Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 28 februari 2002
gepubliceerd op 09 april 2002

Besluit van de Waalse Regering tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de « Conseil wallon des établissements de soins »

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2002027336
pub.
09/04/2002
prom.
28/02/2002
ELI
eli/besluit/2002/02/28/2002027336/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 FEBRUARI 2002. - Besluit van de Waalse Regering tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de « Conseil wallon des établissements de soins » (Waalse raad voor verzorgingsinstellingen)


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 30 maart 1983 op de organisatie van verzorgingsinstellingen in de Franse Gemeenschap;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 20 september 2001 tot benoeming van de leden van de « Conseil wallon des établissements de soins »;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 11 juli 1996 tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de « Conseil wallon des établissements de soins » en op de bijlage erbij;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een aangelegenheid bedoeld in artikel 128, § 1, van de Grondwet.

Art. 2.Het bijgaande huishoudelijk reglement van de « Conseil wallon des établissements de soins » is goedgekeurd door de Waalse Regering.

Art. 3.De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 4.Het besluit van de Waalse Regering van 11 juli 1996 tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de « Conseil wallon des établissements de soins » en de bijlage erbij worden opgeheven.

Namen, 28 februari 2002.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, Th. DETIENNE

« Conseil wallon des établissements de soins » Huishoudelijk reglement Op 14 december 2001 goedgekeurd door de « CWES » A. RAAD

Artikel 1.Vergaderingen De Raad vergadert na bijeenroeping door de voorzitter : telkens als de behandeling van een vraagstuk het vereist; op behoorlijk gemotiveerd verzoek van minstens zes van zijn leden; wanneer de Waalse Regering of de Minister van Gezondheid om advies verzoekt.

In de gevallen bedoeld in 2 en 3 vindt de vergadering plaats uiterlijk binnen 30 dagen na ontvangst van het verzoek. Voor behoorlijk gemotiveerde spoedgevallen wordt die termijn ingekort tot 15 dagen.

De Raad vergadert minstens acht keer per jaar.

Art. 2.Oproepingen en agenda De datum, het uur en de agenda van de vergaderingen van de Raad worden door de voorzitter bepaald.

De oproepingen vermelden de datum, het uur, de plaats van de vergadering en de agenda. Ze gaan vergezeld van de stukken die nodig zijn voor de vergadering en worden minstens acht dagen vóór de vergaderdatum door het secretariaat van de Raad naar de gewone en plaatsvervangende leden verzonden.

De oproepingen gaan ook vergezeld van de notulen van de vorige vergadering, die aan het begin van de vergadering ter goedkeuring aan de leden worden voorgelegd.

In spoedgevallen wordt de oproepingstermijn ingekort tot twee dagen.

Art. 3.Aanwezigheid op de vergaderingen Er wordt een presentielijst opgemaakt voor elke vergadering van de Raad, het bureau en de werkgroepen.

De vergaderingen mogen slechts in aanwezigheid van de voorzitter plaatsvinden. Bij diens verhindering wordt het voorzitterschap van de vergadering op de voordracht van het bureau waargenomen door een ondervoorzitter. Bij gebrek aan ondervoorzitter wordt het waargenomen door het oudste gewoon lid.

De gewone leden of, bij verhindering, hun plaatsvervangers wonen de vergaderingen van de Raad bij.

Een plaatsvervangend lid woont de vergaderingen van de Raad slechts bij als het gewoon lid verhinderd is.

Het gewoon lid dat een vergadering niet kan bijwonen, verwittigt onmiddellijk zijn plaatsvervanger en het secretariaat van de Raad.

Als een lid drie achtereenvolgende vergaderingen mist zonder te verwittigen, wordt de Minister daarvan door de voorzitter op de hoogte gebracht. Het lid wordt dan geacht aftredend te zijn.

Art. 4.Stemmingen De Raad heeft zitting op geldige wijze als de meerderheid van zijn leden aanwezig is.

Indien het aanwezigheidsquorum niet bereikt is, worden de leden uiterlijk binnen de vijftien volgende dagen opnieuw opgeroepen voor dezelfde agenda.

De Raad heeft dan zitting op geldige wijze, ongeacht het aantal aanwezige leden.

Alleen de agendapunten kunnen besproken worden of op geldige wijze ter stemming voorgelegd worden.

De Raad kan evenwel met een tweederde meerderheid beslissen elk dringend punt op de agenda te plaatsen.

Ook elk lid mag per post of aan het begin van de vergadering vragen dat een punt op de agenda wordt geplaatst. De Raad behandelt het verzoek en beslist met meerderheid van stemmen het aangehaalde punt al dan niet in aanmerking te nemen. Als dat punt een stemming vereist, wordt het op de agenda van de volgende vergadering geplaatst.

De leden stemmen bij handopsteken en de beslissingen worden genomen bij gewone meerderheid van stemmen, onthoudingen niet meegerekend. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

De uitslag van de stemming wordt bij het advies van de Raad gevoegd.

Bij het advies kan ook een nota van de minderheid worden gevoegd als minstens vijf leden van de Raad daarom verzoeken tijdens de vergadering. De adviezen worden door de voorzitter of één van de ondervoorzitters en door de secretaris van de Raad getekend. Ze worden overgemaakt aan de Minister van Gezondheid.

Het advies van de Raad waarom de Minister verzoekt, wordt binnen twee maanden na het verzoek uitgebracht, behoudens andersluidende bepaling.

Op gemotiveerd verzoek kan de Minister om dringend advies vragen. In dat geval bepaalt hij de termijn.

Geen enkel lid van de Raad mag op eigen initiatief deelnemen aan de bespreking of aan de stemming van een agendapunt waarbij hij een persoonlijk belang heeft, als hij lid van de inrichtende macht, dienstverstrekker of personeelslid van de eisende inrichting is.

Als het bestaan van een rechtstreeks belang van één of meer leden betwist wordt, beraadslaagt de Raad daarover in aanwezigheid van betrokkene(n).

Art. 5.Diverse bepalingen Bij de bespreking van elk verzoek kan de Raad beslissen één of meer vertegenwoordigers van de eisende inrichting te horen.

B. BUREAU

Art. 6.Samenstelling Het bureau bestaat uit een voorzitter en drie ondervoorzitters.

Het bureau vergadert na bijeenroeping door het secretariaat van de Raad zo vaak het nodig is voor het vlotte verloop van de werkzaamheden van de Raad.

Eventuele stemmingen vinden plaats zoals bepaald in artikel 4.

C. SECRETARIAAT

Art. 7.Werking Het secretariaat van de Raad, van het Bureau en van de werkgroepen wordt waargenomen door een ambtenaar van het Directoraat-generaal Sociale Actie en Gezondheid, Directie Curatieve Geneeskunde.

Het secretariaat zorgt ervoor dat de oproepingen en de eventuele vergaderstukken minstens acht dagen vóór de vergaderdatum worden verzonden.

Het moet ook de notulen opmaken en staat in voor hun bewaring.

Art. 8.Notulen De notulen worden op de volgende vergadering ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad.

In behoorlijk gemotiveerde spoedgevallen kan een punt dat op de agenda van een vergadering staat tijdens de zitting goedgekeurd worden. In de notulen wordt gewag gemaakt van de debatten, stemmingen en adviezen.

D. WERKGROEPEN

Art. 9.Werkgroepen Om zijn opdracht te vervullen, kan de Raad in het geval van een specifiek probleem vaste of tijdelijke werkgroepen oprichten.

In het kader van die werkgroepen kan hij een beroep doen op deskundigen.

Art. 10.Werking Aan de werkgroepen mogen zowel de plaatsvervangende als de gewone leden van de Raad deelnemen.

De werkgroepen worden voorgezeten door een lid dat op de voordracht van het Bureau door de Raad wordt aangewezen.

De deskundigen die geen lid zijn van de Raad en die uitgenodigd worden om aan een bepaalde werkgroep deel te nemen, worden op de voordracht van de voorzitter van de werkgroep en met de instemming van het bureau op persoonlijke titel gekozen op grond van hun bevoegdheid.

Ze mogen de beraadslagingen van de werkgroepen niet bijwonen.

Na het advies van de voorzitter van de werkgroep te hebben ingewonnen, kan het bureau al naar gelang de behandelde problemen ertoe gebracht worden het aantal leden van de werkgroepen te beperken.

Er is geen vaste deskundige.

Behalve beslissing van het bureau is het aantal deskundigen steeds kleiner dan het aantal leden van de Raad.

De stukken van de werkgroepen worden slechts verzonden aan de leden die eraan deelnemen.

De andere leden van de Raad mogen de stukken inzien op het secretariaat.

Het secretariaat staat in voor de coördinatie van de activiteiten van de werkgroepen.

De voorzitter van de Raad en de ondervoorzitters mogen van rechtswege alle vergaderingen van de verschillende werkgroepen bijwonen.

De voorzitter van elke werkgroep brengt verslag uit aan het bureau over de vordering van de werkzaamheden van zijn werkgroep.

Aan het begin van het jaar bezorgt de voorzitter van elke vaste werkgroep de leden van de Raad een verslag over de werkzaamheden die zijn groep het afgelopen jaar heeft verricht.

De tijdelijke werkgroepen bezorgen de voorzitter hun verslag na afloop van hun werkzaamheden.

E. GEHEIMHOUDINGSPLICHT EN VERTROUWELIJKHEID

Art. 11.Plichten en sanctie De leden van de Raad, de deskundigen en alle deelnemers aan de vergaderingen van de Raad, van het Bureau of van een werkgroep zijn verplicht tot geheimhouding in de uitoefening van hun opdracht.

Het vertrouwelijke karakter van de dossiers en de debatten moet onvoorwaardelijk in acht genomen worden.

De Waalse Regering kan een einde maken aan het mandaat van elk lid of elke deskundige, en elke deelnemer aan de vergadering uitsluiten als de plichten bedoeld in het eerste en het tweede lid van dit artikel niet worden nagekomen.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 28 februari 2002 tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de « Conseil wallon des établissements de soins ».

Namen, 28 februari 2002.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, Th. DETIENNE

^