MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST

23 DECEMBER 2004. - Besluit tot vrijstelling van de federale bijdrage ter compensatie van het inkomstenverlies dat de gemeenten wegens de liberalisering van de elektriciteitsmarkt lijden

De Waalse Regering, Gelet op artikel 6, § 1, VIII, eerste lid, 9°bis, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 29 november 2004;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 2 december 2004;

Gelet op het advies van de « Conseil supérieur des villes, communes et provinces de la Région wallonne » (Hoge raad van de steden, gemeenten en provincies van het Waalse Gewest), gegeven op 9 december 2004;

Gelet op het overleg van 17 december 2004 met de federale Minister die voor het Energiebeleid bevoegd is;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, speciaal gemotiveerd als volgt : « De Federale Regering maakt zich op om in de programmawet bepalingen op te nemen ter wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt. Er wordt een nieuw hoofdstuk Vbis ingevoegd met de volgende titel : « Federale bijdrage ter compensatie van het inkomstenverlies dat de gemeenten wegens de liberalisering van de elektriciteitsmarkt lijden ». De Federale Regering werd onlangs gemachtigd om dergelijke maatregel te treffen.

De bijzondere wet tot wijziging van artikel 6, § 1, VIII, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen werd pas op 9 november 2004 bekendgemaakt. De Regering bepaalt dat de nieuwe maatregelen die ze de eerstkomende dagen overweegt te nemen, inwerking zullen treden op 1 mei 2004 en voorziet in een eerste betaling van de bijdrage door de distributienetbeheerders op 25 december 2004. Aangezien het gaat om een fiscale maatregel die op het jaar 2004 slaat, was de dringende noodzakelijkheid vanzelfsprekend. Ze wordt nog kracht bijgezet gezien de naderende inwerkingtreding van de maatregel op federaal vlak.

Gelet op het advies nr. 37.863/4 van de Raad van State, uitgebracht op 8 december 2004;

Gelet op artikel 22bis van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt;

Overwegende dat de federale overheid met deze maatregel de inning van een bijdrage voor het jaar 2004 wilt opleggen ter compensatie van het inkomstenverlies dat de gemeenten wegens de liberalisering van de elektriciteitsmarkt lijden; dat deze aan de Gewesten duidelijk gemaakte wil zich uit in de terugwerkende kracht op 1 mei 2004 van de bijzondere wet van 13 september 2004 waarbij een 9°bis ingevoegd wordt in artikel 6, § 1, VIII, eerste lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;

Overwegende dat dit nieuwe artikel 22bis van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt eveneens terugwerkende kracht op 1 mei 2004 zal hebben; dat bedoeld artikel bepaalt dat de federale bijdrage voor het jaar 2004 uiterlijk 25 december gestort wordt; dat dit besluit dus zo spoedig mogelijk aangenomen moet worden om de eindafnemers wiens opnemingspunt in het Waalse Gewest gevestigd is, vrij te stellen opdat ze niet het voorwerp zouden uitmaken van een dubbele inning met dezelfde doelstelling;

Overwegende dat artikel 20 van het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt de netbeheerders een jaarlijkse retributie oplegt ten gunste van de gemeenten wegens bezetting van het openbaar domein door het elektriciteitsnet; dat bedoeld artikel is uitgevoerd bij het besluit van 28 november 2002 betreffende de retributie voor de bezetting van het openbaar domein door het elektriciteitsnet;

Overwegende dat de ratio legis van de federale bijdrage dezelfde is als die waarop artikel 20 van het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt berust;

Op de voordracht van de Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling;

Na beraadslaging, Besluit : Enig artikel. De eindafnemers wiens punt van opneming op een net in het Waalse Gewest gevestigd is, worden vrijgesteld van de federale bijdrage bedoeld in artikel 22bis van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt.

De vrijstelling bedoeld in het eerste lid wordt toegekend vanaf 1 mei 2004. Ze geldt voor de hele duur van bovenbedoelde bijdrage. De bepalingen van dit artikel treden in werking op 1 mei 2004.

Namen, 23 december 2004.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE De Minister van Begroting, Financiën, Uitrusting en Patrimonium, M. DAERDEN De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Ph. COURARD