22 NOVEMBER 2018. - Besluit van de Waalse Regering tot herziening van het gewestplan Philippeville-Couvin (bladen 52/8 et 53/5) en tot aanneming van het ontwerp met het oog op de opneming van een ontginningsgebied op het grondgebied van de gemeenten Walcourt en Philippeville als uitbreiding van de site genaamd "Carrière Les Petons" ten oosten van de voormalige gemeente Yves-Gomezée om de voortzetting van de bestaande activiteit mogelijk te maken en dat na afloop van de uitbating een natuurgebied zal worden en waarbij deze aan de milieueffectenbeoordeling zal worden onderworpen

De Waalse Regering, Gelet op het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling (CoDT), de artikelen D.I.1, D.II.20 à 23, D.II.33, D.II.39, D.II. 41, D.II.44 à 45, D.II.48 tot 50, D.II. 54, D.II.63, D.II.66, D.VIII.2, D.VIII.4 tot 5, D.VIII.7, D.VIII.9, DVIII.12, D.VIII. 13 tot 22, D.VIII.24, D.VIII. 28 tot 33, D.VIII. 35 tot 37 ;

Gelet op het ruimtelijk ontwikkelingsplan goedgekeurd door de Waalse Regering op 27 mei 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 april 1980 tot opstelling van het gewestplan Philippeville-Couvin;

Gelet op het ministerieel besluit van 25 november 1987 tot goedkeuring van het gemeentelijk plan van aanleg nr. 6 genaamd "carrière Fourdin" in Yves-Gomezée en Jamagne, dat van het gewestplan afwijkt Gelet op de artikelen D.II.66, § 3, eerste lid, en R.II.66-1 van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling (CoDT) betreffende de omschakeling van de bepalingen van de afwijkende gemeentelijke plannen van aanleg naar bestemmingen van het gewestplan;

Gelet op artikel D.II.63 eerste lid, 13°, van het Wetboek; dat, te rekenen van 1 juni 2017, de reeds bestaande ontginningsgebieden moeten worden beschouwd als aanhorigheden van de ontginningsgebieden;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 28 juli 2017 tot vastlegging van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 3 augustus 2017 tot regeling van de werking van de Regering;

Gelet op de inventaris van de ondergrondse rijkdommen, uitgevoerd door het "Laboratoire d'Analyses Litho- et Zoostratigraphiques" van de Universiteit Luik in 1995-1996, genaamd "onderzoek Poty" en bijgewerkt in 2010;

Overwegende dat, overeenkomstig de artikelen D.II.48 en D.II.54 van het Wetboek, de S.P.R.L.Carrière "Les Petons" op 13 juni 2018, in het kader van de gezamenlijke procedure plan-vergunning, bij de Waalse regering een aanvraag tot de opneming van een ontginningsgebied op het grondgebied van de gemeenten Walcourt en Philippeville heeft ingediend, als uitbreiding van de bestaande steengroeve om de voortzetting van de uitbating mogelijk te maken;

Overwegende dat het advies van de "Société wallonne des Eaux", van Inasep, van Infrabel, van het Operationeel Directoraat-generaal Wegen en Gebouwen (DGO1) van het Operationeel directoraat-generaal Mobiliteit en Waterwegen (DGO2), van het Operationeel directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu (DGO3), van de gemachtigde ambtenaar en van de technisch ambtenaar op 20 juni 2018 aangevraagd is;

Overwegende dat de polen "Ruimtelijke ordening" en "Milieu", waarom op 15 juni 2018 werd verzocht, hun advies over dit verzoek respectievelijk op 25 en 29 juni 2018 hebben uitgebracht; dat deze adviezen gunstig zijn;

Overwegende dat de "Société wallonne des Eaux" (Waalse Watermaatschappij) op 10 juli 2018 een voorwaardelijk gunstig advies heeft uitgebracht; dat de in dit kader geformuleerde voorwaarde niet valt onder het vaststellen van nieuwe bestemmingen op schaal van het gewestplan, maar onder overwegingen die moeten worden geregeld in het kader van de administratieve handhaving van de vergunningen die vereist zijn om de steengroeve uit te baten;

Overwegende dat Inasep en Infrabel hun advies over dit verzoek op 13 juli 2018 hebben uitgebracht; dat deze adviezen gunstig zijn;

Overwegende dat de Directie Planning Mobiliteit (DGO2) op 13 juli 2018 een voorwaardelijk gunstig advies over dit verzoek heeft uitgebracht; dat bij het opstellen van het milieueffectenrapport rekening moet worden gehouden met de opmerkingen van de Directie Planning Mobiliteit (DGO2);

Overwegende dat de Directie Grondwateren (DGO3) over dit verzoek op 6 augustus 2018 een voorwaardelijk gunstig advies heeft uitgebracht; dat bij het opstellen van het milieueffectenrapport rekening moet worden gehouden met de opmerkingen van de Directie van de Directie Grondwateren (DGO3);

Overwegende dat de Directie Industriële, geologische en mijnrisico's (DGO3) een gunstig advies heeft uitgebracht over dit verzoek, op 7 augustus 2018;

Overwegende dat de Directie Wegen van Namen (DGO1) op 20 augustus 2018 een voorwaardelijk gunstig advies over dit verzoek heeft uitgebracht;

Overwegende dat het Departement Natuur en Bossen (DGO3) op 24 augustus 2018 een voorwaardelijk gunstig advies over dit verzoek heeft uitgebracht; dat bij het opstellen van het milieueffectenrapport rekening moet worden gehouden met de opmerkingen van het Departement Natuur en Bossen (DGO3);

Overwegende dat de gemachtigde ambtenaar en de technisch ambtenaar geen advies over dit verzoek hebben uitgebracht; dat deze adviezen gunstig worden geacht;

Ligging en doel van de aanvraag tot de herziening van het gewestplan Overwegende dat de steengroeve "Les Petons" gelegen is op het grondgebied van de gemeenten Philippeville en Walcourt, ten oosten van de voormalige gemeente Yves-Gomezée, en op de grens van de gemeente Florennes, in de provincie Namen;

Overwegende dat, op deze site, het oorspronkelijke gewestplan, aangenomen bij koninklijk besluit van 24 april 1980, een ontginningsgebied van ongeveer 6 hectare had opgenomen;

Overwegende dat bij ministerieel besluit van 25 november 1987, het gemeentelijk plan van aanleg nr. 6 genaamd "carrière Fourdin" in Yves-Gomezée en Jamagne, dat van het gewestplan afwijkt, werd goedgekeurd;

Overwegende dat overeenkomstig artikel D.II.66 van het Wetboek, de bestemmingen van het gemeentelijk plan van aanleg nr. 6 werden omgezet als gebied van aanhorigheden van een ontginning en dit voor een oppervlakte van 115.18 hectaren;

Overwegende dat de gemeenten Walcourt en Philippeville respectievelijk op 13 en 18 mei 2004 de ontginning van de steengroeve, geregeld door het gemeentelijk plan van aanleg, voor een periode van 20 jaar hebben toegestaan;

Overwegende dat de S.P.R.L. Carrières "Les petons" in december 2016 een verzoek tot herziening van het gewestplan had ingediend met het oog op de opneming van 55 hectaren ontginningsgebied op gronden opgenomen als landbouwgebied en gelegen ten oosten van het gebied van aanhorigheden van een ontginning;

Overwegende dat de S.P.R.L. Carrières "Les petons" het na de inwerkingtreding van het Wetboek, op 1 juni 2017, verstandig achtte om zijn project tot uitbreiding op te nemen in het kader van de gezamenlijke procedure plan-vergunning als bedoeld in artikel D.II.54 van het Wetboek;

Overwegende dat dit verzoek van de S.P.R.L. Carrières "Les petons" gericht is op de opneming van 38 hectaren ontginningsgebied op gronden die momenteel in de landbouwzone zijn opgenomen en die ten oosten en ten zuiden van het gebied van aanhorigheden van een ontginning gelegen zijn, met het oog op de voortzetting van de ontginningsactiviteit;

Overwegende dat de huidige locatie van de productie-installaties, de toegangswegen, de kantoren, de technische lokalen en de laadinstallaties in het gebied van aanhorigheden van een ontginning blijven; dat de aanvraag betrekking heeft op de voortzetting van de huidige uitbatingsfronten;

Overwegende ook dat S.P.R.L. Carrières "Les Petons" een Belgische vennootschap is, een dochteronderneming van de Solvay-groep, die volledig in handen is van deze laatste; dat de site oorspronkelijk, van 1977 tot 1987, werd uitgebaat door S.P.R.L. Carrière Fourdin; dat de Solvay-groep in 1987 de steengroeve heeft verworven voor wat betreft de chemische kwaliteit van de kalksteen en de nabijheid van de site, de bakermat van de Solvay-groep, van de steengroeve van Fiestaux in Couillet;

Overwegende dat bij de sluiting van de staalfabriek in Couillet, de kalksteen met binnenvaarttrucks van de steengroeve "Les Petons" naar de fabriek van de Solvay-groep in Rheinberg, Duitsland, op ongeveer 250 km afstand, werd vervoerd ;

Overwegende dat wegens de kosten van dit gemengde transport met binnenvaarttrucks en de beschadiging van het materiaal tijdens de overlading, de Solvay-groep verscheidene miljoenen euro's geïnvesteerd heeft en in 2004 een verbinding met de spoorlijn nr. 132 Couvin-Charleroi 132 heeft aangelegd;

Overwegende echter dat het milieueffectrapport, naar aanleiding van een opmerking van de Directie Planning Mobiliteit (DGO2), de beschadiging van het materiaal tijdens overladingen moet bevestigen;

Voorafgaandelijke informatievergaderingen (RIP) en advies van de gemeenteraden Overwegende dat de voorafgaandelijke informatievergadering te Walcourt op 24 mei 2018 werd georganiseerd, na aangekondigd te zijn volgens de opgelegde vormen en informatiekanalen, overeenkomstig de bepalingen van artikel D.VIII.5 van het Wetboek;

Overwegende dat 12 personen tijdens de informatievergadering tussenbeide zijn gekomen en dat 26 brieven met opmerkingen of bemerkingen (waaronder 13 omzendbrieven) en 1 petitie met 156 handtekeningen zijn verzonden;

Overwegende dat de opmerkingen en bemerkingen voornamelijk betrekking hadden op de volgende punten: * Te onderzoeken punten: - zachte mobiliteit - landbouwverkeer: de inrichting van nieuwe paden/wegen voorzien die de verschillende dorpen met elkaar zouden verbinden; - een inventaris en een plaatsbeschrijving van de bebouwing rond de groeve opstellen en zorgen voor een vereenvoudigde procedure in geval van schade; - het milieueffectenverslag (RIE) zal de cumulatieve overlast van de steengroeven (Carrières "Les Petons", Carmeuse in Hemptinne en Carrière berthe in Florennes), de vliegbasis Florennes en de profielaanpassing van de N5 aan een autosnelweg (en de vervanging van het viaduct) moeten bestuderen; - de voortplanting van akoestische golven in kaart brengen aan de hand van de topografie, de aanwezigheid van natuurlijke of toekomstige schermen, bodemabsorptie-eigenschappen, wind en andere meteorologische effecten; - alternatieven in het buitenland bestuderen (de economische waarde die naar het buitenland gaat); - impact op de gezondheid van de inwoners: een studie uitvoeren met een toxicoloog, een arts en/of een scheikundige om de impact van de hinder te evalueren; - impact op de gezondheid van het vee: samen met een dierenarts een studie uitvoeren om de impact van de hinder te beoordelen; - de hydrogeologische studie uitbreiden; - het milieueffectenverslag zal aangevuld moeten worden met de lokale economische en sociale component; * Opmerkingen en aanbevelingen: - de afstand tussen de zuidelijke uitbreiding van de steengroeve en het dorp Jamagne is te klein; - de slechte staat van de straten in de wijk Franc Bois (straat en riolering); - de intensieve e exploitatie van de afzetting beperken: een fasering afdwingen; - ervoor zorgen dat de productie niet meer dan 1600 kt/jaar bedraagt en dat het vervoer per vrachtwagen niet meer dan de helft van de productie bedraagt; - mogelijkheid voor de omwonenden en gemeenten om grind tegen de kostprijs aan te schaffen; - fauna-flora : een terreinbezoek afleggen om de aanwezige biotopen op de site te beoordelen (in samenwerking met DGO3); - geluidsimpact: mogelijkheid om de merloen te verhogen met een dubbele rij bomen (groenblijvende sparren); mogelijkheid om de productie-eenheid te verplaatsen; installatie van geluidswerende panelen; frequentie van treinen en nieuwe generatie locomotieven; - impact van stof: schadelijkheid; rendement van fotovoltaïsche panelen; maatregelen om stof te verminderen/beperken; - landschappelijke impact: aanleg van merloenen met een aanhoudende vegetatie; - Hydrogeologie: Impact op de grondwaterlaag; droogleggen van het grondwater; kwantiteit en kwaliteit van het water; opdroging van de bronnen en van de putten; herwaardering van het oppompingswater; - karstverschijnsel en verzakking : de risicogebieden in kaart brengen en de vergoedingsvoorwaarden voorzien; toename van het aantal karstinzakkingen; - verschil in de behandeling van de gemeentelijke belastingen tussen Walcourt en Philippeville; * Verzoek tot inlichtingen: - waarom een nieuwe procedure (sinds 2016) ? - wat is het exploitatieritme ? Waarom is de uitbating van de steengroeve voor op de planning ? En wat is na dit verzoek het volgende verzoek ? - is het mogelijk om het milieueffectenverslag te laten evolueren in functie van de vorderingsstaat van het exploitatieproject ? - welke maatregel is er voorzien om de waardevermindering van de bestaande gebouwen, landbouwgronden en bouwgronden te compenseren ? - wat zijn de gevolgen voor de rechtstreekse en onrechtstreekse werkgelegenheid, op lokaal niveau ? - wie financiert de kosten van de herwaardering van het oppompingswater ? Gelijke verdeling tussen de 3 steengroeven, INASEP en SWDE ? Verzoek om convenanten en aanhangsels; * Over het algemeen: - een permanente monitoring (lawaai - trillingen - stof) uitvoeren in de verschillende gehuchten en dorpen; - de Directie Archeologie van het Waals Gewest op de hoogte brengen als er historische sporen worden ontdekt; - procedure: de Proximag is geen "huis-aan-huis blad"; verkeerd geplaatste aanplakking; verzoek om annulering van de RIP wegens gebrek aan informatie; - de neutraliteit van de beslissing waarborgen: werkgroep van verschillende politieke partijen; - gebruik maken van de traditionele kennis van de bevolking (lokale kennis);

Overwegende dat de gemeenteraad van Philippeville op 28 mei 2018 een gunstig advies heeft uitgebracht;

Overwegende dat de gemeenteraad van Walcourt op 29 mei 2018 een voorwaardelijk gunstig advies heeft uitgebracht, rekening houdend met de opmerkingen van de Cel Leefmilieu in haar advies van 08 november 2016 : "de uitbating sluit niet uit dat het vrachtwagenverkeer voor de granulaatmarkt toeneemt op grond van de directe verbinding van de groeve met de N5. De in aanleg zijnde E420, met een profielaanpassing van de steenweg aan een autosnelweg, sluit veel toegangspunten af om de toegangspunten die worden onderhouden verder te beveiligen. Daarom zal het noodzakelijk zijn om, indien nodig met de financiële bijdrage van de aanvrager, deze verbinding in stand te houden om doorgangsverkeer op de gemeentewegen te vermijden.";

Overwegende dat de gemeenteraad van Florennes op 30 mei 2018 een gunstig advies heeft uitgebracht;

Overwegende dat de gemeentelijke adviescommissie ruimtelijke ordening en mobiliteit (CCATM) van Florennes een gunstig advies heeft uitgebracht over het beginsel van de gewestplanherziening mits bepaalde opmerkingen waarmee in het bijkomend onderzoek rekening moet worden gehouden: - verzekering van de stoftoxiciteit; - verzekering over de toekomst van het water; - de gevolgen op middellange en lange termijn van de 3 steengroeven (Berthe, Carmeuse en Les Petons) voor het grondgebied; - studie van een globaal plan van de bestaande of toekomstige steengroeven (met of zonder verlenging): . cartografie; - onderling inwerkende effecten tussen de verschillende ontginningspunten: . water (behoud van de grondwaterlaag); . Stof (algemene toxiciteit en met betrekking tot de omwonenden - rue de la Bataille, Franc Bois, Hemptinne);

Noodzaak om het gewestplan te herzien Overwegende dat de S.P.R.L. Carrières "Les Petons" een kalksteenafzetting exploiteert in het centrale deel van het Dinant Synclinorium en meer bepaald in de steenkoolhoudende carbonaatformaties van het Viséen-stadium dat het hart vormt van de synclinale van Florennes, die zich uitstrekt van het westen tot het oosten tussen Silenrieux en Anthée, met een algemene helling van 45° naar het noorden, en deze kalkstenen worden in het noorden en zuiden begrensd door zandstenen uit de Famenniaanse tijd;

Overwegende dat de geologische formaties aan de oppervlakte van de site overeenkomen met slib (tussen 0 en 8 m) en alluvia die de bedding bij hoge waterstand van de beek Yves en Ry des Gattes vormen; dat dit oppervlakteslib over het algemeen dun is, behalve ten zuiden van de kalksteenafzetting;

Overwegende dat de S.P.R.L. Carrières "Les Petons" 3 delfputten exploiteert: - ten noordwesten van de spoorlijn; - ten zuidwesten van de spoorlijn; - ten zuidoosten van de spoorlijn: delfput die momenteel in bedrijf is;

Overwegende dat de S.P.R.L. Carrières "Les Petons" kalksteengranulaat produceert voor twee complementaire markten: chemie en civiele bouwkunde;

Overwegende dat de ontginning van de Viséen kalksteenlaag met een hoog CaCO3-gehalte (Formatie van Neffe of V2a) de bevoorrading van de fabriek van de Solvay-groep in Rheinberg (Duitsland) mogelijk maakt; dat de chemische kwaliteit van deze kalksteen (hoog gehalte aan CaCO3 en laag gehalte aan silicium, magnesia en zware metalen - koper, lood, kwik, cadmium, chroom, aluminium, ijzer,...) essentieel is voor de productie van natriumcarbonaat (Na2CO3) en natriumbicarbonaat (NaHCO3) en dat het zand hoog gehalte wordt verkocht als kalksteen voor de staalindustrie;

Overwegende dat de chemische zuiverheid van de Neffe-formatie (V2a) ervoor zorgt dat dit materiaal in het bijzonder word gezocht door de kalk-, soda- en staalindustrie, de suiker- en glasfabrieken; dat de winning ervan bestaat uit de ontginning van een deel van het bovenliggende laagwaardige gesteente;

Overwegende dat de kalksteen met een laag gehalte (formatie van Lives of V2b), noodzakelijk om de kalksteen met een hoog gehalte te verwijderen, evenals de granulometrische fracties met een hoog gehalte die niet bruikbaar zijn voor de Solvay-groep in Rheinberg, een maal-, was- en sorteerbehandeling ondergaan om te worden verkocht als granulaat in de civiele bouwkunde; dat zij een optimale exploitatie van de kalksteen van de Neffe-formatie (V2a) mogelijk maken en zo bijdragen tot een spaarzaam beheer van de hulpbron;

Overwegende dat op het grondgebied dat momenteel is toegestaan, het gebied ten westen van de spoorlijn secundaire synclinale en anticlinale plooien heeft die de hoogwaardige geologische lagen (V2a) herhalen, waardoor de uitbating van de twee delfputten (noordwesten en zuidwesten) mogelijk is geworden; dat ten oosten van de spoorlijn, na de verdwijning van de lagen, de uitbating van de hoogwaardige rots alleen zal worden voortgezet aan de zuidkant van de Synclinale, ten zuidoosten van de spoorlijn; dat het gebied ten noordoosten van de spoorlijn derhalve niet zal worden uitgebaat;

Overwegende dat de uitbating van de kalksteen met een Hoog Gehalte van de Neffe-formatie (V2a) voorbehouden is voor de productie van 40-110 mm kalksteen voor de fabriek van de Solvay-groep in Rheinberg (Duitsland) voor de productie van natriumcarbonaat; dat natriumcarbonaat het belangrijkste bestanddeel (met zand) is bij de vervaardiging van glas in het kader van het proces dat de Solvay-groep op het einde van de 19e eeuw heeft opgezet; en die een versneller is geweest van de industriële groei in Henegouwen, waardoor het mogelijk is geweest om op dat moment de bloeiende glasindustrie op een concurrerende manier te bevoorraden;

Overwegende dat de jaarlijkse productie van de steengroeve is opgezet om eerst te voldoen aan de vraag naar 40-110 mm hoog gehalte kalksteen naar Rheinberg (Duitsland), daarna volgen de andere klanten; dat het gemiddelde kalksteenverbruik van de fabriek in Rheinberg 550 kt/jaar bedraagt voor 1600 kt verwijderd gesteente; dat deze productie van hoog gehalte kalksteen 40-110 mm bestaat uit de coproductie van: - 363 kt granulaat en zand (0-40 mm) benut op de industriële en civiele bouwkundige markten; - 276 kt granulaat en laagwaardig zand dat op de civiele bouwkundige markt wordt benut; -187 kt zuiveringsfijnstof (d.w.z. bezinkingsslib bestaande uit klei en kalkfillers die niet kunnen worden gevaloriseerd en die opgeslagen worden in de voormalige exploitatieputten); - 224 kt steriele gesteenten gebruikt voor de heraanleg van de steengroeve;

Overwegende dat iets meer dan 50% van de jaarlijkse productie naar Duitsland wordt geëxporteerd, dat 26% van de jaarlijkse productie in Wallonië wordt gebruikt en dat 23% wordt verdeeld tussen Brusselse en Vlaamse klanten; dat naar schatting 50% van de civielbouwkundige producten binnen een straal van 60 km worden verdeeld;

Overwegende evenwel dat het naar Duitsland uitgevoerde kalksteen met een Hoog Gehalte (V2a) bestemd is voor de productie van natriumcarbonaat, dat hoofdzakelijk aan verschillende Europese industriële afnemers in de glassector levert; dat 40 tot 50% van het natriumcarbonaatverbruik van de Solvay-groep in Rheinberg wordt geleverd aan grote Waalse glasklanten;

Overwegende dat de exploitatie van de steengroeve momenteel vooruitloopt op de planning die bij de aanvraag van de uitbatingsvergunning (2004) werd opgesteld; dat de ontginning van het deel ten oosten van de spoorlijn sinds januari 2012 is begonnen, hetzij 4 jaar eerder dan gepland; dat deze vooruitgang op de planning te wijten is aan het vroegtijdig stoppen van de delfputten gelegen ten westen van de spoorlijn;

Overwegende dat tijdens de verdieping van de delfput gelegen ten zuidwesten van de spoorlijn, tot +175m, een hydraulische communicatie tot stand werd gebracht met de put gelegen in het noorden, vlakbij, die diende als bekken voor het ontvangen van oppompingswater; aangezien de pompmiddelen die moeten worden gebruikt om voor de oppomping te zorgen te belangrijk zijn, werd de uitbating van deze delfputten stopgezet voordat de oorspronkelijk geplande diepten werden bereikt;

Overwegende dat de voorbereidende werkzaamheden in het gebied gelegen ten oosten van de spoorlijn in 2011 werden ondernomen;

Beschrijving en rechtvaardiging van motivering van de omtrek van de gevraagde herziening Overwegende dat het verzoek betrekking heeft op de verandering van bestemming van 38 hectaren opgenomen als landbouwgebied in een ontginningsgebied op het gewestplan, deze oppervlakte wordt gerechtvaardigd door maatregelen om de afzetting af te bakenen en meer bepaald door de Neffe-formatie (V2a) en de bufferzones die de exploitatie-omtrek afbakenen;

Overwegende dat de S.P.R.L. Carrières "Les Petons" eigenaar is van alle percelen gelegen in de oostelijke verlenging van de huidige groeve; dat de fasering van de uitbating rekening houdt met de bezettingsovereenkomsten ondertekend met de landbouwers om de grond zo lang mogelijk voor landbouwactiviteiten te behouden; dat de gronden gelegen ten zuiden van het huidige gebied van aanhorigheden van een ontginning (7 percelen) daarentegen eigendom zijn van drie verschillende eigenaren (in onderhandeling);

Overwegende dat het voorgestelde project over een periode van 40 jaar is gespreid; dat het project is geïntegreerd in de continuïteit van de bestaande uitbating, naar het oosten en het zuiden van de huidige exploitatiefronten, zonder dat het technische karakter en de locatie van de huidige productie- en laadfaciliteiten worden gewijzigd; dat het afgraven van gesteenten op de fronten zal toenemen van 1500 tot 1600 kt/jaar vanwege de noodzaak om 100 kt/jaar laagwaardig steriele gesteenten te ontginnen om de afzetting van hoge chemische kwaliteit te ontdekken, zonder het productievolume van afgewerkte producten te verhogen;

Overwegende ook dat de uitbating van de afzetting in de zuidoostelijke delfput, naarmate deze zich in oostelijke richting ontwikkelde, het mogelijk heeft gemaakt om het ontsluitingsgebied van kalksteen met een Hoog Gehalte (V2a) te definiëren en de richting van de lagen, hun helling en de mate van breuk van het gesteente nader te bepalen;

Overwegende dat de steriele gesteenten en zuiveringsfijnstof binnen de groeve zullen worden gebruikt in het kader van de definitieve heraanleg van de groeve;

Overwegende dat de omtrek van de aanvraag nuttig zal zijn voor de ontginningsput, de toegangswegen naar de delfput en de bufferzones rond het houwfront; dat de verbinding tussen het uit te breiden gebied en de bestaande installaties identiek is aan die welke tot op heden werd gebruikt voor de uitbating van de huidige delfput;

Overwegende dat de groeve is uitgerust met twee productielijnen, één voor de verwerking van kalksteen met een hoog gehalte (hoofdproductielijn) en één voor kalksteen met een laag gehalte (complementaire lijn);

Overwegende dat de productielijn voor kalksteen met een hoog gehalte (hoofdproductielijn) bestaat uit vier dimensionale behandelingsposten (malen-zeven-wassen) en een bijkomende sorteer- en waspost voor de productie van een formaat 40-110 mm bestemd voor de fabriek van de Solvay-groep in Rheinberg (Duitsland);

Overwegende dat de hoofdproductielijn wordt bevoorraad door stortkarren afkomstig van het uitbatingsfront, geladen met ruwe kalksteen; dat het wordt verbrijzeld, gewassen en gezeefd om het granulaat te verkleinen tot minder dan 110 mm en de producten te scheiden op basis van hun granulometrie; dat het 40-110 mm granulaat vanaf de primaire post naar een uiteindelijke sortering en wassing wordt geleid vóór de opslag (stock-stapels) die het spoorlaadstation bevoorraadt;

Overwegende dat de groeve is uitgerust met een laadstation (sinds 2004) op een spoorlijn die verbonden is met de spoorlijn nr.132 Couvin-Charleroi;

Overwegende dat de groeve een aansluiting heeft op het spoorwegnet van INFRABEL en een geautomatiseerde laadeenheid bestaande uit een intern netwerk van drie spoorwegen en een 125 m lange verbinding met de spoorlijn Couvin-Charleroi nr. 132, een locomotief, een transportband gevoed door een stockstapel die de wagons rechtstreeks laadt en een gebouw waarin de laadruimte van de trein en de besturingsapparatuur zijn ondergebracht; dat dit gebouw is voorzien van een geluidsisolerende bekleding;

Overwegende dat het laden van de treinen het mogelijk maakt de productie in 40-110 mm kalksteen met een hoog gehalte naar de fabriek van de Solvay-groep in Rheinberg (Duitsland) te sturen;

Gezien het feit dat de steengroeve 6 tot 7 treinen per week laadt en verscheept; dat de treinen, met een laadvermogen van 2.000 ton, uit 30 wagons bestaan; dat het volledig laden van een trein ongeveer 5 tot 6 uur in beslag neemt, waarvan 2.30 uur voor de bewegingen en installatie van het treinstel;

Overwegende dat de groeve ook is uitgerust met een tweede productielijn (complementaire lijn), onafhankelijk van de hoofdlijn, en bestemd voor de behandeling van laagwaardige kalksteen;

Overwegende dat het vervoer van het granulaat, dat niet voor Duitsland is bestemd, over de weg (rue du Beau Séjour) plaatsvindt; dat de vrachtwagens die de vracht naar buiten brengen, rechtstreeks naar de wisselaar op de E420-N5 richting Charleroi of Couvin zijn gericht; dat dit verkeer plaatsvindt buiten een bewoond gebied en geen invloed heeft op het lokale wegennet; dat het uitbreidingsproject bovendien niet zal leiden tot een toename van het verkeer, aangezien de geplande productie op het huidige niveau blijft;

Overwegende dat de stortkarren die het verwijderd gesteente tussen het uitbatingsfront en de verwerkingsinstallaties vervoeren, via een speciaal voor het bedrijf gebouwde brug over de spoorlijn circuleren; dat het transport van het gesteente wordt uitgevoerd via een baan dat ten zuiden van de huidige put is aangelegd; dat deze baan over een afstand van 150 m van de ene verdieping van de uitbating naar de andere over een helling van ongeveer 20° zal gaan;

Overwegende dat de uitbating van het ontginningsgebied in vijf verschillende fasen wordt gepland; dat elke fase als volgt is gepland: * Fase 1: 2018-2024 : - uitbating van de verdieping 220 m, 200 m en 180 m binnen de huidige ontginningsomtrek - uitbreiding van de fronten naar het noordoosten; * Fase 2: 2025-2026 : - uitbating van de verdieping 220 m, 200 m en 180 m binnen de huidige ontginningsomtrek; - uitbreiding van de fronten naar het zuiden binnen de omtrek van de aanvraag; * Fase 3: 2027-2034 : - uitbreiding van de fronten naar het oosten; - uitbating van de verdiepingen 220 m, 200 m, 180 m en 160 m in het uitbreidingsgebied; * Fase 4: 2035-2044 : - uitbreiding van de fronten naar het oosten; - uitbating van de verdiepingen 220 m, 200 m, 180 m en 160 m in het uitbreidingsgebied; * Fase 5: 2045-2059 : - uitbreiding naar het oosten, tot aan de grenzen van de aanvraag; - uitbating van de verdiepingen 220 m, 200 m, 180 m en 160 m in het uitbreidingsgebied; - uiteindelijke heraanleg;

Herinrichting en landschappelijke integratie Overwegende dat de uitbating van de huidige groeve, binnen de huidige ontginningsomtrek, het voorwerp uitmaakt van vier soorten herinrichtingsvoorschriften: - 3 permanente watervlakken (betreffende de twee delfputten ten westen van de spoorlijn en de delfput ten oosten van de spoorlijn) die na de bemalingstop het grondwater zullen ontvangen; - de hellende oppervlakken en de toegangswegen zijn kaal gelaten om een spontane herkolonisering van soorten die zijn aangepast aan de kalkhoudende omgeving mogelijk te maken; - vlakke oppervlakken die in eerste instantie bestemd zijn voor weiden en op lange termijn voor groengebied; - de verkeersweg langs de oostelijke rand van de verwerkingsinstallaties wordt aangelegd als buurtweg die de rue du beau Séjour en de rue du Ry des Gattes met elkaar zal verbinden;

Overwegende dat op dit moment niet alle herinrichtingen worden uitgevoerd, aangezien sommige delen van het voormalige uitbatingsgebied worden behouden om de uitbating ten oosten van de spoorlijn voort te zetten;

Overwegende dat in het kader van dit verzoek het de bedoeling is om de delfkuilen ten westen van de spoorlijn te blijven opvullen per backfilling;

Overwegende dat voor de delfput ten oosten van de spoorlijn en na de stopzetting van het oppompen van water, de waterlaag zal stijgen tot het aanvankelijke piëzometrische niveau, waardoor de installatie van een groot watervlak over bijna de gehele omvang van de uitbreiding mogelijk zal worden;

Overwegende dat S.P.R.L. Carrières "Les Petons" sinds 2015 deelneemt aan het project LIFE IN QUARRIES; dat het doel van dit project is om het potentieel voor het herbergen van de biodiversiteit in verschillende ontginningssites in België te ontwikkelen en duurzaam te maken; dat de maatregelen voor het beheer van de site niet alleen zijn opgenomen in het kader van de "post-extractie", maar ook in het kader van de uitbatingsplannen; dat deze integratie van de biodiversiteit tijdens de uitbatingsfases leidt tot nieuwe benaderingen van dynamisch biodiversiteitsbeheer;

Overwegende dat de groeve veel mogelijkheden biedt dankzij de omvang en diversiteit van het topografische reliëf en de ligging van de uitbating; dat de in 2017 ondernomen acties de volgende zijn: - de aanleg van tijdelijke ondiepe poelen (baanbrekende watervlakken, 0,5 m) en een oppervlakte van 10 m2 om de amfibieën- en libellenpopulaties te versterken; - het creëren van baanbrekende graslanden om de diversiteit van eenjarige planten met een hoge biologische waarde te bevorderen en om insecten en vogels te huisvesten die in verband worden gebracht met open habitats; - het creëren en verfrissen van losse kliffen voor gravende insecten en vogels, met inbegrip van de oeverzwaluw (Riparia riparia); - de instandhouding en/of aanleg van permanente poelen om de biodiversiteit in stand te houden en de watervoorraden te beschermen die als schuilgebieden dienen voor andere planten- en diersoorten; - het creëren van nestbouwgebieden voor watervogels; - de aanleg en/of het onderhoud van kalkgraslanden en extensieve weiden; - het onderhoud van gemaaid grasland op kalkhoudende bodem; - de vorming van lineair en steenachtig puin, gunstige omgevingen voor reptielen en amfibieën en voor een reeks baanbrekende planten, die ook een rol spelen bij het verbinden van habitats voor deze soorten; - de mogelijke introductie van de kamsalamander (Triturus cristatus) en de rugstreeppad (Bufo calamita); - de installatie van vlotten voor het nestelen van de soorten van de aquatische avifauna; - herbebossing van de heuvels afkomstig uit afgegraven aarde; - de installatie van levende heggen; - enz... ;

Overwegende dat het beheer van afgegraven aarde, steriele gesteenten en zuiveringsfijnstof daartoe een soortgelijke logica zal volgen als die welke is ingevoerd;

Gezien het feit dat de afgegraven aarde zal worden afgeschraapt op het oppervlak van het verlengde van de delfput, ten oosten van de spoorlijn; dat de eerste 30 centimeter (akkerland) in eerste instantie zullen worden gebruikt voor de aanleg van de taluds van landschappelijke bescherming langs de omtrek van de uitbating en voor de bedekking van te herontwikkelen gebieden in een tweede fase;

Overwegende dat de steriele gesteenten zullen worden vermengd met afgegraven niet bebouwbare aarde in de omtrek van de uitbating om de site in te richten met het oog op zijn uiteindelijke heraanleg;

Overwegende dat de zuiveringsfijnstof, klei en fillers vulstoffen die afkomstig zijn uit kalksteenbehandeling (malen en wassen) na bezinking zullen worden gebruikt om de delfputten weer op te vullen;

Overwegende dat, gelet op de inrichtingen die reeds gepland zijn in het kader van de huidige omtrek van de uitbating en de inrichtingen die het onderwerp van de aanvraag vormen, het voorstel van de heraanleg aan het einde van de uitbating een natuurgebied is dat bestemd is voor de instandhouding, de bescherming en het herstel van de natuurlijke leefmilieus;

Overwegende dat na de uitbating van de groeve, de delfput ten oosten van de spoorlijn onder meer zal worden ingericht als watervlak; dat het regenwater dat zich daar zal ophopen, zal bijdragen tot de bevoorrading van de waterlaag, die weer op een niveau zal zijn gekomen dat vergelijkbaar is met dat van vóór de uitbreiding;

Overwegende dat naast de eindbestemming van de delfput, de omtrek van de uitbreiding een afzonderingsomtrek moet omvatten; dat er voorzien is om merloenen (met afgegraven aarde) op te richten om de site te isoleren en tegelijkertijd te integreren in het landschap;

Overwegende dat de bufferzone ten zuiden van de omtrek van het project over een breedte van 40 m zal worden gespreid; dat de bufferzone ten noorden van de omtrek van het project 30 en 35 m zal bedragen; dat zij worden voorzien van een beschermingsgebied, een binnenweg, een merloen, een groenperk en, voor de bufferzone in het zuiden, een omleidingsweg;

Overwegende dat in het milieueffectrapport de gevolgen van het beheer van de afgegraven aarde bestudeerd zal moeten worden;

Overwegende dat ook moet worden nagegaan of de activiteiten op deze site geen enkele vorm van verontreiniging hebben veroorzaakt;

Overwegende dat wat de heraanleg betreft, het milieueffectrapport alle mogelijke hypothesen in overweging zal moet nemen, deze zal moeten evalueren en nauwkeurige aanbevelingen zal moeten doen;

Overwegende dat in het milieueffectrapport ook aandacht zal moet worden besteed aan het gebrek aan gegevens betreffende de soorteninventarissen in het huidige landbouwgebied;

Inoverwegingname van de elementen van de bestaande feitelijke en rechtstoestand Overwegende dat bepaalde bekende elementen van de feitelijke en juridische situatie van de betrokken percelen en hun omgeving de uitvoering van het project van de S.P.R.L. Carrières "Les Petons" kunnen bemoeilijken, in het bijzonder: - de uitbating van de waterlaag, via drie putten en twee galerijen, door de SWDE; - de uitbating van een put door de INASEP; - het beheer van oppervlakte-, grondwater- en oppompingswater; - de karstverschijnselen; - de stofemissies; - de geluidsemissies; - de mobiliteit en het vrachtvervoer; - de aanwezigheid van de hoeve van Froidmont; - de landschappelijke integratie, Overwegende dat het aanvraagdossier reeds een aantal antwoorden geeft op de vragen die deze feitelijke en juridische situatie met zich meebrengt;

Overwegende dat het milieueffectrapport deze feitelijke en juridische situatie zal moeten valideren, indien nodig aanvullen en de bijzondere verplichtingen die eruit voortvloeien, zal moeten benadrukken;

Impacten op het oppervlakte- en grondwater - beheer van de bemaling Overwegende dat, in eerste instantie, de samenvoeging van de hydrogeologische gegevens tussen de S.P.R.L. Carrières "Les Petons" en de SWDE (talrijke piëzometers van de S.P.R.L. Carrières "Les Petons" en de SWDE, debieten opgepompt door de SWDE...) het mogelijk heeft gemaakt om een goede kennis te hebben van de hydrodynamische eigenschappen van de grondwaterlaag van de kalkstenen; dat de Synclinale Werkgroep van Gomezée-Hemptinne-Florennes vervolgens de drie betrokken steengroeven in de regio (Carrière Berthe in Florennes, Carmeuse-project in Hemptinne en S.P.R.L. Carrières "Les Petons" in Yves-Gomezée), de twee maatschappijen van openbare waterdistributie (SWDE en INASEP) en de Directie Grondwateren (DGO3) heeft samengebracht;

Overwegende dat deze werkgroep het mogelijk heeft gemaakt om informatie uit te wisselen en continue veldmetingen uit te voeren (piëzometrische opmetingen, metingen van de debieten van de beken, opmetingen van de neerslag die de waterlaag voeden, het graven van extra piëzometers in minder bekende gebieden) met het oog op de ontwikkeling van een wiskundig model van de afvoer van grondwater in de kalksteenhoudende waterlaag op schaal van de synclinale van Florennes;

Overwegende dat de studies van deze werkgroep rekening houden met de interacties tussen oppervlaktewater en grondwater, zodat passende beheersmaatregelen (behoud van de kwaliteit en regulering van de debieten) verder zullen worden uitgevoerd om de gevolgen van de verdieping van de geplande groeve in de buurt van de bedding van de beek « Yves » tot een minimum te beperken;

Overwegende dat de SWDE eind september 2008 opmerkte dat haar galerijen in Yves-Gomezée hun productiedebieten aanzienlijk zagen dalen; dat de G1-galerij volledig droog was, terwijl slechts 30% van het rendement van de G2-galerij overbleef; dat de 3 putten in Crèvecoeur 20% van hun capaciteit hadden verloren, maar het SWDE-netwerk konden blijven bevoorraden;

Overwegende dat deze daling te wijten was aan een normale cyclische evolutie (waterstand van het grondwater) en vooral aan het oppompen van water van de S.P.R.L. Carrières "Les Petons"; dat de verlagingen in verband met de bemaling aldus hebben geleid tot een verandering van de grondwaterstromen, die geconcentreerd zijn in de noordwestelijke delfput van de groeve, ten nadele van de galerijen;

Overwegende dat de S.P.R.L. Carrières "Les Petons" toen besloot de uitbating van de Noordwestelijke delfput onder het niveau van +177 m te stoppen ondanks het opgeven van bestaande reserves van ongeveer 3Mt kalksteen met een hoog gehalte; dat de stopzetting van de oppompingen in verband met de uitbating van de Noordwestelijke delfput heeft geleid tot een stijging van het grondwaterpeil en een terugkeer van het water naar de SWDE-galerijen, zonder dat de kwaliteit van deze wateren is aangetast;

Overwegende dat de S.P.R.L. Carrières "Les Petons" daarom is begonnen met het oppompen van water in de zuidwestelijke delfput om er de kalksteen onmiddellijk op droge basis uit te baten;

Overwegende dat tijdens de verdieping van de delfput gelegen ten zuidwesten van de spoorlijn, tot +175, een hydraulische communicatie tot stand werd gebracht met de delfput gelegen in het noorden, vlakbij, die diende als bekken voor het ontvangen van oppompingswater; aangezien de pompmiddelen die moeten worden gebruikt om voor de oppomping te zorgen te belangrijk waren, de uitbating van deze delfputten stopgezet werd voordat de oorspronkelijk geplande diepten werden bereikt;

Overwegende dat na de onderbreking van de uitbating van de Zuidwestelijke delfput, de S.P.R.L. Carrières "Les Petons" is begonnen met de uitbating van de Zuid-Oostelijke delfput, voorbij de spoorlijn, eerst boven de waterlaag; dat de eerste oppompingen in de zuidoostelijke delfput in april 2016 van start gingen;

Overwegende dat de eerste, tot op heden niet toegestane oppompingen in de zuidoostelijke delfput van de groeve "Les Petons" binnen de momenteel toegestane omtrek, gestart in april 2016 in het kader van de uitbating van de +200 m verdieping, begonnen zijn aan 150 m3/uur om in december 2016 tot 400 m3/uur te stijgen naarmate het leeggepompte front zich verder ontwikkelde en naar het oosten toe verdiepte (in de richting van de toegestane limiet), met een maximum waarde van 800 m3/uur op de hoogte +213 m in de winter van 2017-2018 (gerelateerd aan de winterneerslag); dat alle in deze delfput ingezamelde volumes worden afgevoerd naar de zuidwestelijke put, gelegen op een afstand van +/- 200 m ten westen van de zuidoostelijke delfput en in dezelfde geologische formaties;

Overwegende dat het verslag over de milieueffecten, in het kader van de effecten op de grondwaterlaag, ook de planning van de uitbating en de oppompingen van de steengroeven van Hemptinne en Florennes moet omvatten;

Overwegende dat het rapport over de milieueffecten in zijn analyse ook de hydrogeologische studie moet opnemen, via het door de Synclinale Werkgroep van Gomezée-Hemptinne-Florennes ontwikkelde instrument, verrijkt met de resultaten van de karakteriseringscampagnes, om de herverdeling van de bemalingsdebieten van de verschillende uitbaters van de steengroeven en dus de waardering van het oppompingswater te beoordelen;

Overwegende ook dat in het milieueffectrapport zal moeten worden nagegaan of de voorgestelde uitbreiding de kwaliteit van de waterlaag niet zal aantasten;

Reeds genomen maatregelen om andere hinder te verminderen Overwegende dat elke productieverwerking wordt uitgevoerd door middel van een vochtig procédé, de atmosferische emissies van de installaties dan ook zeer beperkt zijn ; dat, om de emissies van het vervoer te verminderen, de snelheid van de voertuigen beperkt wordt en de wegen regelmatig worden besproeid; dat bovendien voor eind 2018 een spoelinstallatie voor de wielen van de vrachtwagens bij het uitrijden van de site is gepland;

Overwegende dat geluidsmetingen een minimaal geluidsniveau laten zien, met uitzondering van puntgeluidsbronnen die nodig zijn voor het afgraven van gesteenten; dat de ontginning wordt uitgevoerd door middel van mijnschoten, met een snelheid van 2 of 3 schoten per week; dat de door schokgolven veroorzaakte trillingen worden gemeten met behulp van twee seismografen om ervoor te zorgen dat ze de geldende normen niet overschrijden;

Overwegende dat de impact, in termen van mobiliteit en vrachtvervoer, beperkt wordt door het vervoer van kalksteen door de spoorlijn;

Overwegende dat de steengroeve 6 tot 7 treinen per week naar Rheinberg (Duitsland) laadt en verscheept; dat de treinen, met een laadvermogen van 2.000 ton, uit 30 wagons bestaan; dat het volledig laden van een trein ongeveer 5 tot 6 uur in beslag neemt, waarvan 2.30 uur voor de bewegingen en de installatie van het treinstel;

Overwegende dat de rest van de productie per vrachtwagen wordt vervoerd, tegen 77 vrachtwagens per dag (11-12 vrachtwagens per dag, door rekening te houden met de heen- en terugreis), door direct gebruik te maken van de wisselaar van de E420-N5 en dus buiten het bewoonde gebied; dat deze verkeerswisselaar het mogelijk maakt om snel en veilig de twee richtingen van de E420-N5 te bereiken;

Overwegende dat de maatregelen overwogen om de landschappelijke effecten van de steengroeve te verminderen stroomopwaarts zijn ontwikkeld;

Overwegende dat in het verslag over de milieueffecten alle effecten van deze activiteit op de leefomgeving en op de menselijke activiteiten grondig zullen moeten worden bestudeerd;

Overwegende dat in het verslag over de milieueffecten ook alle effecten van de opeenstapeling van projecten uit de verschillende steengroeven (Carrière Berthe in Florennes, Carmeuse-project in Hemptinne en S.P.R.L. Carrières "Les Petons" in Yves-Gomezée) op de leefomgeving en op de menselijke activiteiten moeten worden bestudeerd;

Verantwoording van de overwogen herziening van het gewestplan ten opzichte van artikel D.I.1 en het ruimtelijk ontwikkelingsplan Overwegende dat volgens artikel D.I.1, § 1, van het Wetboek, "Het grondgebied van Wallonië vormt het gemeenschappelijk patrimonium van zijn bevolking. Het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling, in het Frans afgekort tot "CoDT", beoogt een duurzame en aantrekkelijke ruimtelijke ontwikkeling. Deze ontwikkeling voldoet aan en speelt op een evenwichtige manier in op de sociale, economische, demografische, energetische, patrimoniale, milieu- en mobiliteitsbehoeften van de gemeenschap, rekening houdend, zonder discriminatie, met de ruimtelijke dynamiek en specificiteit, alsook met de sociale cohesie.";

Overwegende dat de opties van zowel het ruimtelijk ontwikkelingsplan (SDT) als het milieuplan voor de duurzame ontwikkeling met betrekking tot de bescherming en het beheer van de ondergrondse rijkdommen ook gericht zijn op een spaarzame uitbating en een gepaste valorisering van de afzettingen en op het beperken van de hinder van de uitbatingen in verband met de ontginning en het vervoer van producten;

Overwegende dat de winningsindustrieën binnen het arrondissement Philippeville het grootste deel uitmaken van de economische activiteit van de primaire en secundaire sectoren; dat de natuursteensector een van de sleutelsectoren van de industriële activiteit van het arrondissement is (d.w.z. een BBP van het arrondissement Philippeville dat is teruggebracht tot de winningsindustrieën en dat op ongeveer 5 miljoen euro kan worden geschat);

Overwegende dat de steun voor de lokale activiteiten zich ook op werkgelegenheidsniveau manifesteert; dat deze aanvraag voorziet in het behoud van de activiteit gedurende een periode van meer dan 30 jaar en het mogelijk maakt de 41 arbeidsplaatsen gedurende een lange periode te behouden;

Overwegende dat er in totaal 41 mensen rechtstreeks werkzaam zijn in de groeve en binnen een straal van 30 km rond de groeve wonen: - 30 personen zijn rechtstreeks betrokken bij de slacht-, interne transport- en productiefasen en zorgen voor het onderhoud van het productieapparaat; - 5 personen zijn bezig met taken met betrekking tot laden/lossen; - 6 personen zorgen voor administratieve ondersteuning en beheer.

Overwegende dat de waarde van de activiteit van de S.P.R.L. Carrières "Les Petons" wordt overgedragen aan de Waalse economie op lokaal en regionaal niveau; dat dit iets meer dan 934.000 €/jaar vertegenwoordigt dat door de overheid kan worden gebruikt;

Overwegende dat een optimaal beheer van de ondergrondse hulpbronnen van groot belang is voor de uitbater; dat de ontginning van de afzetting en de valorisatie ervan zijn bestudeerd om verspilling van de hulpbronnen te voorkomen; dat de geëxploiteerde hulpbronnen worden gevaloriseerd, hetzij economisch, hetzij binnen de ontginningsactiviteit zelf;

Overwegende dat deze ontginning zal bijdragen tot een rationeel beheer van de ondergrondse rijkdommen van de regio;

Overwegende dat de ontginning en de herinrichtingen uiteindelijk zullen leiden tot milieus met een bijzonder rijke fauna en flora;

Overwegende dat rekening wordt gehouden met landschapsaspecten;

Overwegende dat dit verzoek ook voldoet aan de criteria die de Minister van Ruimtelijke Ordening heeft voorgesteld in zijn nota van 27 maart 2002 over het onderzoek van de verzoeken om opneming van ontginningsgebieden in het sectorplan - het gaat om een afzetting gevalideerd door de studie van de Universiteit van Luik over de ondergrondse rijkdommen, genaamd "onderzoek Poty"; - het is in overeenstemming met een strategisch ontwikkelingsbeleidsplan van de onderneming; - de aanvraag beoogt het behoud van het productieve potentieel betreffende een materiaal dat als productiemiddel dient in een belangrijke economische sector in Wallonië;

Overwegende dat na afloop van de analyse van dit verzoek in het licht van de beschikbare elementen van de hierboven uiteengezette feitelijke en juridische situatie, blijkt dat dit voorontwerp in de eerste analyse niet onverenigbaar is met artikel D.I.1 van het Wetboek en dat kan worden overwogen de gerezen moeilijkheden te overwinnen;

Naleving van artikel D.II.45 van het Wetboek Overwegende dat deze herziening van het gewestplan betrekking heeft op de opneming als landbouwgebied van een ontginningsgebied; dat de opneming van een ontginningsgebied betrekking heeft op een gebied dat niet bestemd is voor bebouwing, overeenkomstig de toepassing van artikel D.II.23 van het Wetboek;

Overwegende dat, in overeenstemming met artikel D.II.45 van het Wetboek, de principes die van toepassing zijn op een herziening van een gewestplan moeten worden onderzocht Overwegende dat het eerste principe gericht is op de opneming van een nieuw voor bebouwing bestemd gebied dat volgt op een niet-bebouwingsgebied en dat dit laatste moet grenzen aan een bestaand gebied bestemd voor bebouwing; dat dit niet het voorwerp van dit verzoek is;

Overwegende dat het tweede principe gericht is op de opneming van een nieuw voor bebouwing bestemd gebied dat volgt op een niet-bebouwingsgebied en dat dit laatste niet de vorm mag aannemen van lintbebouwing langs de weg; dat dit niet het voorwerp van dit verzoek is;

Overwegende dat het laatste principe is gericht op de opneming van een nieuw voor bebouwing bestemd gebied dat volgt op een niet-bebouwingsgebied en dat dit, in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel, wordt gecompenseerd door een gelijkwaardige planologische wijziging van een bestaand gebied bestemd voor bebouwing; dat dit niet het voorwerp van dit verzoek is;

Overwegende dat, voor zover het project bestaat uit de opneming van een niet voor bebouwing bestemd gebied dat ook volgt op een niet-bebouwingsgebied, geen compensatie verschuldigd is overeenkomstig artikel D.II.45 van het Wetboek;

Conclusie Overwegende dat de Waalse Regering, om de hierboven uiteengezette economische en sociale redenen, wenst dat de bestaande activiteit op de site van de steengroeve "Les Petons" kan worden voortgezet en bijgevolg van plan is om de gedeeltelijke herzieningsprocedure van het gewestplan Philippeville-Couvin, die essentieel is voor deze activiteit, op te starten;

Overwegende dat, overeenkomstig artikel D.VIII.33 van het Wetboek, dit ontwerp van herziening van het gewestplan zal worden onderworpen aan het milieueffectrapport, waarvan de inhoud door de minister zal worden aangenomen op basis van het bij dit besluit gevoegde ontwerp van inhoud; dat dit onderzoek ook specifiek zal ingaan op de opmerkingen die de bevolking tijdens de voorafgaandelijke informatievergadering heeft gemaakt;

Overwegende dat, zoals het Wetboek het voorziet, de beleidsgroep "Ruimtelijke Ordening" en de beleidsgroep "Leefmilieu" geraadpleegd zullen worden over de inhoud van het verslag over de milieueffecten;

Overwegende dat gezien de impact op het oppervlaktewater en het grondwater, het noodzakelijk is zich ervan te vergewissen dat de potentiële impacten van de uitbating van de S.P.R.L. Carrières "Les Petons" en van de opeenstapeling van de verschillende projecten (Carrière Berthe in Florennes, Carmeuse-project in Hemptinne en S.P.R.L. Carrières "Les Petons" in Yves-Gomezée) op passende wijze in aanmerking zullen worden genomen door de Directie Grondwater (DGO3) te raadplegen over de inhoud van het milieueffectrapport waaraan dit ontwerp van herziening van het gewestplan zal worden voorgelegd, teneinde de volledigheid van het rapport over deze aspecten te waarborgen;

Overwegende dat gezien de impact uitgedrukt inzake overlast en mobiliteit, het noodzakelijk is zich ervan te vergewissen dat de potentiële impacten van de uitbating van de S.P.R.L. Carrières "Les Petons" en van de opeenstapeling van de verschillende projecten (Carrière Berthe in Florennes, Carmeuse-project in Hemptinne en S.P.R.L. Carrières "Les Petons" in Yves-Gomezée) op passende wijze in aanmerking zullen worden genomen door de Directie Planning Mobiliteit (DGO2) te raadplegen over de inhoud van het milieueffectrapport waaraan dit ontwerp van herziening van het gewestplan zal worden voorgelegd, teneinde de volledigheid van het rapport over deze aspecten te waarborgen;

Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit, Vervoer en Dierenwelzijn, Besluit :

Artikel 1.De Regering beslist tot de herziening van de bladen 52/8 en 53/5 van het gewestplan Philippeville-Couvin met het oog op de voortzetting van de bestaande activiteit op de site van de steengroeve "Les Petons" ten oosten van de voormalige gemeente Yves-Gomezée.

Art. 2.Het ontwerp van herziening van de bladen 52/8 en 53/5 van het gewestplan Philippeville-Couvin, overeenkomstig bijgevoegd plan (bijlage 1) opgesteld, met betrekking tot de opneming op het grondgebied van de gemeenten Walcourt en Philippeville, van een ontginningsgebied ter vervanging van een landbouwgebied om de uitbating van een kalksteenafzetting en aan het einde van de uitbating van een natuurgebied mogelijk te maken, wordt aangenomen.

Art. 3.Overeenkomstig artikel D.II.45, § 3, van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling mag er geen compensatie worden stopgezet wat betreft de opneming van een niet-bebouwingsgebied in de zin van artikel D.II.23, derde lid van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling.

Art. 4.De regering beslist het project te onderwerpen aan een milieueffectbeoordeling, keurt het ontwerp van het bijgevoegde milieueffectrapport goed (bijlage 2) neemt de onwerp-inhoud van het bijgevoegde verslag over de leefmilieueffecten (bijlage 2) aan en belast de Minister voor Ruimtelijke Ordening ermee de inhoud van het verslag vast te leggen, na raadpleging: - van de Beleidsgroepen "Ruimtelijke Ordening" en "Leefmilieu"; - van het Operationeel directoraat-generaal Mobiliteit en Waterwegen (DGO2); - van het Operationeel directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu (DGO3), overeenkomstig de bepalingen van artikel D.VIII.33, § 4, van het Wetboek, Namen, 22 november 2018.

Voor de Regering : De Minister-President, W. BORSUS De Minister van Leefmilieu, Ecologische Overgang, Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken, Mobiliteit, Vervoer, Dierenwelzijn en Industriezones, C. DI ANTONIO

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld