gepubliceerd op 16 oktober 1997
Besluit van de Waalse Regering betreffende de toekenning en het dragen van toegangs- en identificatiebadges op de luchthavens van het Waalse Gewest
24 JULI 1997. Besluit van de Waalse Regering betreffende de toekenning en het dragen van toegangs- en identificatiebadges op de luchthavens van het Waalse Gewest
De Waalse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wetten van 8 augustus 1988 en 16 juli 1993, inzonderheid op de artikelen 6, X, eerste lid, 7°, en 69;
Gelet op het decreet van 23 juni 1994 betreffende de oprichting en de uitbating van de onder het Waalse Gewest ressorterende luchthavens en vliegvelden;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Overwegende dat de luchthavens in veilige omstandigheden geëxploiteerd moeten worden, en dat zulks enkel mogelijk is door toezicht te houden op het introduceren van personen, voertuigen en andere voorwerpen in zones die in principe niet toegankelijk zijn voor gebruikers;
Gelet op de steeds grotere aanwezigheid van operateurs, dus van natuurlijke personen, in de extrabeveiligde zones van de Waalse openbare luchthavens;
Overwegende dat de luchthavens van het Waalse Gewest uitgerust zijn met een systeem van telebewaking en toegangscontrole;
Overwegende dat de voorwaarden voor de toekenning en het dragen van toegangs- en identificatiebadges, alsook de desbetreffende vergoeding, bepaald dienen te worden;
Overwegende dat de badges vanaf 1 september 1997 afgegeven en gebruikt moeten worden, hoofdzakelijk op de luchthaven van Luik-Bierset, in het kader van het vrachtvervoer en het vervoer van de snelpost;
Gelet op de aldus gemotiveerde dringende noodzakelijkheid;
Op de voordracht van de Minister van Ruimtelijke Ordening, Uitrusting en Vervoer, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Voor de toepassing van deze procedure wordt verstaan onder : Overheid : de ambtenaren van het Waalse Ministerie van Uitrusting en Vervoer die op de luchthavens belast zijn met de veiligheid, de toegangscontrole en de afgifte van identificatiebadges.
Identificatie- en toegangsbadge : 1° voor personen : persoonlijke badge die toegang geeft tot bepaalde zones van het beschermde luchtvaartareaal van een luchthaven;2° voor voertuigen : badge die de voertuigen toegang geeft tot bepaalde zones van het beschermde luchtvaartareaal van een luchthaven. Beschermd luchtvaartareaal : bewegingsterrein van een luchthaven en geheel of gedeelte van de aangrenzende terreinen en gebouwen waarvan de toegang gecontroleerd wordt.
Veiligheidscontrole : maatregelen die het introduceren van wapens of voorwerpen moeten beletten waarmee ongeoorloofde handelingen uitgevoerd kunnen worden.
Toegangscontrole : controle d.m.v. identificatiebadges, toegangskaarten, magnetische kaarten of andere elektronische gecodeerde kaarten.
Veiligheid : combinatie van maatregelen alsook van menselijke en materiële middelen die de burgerluchtvaart tegen ongeoorloofde handelingen moeten beschermen. HOOFDSTUK II. - Toepassingssfeer
Art. 2.Een persoon of een voertuig mag zich slechts met inachtneming van de voorschriften van onderhavige procedure naar het beschermde luchtvaartareaal van een luchthaven en de bijhorigheden ervan begeven, onverminderd de bepalingen van artikel 11. HOOFDSTUK III. - Toekenning van identificatie- en toegangsbadges
Art. 3.Algemeenheden. § 1. Er bestaan twee soorten identificatiebadges : - de vaste badge; - de bezoekersbadge. § 2. Vooraleer het aanvraagformulier voor identificatie- en toegangsbadges in te dienen, moet de verantwoordelijke van een maatschappij of een interne dienst de overheid de identiteit opgeven van twee medewerkers die machtiging hebben om de badgesaanvragen mede te ondertekenen, en een exemplaar van hun originele handtekening overleggen.
Na ontvangst van deze gegevens beschikt de overheid over een termijn van veertien dagen om de maatschappij of dienst aan een veiligheidscontrole te onderwerpen.
Na deze controle moet de overheid haar gemotiveerde beslissing, waarbij ze de indiening van aanvraagformulieren al dan niet toelaat, schriftelijk bekendmaken.
