Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 22 september 2022
gepubliceerd op 08 november 2022

Besluit van de Waalse regering tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van steun voor het scheppen van een administratieve betrekking door startende ondernemingen die rechtstreeks nadeel ondervinden van de Brexit

bron
waalse overheidsdienst
numac
2022206413
pub.
08/11/2022
prom.
22/09/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 SEPTEMBER 2022. - Besluit van de Waalse regering tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van steun voor het scheppen van een administratieve betrekking door startende ondernemingen die rechtstreeks nadeel ondervinden van de Brexit


De Waalse Regering, Gelet op Verordening (EU) 2021/1755 van 6 oktober 2021 tot oprichting van de reserve voor aanpassing aan de Brexit, de artikelen 5 en 8;

Gelet op het decreet van 2 april 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/04/1998 pub. 10/04/1998 numac 1998027237 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende oprichting van het "Agence wallonne à l'Exportation" (1) type decreet prom. 02/04/1998 pub. 28/04/1998 numac 1998027274 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn sluiten houdende oprichting van het "Agence wallonne à l'Exportation et aux investissements étrangers" (Waals Exportagentschap voor uitvoer en Buitenlandse Investeringen), artikel 2, tweede lid, ingevoegd bij het decreet van 17 december 2015, en vijfde lid, ingevoegd bij het decreet van 28 april 2016;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van het "Agence wallonne à l'Exportation et aux investissements étrangers", gegeven op 9 maart 2022;

Gelet op het rapport van 21 april 2022 opgemaakt overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203532 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen sluiten houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 mei 2022;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 2 juni 2022;

Gelet op het advies nr. 155/2022 van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 19 juli 2022;

Gelet op het advies nr. 71.724/2/V van de Raad van State, gegeven op 27 juli 2022, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat de Brexit de economische structuur van het Waalse Gewest ernstig aantast, zowel op het niveau van micro-, kleine en middelgrote ondernemingen als op het niveau van grote ondernemingen;

Overwegende dat het jaar 2020 een daling van de Waalse export naar het Verenigd Koninkrijk betekende;

Overwegende dat de Waalse bedrijven sinds de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie op 1 januari 2020 een stijging van de kosten hebben moeten dragen om zich aan te passen aan de nieuwe regels inzake douane en accijnzen, btw, certificering en normen, alsook op het gebied van logistiek, opleiding van personeel, advies over contracten of aanpassing van IT-instrumenten aan de nieuwe exportvereisten;

Overwegende dat Waalse ondernemingen, om op de Brexit te kunnen reageren en aan de beperkingen en nieuwe eisen van de Brexit te kunnen voldoen, snel over liquiditeiten moeten kunnen beschikken;

Overwegende dat het Europees Parlement en de Raad, gelet op de grote gevolgen van de Brexit, op 6 oktober 2021 Verordening (EU) 2021/1755 tot oprichting van de reserve voor aanpassing aan de Brexit als instrument voor de financiering van maatregelen ter dekking van de kosten in verband met de directe negatieve gevolgen van de Brexit hebben aangenomen;

Overwegende dat deze Verordening (EU) 2021/1755 het de lidstaten mogelijk maakt steun aan ondernemingen die rechtstreeks negatieve gevolgen van de Brexit ondervinden, te financieren uit de reserve voor aanpassing aan de Brexit door de kosten te dekken die in de aanmerking komende periode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2023 zijn gemaakt en betaald;

Overwegende dat de in dit besluit bedoelde specifieke steunmaatregel zal worden gefinancierd uit de reserve voor aanpassing aan de Brexit;

Overwegende dat steun op basis van dit besluit slechts mag worden verleend voor een periode die uiterlijk 90 dagen vóór het einde van de in artikel 3, lid 1, van Verordening (EU) 2021/1755 van 6 oktober 2021 tot oprichting van de reserve voor aanpassing aan de Brexit, die momenteel is vastgesteld op 31 december 2023 en eventueel kan worden verlengd, afloopt.

Op de voordracht van de Minister van Buitenlandse handel;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° de onderneming: elke entiteit, ongeacht de rechtsvorm ervan, die een economische activiteit uitoefent, waarbij aangemerkt wordt dat overeenkomstig Verordening (EU) nr.1407/2013, alle entiteiten die onder de zeggenschap staan van dezelfde entiteit, als één onderneming dienen te worden beschouwd; 2° de kleine onderneming : de onderneming die minder dan 50 personen tewerkstelt en waarvan de jaarlijkse omzet niet hoger is dan 10 miljoen euro;3° de startende onderneming: de kleine niet-beursgenoteerde onderneming, ingeschreven sinds maximum vijf jaar bij de Kruispuntbank van Ondernemingen, die voldoet aan de volgende voorwaarden: a) zij heeft het bedrijf van een andere onderneming niet overgenomen;b) zij heeft nog geen winst uitgekeerd;c) zij is niet het resultaat van een concentratie;4° de Minister: het lid van de Waalse Regering bevoegd voor Buitenlandse Handel;5° het Agentschap: het Waals Agentschap voor Uitvoer en Buitenlandse Investeringen;6° de aanvrager : de startende onderneming die een subsidie-aanvraag gegrond op dit besluit ingediend heeft;7° de Brexit: de daadwerkelijke terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie op 31 januari 2020;8° het project op internationaal vlak : de strategie gevolgd door de aanvrager om zijn internationale ontwikkeling te bevorderen;9° het Brexit-initiatief: de concrete uitvoering van het internationale project van de aanvrager wiens activiteiten rechtstreeks negatief zijn beïnvloed door de Brexit om verloren marktaandeel terug te winnen, de stijging van de exportkosten te compenseren of nieuwe kansen buiten de Belgische markt aan te grijpen;10° de loonkost: het totale bedrag dat door de aanvrager wordt betaald, inclusief het brutoloon en de verplichte sociale werkgeversbijdragen;11° Verordening (EU) nr.651/2014 : Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard; 12° de Verordening (EU) 2021/1755 : de Verordening (EU) 2021/1755 tot oprichting van de reserve voor aanpassing aan de Brexit;13° de subsidiabiliteitsperiode: de referentieperiode bedoeld in artikel 3, punt 1), van Verordening (EU) 2021/1755, eventueel verlengd.

Art. 2.De subsidie bedoeld in dit besluit is een specifieke steunmaatregel ter ondersteuning van de Brexit-initiatieven van de aanvrager. Zij is onderworpen aan Verordening (EU) nr. 651/2014, met name artikel 22 daarvan, en Verordening (EU) nr. 2021/1755.

Ze vormt een aanvulling op de andere steunregelingen van het Agentschap. HOOFDSTUK 2. - Subsidiabiliteitsvoorwaarden

Art. 3.Om voor de subsidie in aanmerking te komen moet de aanvrager : 1° een startende onderneming zijn met een actief statuut bij de Kruispuntbank van Ondernemingen;2° een hoofdbedrijfszetel hebben in het Waalse Gewest gedefinieerd als elke vestiging of elk activiteitencentrum dat een bepaald stabiel karakter vertoont en dat in de gehele onderneming van de aanvrager het grootst aantal werknemers tewerkstelt;3° met een "actief" statuut in de databank van de uitvoerende ondernemingen van het Agentschap worden geregistreerd of daar een aanvraag tot registratie indienen;4° als gevolg van de Brexit rechtstreekse negatieve gevolgen voor zijn bedrijf hebben ondervonden, gerechtvaardigd : a) door een verlies van ten minste vijf procent van zijn jaaromzet in het Verenigd Koninkrijk exclusief btw vanaf 1 januari 2020 ten opzichte van zijn omzet in het Verenigd Koninkrijk exclusief btw in het referentiejaar 2019;of; b) door een verlies van werkgelegenheid van ten minste één voltijdsequivalent;c) door een stijging van de niet-btw-kosten in verband met Brexit, een stijging van de grondstoffenprijzen uit het Verenigd Koninkrijk of andere extra kosten van ten minste vijf procent ten opzichte van de niet-btw-kosten van het referentiejaar 2019;5° een concreet en gestructureerd project op internationaal vlak hebben dat indien het tot een goed einde gebracht wordt, een meerwaarde voor de Waalse economie creëert, met name in termen van werkgelegenheidscreatie- of handhaving in het Waalse Gewest of in termen van ontwikkeling van de productie van goederen of diensten in het Waalse Gewest, of in termen van innovatie.6° over een Brexit-initiatief en een project op internationaal vlak beschikken dat voldoet aan de nationale en internationale normen die van toepassing zijn op de beroepssector van de aanvrager met inbegrip van de eventuele deontologische regels;7° aan de wetsbepalingen voldoen die zijn activiteit regelen, en aan de fiscale, sociale en milieuwetgevingen alsook aan de deontologische code of het huishoudelijk reglement dat op zijn beroep van toepassing is; Met betrekking tot het eerste lid, 4°, kan de Minister bevoegd voor buitenlandse handel de elementen die de rechtstreekse negatieve impact op de activiteiten van de onderneming van de aanvrager als gevolg van de Brexit rechtvaardigen, aanvullen of specificeren.

Met betrekking tot het eerste lid, 5°, waardeert het Agentschap het realistische karakter van deze toegevoegde waarde voor de Waalse economie. Onderzoek en ontwikkeling, intellectuele eigendom, omzet, werkgelegenheid en directe investeringen in Wallonië, alsook hun respectieve groei, worden in aanmerking genomen bij de voortdurende evaluatie van de toegevoegde waarde in Wallonië. De door de steunaanvrager gegenereerde toegevoegde waarde komt op de eerste plaats, terwijl de toegevoegde waarde van de Waalse onderaannemers op de tweede plaats komt.

Art. 4.Komen niet in aanmerking voor de subsidie: 1° ondernemingen die bedragen verschuldigd zijn aan het Agentschap;2° ondernemingen in liquidatie, faillissement, staking van activiteiten of collectieve insolventieprocedures, met inbegrip van gerechtelijke reorganisatieprocedures, en dit, in enig stadium van de procedure voor de toekenning van subsidies op grond van dit besluit;3° de onderneming die meer dan drie jaar bij de Kruispuntbank van Ondernemingen is ingeschreven, waarvan het eigen vermogen niet kleiner is dan de helft van het geplaatste kapitaal;4° ondernemingen die actief zijn in de sectoren bedoeld in artikel 1, punt 3, a tot 1, punt 3, c, van Verordening (EU) nr.651/2014; 5° ondernemingen ten aanzien waarvan een uitstaand bevel tot terugvordering is uitgevaardigd bij een eerdere beschikking van de Europese Commissie waarbij steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard, met uitzondering van steunregelingen tot herstel van de schade veroorzaakt door bepaalde natuurrampen;6° groeperingen van ondernemingen, federaties of gemengde kamers van koophandel waarvan de steun wordt geregeld door het besluit van de Waalse Regering van 9 juli 2020 betreffende de ondersteuning van de internationalisering van groeperingen van ondernemingen, gemengde kamers van koophandel en hun leden. In het eerste lid, 1°, mag er geen compensatie worden verricht tussen de schulden van de aanvrager tegenover het Agentschap en een in dit besluit bedoelde subsidie.

Art. 5.De aanvrager kan geen subsidie bedoeld bij dit besluit verkrijgen als hij de voorwaarden bedoeld bij Verordening (EU) nr. 651/2014 niet in acht neemt.

Art. 6.De subsidie wordt niet toegekend als de aanvrager van plan is over te gaan tot een gedeeltelijke of gehele delokalisatie van zijn activiteit naar het buitenland, wat een vermindering of een stopzetting van activiteiten in het Waalse Gewest als gevolg zou hebben.

De aanvrager handhaaft zijn activiteiten op het grondgebied van het Waalse Gewest tijdens een duur van drie jaar te rekenen van de betaling van de subsidie.

Art. 7.De aanvrager zal de subsidie slechts eenmaal ontvangen. HOOFDSTUK 3. - Doel, bedrag en toekenningsvoorwaarden van de subsidie

Art. 8.Binnen de grenzen van de voor dit doel in de begroting van het Agentschap vastgelegde kredieten kan aan een aanvrager die voldoet aan de voorwaarden van dit besluit een subsidie worden toegekend ter dekking van een deel van de salariskosten van een nieuwe werknemer die door de aanvrager in dienst wordt genomen om administratieve taken in verband met zijn Brexit-initiatief uit te voeren.

Art. 9.Het Brexit-initiatief van de aanvrager als bedoeld in artikel 8 : 1° is verenigbaar met het project op internationaal vlak van de aanvrager;2° heeft een redelijke mate van haalbaarheid.

Art. 10.De in artikel 8 bedoelde subsidie dekt tachtig procent van de loonkosten van de nieuwe werknemer, ten laste van de aanvrager gedurende een periode van ten hoogste achttien maanden, die in ieder geval niet later dan negentig dagen voor het einde van de subsidiabiliteitsperiode eindigt.

Wanneer de nieuwe werknemer overeenkomstig artikel 11, lid 3, niet uitsluitend wordt aangesteld voor de uitvoering van administratieve taken die voldoen aan de voorwaarden van artikel 12, wordt het bedrag van de subsidie verlaagd in verhouding tot de aan de uitvoering van deze taken bestede arbeidstijd.

De loonkosten die in aanmerking worden genomen voor de berekening van de subsidie zijn beperkt tot een maximumbedrag van 8.000 euro per maand per onderneming.

De subsidie mag geen loonkosten dekken die geheel of gedeeltelijk door een andere subsidieverlenende instantie worden gefinancierd.

Art. 11.Om in aanmerking te komen voor de in dit besluit bedoelde subsidie moet de aanwerving van de nieuwe werknemer aan de volgende voorwaarden voldoen: 1° zij wordt uitgevoerd door de aanvrager na de indiening van zijn subsidie-aanvraag op basis van dit besluit;2° zij leeft het arbeidsrecht na dat van toepassing is op de werknemers en voldoet aan de sociale en fiscale verplichtingen;3° zij geldt voor ten hoogste achttien maanden en eindigt uiterlijk 90 dagen voor het einde van de subsidiabiliteitsperiode;4° zij betreft een voltijds arbeidsstelsel;5° zij betreft uitsluitend de uitvoering van administratieve taken die voldoen aan de voorwaarden van artikel 12. De datum die in aanmerking wordt genomen om na te gaan of aan de voorwaarde van lid 1, 1°, is voldaan, is de datum van ondertekening van de arbeidsovereenkomst.

In afwijking van lid 1, 4°, kan de nieuwe werknemer worden belast met de in artikel 11 bedoelde administratieve taken op deeltijdbasis. In dat geval wordt in de arbeidsovereenkomst van de nieuwe werknemer nauwkeurig omschreven op welke arbeidsstelsel de exclusieve uitvoering van de in artikel 12 bedoelde administratieve taken betrekking heeft.

Art. 12.De door de nieuwe werknemer verrichte taken zijn uitsluitend uitzonderlijke administratieve taken die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het Brexit-initiatief van de aanvrager. De nieuwe werknemer voert deze taken voltijds uit.

De nieuwe werknemer kan worden belast met de volgende taken: 1° administratieve taken in verband met douaneformaliteiten;2° begeleiding van het personeel van de aanvrager op het gebied van computersoftware in verband met de douane;3° onderzoek en opleiding inzake nieuwe regelgeving;4° de opvolging van dossiers in verband met oorsprongsregels of certificering;5° het bijwerken van de verslagen;6° bewustmaking van nieuwe sanitaire, milieu-, fytosanitaire en fiscale normen in het Verenigd Koninkrijk;7° het toezicht op en de voorlichting over de wijzigingen in de regelgeving in verband met de Brexit;8° de aanpassing van de zakelijke communicatiemiddelen van de aanvrager. In elk geval is het de nieuwe werknemer verboden taken te verrichten die verband houden met de normale uitvoeractiviteit van de aanvrager. HOOFDSTUK 4. - De toekenningsprocedure Afdeling 1. - Indiening van de subsidie-aanvragen

Art. 13.Het Agentschap stelt de openingsdatum en de duur van de oproepperiode vast. Naar gelang van de kredieten die in zijn begroting zijn opgenomen voor de in dit besluit bedoelde subsidies, kan het Agentschap besluiten meerdere oproepperioden te openen.

Alleen geldige aanvragen worden door het Agentschap in behandeling genomen. Het Agentschap kan de in lid 1 bedoelde oproepperiode voortijdig beëindigen indien het daarvoor beschikbare budget is uitgeput.

Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder oproepperiode, de door het Agentschap vastgestelde termijn waarbinnen de aanvrager een subsidie-aanvraag kan indienen op basis van dit besluit.

Art. 14.De aanvrager dient gratis zijn aanvraag om subsidie in aan de hand van het elektronisch formulier dat op de website van het Agentschap ter beschikking wordt gesteld.

De aanvrager bevestigt uitdrukkelijk dat hij Verordening (UE) nr. 651/2014 en dit besluit naleeft.

Deze bevestiging belemmert de verificatie van die naleving door het Agentschap niet.

Bovendien verbindt de aanvrager er zich in dit formulier toe om de in artikel 20 bedoelde documenten, tijdens een periode van tien jaar te behouden te rekenen van de datum van storting van de subsidie door het Agentschap, behalve verlenging van de termijn overeenkomstig de wettelijke bepalingen inzake verjaring.

Art. 15.Bij zijn subsidie-aanvraag voegt de aanvrager: 1° een beschrijving van zijn internationale project en zijn Brexit-initiatief, vergezeld van een uitvoeringsplan en een raming van de loonkosten van de nieuwe verbintenis;2° een gedetailleerde uitleg over de directe negatieve gevolgen van de Brexit voor zijn onderneming;3° de laatste balansen en winst- en verliesrekeningen indien deze niet officieel zijn bekendgemaakt;4° elk nuttig document om zijn aanvraag te steunen. In het eerste lid, 2°, kan de aanvrager dit effect bewijzen overeenkomstig artikel 3, eerste lid, 4°.

Art. 16.De aanvraag wordt geacht geldig te zijn ingediend in de zin van artikel 13, tweede lid, en 17, eerste lid, wanneer de aanvrager een ontvangstbevestiging ontvangt van zijn elektronische aanvraagformulier met vermelding van een dossiernummer. Afdeling 2. - Onderzoek van de subsidie-aanvraag, beslissing

tot toekenning van de subsidie en storting van de subsidie

Art. 17.Het Agentschap onderzoekt elke ingediende aanvraag en kan de aanvrager erom verzoeken hem elke aanvullende informatie die het nuttig acht te verstrekken.

Het Agentschap weigert elke aanvraag die de toekenningsvoorwaarden niet duidelijk naleeft.

In de andere gevallen behandelt het Agentschap de aanvraag.

Art. 18.Na afloop van het onderzoek aanvaardt of verwerpt de Administrateur-generaal van het agentschap de aanvraag bij een met redenen omkleed besluit. In geval van goedkeuring neemt de Administrateur-generaal een beslissing tot toekenning van de subsidie aan, dat het maximaal toegekende bedrag alsook de voorwaarden van toekenning van de subsidie bepaalt.

Het Agentschap zorgt voor de opvolging van de beslissing van de Administrateur-generaal en deelt ze aan de aanvrager mede.

Art. 19.Na de kennisgeving van het toekenningsbesluit dient de aanvrager een schuldvorderingsverklaring in overeenkomstig het op de website van het Agentschap beschikbare model en een kopie van de met de nieuw aangeworven werknemer gesloten arbeidsovereenkomst.

De arbeidsovereenkomst bevat alle gegevens die het Agentschap nodig heeft om na te gaan of aan de voorwaarden van de artikelen 11 en 12 is voldaan.

Na verificatie van de voorwaarden van de artikelen 11 en 12 betaalt het Agentschap de aanvrager een voorschot van 25.000 euro op basis van zijn schuldvorderingsverklaring. Het voorschot mag in geen geval meer bedragen dan tachtig procent van de in artikel 15 bedoelde geraamde loonkosten.

Art. 20.Uiterlijk 90 dagen voor het einde van de subsidiabiliteitsperiode zendt de aanvrager het Agentschap langs elektronische weg : 1° een verslag met de resultaten van zijn Brexit-initiatief;2° een tijdsbestedingsrapport voor de nieuw aangeworven werknemer;3° de loonkostenafrekening en een kopie van de loonstroken van de nieuw aangeworven werknemer;4° de rekeninguittreksels van de aanvrager waaruit duidelijk de identiteit van de aanvrager blijkt en waaruit de betaling van het loon van de nieuw aangeworven werknemer en de verplichte socialezekerheidsbijdragen blijken;5° een schuldvorderingsverklaring tot betaling van het saldo van de subsidie. Het Brexit-rapport, het tijdsbestedingsrapport en de schuldvorderingsverklaring, bedoeld in het eerste lid, 1°, 2° en 4°, worden opgesteld overeenkomstig de modellen die op de website van het Agentschap beschikbaar worden gesteld.

Het Agentschap betaalt het saldo van de subsidie aan de aanvrager na ontvangst van de documenten, bedoeld in het eerste lid, 1° tot en met 4°, op basis van zijn schuldvorderingsverklaring, bedoeld in het eerste lid, 5°. Het bedrag van het saldo van de subsidie wordt berekend op basis van het overzicht van de gemaakte subsidiabele kosten, bedoeld in het eerste lid, 3°, na aftrek van het overeenkomstig artikel 19 reeds aan de aanvrager betaalde voorschot. HOOFDSTUK 5. - Terugbetaling van de subsidie

Art. 21.Overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 61 en 62 van het decreet van 15 december 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/12/2011 pub. 29/12/2011 numac 2011027237 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende organisatie van de begroting en van de boekhouding van de diensten van de Waalse Regering type decreet prom. 15/12/2011 pub. 29/12/2011 numac 2011027236 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2012 sluiten houdende organisatie van de begroting, de boekhouding en de verslaggeving van de Waalse openbare bestuurseenheid betaalt de aanvrager die een toelage krachtens dit besluit heeft ontvangen, ze volledig aan het Agentschap terug indien hij: 1° aan één of meerdere van de toekenningsvoorwaarden van de subsidie niet voldoet;2° de in artikel 20 bedoelde documenten niet binnen de voorgeschreven termijn heeft ingediend;3° zijn activiteiten op het grondgebied van het Waalse Gewest niet voortzet gedurende een periode van drie jaar vanaf de datum van betaling van de subsidie;4° de fondsen ontvangen voor andere doeleinden dan welke waarvoor ze toegekend zijn, bestemt;5° de subsidie heeft ontvangen of behouden en wetens onjuiste of onvolledige inlichtingen heeft verstrekt onverminderd een eventuele strafrechtelijke vervolging. Bovendien betaalt de aanvrager het deel van de ontvangen subsidie dat het door de aanvaarde bewijsstukken gestaafde maximumbedrag overschrijdt, aan het Agentschap terug.

Het Agentschap richt een aangetekende brief met de terugbetalingsmodaliteiten aan de aanvrager. Bij gebrek aan betaling stelt het Agentschap een rechtsvordering in.

De aanvrager die zich minstens in één van bovenvermelde toestanden bevindt, wordt elke nieuwe subsidie van het Agentschap ontnomen en van elke gemeenschappelijke actie van het Agentschap uitgesloten zolang hij de betrokken subsidie niet terugbetaalt. Bovendien kan het Agentschap beslissen dat de aanvrager tijdens drie jaar vanaf de datum van terugbetaling van de betrokken subsidie of voorschot aan het Agentschap geen toelagen zal kunnen aanvragen. HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen

Art. 22.Dit besluit treedt in werking de dag na zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad en houdt op van kracht te zijn op de datum van het einde van de subsidiabiliteitsperiode, terwijl het van toepassing blijft op dossiers die vóór die datum zijn ingediend.

Art. 23.De Minister van Buitenlandse Handel is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 22 september 2022.

Voor de Regering: De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Economie, Buitenlandse Handel, Onderzoek, Innovatie, Digitale Technologieën, Ruimtelijke Ordening, Landbouw, het "IFAPME", en de Vaardigheidscentra, W. BORSUS

^