uitgedrukt in punten.

Beheerseenheid C1 : Watervlakken (2,022 en 2 punthabitats) Die beheerseenheid herbergt de volgende natuurlijke habitats : ? natuurlijke eutrofe watervlakken met vegetatie van het type Magnopotamion of Hydrocharition (3150); ? oevervegetaties, rietvelden en grote zeggenvegetaties verbonden met de watervlakken; ? habitats voor de voortplanting en het voeden van een regelmatige bevolking van ijsvogels (A229); ? rietvelden, grote zeggenvegetaties gelegen op de oever, aan de rand of aan het einde van een vijver.

Die beheerseenheid vormt de habitat van een hele reeks soorten met een communautair belang. Ze wordt in de ruimte beperkt tot die vochtige vegetaties. De watervegetatie van de vijvers van de locatie wordt plaatselijk en meestal gekenmerkt door de aanwezigheid van gemene soorten onder min of meer mesotrofe fysisch-chemische voorwaarden.

In die beheerseenheid toepasselijke instandhoudingsdoelstellingen : Volgens de staat van instandhouding op schaal van de locatie van die soorten natuurlijke habitats impliceren de instandhoudingsdoelstellingen hetgeen volgt : ? A01a - de bestaande oppervlakten van de natuurlijke habitats bewaren en, indien nodig, vergroten ? A02 - de bestaande oppervlakten bewaren en gepaste milieuvoorwaarden weer invoeren ? A07 - de aansluitmogelijkheid van het netwerk van de natuurlijke habitats handhaven en, indien nodig, ontwikkelen ? A09 - de verschillende typische soorten en de eigenschappen van de natuurlijke habitats handhaven en, indien nodig, ontwikkelen ? C02 - de kwaliteit van de oevers bewaren en, indien nodig, herstellen ? C03a - de kwaliteit van het water controleren en tegen de verschillende verontreinigingen strijden ? C07 - de uitbreiding van de invaderende exotische soorten beperken en zelfs uitroeien wanneer het mogelijk is ? C08 - de dichtheid van graafvissen naar best vermogen beperken om de troebelheid te verminderen en de bestanden van kikvorsachtige en ongewervelde dieren te laten ontwikkelen ? C09 - indien nodig, het waterpeil handhaven ? E03a - een trofisch niveau verenigbaar met de ecologische eisen van de betrokken soorten en habitats handhaven ? E04 - de eutrofiëring en het gebruik van herbiciden beperken ? E13a - de oligotrofievoorwaarden van het milieu handhaven en, indien nodig, weer invoeren ? G14 - de integratie met de voedselrijke ruigten ontwikkelen ? G15 - de nodige rust waarborgen Bijzondere verbodsbepalingen en andere voorzorgsmaatregelen die toepasselijk zijn in beheerseenheid C1 : 1° verboden zijn, behalve afwijkende beslissing van de inspecteur-generaal : ? M002 - de wijzigingen van het bodemreliëf.Het wederaanvullen van de ingangen van percelen wordt hier niet beoogd. ? M010a - De aanleg of de reactivering van niet-functionele draineerbuizen. Door de maatregel worden niet gedekt, de werken uitgevoerd in het kader van een vergunning verleend op grond van het stelsel van de landbouwrandvoorwaarden. ? M086b - elke handeling of activiteit, behalve de verbeteringen, die de fysisch-chemische eigenschappen van het substraat duidelijk wijzigt (op grond van de resultaten van een bodemanalyse). 2° aan de vergunning van de directeur onderworpen worden : ? M015 - het gebruik van insecticiden behalve in teelten en plaatselijke en gerichte genezende bestrijding tegen de schadelijke of problematische soorten voor de veiligheid van de personen of de dierengezondheid.De maatregel is niet van toepassing wanneer het gebruik in de lijn ligt van een door de openbare overheid gevoerd strijdplan. ? M016 - het gebruik van rodenticiden, antistollingsmiddelen en producten tegen mollen op landbouwarealen, behalve in teelten en plaatselijke en gerichte genezende bestrijding tegen de schadelijke of problematische soorten voor de veiligheid van de personen of de dierengezondheid. De maatregel wordt niet vereist wanneer het gebruik in de lijn ligt van een door de openbare overheid gevoerd strijdplan. ? M017a - het gebruik van elke herbicide. ? M029 - het gebruik van pesticiden tegen weekdieren (naaktslakken, huisjesslakken,...) ? M023a - de toegang van het vee tot de vijvers en watervlakken. De toegang tot de vijvers over maximum 25 % van de directe omgeving wordt hier niet beoogd. ? M053b - de installatie van voortdurende of tijdelijke houtopslagplaatsen. ? M068 - het jaarlijkse onderhoud (maaien, herprofileren) van meer dan één derde van de lengte van de sloten, draineerbuizen of oevers, behalve beheersplan. ? M153a - het verkeer van elk type motorvoertuig (met inbegrip van de vaartuigen) behalve degene die nodig zijn voor het beheer. ? M205 - het kappen van bomen met ooievaar- of roerdompnesten of met horsten van roofvogels zelfs buiten de voortplantingsperiode, wanneer die inlichtingen door het bestuur aan de eigenaar worden medegedeeld. ? M208 - de aanzienlijke kunstmatige vergroting van de dichtheid van roof- of graafvisbestanden in de watervlakken. 3° aan de directeur betekend moeten worden : ? M058 - de uitvoering, op alle waterlopen en alle oppervlaktewateren van de locatie, van gewone reinigings- onderhoud- en herstelwerken die het waterstelsel of de beekvegetatie of de fysionomie van de oevers duidelijk kunnen beïnvloeden, behalve bescherming van de kunstwerken en van de personen. ? M086b - elke verbetering die de fysisch-chemische eigenschappen van het substraat duidelijk wijzigt (op grond van de resultaten van een bodemanalyse). ? M093b - elke beplanting van bomen of struiken.

Beheerseenheid C2 : Waterlopen (11.504 m lineair) Die beheerseenheid kan de volgende natuurlijke habitats herbergen : ? de rivieren van Ranunculion fluitantis (3260); ? habitats voor de voortplanting en het voeden van een regelmatige bevolking van zwarte ooievaars (A030), van ijsvogels (A229) en van donderpadden (1163).

Die beheerseenheid heeft als doel de waterlopen met een communautair belang te verenigen. Die beheerseenheid houdt ook rekening met een reeks soorten met een communautair belang die hun habitat geheel of gedeeltelijk in deze waterlopen hebben. Ze wordt in de ruimte door de oevers van de waterlopen of het uitbreidingsgebied van de bronnen beperkt.

In die beheerseenheid toepasselijke instandhoudingsdoelstellingen : Volgens de staat van instandhouding op schaal van de locatie van die soorten natuurlijke habitats impliceren de instandhoudingsdoelstellingen hetgeen volgt : ? A01a - de bestaande oppervlakten van de natuurlijke habitats bewaren en, indien nodig, vergroten ? A07 - de aansluitmogelijkheid van het netwerk van de natuurlijke habitats handhaven en, indien nodig, ontwikkelen ? A09 - de verschillende typische soorten en de eigenschappen van de natuurlijke habitats handhaven en, indien nodig, ontwikkelen ? C01- de morfologische kwaliteit van de waterlopen (overlangse en laterale continuïteit, verscheidenheid van de faciès, natuurlijke fluctuatie van het waterpeil, meandervorming, afdichting van de bodem,...) bewaren en, indien nodig, herstellen ? C02 - de kwaliteit van de oevers bewaren en, indien nodig, herstellen ? C03a - de kwaliteit van het water bewaren of herstellen en tegen de verschillende verontreinigingen strijden ? C04 - blote grindgronden en sluisvloeren bewaren en indien nodig herstellen ? C05 - de verbindingen met de dode armen bewaren en, indien nodig, herstellen ? C06 - de oeverranden en andere grensvlakken bewaren en, indien nodig, ontwikkelen ? C07 - de uitbreiding van de invaderende exotische soorten beperken en zelfs uitroeien wanneer het mogelijk is ? E04 - de eutrofiëring en het gebruik van herbiciden beperken ? E08 - de integratie met de alluviale bossen ontwikkelen ? G14 - de integratie met de voedselrijke ruigten ontwikkelen ? G15 - de nodige rust waarborgen Bijzondere verbodsbepalingen en andere voorzorgsmaatregelen die toepasselijk zijn in beheerseenheid C2 : 1° verboden zijn, behalve afwijkende beslissing van de inspecteur-generaal : ? M002 - de wijzigingen van het bodemreliëf.Het wederaanvullen van de ingangen van percelen wordt hier niet beoogd. ? M086b - elke handeling of activiteit, behalve de verbeteringen, die de fysisch-chemische eigenschappen van het substraat duidelijk wijzigt(op grond van de resultaten van een bodemanalyse). 2° aan de vergunning van de directeur onderworpen worden : ? M015 - het gebruik van insecticiden in de landbouw, behalve in teelten en plaatselijke en gerichte genezende bestrijding tegen de schadelijke of problematische soorten voor de veiligheid van de personen of de dierengezondheid.De maatregel is niet van toepassing wanneer het gebruik in de lijn ligt van een door de openbare overheid gevoerd strijdplan. ? M016 - het gebruik van rodenticiden, antistollingsmiddelen en producten tegen mollen in landbouwarealen behalve in teelten en plaatselijke en gerichte genezende bestrijding tegen de schadelijke en problematische soorten voor de veiligheid van de personen of de dierengezondheid. De maatregel wordt niet vereist wanneer het gebruik in de lijn ligt van een door de openbare overheid gevoerd strijdplan. ? M068 - het jaarlijkse onderhoud (maaien, herprofileren) van meer dan één derde van de lengte van de sloten, draineerbuizen of oevers. ? M153b - het verkeer van elk type motorvoertuig (met inbegrip van de vaartuigen) behalve degene die nodig zijn voor het beheer of het verkeer van de boden in de onbevaarbare waterlopen. 3° aan de directeur betekend moeten worden : ? M017a - het gebruik van elke herbicide. ? M058 - de uitvoering, op alle waterlopen en alle oppervlaktewateren van de locatie, van gewone reinigings-, onderhouds- en herstelwerken die het waterstelsel of de beekvegetatie of de fysionomie van de oevers duidelijk kunnen beïnvloeden, behalve bescherming van de kunstwerken en van de personen. ? M069 - het kappen van oude bomen, met inbegrip van hun natuurlijke dood, langs de oevers van de waterlopen en watervlakken, buiten de onderhoudswerken die nodig zijn voor de bescherming van de kunstwerken of voor de openbare veiligheid. ? M086c - elke verbetering die de fysisch-chemische eigenschappen van het substraat duidelijk wijzigt (op grond van de resultaten van een bodemanalyse). ? M021 - het verkeer te voet, op ski's of sneeuwschoenen, te paard of in een licht niet-gemotoriseerd voertuig buiten de grote wegen, wegen of paden, behalve om reden van wetenschappelijk onderzoek, toezicht op fauna en flora, behalve eigenaars en rechthebbenden.

Beheerseenheid C1 : Maaiweiden met een communautair belang (0,9944 ha) Die beheerseenheid kan de volgende natuurlijke habitats herbergen : ? weinig bemeste submontane maaiweiden (6512); ? habitats voor de voortplanting en het voeden van een regelmatige bevolking van Rhinolophus ferrumequinum (1304), zwarte ooievaars (A030), wespendieven (A072) en grauwe klauwiers (A338).

Die beheerseenheid heeft als doel de maaiweiden met een communautair belang alsmede de vochtige maaiweiden met een hoge biologische kwaliteit te verenigen. Die beheerseenheid houdt ook rekening met een reeks soorten met een communautair belang die hun habitat geheel of gedeeltelijk in die weiden hebben.

In die beheerseenheid toepasselijke instandhoudingsdoelstellingen : Volgens de staat van instandhouding op schaal van de locatie van die soorten natuurlijke habitats impliceren de instandhoudingsdoelstellingen hetgeen volgt : ? A01a - de bestaande oppervlakten van de natuurlijke habitats bewaren en, indien nodig, vergroten ? A07 - de aansluitmogelijkheid van het netwerk van de natuurlijke habitats handhaven en, indien nodig, ontwikkelen ? A09 - de verschillende typische soorten en de eigenschappen van de natuurlijke habitats handhaven en, indien nodig, ontwikkelen ? C07 - de uitbreiding van de invaderende exotische soorten beperken en zelfs uitroeien wanneer het mogelijk is ? E01a - een weidruk verenigbaar met de ecologische eisen van de betrokken soorten en habitats handhaven ? E02 - plantengroei en braak met sociale grassen beperken ? E03a - een trofisch niveau verenigbaar met de ecologische eisen van de betrokken soorten en habitats handhaven ? E05 - het bosrijke netwerk handhaven en ontwikkelen Bijzondere verbodsbepalingen en andere voorzorgsmaatregelen die toepasselijk zijn in beheerseenheid E1 : 1° verboden zijn, behalve afwijkende beslissing van de inspecteur-generaal : ? M002 - de wijzigingen van het bodemreliëf.Het bijvullen van de ingangen van percelen wordt hier niet beoogd. ? M035 - het gebruik van minerale of organische meststoffen met een snelle werking in de voortdurende weiden die habitats met een communautair belang zijn. ? M073 - het aanbrengen van organische meststoffen met een trage werking behalve tussen 1 juli tot 30 september. ? M089 - buiten de percelen opgenomen in het geïntegreerde beheers- en controlesysteem (GBCS) en elke weide vóór 1 juli, behalve beheersplan. ? M099 - de veevoeding. 2° aan de vergunning van de directeur onderworpen worden : ? M015 - het gebruik van insecticiden op landbouwarealen, behalve in teelten en plaatselijke en gerichte genezende bestrijding tegen de schadelijke of problematische soorten voor de veiligheid van de personen of de dierengezondheid.De maatregel is niet van toepassing wanneer het gebruik in de lijn ligt van een door de openbare overheid gevoerd strijdplan. ? M016 - het gebruik van rodenticiden, antistollingsmiddelen en producten tegen mollen op landbouwarealen behalve in teelten en plaatselijke en gerichte genezende bestrijding tegen de schadelijke en problematische soorten voor de veiligheid van de personen of de dierengezondheid. De maatregel wordt niet vereist wanneer het gebruik in de lijn ligt van een door de openbare overheid gevoerd strijdplan. ? M029 - het gebruik van pesticiden tegen weekdieren (naaktslakken, huisjesslakken,...) in de landbouw. ? M053a - de inrichting van voortdurende of tijdelijke opslagplaatsen van elke organische stof (stro, mest...) met inbegrip van hout. Alleen de tijdelijke opslag van stoffen bestemd voor de bemesting van het perceel zijn toegelaten. ? M080 - het nazaaien in weiden met de geselecteerde groenvoedergewassen (ray-grass, kropaar, klavers, doddegras,...) ? M093 - elke beplanting van bomen of struiken behalve voor de beplanting van inheemse heggen, van lijnen van inheemse bomen en van afgelegen inheemse bomen. ? M097 - buiten de percelen opgenomen in het geïntegreerde beheers- en controlesysteem (GBCS), de wei met een last hoger dan 225 UGB x dagen/ha en/jaar 3° aan de directeur betekend moeten worden : ? M080b - het nazaaien in weiden met de geselecteerde groenvoedergewassen (ray-grass, kropaar, klavers, doddegras,...) wanneer het gaat om gerichte en gelokaliseerde herstelwerken voor schade van wilde zwijnen en dassen.

Beheerseenheid E2 : Oligrotrofe vochtige weiden (7,3464 en 1 punthabitats) Die beheerseenheid kan de volgende natuurlijke habitats herbergen : ? oligrotrofe vochtige weiden (6410); ? vochtige maaiweiden met een buitengewone biologische kwaliteit; ? vochtige weiden van hoge biologische kwaliteit; ? habitats voor de voortplanting en het voeden van een regelmatige bevolking van blauwe vuurvlinders (4038), van grote hoefijzerneuzen (1304), van zwarte ooievaars (A030), wespendieven (A072) en grauwe klauwdieren (A338).

Die beheerseenheid heeft als doel de oligotrofe vochtige maaiweiden te verenigen. Ze omvat ook zeer vochtige weiden (vormingen van de Junco-Cynosuretum) met een hoog biologisch belang. Die beheerseenheid houdt ook rekening met een reeks soorten met een communautair belang die hun habitat geheel of gedeeltelijk in deze weiden hebben.

In die beheerseenheid toepasselijke instandhoudingsdoelstellingen : Volgens de staat van instandhouding op schaal van de locatie van die soorten natuurlijke habitats impliceren de instandhoudingsdoelstellingen hetgeen volgt : ? A01a - de bestaande oppervlakten van de natuurlijke habitats bewaren en, indien nodig, vergroten ? A07 - de aansluitmogelijkheid van het netwerk van de natuurlijke habitats handhaven en, indien nodig, ontwikkelen ? A09 - de verschillende typische soorten en de eigenschappen van de natuurlijke habitats handhaven en, indien nodig, ontwikkelen ? E01a - een weidruk verenigbaar met de ecologische eisen van de betrokken soorten en habitats handhaven ? E02 - plantengroei en braak met sociale grassen beperken ? E05 - het bosrijke netwerk handhaven en ontwikkelen ? E10 - de fysisch-chemise eigenschappen van het substraat ten opzichte van de ecologische eisen van de betrokken soorten en habitats handhaven ? E12 - het waterpeil van de natuurlijke habitats handhaven en, indien nodig, herstellen ? E13a - de oligotrofievoorwaarden van het milieu handhaven en, indien nodig, weer invoeren ? G09 - de inzakking van de bodem beperken ? G15 - de nodige rust waarborgen Bijzondere verbodsbepalingen en andere voorzorgsmaatregelen die toepasselijk zijn in beheerseenheid E2 : 1° verboden zijn, behalve afwijkende beslissing van de inspecteur-generaal : ? M002 - de wijzigingen van het bodemreliëf.Het bijvullen van de ingangen van percelen wordt hier niet beoogd. ? M010a - De aanleg of de reactivering van niet-functionele draineerbuizen De werken uitgevoerd in het kader van een vergunning verleend op grond van het stelsel van de landbouwrandvoorwaarden worden door deze maatregel niet beoogd. ? M035a- het gebruik van minerale in de voortdurende weiden die habitats of habitats met een communautair belang zijn. ? M080 - het nazaaien in weiden met de geselecteerde groenvoedergewassen (ray-grass, kropaar, klavers, doddegras,...) ? M086a - elke handeling of activiteit, behalve de verbeteringen, die de fysisch-chemische eigenschappen van het substraat duidelijk wijzigt (op grond van de resultaten van een bodemanalyse). Het terugkeren van de dieren in weiden wordt hier niet beoogd. ? M089 - buiten de percelen opgenomen in het geïntegreerde beheers- en controlesysteem (GBCS) en elke weide vóór 1 juli, behalve beheersplan ? M096 - buiten de percelen opgenomen in het geïntegreerde beheers- en controlesysteem (GBCS), de wei met een last hoger dan 75 UGB x dagen/ha en/jaar, behalve beheersplan. (behalve voor de vormingen van de Junco-Cynosuretum waar een hogere last toegelaten kan worden). ? M099 - de veevoeding. 2° aan de vergunning van de directeur onderworpen worden : ? M015 - het gebruik van insecticiden op landbouwarealen, behalve in teelten en plaatselijke en gerichte genezende bestrijding tegen de schadelijke of problematische soorten voor de veiligheid van de personen of de dierengezondheid.De maatregel is niet van toepassing wanneer het gebruik in de lijn ligt van een door de openbare overheid gevoerd strijdplan. ? M016 - het gebruik van rodenticiden, antistollingsmiddelen en producten tegen mollen op landbouwarealen behalve in teelten en plaatselijke en gerichte genezende bestrijding tegen de schadelijke en problematische soorten voor de veiligheid van de personen of de dierengezondheid. De maatregel wordt niet vereist wanneer het gebruik in de lijn ligt van een door de openbare overheid gevoerd strijdplan. ? M017a - het gebruik van elke herbicide. ? M029 - het gebruik van pesticiden tegen weekdieren (naaktslakken, huisjesslakken,...) op landbouwarealen. ? M053a - de inrichting van voortdurende of tijdelijke opslagplaatsen van elke organische stof (stro, mest...) met inbegrip van hout. Alleen de tijdelijke opslag van stoffen bestemd voor de bemesting van het perceel zijn toegelaten. ? M086c - elke verbetering die de fysisch-chemische eigenschappen van het substraat duidelijk wijzigt (op grond van de resultaten van een bodemanalyse). ? M093 - elke beplanting van bomen of struiken behalve voor de beplanting van inheemse heggen, van lijnen van inheemse bomen en van afgelegen inheemse bomen. ? M153 - het verkeer van motorvoertuigen behalve degene die nodig zijn voor het beheer. ? M027 - het gebruik van substraten voor het onderhoud van wegen voorzien van een splitlaag en onverharde wegen die de zuurtegraad van de bodem duidelijk wijzigen. 3° aan de directeur betekend moeten worden : ? M080b - het nazaaien in weiden met de geselecteerde groenvoedergewassen (ray-grass, kropaar, klavers, doddegras,...) wanneer het gaat om gerichte en gelokaliseerde herstelwerken voor schade van wilde zwijnen en dassen. ? M021 - het verkeer te voet, op ski's of sneeuwschoenen, te paard of in een licht niet-gemotoriseerd voertuig buiten de grote wegen, wegen of paden, behalve om reden van wetenschappelijk onderzoek, toezicht op fauna en flora, behalve eigenaars en rechthebbenden.

Beheerseenheid E4 : Voedselrijke ruigten (5,9884 ha) Die beheerseenheid kan de volgende natuurlijke habitats herbergen : ? voedselrijke ruigten (6430); ? grote zeggenvegetaties; ? habitats voor de voortplanting of het voeden van een regelmatige bevolking van blauwe vuurvlinders (4038), van vleermuizen met een communautair belang (grote hoefijzerneus (1304)), van zwarte ooievaars (A030), wespendieven (A072) en grauwe klauwdieren (A338).

Die beheerseenheid heeft als doel de verschillende soorten voedselrijke ruigten (6430) en de grote zeggenvegetetaties die gelijksoortige stations bezetten of die een complex met de voedselrijke ruigten vormen, te verenigen. Die beheerseenheid houdt ook rekening met een reeks soorten met een communautair belang die hun habitat geheel of gedeeltelijk in deze milieus hebben.

In die beheerseenheid toepasselijke instandhoudingsdoelstellingen : Volgens de staat van instandhouding op schaal van de locatie van die soorten natuurlijke habitats impliceren de instandhoudingsdoelstellingen hetgeen volgt : ? A01a - de bestaande oppervlakten van de natuurlijke habitats bewaren en, indien nodig, vergroten ? A07 - de aansluitmogelijkheid van het netwerk van de natuurlijke habitats handhaven en, indien nodig, ontwikkelen ? A09 - de verschillende typische soorten en de eigenschappen van de natuurlijke habitats handhaven en, indien nodig, ontwikkelen ? C03a - de kwaliteit van het water bewaren of herstellen en tegen de verschillende verontreinigingen strijden ? C07 - de uitbreiding van de invaderende exotische soorten beperken en zelfs uitroeien wanneer het mogelijk is ? E02 - plantengroei en braak met sociale grassen beperken ? E08a - de integratie met de alluviale bossen, de watervlakken en waterlopen ontwikkelen ? E10 - de fysisch-chemise eigenschappen van het substraat ten opzichte van de ecologische eisen van de betrokken soorten en habitats handhaven ? E12 - het waterpeil van de natuurlijke habitats handhaven en, indien nodig, herstellen ? G09 - de inzakking van de bodem beperken ? G15 - de nodige rust waarborgen Bijzondere verbodsbepalingen en andere voorzorgsmaatregelen die toepasselijk zijn in beheerseenheid E4 : 1° verboden zijn, behalve afwijkende beslissing van de inspecteur-generaal : ? M002 - de wijzigingen van het bodemreliëf.Het bijvullen van de ingangen van percelen wordt hier niet beoogd. ? M010a - De aanleg of de reactivering van niet-functionele draineerbuizen. De werken uitgevoerd in het kader van een vergunning verleend op grond van het stelsel van de landbouwrandvoorwaarden worden door die maatregel niet beoogd. ? M035a- het gebruik van minerale meststoffen in de voortdurende weiden die habitats of habitats met een communautair belang zijn. ? M080a - het nazaaien in weiden met de geselecteerde groenvoedergewassen (ray-grass, kropaar, klavers, doddegras,...) wanneer het gaat om gerichte en gelokaliseerde herstelwerken voor schade van wilde zwijnen en dassen. ? M086a - elke handeling of activiteit, behalve de verbeteringen, die de fysisch-chemische eigenschappen van het substraat duidelijk (op grond van de resultaten van een bodemanalyse) wijzigt. Het terugkeren van de dieren in weiden wordt hier niet beoogd. ? M089 - buiten de percelen opgenomen in het geïntegreerde beheers- en controlesysteem (GBCS) en elke weide vóór 1 juli, behalve beheersplan. ? M093a - elke beplanting van overplanting van bomen of struiken. Die maatregel beoogt niet de overplanting van bomen die minimum op 7 meter afstand van elkaar liggen. ? M096 - buiten de percelen opgenomen in het geïntegreerde beheers- en controlesysteem (GBCS), de wei met een last hoger dan 75 UGB x dagen/ha en/jaar, behalve beheersplan. ? M099 - de veevoeding. 2° aan de vergunning van de directeur onderworpen worden : ? M015 - het gebruik van insecticiden in de landbouw, behalve in teelten en plaatselijke en gerichte genezende bestrijding tegen de schadelijke of problematische soorten voor de veiligheid van de personen of de dierengezondheid.De maatregel is niet van toepassing wanneer het gebruik in de lijn ligt van een door de openbare overheid gevoerd strijdplan. ? M016 - het gebruik van rodenticiden, antistollingsmiddelen en producten tegen mollen in het landbouwbeleid behalve in teelten en plaatselijke en gerichte genezende bestrijding tegen de schadelijke of problematische soorten voor de veiligheid van de personen of de dierengezondheid. De maatregel wordt niet vereist wanneer het gebruik in de lijn ligt van een door de openbare overheid gevoerd strijdplan. ? M017a - het gebruik van elke herbicide. ? M029 - het gebruik van pesticiden tegen weekdieren (naaktslakken, huisjesslakken,...) op landbouwarealen. ? M053a - de inrichting van voortdurende of tijdelijke opslagplaatsen van elke organische stof (stro, mest...) met inbegrip van hout. Alleen de tijdelijke opslag van stoffen bestemd voor de bemesting van het perceel zijn toegelaten. ? M068 - het jaarlijkse onderhoud (maaien, herprofileren) van meer dan één derde van de lengte van de sloten, draineerbuizen of oevers ? M086c - elke verbetering die de fysisch-chemische eigenschappen van het substraat duidelijk (op grond van de resultaten van een bodemanalyse) wijzigt. ? M153 - het verkeer van motorvoertuigen behalve degene die nodig zijn voor het beheer. ? M027 - het gebruik van substraten voor het onderhoud van wegen voorzien van een splitlaag en onverharde wegen die de zuurgraad van de bodem duidelijk wijzigen. 3° aan de directeur betekend moeten worden : ? M093c - de overplanting van bomen die minimum op 7 meter afstand van elkaar liggen.De overplantingen van oliën gelijk aan de vorige bevolkingen en die geen werk zouden vereisen, zijn hier niet bedoeld.

Beheerseenheid E6 : Heischrale graslanden (0,191 ha) Die beheerseenheid kan de volgende natuurlijke habitats herbergen : ? Heischrale graslanden (6230); ? weiden met geringe opbrengst op kiezelhoudende bodem (Festuco-Cynosuretum); ? habitats voor de voortplanting en het voeden van wespendief (A072).

Die BE verenigt de verschillende soorten droge submontane of montane grassen met nardus.

In die beheerseenheid toepasselijke instandhoudingsdoelstellingen : Volgens de staat van instandhouding op schaal van de locatie van die soorten natuurlijke habitats impliceren de instandhoudingsdoelstellingen hetgeen volgt : ? A01a - de bestaande oppervlakten van de natuurlijke habitats bewaren en, indien nodig, vergroten ? A07 - de aansluitmogelijkheid van het netwerk van de natuurlijke habitats handhaven en, indien nodig, ontwikkelen ? A09 - de verschillende typische soorten en de eigenschappen van de natuurlijke habitats handhaven en, indien nodig, ontwikkelen ? E01a - een weidruk verenigbaar met de ecologische eisen van de betrokken soorten en habitats handhaven ? E02 - plantengroei en braak met sociale grassen beperken ? E04 - de eutrofiëring en het gebruik van herbiciden beperken ? E10 - de fysisch-chemise eigenschappen van het substraat ten opzichte van de ecologische eisen van de betrokken soorten en habitats handhaven ? E13a - de oligotrofievoorwaarden van het milieu handhaven en, indien nodig, weer invoeren ? G15 - de nodige rust waarborgen Bijzondere verbodsbepalingen en andere voorzorgsmaatregelen die toepasselijk zijn in beheerseenheid E6 : 1° verboden zijn, behalve afwijkende beslissing van de inspecteur-generaal : ? M002 - de wijzigingen van het bodemreliëf.Het bijvullen van de ingangen van percelen wordt hier niet beoogd. ? M035a- het gebruik van minerale meststoffen in de voortdurende weiden die habitats of habitats met een communautair belang zijn. ? M080 - het nazaaien in weiden met de geselecteerde groenvoedergewassen (ray-grass, kropaar, klavers, doddegras,...) ? M086a - elke handeling of activiteit, behalve de verbeteringen, die de fysisch-chemische eigenschappen van het substraat duidelijk (op grond van de resultaten van een bodemanalyse) wijzigt. Het terugkeren van de dieren in weiden wordt hier niet beoogd. ? M086c - elke verbetering die de fysisch-chemische eigenschappen van het substraat duidelijk (op grond van de resultaten van een bodemanalyse) wijzigt. ? M089 - buiten de percelen opgenomen in het geïntegreerde beheers- en controlesysteem (GBCS) en elke weide vóór 1 juli, behalve beheersplan ? M093b - elke beplanting van bomen of struiken. ? M096 - buiten de percelen opgenomen in het geïntegreerde beheers- en controlesysteem (GBCS), de wei met een last hoger dan 75 UGB x dagen/ha en/jaar, behalve beheersplan. ? M099 - de veevoeding. 2° aan de vergunning van de directeur onderworpen worden : ? M015 - het gebruik van insecticiden op landbouwarealen, behalve in teelten en plaatselijke en gerichte genezende bestrijding tegen de schadelijke of problematische soorten voor de veiligheid van de personen of de dierengezondheid.De maatregel is niet van toepassing wanneer het gebruik in de lijn ligt van een door de openbare overheid gevoerd strijdplan. ? M016 - het gebruik van rodenticiden, antistollingsmiddelen en producten tegen mollen op landbouwarealen behalve in teelten en plaatselijke en gerichte genezende bestrijding tegen de schadelijke of problematische soorten voor de veiligheid van de personen of de dierengezondheid. De maatregel wordt niet vereist wanneer het gebruik in de lijn ligt van een door de openbare overheid gevoerd strijdplan. ? M017a - het gebruik van elke herbicide. ? M029 - het gebruik van pesticiden tegen weekdieren (naaktslakken, huisjesslakken,...) in de landbouw. ? M053a - de inrichting van voortdurende of tijdelijke opslagplaatsen van elke organische stof (stro, mest...) met inbegrip van hout. Alleen de tijdelijke opslag van stoffen bestemd voor de bemesting van het perceel zijn toegelaten. ? M153 - het verkeer van motorvoertuigen behalve degene die nodig zijn voor het beheer. ? M027 - het gebruik van substraten voor het onderhoud van wegen voorzien van een splitlaag en onverharde wegen die de zuurgraad van de bodem duidelijk wijzigen. ? R114 - de opzettelijke vernietiging van de nesten van vliesvleugeligen, behalve wanneer ze gerechtvaardigd wordt door redenen van openbare veiligheid. 3° aan de directeur betekend moeten worden : ? M080b - het nazaaien in weiden met de geselecteerde groenvoedergewassen (ray-grass, kropaar, klavers, doddegras,...) wanneer het gaat om gerichte en gelokaliseerde herstelwerken voor schade van wilde zwijnen en dassen. ? M021 - het verkeer te voet, op ski's of sneeuwschoenen, te paard of in een licht niet-gemotoriseerd voertuig buiten de grote wegen, wegen of paden, behalve om reden van wetenschappelijk onderzoek, toezicht op fauna en flora, behalve eigenaars en rechthebbenden.

Beheerseenheid E7 : Verbindingsweiden en soorten met een communautair belang (38,5055 ha en 520 m lineair) Die beheerseenheid kan de volgende natuurlijke habitats herbergen : ? intensieve weiden met een gering biologisch belang maar belangrijk om de aansluitmogelijkheid in de Natura 2000-locaties te waarborgen of om te dienen als secundaire zones voor de voortplanting of het voeden; ? habitats voor de voortplanting en het voeden van een regelmatige bevolking van zwarte ooievaars (A030), van wespendieven (A072);; ? habitats voor de voortplanting en het voeden met geringe dichtheid van bevolking van grauwe klauwdieren (A3338) ? gebieden voor de jacht op de grote hoefijzerneus (1304).

Die beheerseenheid heeft als doel intensieve weiden met een gering biologisch belang te verenigen. Het betreft ofwel hoog bemeste maaiweiden, ofwel om ray-grass- en kamgrasweiden, ofwel weiden die onderworpen zijn aan een gemengd stelsel en die tussen de twee eerste types liggen.

In die beheerseenheid toepasselijke instandhoudingsdoelstellingen : Volgens de staat van instandhouding op schaal van de locatie van die soorten natuurlijke habitats impliceren de instandhoudingsdoelstellingen hetgeen volgt : ? E04 - de eutrofiëring en het gebruik van herbiciden beperken ? E05 - het bosrijke netwerk handhaven en ontwikkelen ? E12 - het waterpeil van de natuurlijke habitats handhaven en, indien nodig, herstellen ? G15 - de nodige rust waarborgen Bijzondere verbodsbepalingen en andere voorzorgsmaatregelen die toepasselijk zijn in beheerseenheid E7 : 1° aan de vergunning van de directeur onderworpen worden : ? M040 - elke beplanting van weiden of landbouwgronden voor de teelt van sierbomen of kerstbomen.2° aan de directeur betekend moeten worden : ? M093d - elke beplanting van bomen of struiken behalve voor de beplanting van inheemse heggen, van lijnen van inheemse bomen en van afgelegen inheemse bomen en hoogstamboomgaarden. Beheerseenheid E8 : Weiden die de habitats van de meest gevoelige soorten met een communautair belang herbergen (lineair 4,1111 ha et 2 199 m) Die beheerseenheid kan de volgende natuurlijke habitats herbergen : ? minder intensieve weiden die een belangrijke rol spelen om de aansluitmogelijkheid in de Natura 2000-locaties te waarborgen en om hun huidige kwaliteit als zones voor de voortplanting of het voeden van soorten met een communautair belang te handhaven; ? habitats voor de voortplanting of het voeden van een regelmatige bevolking van grauwe klauwdier (A338).

In die beheerseenheid toepasselijke instandhoudingsdoelstellingen Volgens de staat van instandhouding op schaal van de locatie van die soorten natuurlijke habitats impliceren de instandhoudingsdoelstellingen hetgeen volgt : ? E03b - een trofisch niveau verenigbaar met de ecologische eisen van de betrokken soorten handhaven ? E04 - de eutrofiëring en het gebruik van herbiciden beperken ? E05 - het bosrijke netwerk handhaven en ontwikkelen ? E06 - het huidige bosrijke netwerk bewaren en zelfs verbeteren naar gelang van de eigenschappen die aan de betrokken soorten eigen zijn. ? E12 - het waterpeil van de natuurlijke habitats handhaven en, indien nodig, herstellen ? G15 - de nodige rust waarborgen Bijzondere verbodsbepalingen en andere voorzorgsmaatregelen die toepasselijk zijn in beheerseenheid E8 : 1° verboden zijn, behalve afwijkende beslissing van de inspecteur-generaal : ? M035a - het gebruik van minerale meststoffen in de voortdurende weiden die habitats of habitats met een communautair belang zijn. ? M072 - het aanbrengen van organische meststoffen en grondverbeteringsmiddelen behalve tussen 01/07 tot 15/09. 2° aan de vergunning van de directeur onderworpen worden : ? M015 - het gebruik van insecticiden op landbouwarealen, behalve in teelten en plaatselijke en gerichte genezende bestrijding tegen de schadelijke of problematische soorten voor de veiligheid van de personen of de dierengezondheid.De maatregel is niet van toepassing wanneer het gebruik in de lijn ligt van een door de openbare overheid gevoerd strijdplan. ? M016 - het gebruik van rodenticiden, antistollingsmiddelen en producten tegen mollen op landbouwarealen behalve in teelten en plaatselijke en gerichte genezende bestrijding tegen de schadelijke of problematische soorten voor de veiligheid van de personen of de dierengezondheid. De maatregel wordt niet vereist wanneer het gebruik in de lijn ligt van een door de openbare overheid gevoerd strijdplan. ? M040 - elke beplanting van weiden of landbouwgronden voor de teelt van sierbomen of kerstbomen. ? M080a - het nazaaien in weiden met de geselecteerde groenvoedergewassen (ray-grass, kropaar, klavers, doddegras,...) wanneer het gaat om gerichte en gelokaliseerde herstelwerken voor schade van wilde zwijnen en dassen. 3° aan de directeur betekend moeten worden : ? M035b - het gebruik van organische meststoffen in de voortdurende weiden die habitats of habitats met een communautair belang zijn. ? M093d - elke beplanting van bomen of struiken behalve voor de beplanting van inheemse heggen, van lijnen van inheemse bomen en van afgelegen inheemse bomen en hoogstamboomgaarden.

Beheerseenheid G1 : Beukenbos met veldbies (38,304 ha et 47 m lineair) Die beheerseenheid kan de volgende natuurlijke habitats herbergen : ? de beukenbossen met veldbies (9110); ? habitats voor de voortplanting en het voeden van een regelmatige bevolking van zwarte spechten (A236), wespendieven (A072), zwarte ooievaars (A030), grote hoefijzerneuzen (1304).

Die BE heeft als doel de boshabitats gebonden aan de ontwikkelingsreeks van het bekenbos met veldbies te verenigen, namelijk gebieden waarin de beuk heerst maar ook gebieden waarin plaatselijk de eik of andere typische soorten beukenbossen heersen.

Vooral de grote bomengroepen van acidofiele Ardense beukenbossen worden hier beoogd.

Die BE houdt ook rekening met de aanwezigheid binnen de bovenvermelde habitats van bossoorten met een communautair belang, zoals spechten, bosvleermuizen en de zwarte ooievaar.

In die beheerseenheid toepasselijke instandhoudingsdoelstellingen : Volgens de staat van instandhouding op schaal van de locatie van die soorten van natuurlijke habitats impliceren de instandhoudingsdoelstellingen hetgeen volgt : ? A01a - de bestaande oppervlakten van de natuurlijke habitats bewaren en, indien nodig, vergroten ? A07 - de aansluitmogelijkheid van het netwerk van de natuurlijke habitats handhaven en, indien nodig, ontwikkelen ? A09 - de verschillende typische soorten en de eigenschappen van de natuurlijke habitats handhaven en, indien nodig, ontwikkelen ? C07 - de uitbreiding van de invaderende exotische soorten beperken en zelfs uitroeien wanneer het mogelijk is ? E03a - een trofisch niveau verenigbaar met de ecologische eisen van de betrokken soorten en habitats handhaven ? E13a - de oligotrofievoorwaarden van het milieu handhaven en, indien nodig, weer invoeren ? G01 - de oppervlakten van loofbomen die oude wouden zijn, bewaren ? G04 - een voldoende volume dood hout en met name grote en oude bomen (senescentieplekken) bewaren ? G05 - gebieden bevorderen die niet onderworpen worden aan de bosexploitatie ? G08 - een spontane en gevarieerde opstand houtachtige gewassen bewaren alsook een opstand soorten die het bewijs zijn van weinig verstoorde bossen ? G09 - de inzakking van de bodem beperken ? G10 - de verticale en horizontale structuren afwisselen, waarbij voortdurende open of gelijkgestelde gebieden worden gehandhaafd. ? G13 - de processen voor natuurlijke regeneratie ontwikkelen Bijzondere verbodsbepalingen en andere voorzorgsmaatregelen die toepasselijk zijn in beheerseenheid G1 : 1° aan de vergunning van de directeur onderworpen worden : ? M003 - het afnemen van stalstro of van de humuslaag. ? M043 - de over een periode van 6 jaar geboekte leegkappen uit één aaneengesloten deel, van meer dan 1 ha in de inheemse dicht bebladerde opstanden behalve als hogere kappen nodig zijn voor de regeneratie van bepaalde habitats zoals eikenbossen. ? M050 - het rooien van bomen en de totale verwijdering van bosrestanten (vermalen met tolbrekers, afbranden) behalve gelokaliseerde tussenkomst op de beplantingslijnen. ? M051 - de boswerken op minder dan 100 m van een nest bewoond door zeldzame roofvogels op gewestelijke schaal (horst in de bomen) op minder dan 150 m van een ooievaarsnest gedurende de voortplantingsperiode en het kappen van bomen met ooievaar- of roerdompnesten of met horsten van roofvogels zelfs buiten de voortplantingsperiode wanneer die inlichtingen door het bestuur aan de eigenaar worden medegedeeld. ? M053 - de installatie van voortdurende of tijdelijke opslagplaatsen van elke organische stof (stro, mest...) behalve hout. ? M086b - elke handeling of activiteit, behalve de verbeteringen, die de fysisch-chemische eigenschappen van het substraat duidelijk (op grond van de resultaten van een bodemanalyse) wijzigt. ? M158 - de kappen van meer dan 100 m lang van de lineaire boshabitats. ? M161 - de installatie van voortdurende houtopslagplaatsen. ? R114 - de opzettelijke vernietiging van de nesten van vliesvleugeligen behalve als ze door redenen van openbare veiligheid gerechtvaardigd wordt. ? R144 - elke kunstmatige regeneratie aan de hand van oliën die zich volgens het ecologische oliënbestand niet onder gunstige of toegelaten voorwaarden bevinden. 2° aan de directeur betekend moeten worden : ? M042a - de verandering en de verrijking van de inheemse dicht bebladerde opstanden die geen habitats met een communautair belang zijn, door exotische soorten. ? M086c - elke verbetering die de fysisch-chemische eigenschappen van het substraat duidelijk (op grond van de resultaten van een bodemanalyse) wijzigt.

Beheerseenheid G3 : Niet-rivierbegeleidend inheems bos op vochtige grond (5,8056 ha en 79 m lineair) Die beheerseenheid kan de volgende natuurlijke habitats herbergen : ? bossen van de meta-climax van de vochtige acidofiele eiken-berkenbossen (9190); ? bossen van de meta-climax van de vochtige eiken-haagbeukenbos (9160); ? habitats voor de voortplanting en het voeden van een regelmatige bevolking van zwarte spechten (A236), wespendieven (A072), zwarte ooievaars (A030), bosvleermuizen zoals de grote hoefijzerneus (1304).

Deze beheerseenheid heeft als doel de boshabitats verbonden aan ontwikkelingsreeksen van de climax-eikenbossen op hydromorfe bodem buiten een oevercontext te verenigen.

In die beheerseenheid toepasselijke instandhoudingsdoelstellingen : Volgens de staat van instandhouding op schaal van de locatie van die soorten natuurlijke habitats impliceren de instandhoudingsdoelstellingen hetgeen volgt : ? A01a - de bestaande oppervlakten van de natuurlijke habitats bewaren en, indien nodig, vergroten ? A07 - de aansluitmogelijkheid van het netwerk van de natuurlijke habitats handhaven en, indien nodig, ontwikkelen ? A09 - de verschillende typische soorten en de eigenschappen van de natuurlijke habitats handhaven en, indien nodig, ontwikkelen ? C07 - de uitbreiding van de invaderende exotische soorten beperken en zelfs uitroeien wanneer het mogelijk is ? E03a - een trofisch niveau verenigbaar met de ecologische eisen van de betrokken soorten en habitats handhaven ? E13b - de oligotrofievoorwaarden van het milieu handhaven en, indien nodig, weer invoeren (voor alle habitats behalve de eutrofe varianten van 9160 - eiken-essenbossen) ? G01 - de oppervlakten van loofbomen die oude bossen zijn, bewaren ? G02 - een belangrijk volume dood hout en oude bomen bewaren ? G06 - gebieden bevorderen die niet duurzaam onderworpen zijn aan de bosexploitatie ? G08 - een spontane en gevarieerde opstand houtachtige gewassen bewaren alsook een opstand soorten die het bewijs zijn van weinig verstoorde bossen ? G09 - de inklinking van de bodem beperken ? G10 - de verticale en horizontale structuren afwisselen, waarbij voortdurende open of gelijkgestelde gebieden worden gehandhaafd ? G13 - de processen voor natuurlijke regeneratie ontwikkelen Bijzondere verbodsbepalingen en andere voorzorgsmaatregelen die toepasselijk zijn in beheerseenheid G3 : 1° verboden zijn, behalve afwijkende beslissing van de inspecteur-generaal : ? M002 - de wijzigingen van het bodemreliëf.Het bijvullen van de ingangen van percelen is niet bedoeld. 2° aan de vergunning van de directeur onderworpen worden : ? M010b - niet-functionele draineerbuizen oprichten of reactiveren. ? M050 - de verwijdering van boomstronken en de totale vernietiging van het kapafval (vermalen met tolbrekers, afbranding), behoudens plaatselijke tussenkomst op de beplantingslijnen. ? M051 - de boswerken op minder dan 100 m van een nest bewoond door zeldzame roofvogels op gewestelijke schaal (horst in de bomen) op minder dan 150 m van een ooievaarsnest gedurende de voortplantingsperiode en het kappen van bomen met ooievaar- of roerdompnesten of met horsten van roofvogels zelfs buiten de voortplantingsperiode wanneer die inlichtingen door het bestuur aan de eigenaar worden medegedeeld. ? M053 - de installatie van voortdurende of tijdelijke opslagplaatsen van elke organische stof (stro, mest...) behalve hout. ? M086b - elke handeling of activiteit, behalve de verbeteringen, die de fysisch-chemische eigenschappen van het substraat duidelijk (op grond van de resultaten van een bodemanalyse) wijzigt. ? M101- elke exploitatie, onder de hydromorfievoorwaarden of in geval van bodem gevoelig voor inklinking, die geen techniek gebruikt, waarbij de druk op de bodem duidelijk wordt beperkt : rupsvoertuig, bladerenbed, uitsleeppaden door de grondinneming van de banen (maximale breedte van 6 m) en het aantal banen (de uitsleeppaden hebben een afstand van minimum 25 m tussen elkaar) te beperken, trekpaard, haspel,... ? M158 - de kappen van meer dan 100 m lang van de lineaire boshabitats. ? M161 - de installatie van voortdurende houtopslagplaatsen. ? M207 - het gebruik van substraten voor het onderhoud van wegen voorzien van een splitlaag en onverharde wegen die de zuurgraad van de bodem duidelijk wijzigen. ? R114 - de opzettelijke vernietiging van nesten van vliesvleugeligen, behalve wanneer ze gerechtvaardigd wordt door redenen van openbare veiligheid. ? R144 - elke kunstmatige regeneratie aan de hand van oliën die zich volgens het ecologische oliënbestand niet onder gunstige of toegelaten voorwaarden bevinden. 3° aan de directeur betekend moeten worden : ? M042a - de verandering en de verrijking van de inheemse dicht bebladerde opstanden die geen habitats met een communautair belang zijn, door exotische soorten. ? M086c - elke verbetering die de fysisch-chemische eigenschappen van het substraat duidelijk (op grond van de resultaten van een bodemanalyse) wijzigt. ? M157b - alle kaalkappingen, behalve, indien nodig, voor de regeneratie van de eik (maximale snoeiing van 1 ha).

Gezien om te worden gevoegd bij het aanwijzingsbesluit van de Waalse Regering van 30 april 2009 van de Natura 2000-locatie « BE34040 - Vallée de Villers-la-Bonne-Eau ».

Namen, 30 april 2009.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN

Bijlage 5. - Kaart van de beheerseenheden van de Natura 2000-locatie " BE34040 - Vallée de Villers-la-Bonne-Eau" De bijgevoegde kaart bepaalt, op een schaal van 1/10 000 (bekendgemaakt op een schaal van 1/25 000) de omtrek van de in bijlage 4 bedoelde beheerseenheden.

Onverminderd artikel 1, tweede lid, van dit besluit, wordt die kaart ook bekendgemaakt : - Onder elektronisch formaat op de website http://Natura2000.wallonie.be - Op papier in elke betrokken gemeente; - Op beide formaten, bij de territoriaal betrokken buitendiensten van het Departement Natuur en Bossen.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 30 april 2009 tot aanwijziging van de Natura 2000-locatie « BE34040 - Vallée de Villers-la-Bonne-Eau ».

Namen, 30 april 2009.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 30 april 2009 tot aanwijziging van de Natura 2000-locatie « BE34040 - Vallée de Villers-la-Bonne-Eau ».

Namen, 30 april 2009.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 30 april 2009 tot aanwijziging van de Natura 2000-locatie « BE34040 - Vallée de Villers-la-Bonne-Eau ».

Namen, 30 april 2009.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 30 april 2009 tot aanwijziging van de Natura 2000-locatie « BE34040 - Vallée de Villers-la-Bonne-Eau ».

Namen, 30 april 2009.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN

^