gepubliceerd op 30 juni 2004
Besluit van de Waalse Regering betreffende de erkenning als ontwerper van gemeentelijke mobiliteitsplannen
27 MEI 2004. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de erkenning als ontwerper van gemeentelijke mobiliteitsplannen
De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 1 april 2004 betreffende de plaatselijke mobiliteit en toegankelijkheid, inzonderheid op artikel 14;
Overwegende dat de criteria en de procedure nader bepaald dienen te worden voor de erkenning van de publiek- dan wel privaatrechtelijke natuurlijke of rechtspersonen aan wie opdrachten inzake de uitwerking en de herziening van gemeentelijke mobiliteitsplannen zoals bepaald in artikel 14 van het decreet van 1 april 2004 betreffende de plaatselijke mobiliteit en toegankelijkheid toegewezen kunnen worden;
Gelet op het advies van de "Conseil supérieur des Villes, Communes et Provinces de la Région wallonne" (Hoge Raad van Steden, Gemeenten en Provincies van het Waalse Gewest) van 7 april 2004;
Gelet op het advies van de Raad van State, van 17 mei 2004, uitgebracht overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State van 2 april 2003;
Op de voordracht van de minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder : 1° decreet : het decreet van 1 april 2004 betreffende de plaatselijke mobiliteit en toegankelijkheid;2° erkenning : de erkenning die vereist is voor het opstellen en de herziening van gemeentelijke mobiliteitsplannen krachtens artikel 14 van het decreet;3° minister : de Minister bevoegd voor Vervoer en Mobiliteit. HOOFDSTUK II. - Erkenning
Art. 2.Een opdracht inzake de uitwerking en de herziening van een gemeentelijk mobiliteitsplan kan worden toegewezen aan een natuurlijke of rechtspersoon of aan een vereniging van natuurlijke personen op voorwaarde dat zij voorafgaandelijk erkend worden door de minister, na advies van de erkenningscommissie bedoeld in artikel 6.
Privaatrechtelijke, natuurlijke of rechtspersonen die aangewezen worden voor de uitwerking van een gemeentelijk mobiliteitsplan mogen geen enkel rechtstreeks of onrechtstreeks persoonlijk belang hebben bij de uitvoering van dat plan.
Art. 3.§ 1. De erkenning als ontwerper van gemeentelijke mobiliteitsplannen worden toegekend : 1° aan elke natuurlijke persoon of vereniging van natuurlijke personen die kan aantonen dat zij over de vaardigheden en de nuttige ervaring beschikt voor de zorgvuldige uitwerking van een gemeentelijk mobiliteitsplan dat beantwoordt aan de doelstellingen en de inhoud bedoeld in artikel 12 van het decreet;2° aan elke rechtspersoon die in haar maatschappelijk doel de aangelegenheden opgenomen heeft die betrekking hebben op vervoer, mobiliteit en toegankelijkheid en die kan aantonen dat zij over de vaardigheden en de nuttige ervaring beschikt voor de zorgvuldige uitwerking van een gemeentelijk mobiliteitsplan dat beantwoordt aan de doelstellingen en de inhoud bedoeld in artikel 12 van het decreet. § 2. De natuurlijke of rechtspersoon of de vereniging van natuurlijke personen zal moeten aantonen : 1° dat zij bekwaam is om een analyse op te stellen, de uitdagingen te bepalen, doelstellingen voor te stellen, alsmede de criteria aan de hand waarvan de uitvoering van die doelstelling beoordeeld kan worden, een omstandig actieprogramma uit te werken en de schetsen voor prioritaire aanpassingen vast te leggen, meer bepaald voor de volgende aangelegenheden : - structurering van netwerken, veiligheid; - verplaatsingen met gemotoriseerde voertuigen; - verplaatsingen zonder gemotoriseerde voertuigen : voetgangers, fietsers en personen met beperkte mobiliteit, - openbaar vervoer; - goederenvervoer en -overslag; - parkeren; - aanleg van openbare ruimten en wegen, leefruimten; - bewegwijzering en plaatselijke bebording; - ruimtelijke ordening en leefmilieu, in relatie met vraagstukken inzake toegankelijkheid en verplaatsingen; 2° dat zij bekwaam is om schriftelijk, mondeling en op audiovisuele wijze een document dat tot stand is gekomen na overleg met technici, politieke mandatarissen of burgers te communiceren, te consulteren en uit te werken;3° dat zij over de technische middelen beschikt die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van haar opdrachten.
Art. 4.§ 1. De erkenning als ontwerper van gemeentelijke mobiliteitsplannen wordt toegekend voor één of verschillende categorieën als volgt : 1° gemeentelijk mobiliteitsplan voor gemeenten van 10 000 inwoners of meer;2° gemeentelijk mobiliteitsplan voor gemeenten van minder dan 10 000 inwoners. § 2. Om de erkenning bedoeld in § 1, 1°, te krijgen, dient de natuurlijke of rechtspersoon of de vereniging van natuurlijke personen aan te tonen dat zij tijdens de afgelopen zes jaar een nuttige ervaring genoten heeft in de uitwerking van studies inzake mobiliteit en ruimtelijke ordening in gemeenten met meer dan 10 000 inwoners. § 3. De erkenning wordt toegekend voor een duur van vier jaar, hernieuwbaar, die ingaat te rekenen van de datum van kennisgeving van de erkenning. Het bereik van de erkenning wordt in de kennisgeving aangegeven. HOOFDSTUK III. - Erkenningsprocedure
Art. 5.§ 1. Het dossier voor de erkenningsaanvraag of de hernieuwing van de erkenning wordt gericht aan de minister bij het Directoraat-generaal Vervoer, per aangetekend schrijven.
Het dossier voor de erkenningsaanvraag of de hernieuwing van de erkenning wordt in zeven exemplaren opgesteld. Daarin wordt de categorie of worden de categorieën aangegeven, bedoeld in artikel 4, § 1, waarvoor de erkenning wordt aangevraagd; het bevat eveneens de bestanddelen die nodig zijn om te oordelen of de voorwaarden bedoeld in artikel 3 worden nageleefd, evenals volgende bestanddelen : - de adresgegevens van de natuurlijke of rechtspersoon of van de vereniging van natuurlijke personen; - de titels, kwalificaties en referenties van de medewerkers die in structureel verband met de aanvrager samenwerken; - indien het een rechtspersoon betreft, een afschrift van de statuten en de lijst van de bestuurders of beheerders.
Het Directoraat-generaal Vervoer bericht ontvangst van het dossier en maakt het over aan de erkenningscommissie bedoeld in artikel 6, binnen de tien dagen na ontvangst ervan. § 2. De erkenningscommissie beschikt over veertig dagen te rekenen van het bericht van ontvangst om haar advies aan de minister over te maken.
De erkenningscommissie kan de aanvrager horen of van hem aanvullende inlichtingen verlangen. In dat laatste geval wordt de termijn voor adviesverlening verlengd met maximum tien dagen.
Bij ontstentenis van een advies wordt het advies van de erkenningscommissie geacht gunstig te zijn. § 3. De erkenningscommissie kan de minister voorstellen om onder voorwaarden een erkenning toe te kennen, die doelt op : 1° een natuurlijke of rechtspersoon of een vereniging van natuurlijke personen die over de vaardigheden bedoeld in artikel 3, § 2, 1°, zou beschikken, de specifieke aangelegenheden ruimtelijke ordening en leefmilieu uitgezonderd.De erkenning kan worden toegekend aan de aanvrager op voorwaarde dat hij in vereniging of in onderaanneming werkt met een projectontwerper die erkend is voor de uitwerking van structuurplannen overeenkomstig artikel 282 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium; 2° een natuurlijke of rechtspersoon of een vereniging van natuurlijke personen wier vaardigheden als ontvankelijk zouden worden beschouwd maar wier ervaring inzake gemeentelijke mobiliteitsplannen beperkt is. In dat geval stelt de erkenningscommissie aan de minister regels voor het nazicht van de inachtneming van de voorwaarden voor. § 4. De minister geeft kennis van zijn beslissing binnen de 75 dagen na het bericht van ontvangst van de aanvraag, met, in voorkomend geval, als bijlage, het advies van de erkenningscommissie.
Art. 6.Er wordt een erkenningscommissie opgericht wier opdracht erin bestaat advies uit te brengen over de erkenningsaanvragen. De erkenningscommissie bestaat uit een gewoon lid en één plaatsvervanger, die elk bestuur vertegenwoordigen dat respectievelijk bevoegd is voor : wegen, vervoer, mobiliteit, ruimtelijke ordening, plaatselijke besturen, alsmede voor de "Société régionale wallonne du Transport" (Gewestelijke Waalse Vervoermaatschappij).
De gewone en de plaatsvervangende leden van de erkenningscommissie worden door de regering benoemd voor een periode van vijf jaar, op de voordracht van de betrokken besturen.
De leden van de erkenningscommissie kiezen een voorzitter uit eigen kring. De erkenningscommissie stelt een huishoudelijk reglement vast dat ter goedkeuring voorgelegd wordt aan de regering.
Het bestuur dat bevoegd is voor mobiliteit neemt het secretariaat waar.
Art. 7.§ 1. Indien er een gemeentelijk mobiliteitsplan dat uitgewerkt is door een erkende natuurlijke of rechtspersoon of een erkende vereniging van natuurlijke personen niet conform is aan de regels van goed vakmanschap of een document vormt waarvan de kwaliteit niet voldoet aan de doelstellingen bedoeld in artikel 12 van het decreet, wordt dat door de minister vastgesteld in een waarschuwing waarvan hij aan die persoon of vereniging van personen kennis geeft. § 2. Indien eenzelfde vaststelling wordt gemaakt voor een navolgend document, verzoekt de minister de erkenningscommissie om een advies binnen een door hem vastgestelde termijn en licht er de erkenningshouder over in. Laatstgenoemde beschikt over de mogelijkheid om zijn opmerkingen te laten gelden. § 3. Na advies van de erkenningscommissie kan de erkenning door de minister worden ingetrokken. Van de intrekking van de erkenning wordt aan de erkenningshouder kennis gegeven, waarbij aangestipt wordt binnen welke termijn laatstgenoemde opnieuw een erkenningsaanvraag kan indienen. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 8.Elke beslissing tot erkenning, hernieuwing of intrekking van een erkenning wordt bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
Art. 9.Tot 1 januari 2006 worden de natuurlijke of rechtspersonen die een gemeentelijk mobiliteitsplan, goedgekeurd door een gemeenteraad, hebben uitgewerkt, gelijkgesteld met erkende personen in de categorie van artikel 4, § 1, die beantwoordt aan de kenmerken van de betrokken gemeenten.
Art. 10.Dit besluit treedt in werking op 1 november 2004.
Art. 11.De Minister van Vervoer en Mobiliteit is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 27 mei 2004.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie, J. DARAS