Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 22 april 2021
gepubliceerd op 30 april 2021

Besluit van de Waalse regering betreffende de toekenning van een specifieke vergoeding aan zelfstandigen en ondernemingen die actief zijn in de BtoB-sector en onrechtstreeks getroffen worden door beslissingen tot sluiting

bron
waalse overheidsdienst
numac
2021031200
pub.
30/04/2021
prom.
22/04/2021
ELI
eli/besluit/2021/04/22/2021031200/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

22 APRIL 2021. - Besluit van de Waalse regering betreffende de toekenning van een specifieke vergoeding aan zelfstandigen en ondernemingen die actief zijn in de BtoB-sector en onrechtstreeks getroffen worden door beslissingen tot sluiting


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 11 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/2004 pub. 08/04/2004 numac 2004200989 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de gewestelijke incentives ten gunste van kleine en middelgrote ondernemingen sluiten betreffende de gewestelijke incentives ten gunste van kleine en middelgrote ondernemingen, inzonderheid op de artikelen 10 en 19;

Gelet op het rapport van 31 maart 2021, opgemaakt overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203532 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen sluiten houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 31 maart 2021;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 1 april 2021;

Gelet op het verzoek om adviesverlening binnen een termijn van 5 dagen, gericht aan de Raad van State op 2 april 2021, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het uitblijven van advies binnen deze termijn;

Gelet op artikel 84, § 4, lid 2, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Gelet op het ministerieel besluit van 28 oktober 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 28/10/2020 pub. 28/10/2020 numac 2020010455 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken sluiten houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, voor het laatst gewijzigd op 26 maart 2021;

Gelet op het Overlegcomité van 24 maart 2021;

Overwegende dat, hoewel zij niet zijn opgenomen in de lijst van sectoren waarvoor een sluitingsverplichting geldt, zelfstandigen en ondernemingen die actief zijn in BtoB (business-to-business) onrechtstreeks worden getroffen door het pakket maatregelen in verband met covid-19 als gevolg van de sluiting van de vestigingen van sommige van hun klanten;

Overwegende dat het dringend is om dit besluit aan te nemen gezien de uitzonderlijke crisissituatie die nog steeds bestaat, namelijk de gevolgen van de gezondheidscrisis COVID-19 voor veel ondernemingen die onrechtstreeks ernstige economische schade lijden;

Overwegende dat het noodzakelijk is om dringend steunmaatregelen te voorzien voor de getroffen ondernemingen, ten einde de economische schade te beperken;

Overwegende dat de onder dit besluit vallende ondernemingen hun omzet fors zien dalen, of zelfs helemaal verdwijnen, en dat hierdoor het inkomen van de ondernemers en van hun werknemers in het gedrang komt;

Overwegende dat deze steun onder meer tot doel heeft om de ontstane moeilijkheden het hoofd te bieden en een golf van faillissementen proberen te voorkomen onder de ondernemingen die prangende liquiditeitsproblemen ondervinden ten gevolge van de crisis;

Overwegende dat wanbetalingen ten gevolge van liquiditeitsproblemen een domino-effect in de economie zouden kunnen veroorzaken, hetgeen ten alle koste voorkomen moet worden;

Overwegende dat deze problemen en effecten op zeer korte termijn voelbaar zullen zijn en dat het dus niet verantwoord is om enige vertraging op te lopen in het uitvoeren van de steunmaatregel;

Overwegende dat er dan ook reden is om maatregelen op deze gebieden te treffen;

Dat het van essentieel belang is deze sectoren zo spoedig mogelijk financieel te steunen;

Gelet op de mededeling van de Commissie van 19 maart 2020 in verband met de tijdelijke omkadering van de staatssteunmaatregelen ter ondersteuning van de economie in de actuele context van de wijd verspreide COVID-19 epidemie, punt 22;

Overwegende dat dit besluit pas van toepassing zal zijn na goedkeuring door de Europese Commissie overeenkomstig de bovengenoemde mededeling van de Commissie van 19 maart 2020;

