24 SEPTEMBER 2009. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 19 december 2008 betreffende de investeringen in de landbouwsector

De Waalse Regering, Gelet op Verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 6, § 1, V, zoals gewijzigd bij de bijzondere wetten van 8 augustus 1988, 16 juli 1993 en 13 juli 2001;

Gelet op de wet van 15 februari 1961 houdende oprichting van een Landbouwinvesteringsfonds, gewijzigd bij de wetten van 29 juni 1971, 15 maart 1976, 3 augustus 1981 en 15 februari 1990;

Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw-, en zeevisserijproducten;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 19 december 2008 betreffende de investeringen in de landbouwsector;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 23 september 2009;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 24 september 2009;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de huidige crisis in de zuivelsector veroorzaakt door de buitengewone daling van de melkprijzen aan het einde van het jaar 2008 impliceert dat steunmaatregelen voor de sector dringend getroffen moeten worden;

Overwegende dat er met name reden is om een steunregeling ten gunste van de zuivelproducenten op touw te zetten om de thesaurie van de zuivelbedrijven te ontlasten;

Overwegende dat er tevens reden is om een de-minimissteunregeling ten gunste van de zuivelproducenten in te voeren opdat ze hun activiteiten zouden kunnen diversifiëren, met name in het kader van de verwerking of de afzet van zuivelproducten, en dit, om de rentabiliteit van hun productie te verhogen;

Overwegende dat elke vertraging in de aanneming en de uitvoering van bovenvermelde steunregelingen nadelig zou zijn voor het geheel van de zuivelsector;

Op de voordracht van de Minister van Landbouw;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In het besluit van de Waalse Regering van 19 december 2008 betreffende de investeringen in de landbouwsector wordt het opschrift van Titel 4 vervangen als volgt : "TITEL 4 - Diverse steun"

Art. 2.In Titel 4 van hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk Ibis ingevoegd, luidend als volgt : "HOOFDSTUK Ibis. - Gewestelijke steun om het hoofd te bieden aan de daling van de prijzen van de landbouwproducten

Art. 76bis.Ten gevolge van een uitzonderlijke of onvoorziene daling van de prijzen van de landbouwproducten die als dusdanig erkend wordt door de Regering, kan de landbouwer die bewijst dat hij thesaurieproblemen heeft, de gewestelijke steun genieten, die met name in een rentesubsidie bestaat. De thesaurieproblemen nemen met name een concrete vorm aan door achterstallen aan zijn leveranciers.

Voor elke uitvoering van de in het eerste lid bedoelde steun bepaalt de Regering een maximale begroting, de periode waarin die steun kan worden toegekend, de bijkomende steunvormen en de categorieën landbouwers die ervan kunnen genieten.

In overeenstemming met de Minister van Begroting bepaalt de Minister de vorm en de voorwaarden voor de toepassing van die steun. Hij houdt de Regering op de hoogte van het in dit kader aangenomen besluit.".

Art. 3.In Titel 4 van hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk Iter ingevoegd, luidend als volgt : "HOOFDSTUK Iter. - Gewestelijke steun voor de verwerking en de afzet van landbouwproducten.

Art. 76ter.§ 1. Binnen de perken van de begrotingskredieten kan een de-minimissteun toegekend worden aan de landbouwbedrijfshoofden en aan de landbouwbedrijven die de primaire productie als hoofdzakelijke activiteit hebben, voor de ontwikkeling van activiteiten inzake verwerking of afzet van hun landbouwproducten.

Het bedrag van die steun is niet hoger dan 1.000 euro per landbouwer over drie fiscale boekjaren.

De begunstigde van de steun mag geen onderneming met moeilijkheden zijn in de zin van de communautaire richtlijnen betreffende de staatssteun voor de redding en de herstructurering van de ondernemingen in moeilijkheden. § 2. De uitgaven die voor de in § 1 bedoelde steun in aanmerking komen, zijn de volgende : 1° de marketinguitgaven betreffende de afzet van landbouwproducten;2° de roerende investeringen gebonden aan de verwerking en de afzet van landbouwproducten;3° uitgaven gebonden aan marktonderzoeken over de verwerking en de afzet van landbouwproducten;4° de consulentenuitgaven voor de opzet van nieuwe activiteiten inzake verwerking en afzet van landbouwproducten, met name de belastingconsulenten en de zakenplannen;5° de aankoop door een landbouwer van aandelen die het maatschappelijk kapitaal van een coöperatieve verwerkings- en afzetvennootschap vertegenwoordigen. § 3. In overeenstemming met de Minister van Begroting bepaalt de Minister de duur en de voorwaarden voor de toepassing van die steun.

Hij bepaalt ook de categorieën begunstigden van die steun. Hij houdt de Regering op de hoogte van het in dit kader aangenomen besluit.

Art. 76quater.Kan ook toegekend worden, een steun in de vorm van een overheidsgarantie die maximum 80 % van het geleende bedrag dekt en die, in afwijking van artikel 1, 17°, dient om activiteiten inzake verwerking en afzet van landbouwproducten te financieren. Het bedrag van de lening gedekt door de overheidsgarantie is niet hoger dan 300.000 euro per coöperatieve verwerkings- en afzetvennootschap over drie fiscale boekjaren.

De in het eerste lid bedoelde overheidsgarantie omvat een de-minimissteun. De begunstigde van die steun mag geen onderneming met moeilijkheden zijn in de zin van de communautaire richtlijnen betreffende de staatssteun voor de redding en de herstructurering van ondernemingen in moeilijkheden.

In overeenstemming met de Minister van Begroting bepaalt de Minister de duur en de voorwaarden voor de toepassing van de overheidsgarantie.

Hij bepaalt ook de categorieën begunstigden van die garantie. Hij houdt de Regering op de hoogte van het in dit kader aangenomen besluit."

Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het ondertekend wordt.

Art. 5.De Minister van Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 24 september 2009.

De Minister-President, R. DEMOTTE Op de voordracht van de Minister van Openbare Werken, Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Natuur, Bossen en Erfgoed, B. LUTGEN