Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 29 september 2022
gepubliceerd op 18 november 2022

Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de verplichte bijdragen bestemd voor de bevordering van landbouwproducten vermeld in artikel D. 234 van het Waalse Landbouwwetboek

bron
waalse overheidsdienst
numac
2022034025
pub.
18/11/2022
prom.
29/09/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 SEPTEMBER 2022. - Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de verplichte bijdragen bestemd voor de bevordering van landbouwproducten vermeld in artikel D. 234 van het Waalse Landbouwwetboek


De Waalse Regering, Gelet op het Waalse Landbouwwetboek, inzonderheid op de artikelen D.59, D.60 en D.234, zoals gewijzigd bij het decreet van 12 december 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/12/2014 pub. 31/12/2014 numac 2014027276 bron waalse overheidsdienst Decreet tot wijziging van het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt met het oog op de organisatie van de externe financiering van de groene certificaten via een bemiddelaar sluiten;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 14 december 1995 tot vaststelling van de verplichte bijdragen bestemd voor het Bevorderingsfonds "Akkerbouwproducten";

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 14 december 1995 tot vaststelling van de verplichte bijdragen bestemd voor het Bevorderingsfonds "Tuinbouw";

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 14 december 1995 tot vaststelling van de verplichte bijdragen bestemd voor het Bevorderingsfonds "Veeteelt en Vlees";

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 14 december 1995 tot vaststelling van de verplichte bijdragen bestemd voor het Bevorderingsfonds "Zuivel";

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 14 december 1995 tot vaststelling van de verplichte bijdragen bestemd voor het Bevorderingsfonds "Kleinveehouderij en andere";

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 14 december 1995 tot vaststelling van de verplichte bijdragen bestemd voor het Bevorderingsfonds "Agro-voedingsmiddelen";

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 8 juni 2017Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 08/06/2017 pub. 03/08/2017 numac 2017204066 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering houdende organisatie van de controle en de interne audit inzake de begroting, de boekhouding en de administratieve en begrotingscontrole van de diensten van de Waalse Regering, de administratieve diensten met een zelfstandige boekhouding, de gewestelijke ondernemingen, de instellingen en de Ombudsdienst van het Waalse Gewest sluiten houdende organisatie van de controle en de interne audit inzake de begroting, de boekhouding en de administratieve en begrotingscontrole van de diensten van de Waalse Regering, de administratieve diensten met een zelfstandige boekhouding, de gewestelijke ondernemingen, de instellingen en de Ombudsdienst van het Waalse Gewest;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 maart 2022;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 31 maart 2022 ;

Gelet op het rapport van 17 maart 2022 opgesteld overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203532 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen sluiten tot uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;

Gelet op het overleg tussen de gewestelijke Regeringen en de federale overheid van 19 mei 2022;

Gelet op het advies nr. 116/2022 van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 3 juni 2022;

Gelet op het verzoek om adviesverlening binnen een termijn van 30 dagen, gericht aan de Raad van State op 20 juli 2022 overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het gebrek aan adviesverlening binnen die termijn;

Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Landbouw;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit besluit bepaalt voor welke productiesectoren verplichte bijdragen voor de bevordering van land- en tuinbouwproducten en verwerkte land- en tuinbouwproducten worden geïnd.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° het openbaar slachthuis: het slachthuis dat wordt uitgebaat door een overheidsinstantie of een vereniging van overheidsinstanties die haar zetel in het Waalse Gewest heeft;2° het particuliere slachthuis : het slachthuis dat wordt uitgebaat door een natuurlijke of privaatrechtelijke rechtspersoon waarvan de zetel zich in het Waalse Gewest bevindt;3° het FAVV: het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de voedselketen;4° het Agentschap : het "Agence wallonne pour la promotion d'une agriculture de qualité" (Waals agentschap voor de bevordering van een kwaliteitsvolle landbouw);5° rund: elk huisdier van het rundveesoort, met uitzondering van kalveren;6° de eieren: eieren van hoenderachtigen, duiven en palmvruchten, in de schaal en geschikt voor consumptie, zoals ze zijn of voor gebruik door de menselijke voedingsindustrie;7° de erkende instelling voor de controle en identificatie van dieren: de vereniging voor de bestrijding van dierziekten die door het FAVV is erkend overeenkomstig het koninklijk besluit van 26 november 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/11/2006 pub. 07/12/2006 numac 2006023274 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu en federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit houdende voorwaarden voor de erkenning van de verenigingen voor de bestrijding van dierenziekten en het hun toevertrouwen van taken die tot de bevoegdheid van het Agentschap behoren type koninklijk besluit prom. 26/11/2006 pub. 19/08/2015 numac 2015000417 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit houdende voorwaarden voor de erkenning van de verenigingen voor de bestrijding van dierenziekten en het hun toevertrouwen van taken die tot de bevoegdheid van het Agentschap behoren. - Duitse vertaling sluiten houdende voorwaarden voor de erkenning van de verenigingen voor de bestrijding van dierenziekten en het hun toevertrouwen van taken die tot de bevoegdheid van het Agentschap behoren;8° een vette zwemvogel: een zwemvogel die vetgemest is;9° kleine houtachtige vruchten: frambozen, aalbessen, bramen, bosbessen, zwarte bessen, tafeldruiven die in het Waalse Gewest worden geproduceerd;10° de viskweker: de exploitant van een viskwekerij in het Waalse Gewest;11° het varken: elk huisdier van de varkenssoort, ongeacht zijn leeftijd of geslacht;12° de producent van koemelk : de houder van melkkoeien waarvan het adres van de productie-eenheid zich in het Waalse Gewest bevindt;13° de eiproducten: eieren zonder schaal, eigeel en ovoalbumine;14° producten van de biologische landbouw: producten waarop aanduidingen staan die verwijzen naar de biologische productiemethode of waarop dergelijke aanduidingen zullen worden aangebracht overeenkomstig Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr.834/2007 van de Raad; 15° de werknemers: de werknemers en gelijkgestelden die onderdaan zijn van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, met uitzondering van seizoenarbeiders, leerlingen en stagiairs;16° kalf : elk huisdier van het rundveesoort, ongeacht het geslacht, zoals het voorkomt in de maandstaten van het FAVV;17° het vlees : het vlees (het spiervlees), het vet, het witte en rode slachtafval van een slachtdier, alsmede het bloed en de beenderen die niet ontvet en niet volledig van spierresten ontdaan zijn;het voor de dood gekeelde dier, het gevilde, van ingewanden ontdane en voor de vleeshouwerij klaargemaakte dier, geschikt voor menselijke consumptie; 18° het rundvlees: alle vers, gekoeld, bevroren en diepgevroren vlees als omschreven in 17°, afkomstig van een rund;19° het kalfsvlees: alle vers, gekoeld, bevroren en diepgevroren vlees als omschreven in 17°, afkomstig van een kalf;20° het pluimvee: als huisdier gehouden hoenderachtigen, duiven en palmapen. HOOFDSTUK 2. - Verplichte bijdragen bestemd voor het bevorderingsfonds rundvleessector

