gepubliceerd op 16 oktober 2002
Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 21 maart 2002 houdende organisatie van het partnerschap en van de algemene financiering van de Waalse provincies en van het decreet van 21 maart 2002 houdende organisatie van het partnerschap tussen het Gewest en de Waalse provincies voor de aangelegenheden geregeld overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet
26 SEPTEMBER 2002. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 21 maart 2002 houdende organisatie van het partnerschap en van de algemene financiering van de Waalse provincies en van het decreet van 21 maart 2002 houdende organisatie van het partnerschap tussen het Gewest en de Waalse provincies voor de aangelegenheden geregeld overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet
De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 21 maart 2002 houdende organisatie van het partnerschap en van de algemene financiering van de Waalse provincies, Gelet op het decreet houdende organisatie van het partnerschap tussen het Gewest en de Waalse provincies voor de aangelegenheden geregeld overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet;
Gelet op het advies nr. 14/2002 van de "Conseil supérieur des Villes, Communes et Provinces de la Région wallonne" (Hoge Raad voor Steden, Gemeenten en Provincies van het Waalse Gewest), uitgebracht op 9 juli 2002;
Gelet op het advies nr. 33.890/2/V, van de Raad van State, uitgebracht op 9 september 2002 overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Besluit : HOOFDSTUK I. - Sluiting van de partnerschapsovereenkomst
Artikel 1.Zodra mogelijk en uiterlijk 2 januari van het eerste jaar van de driejarige periode bezorgt de bestendige deputatie de Regering via de Minister van Binnenlandse Aangelegenheden een voorontwerp van partnerschapsovereenkomst, met een lijst van handelingen die de provincie in samenwerking met het Waalse Gewest overweegt uit te voeren.
Het gedeelte van de uitgaven gedekt door de subsidies die de provincie voor de voorgestelde handelingen geniet, mag niet voorkomen op de handelingenlijst bedoeld in het eerste lid.
Art. 2.Het ontwerp van partnerschapsovereenkomst, dat resulteert uit voorafgaande contacten met elke functionele Minister, is het voorwerp van onderhandelingen tussen de bestendige deputatie enerzijds en de Minister-President, de Vice-Presidenten, de Minister van Binnenlandse Aangelegenheden, en de betrokken functionele Minister(s) anderzijds.
De onderhandelingen moeten uiterlijk op 1 maart van het eerste jaar van de driejarige periode uitmonden op een ontwerp van overeenkomst dat ter goedkeuring zal worden voorgelegd aan de provincieraad enerzijds en, via de Minister van Binnenlandse Aangelegenheden, aan de Regering anderzijds.
De goedgekeurde overeenkomst wordt uiterlijk op 31 maart van het eerste jaar van de driejarige periode ondertekend door de bestendige deputatie enerzijds en door de Regering anderzijds. HOOFDSTUK II. - Uitvoering van de partnerschapsovereenkomst
Art. 3.Er wordt een begeleidingscomité opgericht om toe te zien op de gecoördineerde uitvoering van de verbintenissen die door elke partij worden aangegaan. Het bestaat enerzijds uit een vertegenwoordiger van de Minister-President, van de Vice-Presidenten, van de Minister van Binnenlandse Aangelegenheden die het voorzitterschap van het comité waarneemt en uit een vertegenwoordiger van elke betrokken functionele Minister en anderzijds uit een gelijk aantal vertegenwoordigers van de provincie, aangewezen door de bestendige deputatie.
De provinciegouverneur, of diens afgevaardigde, wordt op elke vergadering uitgenodigd.
De taak van het begeleidingscomité bestaat erin de partijen kennis te geven van alle nuttige informatie en de bevoegde overheden zo spoedig in te lichten over de problemen waarmee de één of andere partij te kampen heeft.
Het comité wordt belast met de opstelling van het evaluatieverslag bedoeld in hoofdstuk III van dit besluit.
Het comité vergadert zo vaak als nodig is en minstens éénmaal per kwartaal. HOOFDSTUK III. - Evaluatie van het partnerschap
Art. 4.§ 1. Het begeleidingscomité bezorgt de Regering of de bestendige deputatie uiterlijk op 15 februari een tussenevaluatieverslag over de uitvoering van het partnerschap voor het afgelopen boekjaar.
Dat verslag bevat een globaal overzicht van de nakoming van de verbintenissen bedoeld in de partnerschapsovereenkomst, zowel voor de uitvoering van de handelingen als voor de vastlegging van de begroting en de inachtneming van de termijnen.
Het begeleidingscomité vermeldt eventuele bijkomende beoordelingen van elke partij.
Het verslag gaat vergezeld van een advies van de gouverneur over de nakoming van de verbintenissen door de provincie. § 2. Aan het einde van het laatste jaar van de driejarige periode wordt het eindevaluatieverslag over de uitvoering van de partnerschapsovereenkomst opgemaakt volgens de procedure bedoeld in § 1.
Art. 5.De Regering bepaalt uiterlijk op 15 maart de staat van uitvoering van de partnerschapsovereenkomst op grond van het verslag van het begeleidingscomité, overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 21 maart 2002 houdende organisatie van het partnerschap en van de algemene financiering van de Waalse provincies.
Elk proces-verbaal tot vaststelling van de niet-nakoming van een verbintenis door de provincie wordt behoorlijk gemotiveerd op grond van de partnerschapsovereenkomst alsmede van de evaluaties en opmerkingen geformuleerd in het verslag van het begeleidingscomité.
Art. 6.De provincie kan door toedoen van de bestendige deputatie de beslissing betwisten waarbij de Regering vaststelt dat ze haar verbintenissen of een deel ervan niet is nagekomen.
Daartoe bezorgt ze de Minister van Binnenlandse Aangelegenheden binnen dertig werkdagen na de kennisgeving een gemotiveerde nota waarin ze haar betwisting rechtvaardigt. De Minister legt de Regering een voorstel van bevestiging of van herziening van de betwiste beslissing voor volgens de procedure bedoeld in artikel 8 van het decreet.
De Regering neemt uiterlijk op 31 maart een definitieve beslissing. HOOFDSTUK IV. - Herziening van de partnerschapsovereenkomst
Art. 7.Naar aanleiding van een tussenevaluatie kan de Regering of de provincie via de bestendige deputatie, op eigen initiatief of op voorstel van het begeleidingscomité, de herziening van de partnerschapsovereenkomst voorstellen. HOOFDSTUK V. - Sanctie in geval van niet-uitvoering van de partnerschapsovereenkomst
Art. 8.Als de partnerschapsovereenkomst niet gesloten is op 31 maart, mag de Regering de voor het partnerschap bestemde subsidies per achterstallige maand met een negende verminderen.
Die mogelijkheid vervalt evenwel als de niet-nakoming door de provincie voor ten minste een deel aan de Regering kan worden toegeschreven. HOOFDSTUK VI. - Overgangs- en slotbepalingen
Art. 9.Voor de evaluatie van de eerste partnerschapsovereenkomst (jaar 2003) worden de data bedoeld in artikel 4, eerste lid, en in artikel 6, derde lid, van dit besluit vervangen door de volgende data : 30 september en 15 november.
Art. 10.Dit besluit treedt onmiddellijk in werking.
Art. 11.De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 26 september 2002.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ch. MICHEL