Het aanvraagformulier voor identificatiebadges, waarvan het model in bijlage I bij deze procedure voorkomt, wordt aangevraagd en ingediend door personen die gemachtigd zijn om de badges mede te ondertekenen en aan sommige van hun personeelsleden, uitgenodigden of bezoekers, toegang zouden willen verlenen tot bepaalde zones van het beschermde luchtvaartareaal.
Formulieren die niet door een gemachtigde persoon zijn ingediend of die gedeeltelijk of verkeerd zijn ingevuld, worden niet in aanmerking genomen. § 3. Elke luchthaven beschikt over een kantoor voor de emissie en afgifte van badges. De kantoren zijn toegankelijk van maandag tot vrijdag, tussen 9 en 12 uur en tussen 13 u. 30 m. en 16 uur, feestdagen uitgezonderd. § 4. De in § 3 bedoelde kantoren verstrekken, op schriftelijk verzoek van de verantwoordelijken van de maatschappijen of diensten die op de betrokken luchthavens werkzaam zijn, de aanvraagformulieren voor badges, waarvan een model in de bijlagen 1 en 2 bij deze procedure voorkomt.
Art. 4.Vaste badges.
De vaste badge heeft een geldigheidsduur van minimum vijf dagen en maximum vijf jaar. De duur ervan wordt door de overheid bepaald, met name op grond van de gegevens die de aanvrager in zijn aanvraagformulier opgeeft.
Bovendien moet de aanvrager een bewijs van goed zedelijk gedrag bij het aanvraagformulier voegen en, voor voertuigen, een attest van een verzekeringsmaatschappij waarbij wordt aangetoond dat ze de bijzondere risico's dekt die gebonden zijn aan het gebruik ervan op het beschermde luchtvaartareaal.
Na de indiening van het aanvraagformulier en de bijlagen beschikt de overheid over vijf werkdagen om de aanvraag te onderzoeken en om hetzij de gevraagde badge af te geven, hetzij kennis te geven van haar gemotiveerde weigering.
De aanvrager moet zijn vaste badge persoonlijk afhalen op het emissiekantoor, waar het afgegeven wordt op vertoon van de identiteitskaart en, in voorkomend geval, van de documenten van het betrokken voertuig.
Art. 5.Bezoekersbadge.
De bezoekersbadge heeft een geldigheidsduur van maximum vijf dagen.
Na de indiening van het aanvraagformulier beschikt de overheid over twee werkdagen om hetzij de gevraagde badge af te geven, hetzij kennis te geven van haar weigering.
De bezoekersbadge kan enkel in spoedgevallen buiten de openingstijden van het emissiekantoor bij de permanentie van de luchthavenoverheid verkregen worden.
In ieder geval wordt de badge slechts overhandigd als de bezoeker zijn identiteitskaart in bewaring afgeeft bij de overheid. HOOFDSTUK IV. - Het dragen van identificatie- en toegangsbadges
Art. 6.De badge is strikt persoonlijk en moet op het beschermde luchtvaartareaal altijd zichtbaar gedragen worden.
Hij moet ieder ogenblik op verzoek van de overheidsdiensten getoond kunnen worden.
De inzittenden van een voertuig dat op het beschermde luchtvaartareaal mag rijden, moeten eveneens de badge dragen die bestemd is voor de betrokken zone.
Wat de voertuigen betreft, moet de badge zichtbaar aangebracht worden op de voorruit.
De drager van een badge mag zich geenszins aan een eventuele veiligheidscontrole onttrekken en moet de seinen, instructies of bevelen van de luchthavenoverheid, rijkswacht of douane in acht nemen.
Op het beschermde luchtvaartareaal heeft de drager van een badge slechts toegang tot de zones waarvoor de badge bestemd is.
De drager van een bezoekersbadge moet altijd vergezeld worden door een persoon van de maatschappij of vereniging om zich te begeven naar de niet-openbare zones waarvan de toegang met badgelezers uitgerust is. HOOFDSTUK V. - Inlevering en vernieuwing van identificatiebadges Aangifte van verloren of gestolen badges
Art. 7.Inlevering.
De identificatiebadge moet hoe dan ook ingeleverd worden bij de overheid, en met name in de volgende gevallen : - verstreken geldigheidsduur; - vernieuwing van de badge; - einde van het ambt of van het bezoek van de badgedrager; - gebrekkige badge; - beschadigde badge; - intrekking van de badge door de overheid, zoals bepaald in artikel 13.
Art. 8.Verlies en diefstal.
Elk verlies of elke diefstal moet onmiddellijk bij de overheid of haar afgevaardigde gemeld worden.
Art. 9.Vernieuwing van de vaste badge.
De vernieuwing van de vaste badge moet door de gemachtigde personen van de maatschappij of de actieve dienst in de volgende gevallen en onder de volgende voorwaarden aangevraagd worden : 1° in geval van verstreken geldigheidsduur, op voorwaarde dat de aanvraag om vernieuwing minstens vijf werkdagen vóór het verstrijken is ingediend en tegen inlevering van de oude badge;2° in geval van gebrekkige of beschadigde badges, op voorwaarde dat de aanvraag om vernieuwing is ingediend en tegen inlevering van de gebrekkige of beschadigde badge;3° bij verlies of diefstal, op voorwaarde dat het verlies of de diefstal van tevoren aangegeven werd en dat een nieuwe aanvraag ingediend wordt. In de gevallen 2° en 3° kan de aanvrager in afwachting van een nieuwe vaste badge een bezoekersbadge vragen. HOOFDSTUK VI. - Vergoeding en borgsom betreffende de identificatie- en toegangsbadges
Art. 10.§ 1. De vaste identificatie- en toegangsbadge wordt verkregen tegen contante betaling van een vergoeding van 750 BEF (inclusief BTW) aan de gewone boekhouder van de emissieluchthaven of aan zijn plaatsvervanger.
Voor elke vaste badge moet bovendien een borgsom van 1 000 BEF in contanten aan dezelfde gewone boekhouder betaald worden. Deze borgsom brengt geen interesten op.
De borgsom wordt betaald tegen ontvangbewijs waarvan het model in bijlage 3 bij deze procedure voorkomt.
In geval van verlies, diefstal, opzettelijke of onopzettelijke beschadiging van de vaste badge behoudt het Waalse Gewest de borgsom. § 2. In geval van verlies, diefstal, opzettelijke of onopzettelijke beschadiging van de bezoekersbadge moet de drager of de persoon die erom heeft verzocht, een vergoeding van 1 000 BEF (inclusief BTW) in contanten betalen om zijn identiteitskaart terug te krijgen. § 3. Een extravergoeding van 500 BEF (inclusief BTW) moet betaald worden voor een badge die niet afgehaald wordt binnen dertig kalenderdagen na de indiening van het aanvraagformulier. Die vergoeding wordt gefactureerd aan de maatschappij of dienst die de badgeaanvraag heeft ingediend. § 4. De overheid wijst elke nieuwe badgeaanvraag af zolang de vergoeding niet is betaald of de borgsom niet teruggegeven. HOOFDSTUK VII. - Vrijstellingen
Art. 11.Na een veiligheidscontrole worden de volgende personen op het beschermde luchtvaartareaal toegelaten voor zover hun aanwezigheid er noodzakelijk is : - de passagiers met een geldig vliegtuigticket; - de leden van het boordpersoneel van de luchtvaartmaatschappijen die beschikken over een vergunning van piloot of boordwerktuigkundige of van een geldig getuigschrift van bemanningslid; - de piloten van de algemene luchtvaart (en hun begeleiders) afkomstig van een andere luchthaven of een ander vliegveld.
Art. 12.De in artikel 10, § 1, bedoelde vergoeding en borgsom moeten niet betaald worden voor vaste badges die bestemd zijn voor de personeelsleden en de voertuigen van het Waalse Ministerie van Uitrusting en Vervoer, van de douane, de Rijkswacht, het Bestuur van de Luchtvaart en de Regie der Luchtwegen.
Bij verlies, diefstal, opzettelijke of onopzettelijke beschadiging of niet-inlevering van een badge die afgegeven werd aan de in het vorige lid bedoelde personen en voertuigen, moet de badgehouder of de dienst die om de badge heeft gevraagd, een vergoeding van 1 000 BEF (inclusief BTW) betalen. HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen
Art. 13.De overheid kan de badge zonder vergoeding, opzeggingstermijn en onverminderd andere vervolgingen in de volgende gevallen intrekken : - als ze vaststelt dat de bepalingen van de artikelen 6 en 7 niet nageleefd worden; - in geval van kwaadwillig gebruik; - als een maatschappij of een dienst niet in kennis wordt gesteld van het einde van het ambt of het bezoek van de badgedrager; - als de badge niet gebruikt wordt gedurende een periode van twee opeenvolgende maanden.
Art. 14.Dit besluit treedt in werking op 1 september 1997.
Art. 15.De Minister van Vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 24 juli 1997.
De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, K.M.O.'s, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Ruimtelijke Ordening, Uitrusting en Vervoer, M. LEBRUN Bijlage 1 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld