gepubliceerd op 18 april 2001
Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 9 maart 1995 tot wijziging van het Algemeen Reglement voor Arbeidsbescherming i.v.m. de inrichtingen voor de uitoefening van sport- of recreatieactiviteiten
27 MAART 2001. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 9 maart 1995 tot wijziging van het Algemeen Reglement voor Arbeidsbescherming i.v.m. de inrichtingen voor de uitoefening van sport- of recreatieactiviteiten
De Waalse Regering, Gelet op de wet van 5 mei 1888 betreffende het toezicht op de gevaarlijke, ongezonde of hinderlijke inrichtingen en op de stoommachines en -ketels, gewijzigd bij de wetten van 22 juli 1974 en 22 december 1989;
Gelet op het Algemeen Reglement voor Arbeidsbescherming, goedgekeurd bij de besluiten van de Regent van 11 februari 1946 en 27 september 1947, inzonderheid op Titel I, Hoofdstuk II, A, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 februari 1970;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 9 maart 1995 tot wijziging van het Algemeen Reglement voor Arbeidsbescherming i.v.m. de inrichtingen voor de uitoefening van sport- of recreatieactiviteiten;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat ieder terrein voor motorsport waarop meer dan één activiteit per jaar wordt georganiseerd, krachtens artikel 3 van bovenvermeld besluit van 9 maart 1995, als permanent terrein wordt beschouwd, met als gevolg de verplichting om een effectonderzoek te verrichten;
Overwegende dat deze toestand de organisatie van een groot evenement met uitzonderlijk karakter zou kunnen beletten;
Overwegende dat de hinder verbonden aan twee jaarlijkse evenementen matig blijft;
Op de voordracht van de Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, Besluit :
Artikel 1.In artikel 3 van het besluit van de Waalse Regering van 9 maart 1995 tot wijziging van het Algemeen Reglement voor Arbeidsbescherming i.v.m. de inrichtingen voor de uitoefening van sport- of recreatieactiviteiten, wordt het tweede lid vervangen door de volgende tekst : « De inrichtingen vermeld in de rubrieken 47bis, 264bis, 377, 378, 386bis en 390bis van hoofdstuk II, lijst A, worden slechts beschouwd als tijdelijk opgericht indien er maximum twee activiteiten per jaar in georganiseerd worden, die op maximum drie achtereenvolgende dagen plaatsvinden; als deze activiteiten in een wedstrijd bestaan, worden de oefeningen die erop betrekking hebben in die periode van drie dagen begrepen. Voor de in dit lid bedoelde gevallen wordt elk jaar een vergunning per activiteit vereist. »
Art. 2.De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 27 maart 2001.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET