gepubliceerd op 24 april 2003
Besluit van de Waalse Regering tot organisatie van het beheer van de aan het « ISSeP » toevertrouwde bewakingsnetwerken voor milieukwaliteit
27 MAART 2003. - Besluit van de Waalse Regering tot organisatie van het beheer van de aan het « ISSeP » (Openbaar Wetenschappelijk Instituut in het Waalse Gewest) toevertrouwde bewakingsnetwerken voor milieukwaliteit
De Waalse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de wetten van 8 augustus 1988, van 12 januari 1989, van 16 januari 1989, van 16 juli 1993 en van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de Gewesten en Gemeenschappen;
Gelet op het decreet van 21 april 1994 betreffende de milieuplanning in het kader van de duurzame ontwikkeling;
Gelet op het decreet van 9 april 1998 tot wijziging van het decreet van 7 juni 1990 houdende oprichting van een « Institut scientifique de Service public (ISSeP) », inzonderheid op de artikelen 3, tweede lid, 1°, a) en 6, § 3;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 27 augustus 2001 tot regeling van de werking van de Regering, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 6 juni 2002;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 27 augustus 2001 tot vaststelling van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 11 juli 2002;
Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid op de artikelen 49 en 55 tot 58;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 24 oktober 1996 tot vaststelling van de schattingsregels toepasselijk op het « Institut scientifique de Service public », gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 18 januari 2001;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 17 juli 1997 betreffende de administratieve en begrotingscontrole, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 20 december 2001;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 10 december 1998 betreffende de financiering van het « Institut scientifique de Service public »;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting;
Overwegende dat de gegevens betreffende de milieukwaliteit moeten verzameld worden en beschikbaar zijn voor het opmaken van een jaarlijks verslag over de staat van het Waalse milieu;
Overwegende dat het beheer van de bewakingsnetwerken voor milieukwaliteit continu moet verlopen en voortdurend afgestemd moet zijn op de behoeften van het Gewest wat betreft de te verzekeren geografische dekking, de te bewaken milieus, de te meten parameters, de samenwerkingsakkoorden alsook de Europese vereisten;
Overwegende dat dit beheer afgestemd moet zijn op de ontwikkeling van de meettechnologieën en moet steunen op de wetenschappelijke kennis waarover het « ISSeP » al jaren beschikt;
Overwegende dat het decreet tot oprichting van het « ISSeP », zoals gewijzigd in 1998, die opdracht van openbare dienst toevertrouwt aan het Instituut; dat die opdracht sinds 1993 voor rekening van het Waalse Gewest wordt uitgeoefend;
Overwegende dat de verschillende meetnetwerken niet afzonderlijk maar samen moeten worden beheerd;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : - decreet : het bovenbedoelde decreet van 9 april 1998; - Begeleidingscomité : het in artikel 4, § 2, van het decreet bedoelde Begeleidingscomité; - Minister : de Minister van de Waalse Regering bevoegd voor Leefmilieu; - Bestuur : het Directoraat-generaal Natuurlijke hulpbronnen en Leefmilieu; - verslag over de staat van het milieu : het verslag bedoeld in het decreet van 21 april 1994 betreffende de milieuplanning in het kader van de duurzame ontwikkeling.
Art. 2.Om de bewaking van de kwaliteit van het Waalse milieu te verzekeren, is het « ISSeP » belast met de exploitatie van meetnetwerken in het Gewest, bij de emissie en bij de immissie, in het water, de lucht, de grond en de ondergrond, zoals ze staan vermeld in het in artikel 3 bedoelde meerjarenactieplan, namelijk : 1. meetnetwerken voor luchtkwaliteit;2. meetnetwerken voor oppervlaktewaterkwaliteit;3. controlenetwerk voor centra voor technische ingraving;4. studie en karakterisering van emissies uit schoorstenen van afvalverbrandingsinstallaties;5. continu werkend controlenetwerk voor dioxine-emissies uit huisvuilverbrandingsovens. Onder exploitatie van een netwerk verstaat men het ontwerpen daarvan om in te spelen op de wetenschappelijke, technische en reglementaire vereisten, het onderhoud van de uitrustingen, het nemen van monsters, hun verpakking en analyse, alsook de verwerking en interpretatie van gegevens.