Art. 3.De verplichte bijdragen bestemd voor de bevordering van de rundvleessector en de producten daarvan worden als volgt vastgesteld : wie runderen of kalveren slacht of laat slachten in een openbaar of particulier slachthuis, betaalt het Agentschap een bijdrage van 2,50 per rund en 0,75 per kalk geschikt voor menselijke consumptie, met uitzondering van de ingevoerde dieren.

Aan de leverancier wordt daarvan 1,62 euro per geslacht rund en 0,375 per geslacht kalf doorgerekend.

Aan de koper wordt daarvan 0,88 euro per geslacht rund en 0,375 per geslacht kalf doorgerekend.

Bij aankoop van delen van uitgesneden runderen wordt de bijdrage op de rekening van de koper vastgesteld op 0,0022 euro per kilogram rundvlees.

Bij aankoop van delen van uitgesneden kalveren, wordt de bijdrage op de rekening van de koper vastgesteld op 0,0037 euro per kilogram kalfsvlees met been en 0,0075 euro per kilogram kalfsvlees zonder been.

De in de leden 2 en 3 bedoelde bijdragen worden op de factuur vermeld.

Openbare of particuliere slachthuizen betalen de in lid 1 bedoelde bijdragen aan het Agentschap en dragen de kosten voor het innen ervan.

Art. 4.Het Agentschap stelt het bedrag van de in artikel 3, eerste lid, bedoelde bijdragen per kwartaal vast, die door elk openbaar of particulier slachthuis verschuldigd zijn op basis van een aangifte van de slachthuizen waarin het aantal geslachte dieren of het daarmee overeenstemmende aantal kilogrammen is aangegeven.

Deze aangifte wordt binnen dertig dagen na verzending van het aangifteformulier per e-mail of per post aan het Agentschap meegedeeld.

Indien de aangifte niet binnen de voorgeschreven termijn wordt ingediend, kan het Agentschap het te betalen bedrag voorlopig factureren op basis van het totale bedrag van de bijdragen die in het voorgaande jaar aan het slachthuis zijn gefactureerd.

Zodra de slachtgegevens van het jaar waarvoor de bijdragen verschuldigd zijn, door het FAVV aan het Agentschap zijn meegedeeld, maakt het Agentschap een factuur of een aanvullende creditnota op om de reeds gefactureerde bijdragen te regulariseren op basis van het totaal van de voor dat jaar verschuldigde bijdragen. HOOFDSTUK 3. - Verplichte bijdragen bestemd voor het Bevorderingsfonds varkenssector

Art. 5.De verplichte bijdragen bestemd voor de bevordering van de varkenssector en de producten daarvan worden als volgt vastgesteld : wie varkens slacht of laat slachten in een openbaar of particulier slachthuis, betaalt een bijdrage van 0,25 euro per geslacht varken geschikt voor menselijke consumptie, met uitzondering van de levend ingevoerde dieren.

Aan de leverancier wordt daarvan 0,125 euro per geslacht varken doorgerekend.

Aan de koper van de geslachte varkens wordt daarvan een bijdrage van 0,125 euro per geslacht varken doorgerekend; aan de koper van versneden varkens een daarmee gelijkgesteld bedrag van 0,0015 per kilogram varkensvlees gedefinieerd als alle vers, gekoeld, bevroren of diepgevroren vlees met inbegrip van zwoerd, afkomstig van een varken.

De in de leden 2 en 3 bedoelde bijdragen worden op de factuur vermeld.

Openbare of particuliere slachthuizen betalen de in lid 1 bedoelde bijdragen aan het Agentschap en dragen de kosten voor het innen ervan.

Art. 6.Het Agentschap stelt het bedrag van de in artikel 5, eerste lid, bedoelde bijdragen per kwartaal vast, die door elk openbaar of particulier slachthuis verschuldigd zijn op basis van een aangifte van de slachthuizen waarin het aantal geslachte dieren is aangegeven.

Deze aangifte wordt binnen dertig dagen na verzending van het aangifteformulier per e-mail of per post aan het Agentschap meegedeeld.

Indien de aangifte niet binnen de voorgeschreven termijn wordt ingediend, kan het Agentschap het te betalen bedrag voorlopig factureren op basis van het totale bedrag van de bijdragen die in het voorgaande jaar aan het slachthuis zijn gefactureerd.

Zodra de slachtgegevens van het jaar waarvoor de bijdragen verschuldigd zijn, door het FAVV aan het Agentschap zijn meegedeeld, maakt het Agentschap een factuur of een aanvullende creditnota op om de reeds gefactureerde bijdragen te regulariseren op basis van het totaal van de voor dat jaar verschuldigde bijdragen. HOOFDSTUK 4. - Verplichte bijdragen bestemd voor het bevorderingsfonds voor de schapen- en geitensector

Art. 7.§ 1. De verplichte bijdragen voor de bevordering van de schapen- en geitensector en de producten daarvan bedragen voor houders van geiten en schapen, ongeacht leeftijd of geslacht, die worden gehouden voor de productie van vlees of melk, 0,25 euro per gehouden dier. § 2. Voor de inning van de in paragraaf 1 bedoelde bijdragen kan het Agentschap een overeenkomst sluiten met een instelling die erkend is voor de controle en identificatie van dieren, zodat deze instelling de bijdrage namens het Agentschap kan innen in het kader van haar taak om middelen voor de identificatie van dieren ter beschikking te stellen.

In dat geval vermeldt de erkende instelling voor de controle en identificatie van dieren de in paragraaf 1 bedoelde vergoedingen op de factuur aan de houder.

Het Agentschap stelt de bedragen van de door de erkende instelling voor de controle en identificatie van dieren verschuldigde bijdragen per kwartaal vast op basis van een aangifte waaruit het aantal gehouden dieren blijkt. § 3. Indien de bijdrage niet wordt geïnd via een erkende instelling voor de controle en identificatie van dieren, wordt de vergoeding door het slachthuis afgetrokken van de betaling aan de houder van de dieren, met uitzondering van ingevoerde dieren.

In dat geval vermeldt het slachthuis de in paragraaf 1 bedoelde bijdragen op de aan de houder toegezonden factuur.

Het Agentschap stelt de bedragen van de door het slachthuis verschuldigde bijdragen per kwartaal vast op basis van een aangifte waaruit het aantal geslachte dieren blijkt.

Indien de aangifte niet binnen de voorgeschreven termijn wordt ingediend, kan het Agentschap het te betalen bedrag voorlopig factureren op basis van het totale bedrag van de bijdragen die in het voorgaande jaar zijn gefactureerd.

Zodra de gegevens m.b.t. het houden van de dieren van het jaar waarvoor de bijdragen verschuldigd zijn, door het FAVV aan het Agentschap zijn meegedeeld, maakt het Agentschap een factuur of een aanvullende creditnota op om de reeds gefactureerde bijdragen te regulariseren op basis van het totaal van de voor dat jaar verschuldigde bijdragen.

Deze aangifte wordt binnen dertig dagen na verzending van het aangifteformulier per e-mail of per post aan het Agentschap meegedeeld. HOOFDSTUK 5. - Verplichte bijdragen bestemd voor het bevorderingsfonds pluimvee- en konijnensector

Art. 8.§ 1. De verplichte bijdragen voor de bevordering van de pluimvee- en konijnensector en de producten daarvan worden als volgt vastgesteld: 1° de door het FAVV erkende openbare of particuliere pluimveeslachterijen betalen een jaarlijkse bijdrage van 100 euro en een bijdrage van 0,0025 euro per geslacht pluimvee, met uitzondering van de vette zwemvogels, waarvoor een bijdrage van 0,0125 euro per geslacht dier verschuldigd is, met een maximumbijdrage van 10.000 euro per slachthuis; 2° de houders die in het Waalse Gewest pluimvee houden voor de productie van vlees of consumptie-eieren betalen een jaarlijkse bijdrage van : a) 50 euro voor houders met een opfokcapaciteit van 200 tot 3.000 dieren; b) 70 euro voor houders met een opfokcapaciteit van 3.001 tot 5.000 dieren; c) 80 euro voor houders met een opfokcapaciteit van 5.001 tot 13.000 dieren; d) 90 euro voor houders met een opfokcapaciteit van 13.001 tot 30.000 dieren; e) 100 euro voor houders met een opfokcapaciteit van 30.001 tot 40.000 dieren; f) 110 euro voor houders met een opfokcapaciteit van 40.001 tot 50.000 dieren; g) 120 euro voor houders met een opfokcapaciteit van 50.001 tot 60.000 dieren; h) 120 euro voor houders met een opfokcapaciteit vanaf 60.001 dieren; 3° de in het Waalse Gewest gevestigde pakstations voor eieren betalen een jaarlijkse bijdrage van 75 euro als zij een maximale technische sorteercapaciteit hebben van vijfduizend eieren per uur tot vijftienduizend eieren per uur, en van 125 euro als zij een maximale technische sorteercapaciteit hebben van vijftienduizend eieren per uur of meer;4° alle in het Waalse Gewest gevestigde groothandelaars in eieren betalen een jaarlijkse bijdrage van 75 euro;5° de in het Waalse Gewest gevestigde bedrijven die in nevenactiviteit eiproducten vervaardigen betalen een jaarlijkse bijdrage van 37,5 euro.6° de gespecialiseerde eiproductenbedrijven betalen een jaarlijkse bijdrage van 300 euro indien zij beschikken over een werkelijke pasteurisatiecapaciteit van minder dan 3 ton per uur of een jaarlijkse bijdrage van 745 euro indien zij beschikken over een werkelijke pasteurisatiecapaciteit van 3 ton per uur of meer;7° de eierverwerkingsbedrijven, gedefinieerd als elke inrichting die eiproducten verwerkt en waarvan de zetel zich in het Waalse Gewest bevindt, betalen een jaarlijkse bijdrage van 37,5 euro.8° de broeierijen betalen een jaarlijkse bijdrage in functie van hun broedcapaciteit: a) 62 euro voor een broedcapaciteit van meer dan duizend eieren tot en met honderdduizend eieren;b) 100 euro voor een broedcapaciteit van meer dan honderdduizend eieren tot en met tweehonderdduizend eieren;c) 186 euro voor een broedcapaciteit meer dan driehonderdduizend eieren tot en met vijfhonderdduizend eieren;d) 235,5 euro voor een broedcapaciteit van meer dan vijfhonderdduizend eieren tot en met zevenhonderdvijftigduizend eieren;e) 136,5 euro voor een broedcapaciteit van meer dan tweehonderdduizend eieren tot en met driehonderdduizend;f) 300 euro voor een broedcapaciteit van meer dan zevenhonderdvijftigduizend eieren tot en met één miljoen eieren;g) 375 euro voor een capaciteit van meer dan een miljoen tot en met twee miljoen eieren;h) 500 euro voor een capaciteit van meer dan twee miljoen eieren;9° de vermeerderingsbedrijven betalen een jaarlijkse bijdrage van 0,025 euro per moederdier dat op het bedrijf tijdens één jaar gehouden wordt. § 2. Het bedrag van de in paragraaf 1 bedoelde bijdragen wordt berekend op basis van de gegevens die zijn meegedeeld door de administratie, het FAVV of een andere voor de controle en identificatie van dieren erkende instelling.

Bij gebreke daarvan kan het Agentschap de bijdrageplichtigen verzoeken een aangifte in te dienen waarin wordt aangegeven : 1° wat betreft de pluimveeslachterijen : het aantal geslachte en niet-ingevoerde pluimvee en geslachte en niet-ingevoerde vette watervogels;2° wat betreft de pakstations in de eiersector : hun technische sorteercapaciteit;3° wat betreft de gespecialiseerde eiproductenbedrijven : hun werkelijke pasteurisatiecapaciteit;4° wat betreft de broeierijen : hun broedcapaciteit;5° wat betreft de vermeerderingsbedrijven : het aantal moederdieren dat op het bedrijf per jaar gehouden wordt en dat niet geïmporteerd wordt. De in paragraaf 2, lid 2, bedoelde aangifte wordt binnen dertig dagen na verzending van het aangifteformulier per e-mail of per post aan het Agentschap meegedeeld. Indien de aangifte niet binnen de voorgeschreven termijn wordt ingediend, is de hoogste bijdrage in de categorie verschuldigd. § 3. De in paragraaf 1 bedoelde bijdragen zijn niet cumuleerbaar. Een persoon die meer dan één van de in deze punten genoemde activiteiten uitoefent, betaalt alleen de hoogste bijdrage.

Art. 9.De verplichte bijdragen bestemd voor de bevordering van de konijnensector worden als volgt vastgesteld : wie konijnen slacht of laat slachten in een openbaar of particulier slachthuis, bedragen 0,0125 euro per geslacht konijn.

Aan de leverancier van de konijnen wordt daarvan 0,0015 euro per kilogram levend gewicht doorgerekend, met uitzondering van de invoerders van levende konijnen.

Aan de koper van de geslachte konijnen 0,0050 euro per kilogram konijnenvlees doorgerekend, met uitzondering van producten die niet voor consumptie worden aangeboden of die niet geschikt zijn voor menselijke consumptie. De betrokken bijdrageplichtigen brengen twintig centiemen per kilogram niet voor consumptie aangeboden vlees in mindering van de door hen verschuldigde bijdragen.

Naast de in lid 3 bedoelde bijdragen betalen openbare of particuliere slachthuizen een jaarlijkse bijdrage van 75 euro en dragen ze de kosten voor het innen ervan.

Art. 10.De in dit hoofdstuk bedoelde bijdragen zijn niet verschuldigd indien de dieren worden ingevoerd. HOOFDSTUK 6. - Verplichte bijdragen bestemd voor het bevorderingsfonds melkvleessector

Art. 11.De verplichte bijdragen voor de bevordering van de melkvleessector en de producten daarvan worden als volgt vastgesteld: 1° elke producent van koemelk, ongeacht of hij deze aan een koper levert of rechtstreeks, in natura of verwerkt op de markt brengt, betaalt een bijdrage van 0,0012 euro per liter koemelk;2° bij levering van room, gedefinieerd als het melkvet, door de producent bedraagt de bijdrage 0,0322 euro per kilogram botervet.

Art. 12.§ 1. Indien de producent de koemelk aan een koper levert, wordt de bijdrage door de koper van de koemelk in mindering gebracht op de aan de producent te verrichten betaling.

De kopers van koemelk vermelden het bedrag van de inhouding als verplichte bijdrage op de betalingsafrekening van elke producent. § 2. De kopers zenden het Agentschap op zijn verzoek en uiterlijk binnen 30 dagen na afloop van de betrokken periode per e-mail of per post een aangifte van de totale hoeveelheid koemelk die de producenten in de betrokken maand hebben geleverd.

Het bedrag van de bijdragen wordt meegedeeld aan de koper, die het bedrag binnen 30 dagen na ontvangst van de factuur moet betalen. § 3. Indien de aangifte niet binnen de voorgeschreven termijn wordt ingediend, kan het Agentschap het te betalen bedrag voorlopig factureren op basis van het totale bedrag van de bijdragen die in het voorgaande jaar aan de koper zijn gefactureerd.

Zodra de productiegegevens van het jaar waarvoor de bijdragen verschuldigd zijn, door de Administratie aan het Agentschap zijn meegedeeld, maakt het Agentschap een factuur of een aanvullende creditnota op om de reeds gefactureerde bijdragen te regulariseren op basis van de voor dat jaar verschuldigde bijdragen. § 4. De kopers stellen een boekhouding ter beschikking van het Agentschap waarin per maand moeten vermeld zijn: 1° naam en adres van de producenten van wie zij koemelk hebben gekocht;2° de van elke producent gekochte hoeveelheid koemelk;3° het bedrag dat als bijdrage is ingehouden op het bedrag dat aan iedere producent verschuldigd is als betaling voor de geleverde koemelk;4° naam en adres van de natuurlijke of rechtspersonen waaraan de betrokken koemelk is geleverd, als ze tussenpersonen zijn tussen de producenten en gebruikers.

Art. 13.Als een koemelkproducent meer dan de helft van zijn productie verkoopt of verwerkt zonder een beroep te doen op een koper, worden de overeenkomstige bijdragen jaarlijks door het Agentschap gefactureerd op basis van productiegegevens waarover deze beschikt, met een minimum van 50 euro per jaar. § 2. De grondslag voor de berekening van de in paragraaf 1 bedoelde bijdrage is de hoeveelheid koemelk die is geproduceerd in het kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar waarvoor de bijdrage verschuldigd is. § 3. Om het Agentschap in staat te stellen het bedrag van de bijdrage te bepalen, dient de producent op zijn verzoek en binnen 30 dagen na de verzending van het aangifteformulier een aangifte van de hoeveelheid geproduceerde koemelk bij het Agentschap in. Indien zij deze aangifte niet binnen de gestelde termijn indienen, wordt de bijdrage geïnd op basis van de door de administratie verstrekte gegevens. Bij gebrek aan gegevens is een forfaitaire bijdrage van 250 euro verschuldigd. HOOFDSTUK 7. - Verplichte bijdragen bestemd voor het Bevorderingsfonds aardappelsector

Art. 14.§ 1. De verplichte bijdragen voor de bevordering van de aardappelsector en de producten daarvan worden als volgt vastgesteld: 1° de aardappelproducenten, gedefinieerd als ondernemingen die in de verzamelaanvraag het perceel in gebruik hebben met het oog op consumptieaardappelteelt op 31 mei van het aangiftejaar, die in het Waalse Gewest oppervlakten aangeven, betalen een jaarlijkse bijdrage vastgesteld als volgt : a) minder dan zes hectare, een forfaitair bedrag van 25 euro;b) vanaf zes hectare: 4,50 euro per hectare bovenop het forfaitair bedrag van 25 euro;2° de in het Waalse Gewest gevestigde fabrikanten van aardappelderivaten betalen een jaarlijkse forfaitaire bijdrage van 125 euro, tenzij zij uitsluitend ingevoerde aardappelen gebruiken. § 2. Ook voor aardappelpootgoed : 1° de producenten-vermeerderaars betalen een verplichte jaarlijkse bijdrage van 25 euro per aan een veldkeuring onderworpen hectare van in het Waalse Gewest vermeerderde pootaardappelen;2° de in het Waalse Gewest gevestigde handelaar-bereider van pootgoed betalen een jaarlijkse forfaitaire bijdrage van 125 euro, tenzij zij uitsluitend ingevoerd pootgoed gebruiken. § 3. De verplichte bijdragen bedoeld in paragraaf 1, 1° en 2°, en 2 zijn cumuleerbaar. § 4. De in het Waalse Gewest gevestigde frituren betalen een jaarlijkse bijdrage van 65 euro.

Art. 15.De berekeningsbasis van de in artikel 14, 1° en 2°, , bedoelde bijdrage is de oppervlakte die in het kalenderjaar voorafgaande aan het jaar waarvoor de bijdrage verschuldigd is, ingezaaid werd en die door de administratie aan het Agentschap meegedeeld wordt. HOOFDSTUK 8. - Verplichte bijdragen bestemd voor het bevorderingsfonds tuinbouwsector Afdeling 1. - Niet-eetbare tuinbouwproducten

Art. 16.De verplichte bijdragen voor de bevordering van de sector van niet-eetbare tuinbouwproducten en de producten daarvan worden als volgt vastgesteld: 1° een vaste jaarlijkse bijdrage van 100 euro wordt betaald door alle producenten van bloemen en planten, inclusief kerstbomen, kwekers, park- en tuinaannemers en hoveniers, verkooppunten en verkopers gespecialiseerd in de sector van niet-eetbare tuinbouwproducten die hun activiteit in het Waals Gewest uitoefenen ;2° de vaste bijdrage bedoeld in het eerste lid van dit artikel wordt verhoogd met een variabele bijdrage van : a) 50 euro voor de bijdrageplichtigen met 2 tot 4 werknemers;b) 150 euro voor de bijdrageplichtigen met 5 tot 9 werknemers;c) 250 euro voor de bijdrageplichtigen met 10 tot 20 werknemers;d) 400 euro voor de bijdrageplichtigen met meer dan 20 werknemers. De variabele bijdrage wordt gebaseerd op het gemiddelde aantal werknemers in voltijdsequivalenten dat in het kalenderjaar voorafgaande aan het jaar waarvoor de bijdrage verschuldigd is, in dienst was.

Art. 17.§ 1. Teneinde het bedrag van de in artikel 15 bedoelde bijdrage te bepalen, kan het Agentschap de belastingplichtigen verzoeken om binnen dertig dagen na de verzending van het aangifteformulier per e-mail of per post een aangifte over de werkgelegenheid in hun onderneming of verkooppunt in te dienen. § 2. Indien de in paragraaf 1 bedoelde aangifte niet binnen de voorgeschreven termijn wordt ingediend, is de hoogste bijdrage van de categorie verschuldigd.

Zodra de gegevens over de werkgelegenheid hem door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid zijn meegedeeld, geeft het Agentschap een creditnota af om de reeds gefactureerde bijdrage te regulariseren. Afdeling 1. - Eetbare tuinbouwproducten

Art. 18.§ 1. De verplichte bijdragen voor de bevordering van de sector van niet-eetbare tuinbouwproducten en de producten daarvan worden als volgt vastgesteld: 1° de producenten van verse groenten, gedefinieerd als alle groenten die in het Waalse Gewest worden geproduceerd en niet bestemd zijn voor de verwerkende industrie, en van aromatische planten, gedefinieerd als alle planten die in het Waalse Gewest worden geproduceerd voor culinair gebruik, voor gebruik als specerij, aroma of specerij, of voor fytotherapeutisch gebruik, betalen een jaarlijkse bijdrage die als volgt wordt vastgesteld: a) 50 euro indien de landbouwoppervlakte ten hoogste één hectare bedraagt;b) 100 euro indien de beteelde oppervlakte meer dan één hectare maar niet meer dan vijf hectare bedraagt;c) 150 euro indien de beteelde oppervlakte meer dan vijf hectare maar niet meer dan tien hectare bedraagt;d) 200 euro indien de beteelde oppervlakte meer dan tien hectare maar niet meer dan twintig hectare bedraagt;e) 250 euro indien de beteelde oppervlakte meer dan twintig hectare bedraagt; 2° de producent van fruit uit de boomkwekerij, d.w.z. alle pitvruchten, steenvruchten en noten die in het Waalse Gewest worden geproduceerd, betaalt een jaarlijkse bijdrage die als volgt wordt vastgesteld: a) 50 euro indien de landbouwoppervlakte ten hoogste tien hectare bedraagt;b) 150 euro indien de beteelde oppervlakte meer dan tien hectare maar niet meer dan twintig hectare bedraagt;c) 250 euro indien de beteelde oppervlakte meer dan tien hectare maar niet meer dan twintig hectare bedraagt;d) 350 euro indien de beteelde oppervlakte meer dan dertig hectare maar niet meer dan veertig hectare bedraagt;e) 400 euro indien de beteelde oppervlakte meer dan veertig hectare bedraagt;3° de producent van aardbeien en klein houtachtig fruit zoals frambozen, aalbessen, bramen, bosbessen, zwarte bessen en tafeldruiven die in het Waalse Gewest worden geproduceerd, betaalt een jaarlijkse bijdrage die als volgt wordt vastgesteld: a) 75 euro indien de landbouwoppervlakte ten hoogste één hectare bedraagt;b) 150 euro indien de beteelde oppervlakte meer dan één hectare maar niet meer dan vijf hectare bedraagt;c) 200 euro indien de beteelde oppervlakte meer dan vijf hectare maar niet meer dan tien hectare bedraagt;d) 250 euro indien de beteelde oppervlakte meer dan tien hectare maar niet meer dan twintig hectare bedraagt;e) 300 euro indien de beteelde oppervlakte meer dan twintig hectare bedraagt;4° een wijnbouwer wiens wijngaarden zich in het Waalse Gewest bevinden, betaalt een jaarlijkse bijdrage van 50 euro indien zijn oppervlakte minder dan of gelijk is aan één hectare, vermeerderd met 25 euro per bijkomende hectare met een maximum van 250 euro per wijnbouwer. § 2. De grondslag voor de berekening van de in lid 1 bedoelde bijdragen is de oppervlakte die is gebruikt in het kalenderjaar dat voorafgaat aan dat waarvoor de bijdrage verschuldigd is.

Art. 19.Om het Agentschap in staat te stellen het bedrag van de bijdrage vast te stellen, dienen de in artikel 17 bedoelde bijdrageplichtigen op verzoek van het Agentschap per e-mail of per post en binnen 30 dagen na verzending van het aangifteformulier een aangifte van de landbouwoppervlakte in.

Indien zij deze aangifte niet binnen de voorgeschreven termijn indienen, wordt de bijdrage geïnd op basis van de door de administratie verstrekte gegevens. Bij gebrek aan gegevens is de hoogste vergoeding in de categorie verschuldigd.

Art. 20.De in artikel 18 bedoelde bijdragen zijn cumuleerbaar. HOOFDSTUK 9. - Verplichte bijdragen bestemd voor het bevorderingsfonds agrovoedingssector

Art. 21.De verplichte bijdragen voor de bevordering van de agrovoedingssector en de producten daarvan worden als volgt vastgesteld: 1° een vaste jaarlijkse vergoeding van 200 euro wordt betaald : a) door bakkers en banketbakkers; b) door broodwinkels, d.w.z. detailhandelszaken die brood en banket verkopen en die in het Waalse Gewest gevestigd zijn; c) door bakkers die geen verkooppunt hebben maar van deur tot deur gaan;2° de vaste bijdrage bedoeld in punt 1° wordt verhoogd met een variabele bijdrage van : a) 70 euro voor de bijdrageplichtigen met 5 tot 9 werknemers;b) 135 euro voor de bijdrageplichtigen met 10 tot 20 werknemers;c) 200 euro voor de bijdrageplichtigen met meer dan 20 werknemers. De variabele bijdrage wordt gebaseerd op het gemiddelde aantal werknemers in voltijdsequivalenten dat in het kalenderjaar voorafgaande aan het jaar waarvoor de bijdrage verschuldigd is, in dienst was.

Art. 22.§ 1. Teneinde het bedrag van deze bijdrage te bepalen, kan het Agentschap de belastingplichtigen verzoeken om binnen dertig dagen na de verzending van het aangifteformulier per e-mail of per post een aangifte over de werkgelegenheid in hun onderneming of verkooppunt in te dienen. § 2. Indien de in paragraaf 1 bedoelde aangifte niet binnen de voorgeschreven termijn wordt ingediend, is de hoogste bijdrage van de categorie verschuldigd.

Zodra de gegevens over de werkgelegenheid hem door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid zijn meegedeeld, geeft het Agentschap een creditnota af om de reeds gefactureerde bijdrage te regulariseren. HOOFDSTUK 1 0. - Verplichte bijdragen bestemd voor het bevorderingsfonds aquacultuursector

Art. 23.De verplichte bijdragen voor de bevordering van de aquacultuursector en de producten daarvan worden als volgt vastgesteld: 1° visverwerkende bedrijven, d.w.z. elk bedrijf dat door het FAVV is erkend voor visverwerking en waarvan de zetel en de activiteiten in het Waalse Gewest zijn gevestigd, alsmede viskwekers, betalen een jaarlijkse bijdrage van : a) 62 euro als hun omzet minder dan 125.000 euro bedraagt; b) 250 euro als hun omzet 125.000 euro of meer en minder dan 620.000 euro bedraagt; c) 310 euro als hun omzet 620.000 euro of meer en minder dan 1.240.000 euro bedraagt; d) 500 euro als hun omzet 1.240.000 euro of meer bedraagt; 2° de in het Waalse Gewest gevestigde gespecialiseerde visverkooppunten en visserijbedrijven die de verkoop beoefenen, betalen een jaarlijkse bijdrage van 50 euro.

Art. 24.De grondslag voor de berekening van de bijdrage bedoeld in artikel 23, 1°, zijn de gegevens van het kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar waarvoor de bijdrage verschuldigd is.

Om het Agentschap in staat te stellen het bedrag van de bijdrage vast te stellen, dienen de in artikel 30 bedoelde bijdrageplichtigen op verzoek van het Agentschap per e-mail of per post en binnen 30 dagen na verzending van het aangifteformulier een aangifte over de omzet in.

Indien deze aangifte niet binnen de voorgeschreven termijn wordt ingediend, wordt de bijdrage gefactureerd op basis van de gegevens van het voorgaande jaar. Indien dergelijke gegevens ontbreken, is de hoogste bijdrage van de categorie verschuldigd HOOFDSTUK 1 1. - Verplichte bijdragen bestemd voor het bevorderingsfonds biologische landbouwsector

Art. 25.De verplichte bijdragen voor de bevordering van de biologische landbouwsector en de producten daarvan worden als volgt vastgesteld: 1° wie producten uit de biologische landbouw produceert, betaalt een jaarlijkse bijdrage van 38 euro; 2° marktdeelnemers die producten van de biologische landbouw verwerken of bereiden, betalen een jaarlijkse bijdrage van a) 62 euro als hun omzet minder dan 125.000 euro bedraagt; b) 124 euro als hun omzet 125.000 euro of meer en minder dan 250.000 euro bedraagt; c) 248 euro als hun omzet 250.000 euro of meer en minder dan 625.000 euro bedraagt; d) 620 euro als hun omzet 625.000 euro of meer en minder dan 1.250.000 euro bedraagt; e) 1.239 euro als hun omzet 1.250.000 euro of meer en minder dan 2.500.000 euro bedraagt; f) 2.479 euro als hun omzet 2.500.000 euro of meer bedraagt; 3° marktdeelnemers die als groothandel producten uit de biologische landbouw op de markt brengen, betalen een jaarlijkse bijdrage van : a) 62 euro als hun omzet minder dan 250.000 euro bedraagt; b) 124 euro als hun omzet 250.000 euro of meer en minder dan 500.000 euro bedraagt; c) 248 euro als hun omzet 500.000 euro of meer en minder dan 1.250.000 euro bedraagt; d) 620 euro als hun omzet 1.250.000 euro of meer en minder dan 2.500.000 euro bedraagt; f) 1.239 euro als hun omzet 2.500.000 euro of meer bedraagt; 4° de verkooppunten die gecertificeerd zijn om producten uit de biologische landbouw op de markt te brengen, betalen een jaarlijkse vergoeding van 38 euro.

Art. 26.De grondslag voor de berekening van de bijdrage bedoeld in artikel 25, 2° en 3°, zijn de gegevens van het kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar waarvoor de bijdrage verschuldigd is.

Om het Agentschap in staat te stellen het bedrag van de bijdrage vast te stellen, dienen de bijdrageplichtigen op verzoek van het Agentschap per e-mail of per post en binnen 30 dagen na verzending van het aangifteformulier een aangifte over de omzet in.

Indien deze aangifte niet binnen de voorgeschreven termijn wordt ingediend, wordt de bijdrage gefactureerd op basis van de gegevens van het voorgaande jaar. Indien dergelijke gegevens ontbreken, is de hoogste bijdrage van de categorie verschuldigd

Art. 27.De in artikel 25 bedoelde bijdragen zijn niet cumuleerbaar.

Een persoon die meer dan één van de in deze punten genoemde activiteiten uitoefent, betaalt alleen de hoogste bijdrage. HOOFDSTUK 1 2. - Inning en invordering van de bijdragen

Art. 28.Het Agentschap is belast met de inning van de in dit besluit bedoelde verplichte bijdragen.

Art. 29.Het Agentschap stelt het bedrag van de bijdragen vast op basis van alle informatie waarover het beschikt. De gegevens van andere instellingen worden verkregen overeenkomstig artikel D. 59 van het Waalse landbouwwetboek.

Het Agentschap kan elk document verkrijgen dat het in staat stelt de juistheid van verklaringen of vorderingen te verifiëren. Indien de documenten geen verificatie mogelijk maken, kan het Agentschap ook controles ter plaatse uitvoeren.

De gegevens worden door de dienst Bevorderingsfonds van het Agentschap verwerkt in overeenstemming met de Algemene Verordening Gegevensbescherming en de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2018 pub. 05/09/2018 numac 2018040581 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken en ministerie van landsverdediging 30 JULI 2018 - Wet betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens sluiten betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens.

De verwerkte gegevens betreffen de identificatie en de contactgegevens van de in dit besluit bedoelde bijdrageplichtigen, alsmede alle informatie die nodig is om het bedrag van de bijdrage te berekenen.

De gegevens worden gebruikt om de bijdrage vast te stellen en om met de bijdrageplichtige te communiceren.

Het Agentschap gebruikt ook de contactgegevens van de medewerker om hem alle informatie te verstrekken die verband houdt met de uitvoering van zijn taken.

Persoonsgegevens worden maximaal vijf jaar bewaard. Geanonimiseerde gegevens kunnen langer worden bewaard voor historische, statistische of wetenschappelijke doeleinden.

Art. 30.Het bedrag van de bijdragen wordt door middel van een factuur aan de bijdrageplichtige meegedeeld, die het bedrag binnen 30 dagen na ontvangst van de factuur moet betalen.

Bij gebreke van betaling binnen de gestelde termijn is van rechtswege en zonder ingebrekestelling of aanmaning vertragingsrente tegen de wettelijke rente verschuldigd, alsmede een vergoeding voor de werkelijk door het Agentschap gemaakte extra administratie- en inningskosten, met een minimum van 75 euro per achterstallige bijdrage.

De bijdrageplichtige die het bedrag van de factuur wenst te betwisten, dient per e-mail of per post een klacht in bij de dienst Bevorderingsfonds van het Agentschap.

Art. 31.De Minister van Landbouw stelt op voorstel van de Raad van Bestuur van het Agentschap de regels vast voor de vrijstelling van betaling van de bijdragen en de inningsprocedure.

Art. 32.In geval van gerechtelijke invordering zijn alleen de rechtbanken van Namen bevoegd. HOOFDSTUK 1 3. - Slotbepalingen

Art. 33.Opgeheven worden: 1° het besluit van de Waalse Regering van 14 december 1995 tot vaststelling van de verplichte bijdragen bestemd voor het Bevorderingsfonds "Akkerbouwproducten", laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 17 januari 2022;2° het besluit van de Waalse Regering van 14 december 1995 tot vaststelling van de verplichte bijdragen bestemd voor het Bevorderingsfonds "Tuinbouw", laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 17 januari 2002;3° het besluit van de Waalse Regering van 14 december 1995 tot vaststelling van de verplichte bijdragen bestemd voor het Bevorderingsfonds "Veeteelt en Vlees", laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 17 januari 2002;4° het besluit van de Waalse Regering van 14 december 1995 tot vaststelling van de verplichte bijdragen bestemd voor het Bevorderingsfonds "zuivel", laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 18 oktober 2018;5° het besluit van de Waalse Regering van 14 december 1995 tot vaststelling van de verplichte bijdragen bestemd voor het Bevorderingsfonds "Kleinveehouderij en andere", laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 24 augustus 2017;6° het besluit van de Waalse Regering van 14 december 1995 tot vaststelling van de verplichte bijdragen bestemd voor het Bevorderingsfonds "Agro-voedingsmiddelen", laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 17 januari 2022.

Art. 34.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2023.

Art. 35.De Minister bevoegd voor Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 29 september 2022.

Voor de Regering : De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Economie, Buitenlandse Handel, Onderzoek, Innovatie, Digitale Technologieën, Ruimtelijke Ordening, Landbouw, het "IFAPME", en de Vaardigheidscentra, W. BORSUS

^