Op de voordracht van de Minister van Economie;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° decreet: het decreet van 11 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/03/2004 pub. 08/04/2004 numac 2004200989 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de gewestelijke incentives ten gunste van kleine en middelgrote ondernemingen sluiten betreffende de gewestelijke incentives ten gunste van kleine en middelgrote ondernemingen;2° de Minister: de Minister bevoegd voor Economie;3° onderneming: de zeer kleine, kleine of middelgrote onderneming bedoeld in artikel 3, §§ 3 en 5, van het decreet, evenals de natuurlijke persoon die een activiteit in hoofdberoep uitoefent en die, rekening houdend met zijn beroepsinkomsten, sociale bijdragen dient te betalen;4° NACE-BEL-code: de activiteitennomenclatuur uitgewerkt door het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NACE-BEL 2008) in ééngemaakt Europees verband, opgelegd bij Verordening (EEG) nr.3037/90 van 9 oktober 1990 van de Raad betreffende de statistieke nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap, gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 761/93 van de Commissie van 24 maart 1993, bij Verordening (EG) nr. 29/2002 van 19 december 2001, bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europese Parlement en van de Raad van 29 september 2003 en bij Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europese Parlement en van de Raad van 20 december 2006; 5° Administratie: de Waalse Overheidsdienst Economie, Tewerkstelling en Onderzoek; 6° webplatform: de webtoepassing bedoeld in artikel 1, § 1, eerste lid, 6°, van het decreet van 21 december 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/12/2016 pub. 04/01/2017 numac 2016206576 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende de toekenning van steun via een in het Waalse Gewest geïntegreerd steunportfolio aan projectontwikkelaars en kleine en middelgrote ondernemingen, ter bevordering van het ondernemerschap of de groei, en strekkende de oprichting van een databank van authentieke bronnen die verbonden is met die geïntegreerde portefeuille sluiten houdende de toekenning van steun via een in het Waalse Gewest geïntegreerd steunportfolio aan projectontwikkelaars en kleine en middelgrote ondernemingen, ter vergoeding van de diensten ter bevordering van het ondernemerschap of de groei, en strekkende de oprichting van een databank van authentieke bronnen die verbonden is met die geïntegreerde portefeuille, die toegankelijk is op https://indemnitecovid.wallonie.be; 7° het personeelsbestand: het gemiddeld aantal werknemers, in 2019 tewerkgesteld via een arbeidsovereenkomst in de gezamenlijke bedrijfszetels van de onderneming die overeenstemmen met de arbeidseenheden (JAE), berekend op grond van de multifunctionele aangiften bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid voor de vier kwartalen van 2019.5° tijdelijke kaderregeling : de mededeling van de Commissie van 19 maart 2020 in verband met de tijdelijke omkadering van de staatssteunmaatregelen ter ondersteuning van de economie in de actuele context van de wijd verspreide COVID-19 epidemie, laatst gewijzigd op 28 januari 2021;

Art. 2.De gezondheidscrisis gebonden aan het coronavirus COVID-19 wordt door de Regering erkend als een buitengewone gebeurtenis in de zin van artikel 10 van het decreet.

Art. 3.Volgens de door de Minister vastgestelde modaliteiten wordt een specifieke vergoeding toegekend overeenkomstig de in punt 22 van de tijdelijke kaderregeling bedoelde voorwaarden aan de onderneming : 1° die vóór 1 januari 2021 in het Waalse Gewest eigenaar is van een vestigingseenheid als bedoeld in artikel I.2., 16°, van Boek I van het Wetboek van economisch recht; 2° die aantoont dat ten minste 20% van haar omzet in 2019 werd gegenereerd door goederen of diensten geleverd aan ondernemingen die op grond van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 28/10/2020 pub. 28/10/2020 numac 2020010455 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken sluiten houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, zoals gewijzigd bij het ministerieel besluit van 1 november 2020, verplicht waren om ten minste tot 1 februari 2021 te sluiten, of voor ondernemingen die in 2020 met hun activiteit zijn begonnen en waarvan de omzet in 2020 voor ten minste 20% afkomstig is van goederen- of dienstenleveringen aan ondernemingen die op grond van de bovengenoemde ministeriële besluiten moesten sluiten;3° met uitzondering van vennootschappen die tussen 1 januari 2019 en 31 december 2020 zijn opgericht, die een omzetverlies van ten minste 50% laten zien over ten minste een van de laatste drie kwartalen van 2020 ten opzichte van het overeenkomstige kwartaal van 2019 of over het eerste kwartaal van 2021 ten opzichte van het eerste kwartaal van 2019;4° die geen onderneming in moeilijkheden was op 31 december 2019 in de zin van artikel 2, punt 18, van Verordening (EU) nr.651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard, hierna "Verordening (EU) 651/2014" genoemd; 5° die, met inbegrip van de in dit besluit bedoelde specifieke vergoeding, niet meer dan 1 800 000 EUR aan steun uit hoofde van punt 22 van de tijdelijke kaderregeling heeft ontvangen. In het geval van fusie van ondernemingen, inbreng van een algemeenheid of bedrijfstak,, bedoeld in boek XII van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, alsmede in geval van gerechtelijke reorganisatie als bedoeld in titel V van boek XX van het Wetboek van economisch recht, wordt voor de berekening van het omzetverlies, bedoeld in het eerste lid, 3°, de omzet van de overgenomen vennootschap niet in aanmerking genomen.

De in het eerste lid bedoelde specifieke vergoeding kan slechts eenmaal per onderneming ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen worden toegekend, overeenkomstig boek III, Titel 2, hoofdstuk 1, van het Wetboek van economisch recht.

De Minister kan bepalen welke bewijsstukken de onderneming moet overleggen om de percentages van de omzet, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid, aan te tonen.

Ondernemingen die een specifieke tegemoetkoming hebben genoten overeenkomstig het besluit van de Waalse regering van 22 april 2021 betreffende de toekenning van een specifieke vergoeding ten gunste van bepaalde sectoren die onrechtstreeks getroffen zijn door beslissingen tot sluiting in het kader van de COVID-19-crisis met betrekking tot het coronavirus, zijn uitgesloten van de in lid 1 bedoelde financiële tegemoetkoming.

Art. 4.Het bedrag van de specifieke vergoeding, volgens de modaliteiten bepaald door de Minister, komt overeen met 15% van de omzet voor elk van de vier kwartalen van 2019 die voldoen aan de voorwaarde van omzetverlies, bedoeld in artikel 3, eerste lid, 3°, en wordt per kwartaal als volgt beperkt: 1° tot een minimum van 3.000 euro als het omzetverlies tussen 50% en 75% ligt en tot een maximum van : a) 5.000 euro als het personeelsbestand 0 bedraagt; b) 10.000 euro als het personeelsbestand hoger is dan 0 en lager dan 10; c) 20.000 euro als het personeelsbestand hoger is dan 10 en lager dan 50; d) 4° 40.000 euro als het personeelsbestand gelijk is aan of hoger is dan 50. 2° tot een minimum van 3.750 euro indien het omzetverlies groter is dan 75 % en een maximum van: a) 6.250 euro als het personeelsbestand 0 bedraagt; b) 12.500 euro als het personeelsbestand hoger is dan 0 en lager dan 10; c) 25.000 euro als het personeelsbestand hoger is dan 10 en lager dan 50; d) 50.000 euro als het personeelsbestand gelijk is aan of hoger is dan 50.

In afwijking van lid 1 ontvangt een onderneming die tussen 1 januari 2019 en 31 december 2020 is opgericht en in het betrokken kwartaal geen omzetverlies kan aantonen, met ingang van 1 april 2020 een specifieke forfaitaire vergoeding van 3 000 euro per volledig kwartaal van activiteit, met een maximum van 6 000 euro voor 2020.

Art. 5.Volgens de door de Minister vastgestelde modaliteiten dient de onderneming via een formulier op het webplatform haar aanvraag om specifieke vergoeding in bij de Administratie.

Bij het indienen van het dossier op het webplatform moet de onderneming ten minste de volgende informatie verstrekken : 1° haar nummer van de Kruispuntbank van Ondernemingen;2° de NACE BEL code voor de activiteit waarvoor de onderneming de specifieke tegemoetkoming aanvraagt;3° een verklaring op erewoord die op het webplatform ingevuld moet worden;4° het rekeningnummer van de onderneming. De onderneming verklaart, althans door middel van de verklaring op erewoord, dat zij de in de tijdelijke kaderregeling vastgestelde en in artikel 3, lid 1, 5°, bedoelde maxima niet overschrijdt.

De Administratie kan gebruik maken van de databanken die authentieke bronnen vormen, alsmede van de databanken van de RSZ, om alle gegevens te verkrijgen die nodig zijn voor het onderzoek van het dossier.

Art. 6.De beslissing over de ontvankelijkheid, de betaling, de controle en invordering van de specifieke vergoedingen wordt genomen door elk personeelslid van niveau A zoals omschreven in het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode, aangewezen door de directeur-generaal van de Administratie.

Art. 7.Het in artikel 6 bedoelde personeelslid van niveau A analyseert de aanvraag om specifieke vergoeding en, indien de aanvraag niet ontvankelijk is, schorst hij de aanvraag om specifieke vergoeding en brengt hij de onderneming op de hoogte, die haar aanvraag kan aanvullen en indienen voor een nieuw onderzoek naar de ontvankelijkheid.

Als het dossier niet wordt aangevuld en onderworpen aan een nieuw ontvankelijkheidsonderzoek binnen een termijn van één maand te rekenen van de datum van schorsing, dan wordt de aanvraag tot specifieke vergoeding definitief vernietigd.

Indien de aanvraag aan de gestelde voorwaarden voldoet, wordt de onderneming er elektronisch van in kennis gesteld dat de specifieke vergoeding wordt toegekend.

De administratie stelt de onderneming ervan in kennis dat de specifieke vergoeding wordt toegekend op grond van de tijdelijke kaderregeling.

Art. 8.De administratie publiceert de relevante informatie, vermeld in bijlage III en in overeenstemming met artikel 9 van Verordening (EU) nr. 651/2014, over elke specifieke vergoeding van meer dan 100 000 euro die op grond van dit besluit wordt toegekend, binnen twaalf maanden na de datum van toekenning via het IT-instrument van de Europese Commissie.

De administratie bewaart alle gegevens die nodig zijn om vast te stellen of aan de gestelde voorwaarden is voldaan, gedurende een periode van tien jaar na de toekenning van de specifieke vergoeding.

De Administratie geeft deze informatie door aan de Europese Commissie indien deze daarom verzoekt.

Art. 9.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.

Art. 10.De Minister van Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 22 april 2021.

Voor de Regering: De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Economie, Buitenlandse Handel, Onderzoek, Innovatie, Digitale Technologieën, Ruimtelijke Ordening, Landbouw, het "IFAPME", en de Vaardigheidscentra, W. BORSUS

^