gepubliceerd op 09 januari 2002
Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 13 april 1995 tot uitvoering van het decreet van 12 juli 1990 houdende organisatie van de erkenning en de subsidiëring van de diensten voor vroegtijdige hulpverlening aan gehandicapte kinderen
29 NOVEMBER 2001. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 13 april 1995 tot uitvoering van het decreet van 12 juli 1990 houdende organisatie van de erkenning en de subsidiëring van de diensten voor vroegtijdige hulpverlening aan gehandicapte kinderen
De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 12 juli 1990 houdende organisatie van de erkenning en de subsidiëring van de diensten voor vroegtijdige hulpverlening aan gehandicapte kinderen, inzonderheid op artikel 14;
Gelet op het decreet van 6 april 1995 betreffende de integratie van gehandicapte personen;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 13 april 1995 tot uitvoering van het decreet van 12 juli 1990 houdende organisatie van de erkenning en de subsidiëring van de diensten voor vroegtijdige hulpverlening aan gehandicapte kinderen, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 19 november 1998;
Gelet op het advies van het beheerscomité van het "Agence wallonne pour l'intégration des personnes handicapées" (Waals agentschap voor de integratie van gehandicapte personen), gegeven op 20 november 2001;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 4 oktober 2001;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 11 oktober 2001;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de op 16 mei 2000 gesloten raamovereenkomst voor de Waalse non-profitsector voorziet in aanzienlijke loonsverhogingen voor het personeel van de diensten uit de sector van de gehandicapte personen en dat die van toepassing zijn sinds 1 oktober 2000;
Overwegende dat, wat de harmonisatie van de loonschalen betreft, die overeenkomst bepaalt dat een drieledige commissie (Waals Gewest, werkgevers, werknemers) in september 2000 het werk zou onderzoeken dat binnen de verschillende paritaire commissies is verricht m.b.t. de conversieschalen en de budgettaire weerslag ervan;
Overwegende dat de Regering op 15 december 2000 kennis heeft genomen van de resultaten van het werk verricht door de bij bovenbedoelde raamovereenkomst betrokken paritaire commissies; dat ze op dezelfde datum de kredieten voor de harmonisatie van de loonschalen definitief heeft vastgelegd;
Overwegende dat op grond van die kredieten driedelige onderhandelingen zijn gevoerd om de toepassingsmodaliteiten te bepalen voor de sector onthaal en opvang van gehandicapte personen, die onder de paritaire commissie 319 valt;
Overwegende dat tijdens de laatste onderhandelingen, die gevoerd werden op 10 mei 2001, een overeenkomst is gesloten voor de vastlegging van de loonschalen die van toepassing zullen zijn gedurende de periode waarop de raamovereenkomst betrekking heeft;
Overwegende dat die loonschalen het voorwerp hebben uitgemaakt van een collectieve arbeidsovereenkomst die ondertekend werd op 10 mei 2001;
Overwegende dat het Waalse Gewest dan ook zo spoedig mogelijk de middelen voor de financiering van die overeenkomst ter beschikking moet stellen van de betrokken gesubsidieerde diensten opdat hun werknemers daaruit voordeel kunnen halen;
Overwegende daarenboven dat de wijziging van artikel 24, eerste lid, van het besluit van de Waalse Regering van 13 april 1995 tot uitvoering van het decreet van 12 juli 1990 houdende organisatie van de erkenning en de subsidiëring van de diensten voor vroegtijdige hulpverlening aan gehandicapte kinderen uitwerking heeft op 1 januari 2001 en dat ze de diensten geenszins benadeelt aangezien het gaat om een verhoging van het maximumbedrag van de werkingskosten;
Op de voordracht va de Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Dit besluit regelt, krachtens artikel 138 van de Grondwet, een materie bedoeld in artikel 128 van de Grondwet.
Art. 2.Artikel 2, eerste lid, van het besluit van de Waalse Regering van 13 april 1995 tot uitvoering van het decreet van 12 juli 1990 houdende organisatie van de erkenning en de subsidiëring van de diensten voor vroegtijdige hulpverlening aan gehandicapte kinderen wordt aangevuld als volgt : « 7° Agentschap : het « Agence wallonne pour l'intégration des personnes handicapées »; 8° tewerkstellingskadaster : het document bedoeld in artikel 29, § 2, van het besluit van de Waalse Regering van 9 oktober 1997 betreffende de voorwaarden van erkenning en subsidiëring van de voor gehandicapte personen bestemde residentiële diensten, dagonthaaldiensten en diensten voor plaatsing in gezinnen.»
Art. 3.In artikel 19, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "Agence wallonne pour l'intégration des personnes handicapées" vervangen door het woord « Agentschap ».
Art. 4.Artikel 23 wordt vervangen als volgt : « De wedde en de desbetreffende sociale lasten worden in aanmerking genomen op grond van de loonschalen bedoeld in de bijlagen 2 tot 8 bij dit besluit of, wat betreft de vóór 1 januari 2002 in dienst genomen werknemers, op grond van de loonschalen die voor gelijksoortige functies van toepassing zijn op het personeel van de diensten van het Waalse Gewest op 1 oktober 2000.
De geldelijke anciënniteit wordt berekend overeenkomstig de bepalingen van bijlage VI (toelaatbare personeelskosten) van het besluit van de Waalse Regering van 9 oktober 1997 betreffende de voorwaarden van erkenning en subsidiëring van de voor gehandicapte personen bestemde residentiële diensten, dagonthaaldiensten en diensten voor plaatsing in gezinnen.
Als het gaat om een werknemer die in dienst genomen wordt in het kader van een programma voor werkloosheidsbestrijding en voor wie de dienst een andere toelage geniet dan die waarin dit besluit voorziet, dekt de toelage enkel de verplichte tegemoetkomingen die voor bedoelde werknemer ten laste blijven van de werkgever.
De inrichtende macht van de dienst moet het Agentschap kennis geven van het bedrag van de toelagen die verkregen worden in het kader van die programma's voor werkloosheidsbestrijding. »
Art. 5.Artikel 24, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « De werkings- en infrastructuurkosten worden per jaar en per dienst in aanmerking genomen ten belope van maximum 750 000 frank (18.592,01 euro). »
Art. 6.In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk VIbis, met als opschrift « Bijkomende toelage », ingevoegd. Het luidt als volgt : «
Art. 25bis.§ 1. Binnen de perken van de in § 2 bedoelde bedragen verleent het Agentschap de diensten een bijkomende toelage voor de financiering van het tewerkstellingsvolume waarop de in artikel 22, 1°, bedoelde toelage betrekking heeft. § 2. Het Agentschap verdeelt de bijkomende toelage onder de diensten als volgt : 1. periode 1 : 290 000 BEF (7.188,92 euro) van 1 oktober tot 31 december 2000; 2. periode 2 : 1 430 000 BEF (35.448,78 euro) voor het jaar 2001; 3. periode 3 : 2 570 000 BEF (63.708,64 euro) voor het jaar 2002; 4. periode 4 : 91.968, 50 euro voor het jaar 2003; 5. periode 5 : 120.228,36 euro voor het jaar 2004; 6. periode 6 : 141.299,31 euro voor het jaar 2005.
Die bedragen zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen (gezondheidsindex), overeenkomstig de bepalingen van de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld.
Zij worden gekoppeld aan het spilindexcijfer 105,21 van 1 juli 2000.
Art. 25ter.Het bedrag van de in artikel 25bis, § 2, bedoelde bijkomende toelage wordt verkregen door de in artikel 22, 1°, bedoelde toelagen met een revalorisatiecoëfficiënt te vermenigvuldigen.
De revalorisatiecoëfficiënt drukt voor elke dienst het verschil uit tussen de loonkosten gekoppeld aan de loonschalen bedoeld in bijlage 2 en die bedoeld in de bijlagen 3 tot 8 bij dit besluit, al naar gelang de periodes bedoeld in artikel 25bis, § 2, en de concordantietabel van de loonschalen die vastligt in bijlage 9 bij dit besluit.
De in percent uitgedrukte revalorisatiecoëfficiënt wordt voor elke dienst bepaald op grond van de gegevens die hij heeft verstrekt via het tewerkstellingskadaster en van de parameters bedoeld in bijlage 1 bij dit besluit.
Art. 25quater.Wat betreft het supplement voor de periode 1 oktober 2000-31 december 2000, wordt de revalorisatiecoëfficiënt voor de berekening van de aan de dienst verschuldigde toelagen vastgelegd op grond van de gegevens uit het tewerkstellingskadaster 2000.
De revalorisatiecoëfficiënt dient als basis voor de berekening van het supplement voor het boekjaar 2001, rekening houdende met het feit dat de individuele anciënniteit telkens verhoogd wordt met één jaar.
Wat betreft het supplement voor de boekjaren 2002 tot 2005, wordt de revalorisatiecoëfficiënt voor de berekening van de aan de dienst verschuldigde toelagen vastgelegd op grond van de gegevens uit het tewerkstellingskadaster van het voorafgaande boekjaar, rekening houdende met het feit dat de individuele anciënniteit telkens verhoogd wordt met één jaar.
Art. 25quinquies.Aan het einde van de vier laatste periodes bedoeld in artikel 25bis, § 2, wordt het aldus verkregen supplemententotaal eventueel beperkt tot het bedrag bedoeld in hetzelfde artikel 25bis, § 2. De beperking wordt over het geheel van de diensten verdeeld op grond van een bijsturingscoëfficiënt. Die coëfficiënt wordt bepaald als volgt : 1. het bedrag van de teller stemt overeen met het krediet bedoeld in artikel 25bis, § 2, voor de betrokken periode;2. het bedrag van de noemer stemt overeen met het totaal van de supplementen die aanvankelijk werden berekend voor dezelfde periode.
Art. 25sexies.Aan het einde van elk van de zes periodes bedoeld in artikel 25bis, § 2, mag het eventueel ongebruikte begrotingssaldo desnoods worden overgeheveld naar het volgende jaar. »
Art. 7.In artikel 25, zesde lid, worden de woorden "Agence wallonne pour l'intégration des personnes handicapées" vervangen door het woord « Agentschap ».
Art. 8.De bijlagen 1 tot 9 bij dit besluit vormen de bijlagen 1 tot 9 bij het besluit van de Waalse Regering van 13 april 1995 tot uitvoering van het decreet van 12 juli 1990 houdende organisatie van de erkenning en de subsidiëring van de diensten voor vroegtijdige hulpverlening aan gehandicapte kinderen.
Art. 9.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2000, behalve de artikelen 5 en 6, die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2001.
Art. 10.De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 29 november 2001.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, Th. DETIENNE
Bijlage 1 De in artikel 5 van dit besluit bedoelde coëfficiënt wordt toegepast in de loop van de zes periodes bedoeld in artikel 3, § 2, van dit besluit.
Hij stemt overeen met de onderstaande coëfficiënten C1, C2, C3, C4, C5 en C6 die toepasselijk in de loop van de vijf bovenbedoelde periodes : C1 = (B1 - B0) x 100/BO, C2 = (B2 - B0) x 100/BO, C3 = (B3 - B0) x 100/BO, C4 = (B4 - B0) x 100/BO, C5 = (B5 - B0) x 100/BO, C6 = (B6 - B0) x 100/BO où Waarbij : B0 = aanvankelijke loonkosten per dienst berekend op grond van de loonschalen in bijlage 2 bij dit besluit en gekoppeld aan het spilindexcijfer 100 van 01/01/90, rekening houdende met de geldelijke opwaarderingen tot 31/01/96 en met een bijzondere toelage van 20 000 BEF op de index 100 van 01/01/90.
B1 = aanvankelijke loonkosten per dienst berekend op grond van de loonschalen in bijlage 3 bij dit besluit en gekoppeld aan het spilindexcijfer 100 van 01/01/90, rekening houdende met een bijzondere toelage van 16 000 BEF op dezelfde index.
B2 = aanvankelijke loonkosten per dienst berekend op grond van de loonschalen van bijlage 4 bij dit besluit en gekoppeld aan het spilindexcijfer 100 van 01/01/90, rekening houdende met een bijzondere toelage van 15 400 BEF op dezelfde index.
B3 = aanvankelijke loonkosten per dienst berekend op grond van de loonschalen van bijlage 5 bij dit besluit en gekoppeld aan het spilindexcijfer 100 van 01/01/90, rekening houdende met een bijzondere toelage van 11 600 BEF op dezelfde index.
B4 = aanvankelijke loonkosten per dienst berekend op grond van de loonschalen van bijlage 6 bij dit besluit en gekoppeld aan het spilindexcijfer 100 van 01/01/90, rekening houdende met een bijzondere toelage van 8 000 BEF op dezelfde index.
B5 = aanvankelijke loonkosten per dienst berekend op grond van de loonschalen van bijlage 7 bij dit besluit en gekoppeld aan het spilindexcijfer 100 van 01/01/90, rekening houdende met een bijzondere toelage van 4 600 BEF op dezelfde index.
B6 = aanvankelijke loonkosten per dienst berekend op grond van de loonschalen van bijlage 8 bij dit besluit en gekoppeld aan het spilindexcijfer 100 van 01/01/90, rekening houdende met een bijzondere toelage van 2 400 BEF op dezelfde index.
Die loonschalen zijn vatbaar voor herziening naar boven en de bijzondere toelage voor herziening naar beneden, al naar gelang het ongebruikte begrotingssaldo van het voor periode 6 toegekende bedrag, zoals bepaald in artikel 3, § 2.
Bijlagen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 29 november 2001 tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 13 april 1995 tot uitvoering van het decreet van 12 juli 1990 houdende organisatie van de erkenning en de subsidiëring van de diensten voor vroegtijdige hulpverlening aan gehandicapte kinderen.
Namen, 29 november 2001.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, Th. DETIENNE