De resultaten worden bezorgd aan het bestuur in de vorm die o.a. het opmaken van het jaarlijkse verslag over de staat van het milieu vereist.
De werkmethoden worden uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van het « ISSeP », dat zorgt voor de ontwikkeling, de uitwerking en de analytische validering daarvan.
Het Instituut zorgt voor de wetenschappelijke kwaliteit van de werken en organiseert de publicatie of valorisatie van de resultaten wat betreft de wetenschappelijke aspecten.
Art. 3.De configuratie van de te beheren netwerken, de te bereiken doelstellingen, de te vervullen taken en de te gebruiken middelen worden nader beschreven in een meerjarenactieplan dat opgemaakt wordt overeenkomstig de bepalingen van artikel 6.
Vóór zijn integratie in dit besluit (via een wijzigingsbesluit) en dus vóór zijn invoeging in het meerjarenactieplan, kan elk bewakingsnetwerk het voorwerp zijn van een proeffase tot 1 januari na het eerste volledige boekjaar.
De opdracht wordt regelmatig geëvalueerd overeenkomstig de bepalingen van artikel 7. Die evaluatie betreft het bereiken van de verwachte resultaten volgens de gewenste modaliteiten en binnen de gestelde termijnen. Die betreft ook de wetenschappelijke, technische en economische criteria.
Art. 4.De algemene uitgavenbegroting van het Gewest voorziet elk jaar in de financiering van de opdracht, overeenkomstig de regels voor de financiering van het « ISSeP », zoals bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 10 december 1998.
In het begin van het lopende jaar maakt de financiering het voorwerp uit van een toekenningsbesluit van de Minister, waaraan het meerjarenactieplan wordt toegevoegd. Het bedrag van de toelage wordt vereffend in vier gelijke driemaandelijkse gedeelten, die uiterlijk de twintigste dag van de eerste maand van elk trimester moeten worden betaald, overeenkomstig artikel 6, § 3, van het decreet.
Overeenkomstig de bepalingen van het financieringsbesluit van 10 december 1998, wordt door de ISSEP een analytische rekening opgemaakt, die eigen is aan deze opdracht en die gegrond is op de consolidatie van de voor elk netwerk opgemaakte analytische rekeningen.
Wat betreft het continu werkende controlenetwerk voor dioxine-emissies uit huisvuilverbrandingsovens en in afwijking van het besluit van de Waalse Regering van 10 december 1998 betreffende de financiering van het Instituut, worden de personeelskosten op 100 % berekend; het geheel van de werkelijke kosten van de metingen wordt door het Gewest teruggevorderd op grond van de gedetailleerde bewijsstukken van het « ISSeP ».
Art. 5.Een opvolgingscomité, dat samengesteld is als volgt, wordt opgericht : - drie leden die de Minister vertegenwoordigen, onder wie één het voorzitterschap waarneemt; - de directeur-generaal van het Bestuur en drie leden die hij aanwijst; - de directeur-generaal van het « ISSeP » en drie leden die hij aanwijst, onder wie één het secretariaat waarneemt; - de bij de Minister geaccrediteerde Inspecteur van Financiën; - vier Belgische of buitenlandse deskundigen, die afkomstig zijn van de universiteit, de industrie of elk gespecialiseerd orgaan en die erkend zijn wegens hun bevoegdheid op activiteitengebieden die noodzakelijk zijn voor de opdracht (analytische chemie, ecotoxiciteit en milieumetrologie in water, lucht en gronden).
De deskundigen, die worden benoemd voor een verlengbare termijn van vijf jaar, worden aangewezen door de Minister die, in het aanwijzingsbesluit, de regels bepaalt voor de terugbetalingen, waarvan de bedragen voor rekening zullen zijn van de in artikel 4 bedoelde toelage, d.m.v. een contract tussen elke deskundige en het « ISSeP ».
Het lidmaatschap van het Comité is gratis.
Art. 6.Het Comité zorgt voor de goede uitvoering van de opdracht, met name : - de oprichting van een Netwerk Technische Comités en de opvolging van de werken van die Comités; - de voorbereiding, vóór 30 juni van elk jaar, van de strategische oriëntaties die het advies van het Begeleidingscomité behoeven; - de goedkeuring, vóór 30 juni van het lopende jaar, van het meerjarenactieplan met de overeenstemmende begrotingsramingen (voorbereid door de ad hoc Technische Comités), die de personeelsbezetting en de investeringen bevatten. Het bestuur moet die voorleggen aan de Minister in het kader van de voorbereiding van de begrotingen. - de goedkeuring, uiterlijk 5 december, van het gedetailleerde jaarlijkse meerjarenactieplan van elk betrokken netwerk voor het volgende jaar en de goedkeuring, in de loop van het jaar, van elke aanpassing aan de ervaren problemen; - de goedkeuring van de door de Technische Comités voorbereide werkkalender en van elke belangrijke herziening; - de goedkeuring van elke nieuwe budgettaire verdeling tussen de verschillende netwerken; - de goedkeuring van onderaannemingen met inachtneming van de regels betreffende de overheidsopdrachten als die hoger zijn dan euro 31.000; - de vaststelling van de inhoud van de in het actieplan bedoelde activiteitenverslagen en de goedkeuring daarvan; - de goedkeuring van de jaarrekening van de opdracht, opgemaakt overeenkomstig artikel 4 van dit decreet, op grond van de controles van de bewijsstukken die door het « ISSeP » per netwerk voorgelegd zijn aan de bevoegde diensten van het Directoraat-generaal Natuurlijke hulpbronnen en Leefmilieu.
Het Opvolgingscomité vergadert ten minste vier keer per jaar.
Het Comité stelt zijn huishoudelijke reglement vast en onderwerpt het aan de goedkeuring van de Minister.
Alle technische, boekhoudkundige of andere stukken moeten ter kennis worden gebracht van het Opvolgingscomité op zijn aanvraag.
Art. 7.Het Opvolgingscomité stelt, op voorstel van de Technische Comités, de objectieve indicatoren vast die bestemd zijn om de goede uitvoering van de opdracht te evalueren. Het gaat o.a. om technische, wetenschappelijke en, voorzover mogelijk, economische indicatoren.
De evaluatieverslagen worden bezorgd aan de leden van het Begeleidingscomité.
Art. 8.Het Gewest is de eigenaar van de in de loop van de opdracht verzamelde gegevens. Het Bestuur zorgt voor de verspreiding daarvan.
Het « ISSeP » wordt ertoe gemachtigd om die gegevens te gebruiken voor zijn eigen behoeften, in het kader van elke andere activiteit of opdracht, zonder informatie bekend te maken die tegenstrijdig zou zijn met degene die verstrekt worden door het Bestuur.
Elke methode of techniek die in het kader van de opdracht wordt uitgewerkt, is de intellectuele eigendom van het « ISSeP », dat belast is met de valorisatie daarvan.
Het « ISSeP » en het Bestuur verbinden zich, ieder wat het betreft, ertoe om alle nodige maatregelen te treffen, teneinde de vertrouwelijkheid van de informatie en de knowhow betreffende de uitvoering van de opdracht te verzekeren. Die verplichting rust ook op de eventuele onderaannemer alsook op alle leden van het Opvolgingscomité en van de Technische Comités.
Art. 9.Het Waalse Gewest verbindt zich ertoe om bij derden de toegangsvergunningen of de technische inrichtingen te krijgen alsook elke informatie die nuttig of noodzakelijk is voor de uitvoering van de opdracht.
Art. 10.De uitvoering van die opdracht mag in geen geval het Gewest verbinden.
Het « ISSeP » informeert onverwijld het Gewest en bezorgt alle nuttige bijzonderheden over elke gebeurtenis die de uitvoering van de opdracht zou kunnen benadelen.
Art. 11.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2003.
Namen, 27 maart 2003.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET