gepubliceerd op 24 februari 1998
Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 17 november 1994 houdende uitvoeringsmaatregelen voor het statuut van de ambtenaren van het Gewest
22 JANUARI 1998. Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 17 november 1994 houdende uitvoeringsmaatregelen voor het statuut van de ambtenaren van het Gewest
De Waalse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 3, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988;
Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1994 tot bepaling van de algemene principes van het administratief en geldelijk statuut van de rijksambtenaren die van toepassing zijn op het personeel van de diensten van de Gemeenschaps- en Gewestregeringen en van de Colleges van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en van de Franse Gemeenschapscommissie, alsook op de publiekrechtelijke rechtspersonen die ervan afhangen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 mei 1996;
Gelet op de wet van 21 juni 1937 houdende oprichting van de Autonome Haven van Luik, gewijzigd bij de wet van 10 januari 1969;
Gelet op de wet van 12 februari 1971 houdende oprichting van de Autonome Haven van Charleroi, gewijzigd bij de wet van 20 juni 1978;
Gelet op de wet van 20 juni 1978 houdende oprichting van de Autonome Haven van Namen en tot wijziging van de wet van 12 februari 1971 houdende oprichting van de Autonome Haven van Charleroi;
Gelet op het decreet van 25 oktober 1984 tot instelling van de "Société régionale wallonne du Logement" (Waalse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij), gewijzigd bij de decreten van 1 december 1988, 4 juli 1991, 29 oktober 1992, 7 juli 1994, 24 november 1994 en 25 januari 1996;
Gelet op het decreet van 16 december 1988 houdende oprichting van de "Office régional de l'Emploi" (Gewestdienst voor Arbeidsbemiddeling), gewijzigd bij de decreten van 4 november 1993 en 26 mei 1994;
Gelet op het decreet van 7 juni 1990 houdende oprichting van een "Institut scientifique de Service public" (Openbaar Wetenschappelijk Instituut) in het Waalse Gewest;
Gelet op het decreet van 22 december 1994 tot oprichting van de "Office régional de Promotion de l'Agriculture et de l'Horticulture" (Dienst voor de Promotie van de Land- en Tuinbouw), gewijzigd bij de decreten van 20 juni en 25 juli 1996;
Gelet op het decreet van 23 maart 1995 houdende oprichting van het gewestelijk hulpcentrum voor gemeenten dat instaat voor de follow-up van en de controle op de beheersplannen van de met schulden bezwaarde gemeenten en dat het financiële evenwicht van de gemeenten van het Waalse Gewest moet helpen handhaven;
Gelet op het decreet van 6 april 1995 betreffende de integratie van gehandicapte personen;
Gelet op het decreet van 6 april 1995 betreffende het beheer van psychiatrische ziekenhuizen in het Waalse Gewest;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 17 november 1994 houdende het statuut van de ambtenaren van het Gewest, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 23 januari 1997;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 17 november 1994 houdende uitvoeringsmaatregelen voor het statuut van de ambtenaren van het Gewest;
Gelet op de beslissing van de raad van bestuur van de Autonome Haven van Luik;
Gelet op de beslissing van de raad van bestuur van de Autonome Haven van Charleroi;
Gelet op de beslissing van de raad van bestuur van de Autonome Haven van Namen;
Gelet op de beslissing van de raad van bestuur van de "Société régionale wallonne du Logement" (Waalse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij);
Gelet op de beslissing van de beheerraad van de "Office communautaire et régional de la Formation professionnelle et de l'Emploi" (Gemeenschaps- en Gewestdienst voor Beroepsopleiding en Arbeidsbemiddeling);
Gelet op de beslissing van de raad van bestuur van de "Office régional de Promotion de l'Agriculture et de l'Horticulture";
Gelet op het advies van de beheerraad van het "Agence wallonne pour l'Intégration des Personnes handicapées" (Waals Agentschap voor de Integratie van Gehandicapte Personen);
Gelet op het protocol nr. 255 van het Sectorcomité nr. XVI, opgemaakt op 7 november 1997;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de bepalingen ter uitvoering van het statuut zo spoedig mogelijk moeten worden aangepast op grond van de wijzigingen die in het statuut zijn aangebracht;
Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Besluit :
Artikel 1.Het opschrift van titel I van het besluit van de Waalse Regering van 17 november 1994 houdende uitvoeringsmaatregelen voor het statuut van de ambtenaren van het Gewest wordt vervangen door het volgende opschrift : "Algemene bepalingen."
Art. 2.In hetzelfde besluit wordt een artikel 1bis ingevoegd, luidend als volgt : «
Art. 1bis.De wijzigingen die overeenkomstig artikel 6 van het statuut aangebracht zijn in de kwalificaties en capaciteiten die vereist zijn voor de toegang tot een betrekking, hebben uitwerking zodra de betrekking niet meer bekleed is. »
Art. 3.In hetzelfde besluit wordt een artikel 1ter ingevoegd, luidend als volgt : «
Art. 1ter.De ambtenaar heeft zijn administratieve verblijfplaats in de gemeente waar de dienst gevestigd is. »
Art. 4.In hetzelfde besluit wordt een artikel 1quater ingevoegd, luidend als volgt : «
Art. 1quater.§ 1. Het in artikel 5 van het statuut bedoelde repertorium vermeldt de plaats van de betrekking in de personeelsformatie, de dienst waarin de ambtenaar aangewezen is, de administratieve verblijfplaats, en geeft een omschrijving van de kwalificaties en capaciteiten die voor de betrekking vereist zijn. § 2. Het repertorium wordt betekend op de door de Secretaris-generaal bepaalde interne verdeelwijze of, bij gebreke daarvan, bij ter post aangetekende brief met bericht van ontvangst. Het repertorium wordt geacht betekend te zijn na betekening van het deel ervan betreffende de betrekkingen van dezelfde rang als die waarvan de ambtenaar titularis is. § 3. Het repertorium van het Ministerie waartoe de ambtenaar niet behoort, wordt hem betekend door de Secretaris-generaal onder wie hij ressorteert. De Secretaris-generaal betekent het repertorium aan de andere Secretaris-generaal vóór 1 maart. Bij gebreke van voorafgaande betekening aan de andere secretaris-generaal is de betekening van een repertorium aan de ambtenaar zonder waarde. »
Art. 5.Het opschrift van titel II van hetzelfde besluit wordt vervangen door het volgende opschrift : « Bevorderingen, mutatie, overplaatsing, permutatie en verandering van dienst. »
Art. 6.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 4.De vacature van een betrekking die voorkomt in het laatste repertorium dat overeenkomstig artikel 1quater werd betekend, wordt in voorkomend geval door de Secretaris-generaal ter kennis gebracht van de ambtenaren die daarvoor in aanmerking komen door bevordering. De kennisgeving gebeurt bij ter post aangetekend schrijven en met ontvangbewijs.
De vacature van een betrekking die niet voorkomt in het laatste repertorium dat overeenkomstig artikel 1quater werd betekend, wordt in voorkomend geval door de Secretaris-generaal ter kennis gebracht van de ambtenaren die daarvoor in aanmerking komen bij bevordering door overgang naar het hogere niveau, mutatie, bevordering door verhoging in graad of overplaatsing. De kennisgeving gebeurt bij ter post aangetekend schrijven en met ontvangbewijs.
Het schrijven vermeldt de plaats van de betrekking in de personeelsformatie, de dienst waarin de ambtenaar aangewezen is, de administratieve verblijfplaats, en bevat een omschrijving van de kwalificaties en capaciteiten die voor de betrekking vereist zijn. »
Art. 7.In artikel 5 van hetzelfde besluit wordt § 1 vervangen door de volgende paragraaf : « § 1. De kandidaturen zijn te richten aan de Secretaris-generaal onder wiens bevoegdheid de vacante betrekking ressorteert. Ze moeten ingediend worden bij ter post aangetekend schrijven met ontvangbewijs binnen een termijn van vijftien dagen vanaf de dag van de betekening van het in artikel 4 bedoelde schrijven of, in voorkomend geval, binnen de in de artikelen 15 en 24 van het statuut bepaalde termijn, op straffe van nietigheid. » « Daartoe moet gebruik worden gemaakt van een formulier dat overeenstemt met het model in bijlage 1 of 2, op straffe van nietigheid.
Indien verscheidene betrekkingen vacant zijn binnen dezelfde graad, moet de kandidaat een orde van voorkeur opgeven.
De kandidaten van niveau 1 in elk geval en de kandidaten voor mutatie of overplaatsing van niveau 2+, 2, 3 en 4 moeten bij het formulier een curriculum vitae voegen dat overeenstemt met het model in bijlage 4. »
Art. 8.Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 6.§ 1. Binnen vijftien dagen te rekenen vanaf de einddatum van de termijn die vastgesteld is voor het indienen van de kandidaturen, bericht de Secretaris-generaal of zijn afgevaardigde ontvangst daarvan en deelt hij gelijktijdig mee aan de kandidaten die niet aan de vereisten voldoen dat geen gevolg kan worden gegeven aan hun kandidatuur, onverminderd § 3. In geval van kandidatuur voor mutatie brengt de Secretaris-generaal binnen dezelfde termijn de aanvraag ter kennis van de Directeur-generaal of, bij gebreke daarvan, van de Inspecteur-generaal onder wiens bevoegdheid de kandidaat ressorteert.
In geval van kandidatuur voor overplaatsing brengt de Secretaris-generaal de aanvraag binnen dezelfde termijn ter kennis van de Secretaris-generaal onder wiens bevoegdheid de kandidaat ressorteert. § 2. In afwijking van § 1, eerste lid, krijgen de kandidaten voor mutatie of overplaatsing naar een betrekking bedoeld in het laatste repertorium dat overeenkomstig artikel 1quater is betekend, die geen sociale of familiale redenen inroepen, bericht van ontvangst van hun kandidatuur binnen vijftien dagen na het verstrijken van de voor de indiening voorgeschreven termijn. Indien ze niet aan de vereisten voldoen, wordt hen binnen vijftien dagen na de vacantverklaring meegedeeld dat geen gevolg kan worden gegeven aan hun kandidatuur, onverminderd § 3. § 3. Vooraleer de kandidaturen in voorkomend geval naar de diectieraad worden doorgezonden, bepaalt de Secretaris-generaal de wijze waarop moet worden nagegaan of de kandidaten aan de capaciteitsvereisten voldoen.
Als de toekenning van een betrekking afhankelijk is van een voorkeursvolgorde op basis van een geslaagd examen of van de anciënniteit, kan de Secretaris-generaal beslissen dat alleen rekening moet worden gehouden met de best gerangschikte kandidaten van wie hij het aantal bepaalt. De kandidaten die niet aan de vereisten voldoen worden binnen vijftien dagen na het onderzoek door de Secretaris-generaal verwittigd dat geen gevolg kan worden gegeven aan hun kandidatuur. »
Art. 9.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° het eerste lid wordt opgeheven;2° het tweede lid wordt vervangen door het volgende lid : « Het voorstel van de directieraad dat voorafgaat aan de bevordering door verhoging in een graad van de rangen A5 tot A3, wordt bij ter post aangetekend schrijven met bericht van ontvangst aan de kandidaten betekend.»
Art. 10.In hetzelfde besluit wordt een artikel 8bis ingevoegd, luidend als volgt : «
Art. 8bis.Als hij niet kan deelnemen aan een zitting van de in artikel 24 van het statuut bedoelde commissie, wordt de ambtenaar van rang A2 of, bij gebreke daarvan, de ambtenaar van rang A1 onder wiens bevoegdheid de ambtenaar en de vacature waarin moet worden voorzien ressorteren, vervangen door een ambtenaar van niveau 1 die onder zijn gezag staat. »
Art. 11.Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « De aanvraag moet ingediend worden aan de hand van een formulier dat overeenstemt met het model in bijlage 3, op straffe van nietigheid.
De aanvrager moet bij het formulier een curriculum vitae voegen dat overeenstemt met het model in bijlage 4. »
Art. 12.In titel II van hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk IV "Verandering van dienst" ingevoegd, luidend als volgt : «
Art. 13bis.De verandering van dienst is de overgang van een ambtenaar van één dienst naar een andere dienst binnen dezelfde pool.
Behoudens een behoorlijk met redenen omklede uitzondering, is de instemming van de ambtenar vereist voor een verandering van dienst die gepaard gaat met een verandering van zijn administratieve verblijfplaats.
Art. 13ter.Elke verandering van dienst die gepaard gaat met een verandering van de administratieve verblijfplaats waarmee de ambtenaar niet kan instemmen, moet het voorwerp uitmaken van een voorafgaand voorstel dat aan het advies van de directieraad wordt onderworpen. Als de ambtenaar sociale of familiale redenen inroept, wordt hij gehoord door de Sociale Dienst die advies geeft aan de directieraad. De ambtenaar die het wenst, kan door de directieraad gehoord worden en zich laten bijstaan door een persoon die hij zelf kiest. Behoudens wettige verhindering, wordt hij geacht te zijn gehoord als hij niet opdaagt na de oproeping van de directieraad. In geval van beroep op de directieraad spreekt de Secretaris-generaal zich uit over de verandering van dienst. »
Art. 13.In artikel 28, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "in bijlage 1 bij dit besluit" vervangen door "in bijlage 5".
Art. 14.In artikel 30, eerste lid, 2°, van hetzelfde besluit wordt het woord "beroepsopleiding" vervangen door de woorden "opleiding met het oog op de bevordering".
Art. 15.In het opschrift van titel IV, Hoofdstuk II, afdeling IV, van hetzelfde besluit wordt het woord "beroepsopleiding" vervangen door de woorden "opleiding met het oog op de bevordering".
Art. 16.Artikel 40 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 40.De opleiding mag gevolgd worden door de ambtenaren met een graad van de rangen A4, D2 en E2 of een wervingsgraad en minstens één jaar ranganciënniteit. »
Art. 17.In artikel 41, eerste, derde en vijfde lid, van hetzelfde besluit wordt het woord "beroepsopleiding" vervangen door de woorden "opleiding met het oog op de bevordering".
Art. 18.In artikel 42 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste en tweede lid wordt het woord "beroepsopleidingen" vervangen door de woorden "opleidingen met het oog op de bevordering";2° in het derde lid worden de woorden "nieuwe vormingscyclus" vervangen door de woorden "bijscholingscyclus".
Art. 19.In artikel 50, derde lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "van bijlage 2 of van bijlage 3 bij dit besluit" vervangen door de woorden "in bijlage 6 of 7".
Art. 20.In het opschrift van titel IV, hoofdstuk III, van hetzelfde besluit worden de woorden "controle van de beroepsopleiding" vervangen door het woord "bevordering".
Art. 21.Artikel 55 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° in het eerste lid worden de woorden "controle van de beroepsopleiding" vervangen door het woord "bevordering";2° in het tweede lid worden de woorden "de graden van niveau 2, 3 en 4" vervangen door de woorden "de graad van niveau 2".
Art. 22.Artikel 56 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Aan het bevorderingsexamen mogen deelnemen de ambtenaren met een bevorderingsgraad en minstens twee jaar ranganciënniteit. De ambtenaren van rang A4 moeten bovendien een opleiding met het oog op de bevordering gevolgd hebben. »
Art. 23.De artikelen 57 tot 60 van hetzelfde besluit worden vervangen als volgt : «
Art. 57.De Secretaris-generaal van het bedoelde ministerie of zijn afgevaardigde heeft als opdracht : 1° een gewoon en een plaatsvervangend lid binnen de jury aan te wijzen, overeenkomstig artikel 58;2° de lijst van de bedoelde ambtenaren op te maken.
Art. 58.De jury bestaat uit de volgende leden : 1° a) voor het examen betreffende de graad van inspecteur-generaal, een ambtenaar van minstens rang A3 van het Ministerie van het Waalse Gewest, een ambtenaar van minstens rang A3 van het Waalse Ministerie van Uitrusting en Vervoer en een ambtenaar van minstens rang A3 voor elke instelling van openbaar nut die minstens één belanghebbende ambtenaar heeft;b) voor het examen betreffende de graad van directeur, een ambtenaar van minstens rang A4 van het Ministerie van het Waalse Gewest, een ambtenaar van minstens rang A4 van het Waalse Ministerie van Uitrusting en Vervoer en een ambtenaar van minstens rang A4 voor elke instelling van openbaar nut die minstens één belanghebbende ambtenaar heeft;c) voor het examen betreffende de graden van eerste gegradueerde en van eerste assistent, een ambtenaar van minstens rang A6 van het Ministerie van het Waalse Gewest, een ambtenaar van minstens rang A6 van het Waalse Ministerie van Uitrusting en Vervoer en een ambtenaar van minstens rang A6 voor elke instelling van openbaar nut die minstens één belanghebbende ambtenaar heeft;2° voor de graden van niveau 1 en 2+, twee personen die niet tot de Regeringsdiensten behoren en die op grond van hun bekwaamheid of specialisatie bijzonder geschikt zijn.
Art. 59.De voorzitter van de jury is het gewone of plaatsvervangende lid van het Ministerie van het Waalse Gewest. Hij wordt bijgestaan door een secretaris met raadgevende stem, die tot de Directie Vorming en Loopbaan van het Ministerie van het Waalse Gewest behoort. De secretaris noteert alle handelingen van de jury.
Art. 60.De voorzitter van de jury is belast met : 1° de vastlegging van de termijn waarbinnen de inschrijvingen ontvankelijk zijn;2° de bepaling van de datum en de plaats van het examen;3° de oproep tot de kandidaten;4° de opmaak van de notulen waarbij de lijst van de geslaagden wordt vastgesteld;5° de opmaak en de openbaarmaking van het huishoudelijk reglement betreffende de organisatie van de examens, alsook met het toezicht op de toepassing ervan;6° de aanwijzing van de externe assessoren. Hij kan het aantal externe assessoren verhogen naar gelang van de vereisten voor sommige examens. »
Art. 24.De artikelen 67 tot 70 van hetzelfde besluit worden vervangen als volgt : «
Art. 67.§ 1. Hoogstens om de twee jaar doet de Regering een oproep tot de kandidaten voor het ambt van vormingsdirecteur. § 2. Het dossier van de kandidatuur is binnen dertig dagen na de betekening van de oproep tot de kandidaten bij ter post aangetekende brief te richten aan de voorzitter van de directieraad.
Het moet de volgende stukken bevatten : 1° een curriculum vitae;2° een gedetailleerde uiteenzetting van de motivatie van de kandidaten. § 3. De directieraad hoort de kandidaten en brengt advies uit aan de Regering. Hij betekent zijn beslissing aan de kandidaten en wijst vervolgens de leden van de in artikel 70 bedoelde jury aan.
Art. 68.Vanaf die betekening beschikt de Directie Vorming en Loopbaan van het Ministerie van het Waalse Gewest over een termijn van één jaar om een opleidingscyclus van hoogstens tien dagen te organiseren, alsook een examen betreffende : 1° de uitoefening van het ambt;2° een door de kandidaten ingediend opleidingsproject. Om te slagen moeten de kandidaten minstens 60% van het puntentotaal behalen.
Art. 69.De vormingsdirecteur van het Ministerie van het Waalse Gewest neemt deel aan de gehele opleiding en keurt het onderwerp van het project van de kandidaat goed. De kandidaat die, zelfs wegens gewettigde overmacht, meer dan één dag wegblijft van de opleiding, mag het examen niet afleggen.
Art. 70.De jury bestaat uit evenveel gewone als plaatsvervangende leden, met name : 1° een ambtenaar van minstens rang A3 van het Ministerie van het Waalse Gewest, die bevoegd is voor human resources of vorming;2° een ambtenaar van minstens rang A3 van het Waalse Ministerie van Uitrusting en Vervoer, die bevoegd is voor human resources of vorming;3° voor elke instelling van openbaar nut met minstens één kandidaat, een ambtenaar van minstens rang A3 die bevoegd is voor human resources of vorming. De jury wordt voorgezeten door de vertegenwoordiger van het Ministerie van het Waalse Gewest. Hij wordt bijgestaan door een secretaris met raadgevende stem, die tot de Directie Vorming en Loopbaan van het Ministerie van het Waalse Gewest behoort. De secretaris noteert alle handelingen van de jury. De jury bekrachtigt het reglement voor de organisatie van het examen. »
Art. 25.Het opschrift van titel V van hetzelfde besluit wordt vervangen door het volgende opschrift : « Specifieke evaluatieprocedures. »
Art. 26.Artikel 71 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 71.De evaluatie van de ambtenaar van een lagere rang dan A2 die niet ressorteert onder twee hiërarchische meerderen van verschillende rangen, is positief tenzij de voor bestuurszaken bevoegde Minister, op grond van een verslag van de secretaris-generaal, er anders over beslist na advies van de functioneel bevoegde Minister.
De voorbehouden of negatieve evaluatie wordt toegekend na een onderhoud tussen de voor bestuurszaken bevoegde Minister, de Secretaris-generaal en de ambtenaar. Het door de ambtenaar geviseerde verslag wordt, samen met zijn opmerkingen, bij het evaluatierapport gevoegd.
Dit verslag wordt door de voor bestuurszaken bevoegde Minister aan de ambtenaar betekend. »
Art. 27.In artikel 73 van hetzelfde besluit worden de woorden "ambtenaren van rangen A1 en A2" vervangen door het woord "Opperambtenaren".
Art. 28.Artikel 74, 1°, van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt : « de dagen waarop de ambtenaar verplicht is te werken overeenkomstig de werkregeling die hem opgelegd is. »
Art. 29.Titel VII van hetzelfde besluit, met de artikelen 75 tot 77, wordt opgeheven.
Art. 30.In het opschrift van titel VIII van hetzelfde besluit worden de woorden "wetenschappelijke en" geschrapt.
Art. 31.Titel VIII, hoofdstuk I, van hetzelfde besluit, met de artikelen 78 en 79, wordt opgeheven.
Art. 32.Het opschrift "Hoofdstuk II. - De administratieve anciënniteiten" wordt opgeheven.
Art. 33.In artikel 80, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden "in zijn hoedanigheid van stagiair of van personeelslid" vervangen door de woorden "onder statutaire titel".
Art. 34.Artikel 81, § 2, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « § 2. De niveau-anciënniteit in het wervingsniveau wordt berekend met inachtneming van de effectieve diensten met volledige prestaties die de ambtenaar onder statutaire titel en zonder vrijwillige onderbreking heeft verricht bij de volgende instellingen : 1° elke instelling van internationaal recht waarvan de Federale Staat, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap of het Waalse Gewest lid is;2° elke instelling die ressorteerde onder de Regering van Belgisch Congo of onder de Regering van Rwanda-Burundi, al dan niet met afzonderlijke rechtspersoonlijkheid;3° elke instelling van de Federale Staat die ressorteert onder de wetgevende, uitvoerende of rechterlijke macht, al dan niet met afzonderlijke rechtspersoonlijkheid;4° elke instelling van een gemeenschap of een gewest die onder de decretale of uitvoerende macht ressorteert, al dan niet met rechtspersoonlijkheid. De ranganciënniteit in de rang van de wervingsgraad wordt berekend met inachtneming van de effectieve diensten met volledige prestaties die de ambtenaar onder statutaire titel en zonder vrijwillige onderbreking heeft verricht bij de in het eerste lid bedoelde instellingen.
De dienstanciënniteit wordt berekend met inachtneming van de effectieve diensten met volledige prestaties die de ambtenaar onder statutaire titel en zonder vrijwillige onderbreking heeft verricht bij de in het eerste lid bedoelde instellingen. »
Art. 35.De bijlagen A, B, C en D bij dit besluit worden toegevoegd als bijlagen 1, 2, 3 en 4 bij hetzelfde besluit. De huidige bijlagen 1, 2 en 3 bij hetzelfde besluit worden de bijlagen 5, 6 en 7.
Art. 36.De artikelen 33 en 34 van dit besluit hebben uitwerking met ingang van 1 december 1994.
Art. 37.De Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 22 januari 1998.
De Minister-President van de Waalse Regering, belast met Economie, Buitenlandse Handel, KMO's, Toerisme en Patrimonium, R. COLLIGNON De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, B. ANSELME Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld