21 DECEMBER 2022. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van 14 juni 2001waarbij de nuttige toepassing van sommige afvalstoffen bevorderd wordt, het besluit van 28 februari 2019 houdende uitvoering van de procedure voor de beëindiging van het statuut van afvalstof en het besluit van 5 maart 2008 betreffende het beheer van de afval uit de gebruikelijke activiteit van de gezinnen en de dekking van de desbetreffende kosten

De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, de artikelen 3, § § 1 en 2, gewijzigd bij de decreten van 11 maart 1999 en 15 februari 2001, en 4ter, ingevoegd bij het decreet van 10 mei 2012 en gewijzigd bij de decreten van 24 oktober 2013 en 17 juli 2018 2018;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 14 juni 2001Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 14/06/2001 pub. 10/07/2001 numac 2001027388 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering waarbij de nuttige toepassing van sommige afvalstoffen bevorderd wordt sluitenwaarbij de nuttige toepassing van sommige afvalstoffen bevorderd wordt, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 5 juli 2018, 6 december 2018, 28 februari 2019 en 17 juni 2021;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 5 maart 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 05/03/2008 pub. 17/04/2008 numac 2008027050 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering betreffende het beheer van de afval uit de gebruikelijke activiteit van de gezinnen en de dekking van de desbetreffende kosten sluiten betreffende het beheer van de afval uit de gebruikelijke activiteit van de gezinnen en de dekking van de desbetreffende kosten, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 6 november 2008, 29 oktober 2009, 7 april 2011, 9 juni 2016 en 13 juli 2017;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 28 februari 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 28/02/2019 pub. 05/04/2019 numac 2019201545 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering houdende uitvoering van de procedure voor de beëindiging van het statuut van afvalstof bedoeld in artikel 4ter van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 14 juni 2001 waarbij de nuttige toepassing van sommige afvalstoffen bevorderd wordt sluiten houdende uitvoering van de procedure voor de beëindiging van het statuut van afvalstof bedoeld in artikel 4ter van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 14 juni 2001Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 14/06/2001 pub. 10/07/2001 numac 2001027388 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering waarbij de nuttige toepassing van sommige afvalstoffen bevorderd wordt sluiten waarbij de nuttige toepassing van sommige afvalstoffen bevorderd wordt Gelet op het rapport van 27 april 2021 opgemaakt overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014 houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;

Gelet op het gunstig advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 27 april 2021;

Gelet op de instemmingen van de Minister van Begroting, gegeven op 15 mei 2021 en 17 juni 2022;

Gelet op het advies nr. 71.740/2/V van de Raad van State, gegeven op 1 augustus 2022, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op Verordening (EU) nr. 1357/2014 van de Commissie van 18 december 2014 ter vervanging van bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen;

Gelet op richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 19 november 2008 betreffende de afvalstoffen en tot opheffing van sommige richtlijnen, artikel 6 gewijzigd bij richtlijn (EU) 2018/851;

Gelet op het advies van de beleidsgroep "Leefmilieu", gegeven op 2 juli 2021;

Gelet op het advies van de "Union des villes et communes de Wallonie" (Vereniging van steden en gemeenten van Wallonië), gegeven op 28 november 2022;

Overwegende dat de nuttige toepassing van spoorbielzen is voorzien in het besluit van de Waalse Regering van 14 juni 2001Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 14/06/2001 pub. 10/07/2001 numac 2001027388 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering waarbij de nuttige toepassing van sommige afvalstoffen bevorderd wordt sluitenwaarbij de nuttige toepassing van sommige afvalstoffen bevorderd wordt;

Overwegende dat deze houten dwarsliggers, om te voldoen aan de eisen van de NMBS en Infrabel, vóór gebruik geïmpregneerd zijn met creosoot tot een minimumconcentratie van 35 kg/m3 met een tolerantie van + 5 kg/m3, dat creosoot een kankerverwekkende stof van type 1B is, gevarencode H350;

Overwegende dat spoorbielzen aan het einde van hun gebruik als dwarsliggers nog een concentratie van ten minste 0,1 creosoot hebben; dat deze concentratie impliceert dat zij moeten worden beschouwd als gevaarlijke afvalstoffen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1357/2014 van de Commissie van 18 december 2014 ter vervanging van bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen Overwegende dat, overeenkomstig artikel 3, § 1, eerste lid, 2°, van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, alleen ongevaarlijke afvalstoffen door registratie nuttig kunnen worden toegepast; dat bijgevolg spoorbielzen moeten worden geschrapt van de lijst van nuttig toepasbare afvalstoffen in bijlage I van het decreet van 14 juni waarbij de nuttige toepassing van sommige afvalstoffen bevorderd wordt;

Gelet op de beëindiging van het statuut van afvalstof van gerecycleerde granulaten als bedoeld in bijlage 2 van het besluit van de Waalse regering van 28 februari 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 28/02/2019 pub. 05/04/2019 numac 2019201545 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering houdende uitvoering van de procedure voor de beëindiging van het statuut van afvalstof bedoeld in artikel 4ter van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 14 juni 2001 waarbij de nuttige toepassing van sommige afvalstoffen bevorderd wordt sluiten;

Overwegende dat de beëindiging van het statuut van afvalstof van toepassing is op gerecycleerde aggregaten die bestemd zijn voor gebruik buiten het terrein waar de afvalstoffen vandaan komen, ongeacht of zij afkomstig zijn van een vaste of mobiele installatie;

Overwegende dat de traceerbaarheid van installaties en producties noodzakelijk is om de naleving van de criteria voor de beëindiging van het statuut van afvalstof te waarborgen;

Gelet op de parameters die via een uitlogingtest moeten worden beoordeeld om de milieukwaliteit van gerecycleerde granulaten te waarborgen, met name de ingevoerde eis inzake sulfaten - SO42-;

Overwegende dat sommige soorten gemengde gerecycleerde granulaten in uitlogingtest sulfaatconcentraties boven deze eis laten zien;

Overwegende dat deze overschrijdingen van de drempelwaarden voornamelijk verband houden met de aanwezigheid van sulfaten uit gipsbouwmaterialen in inert afval;

Dat de naleving van de grenswaarde afhangt van de effectieve uitvoering van de scheiding van gipsafvalmaterialen en inert afval;

Overwegende dat de algemene uitvoering van deze sortering moet worden georganiseerd; dat intussen de inwerkingtreding van de naleving van de sulfaatgrenswaarde moet worden uitgesteld voor gemengde aggregaten waarvoor analyses een hogere concentratie van sulfaten in het percolaat hebben aangetoond; dat dit uitstel voor een specifieke periode en bij wijze van overgang geen schadelijke algemene gevolgen voor het milieu en de gezondheid zal hebben;

Dat de gebruikers en de administratie niettemin op de hoogte moeten worden gehouden van de analyseresultaten betreffende sulfaten; dat de bewaking van het sulfaatgehalte het ook mogelijk moet maken het effect van een betere afvalsortering op de kwaliteit van de gerecycleerde granulaten te evalueren;

Overwegende dat de overheidssector een voorbeeldfunctie moet vervullen, zowel wat betreft sortering als wat betreft de toepassing van de afvalhiërarchie bij de verwerking van huishoudelijk afval; dat er evenwel enige tijd nodig is om de recyclageparken en de inzamelingscontracten aan te passen;

Gelet op de verslagen van het Centrum voor Wegonderzoek;

Gelet op de pH-parameter die bij de uitlogingtests moet worden gemeten;

Overwegende dat de analyse van grondstoffen uit betonpuin pH-waarden boven de vastgestelde grenswaarde aantoont; dat deze hoge pH-waarden verband houden met de hydratatiereacties van het cement tijdens de vervaardiging van het beton; dat deze hoge pH-waarden ook noodzakelijk zijn in het geval van gewapend beton voor de passivering van het staal en het voorkomen van chemische corrosiereacties van de wapening;

Dat voor betongranulaat de maximumgrens van de pH-waarde niet gerechtvaardigd is en moet worden geschrapt;

Gelet op de grenswaarde voor de concentraties extraheerbare koolwaterstoffen (C10 t/m C40), gemeten op de samenstelling van het ruwe monster;

Overwegende dat wegenbouwbitumen door zijn intrinsieke samenstelling organische verbindingen bevat die positief reageren op de analyse van extraheerbare C10 tot C40-koolwaterstoffen, dat deze samenstelling een overschrijding van de grenswaarde veroorzaakt; dat deze parameter niet relevant is voor dit type granulaat; dat het passend is deze granulaten te reserveren voor toepassingen in de wegenbouw; dat deze granulaten bovendien teervrij moeten zijn;

Overwegende dat de omzendbrief van 13 juli 2018Relevante gevonden documenten type omzendbrief prom. 13/07/2018 pub. 24/09/2018 numac 2018204735 bron waalse overheidsdienst Omzendbrief tot uitvoering van het eindverslag nr. 2018-00762 van het "ISSeP" over de bepaling van een markeerder om het teergehalte van een afvalstof te meten teneinde de mogelijke verwerking ervan als niet-gevaarlijke afvalstof of de gevaarlijkheid ervan vast te stellen sluiten op basis van een technisch rapport van het ISSeP de tracermolecuul voor het meten van het teergehalte, namelijk benzo(a)pyreen, en de toegestane grenswaarde voor deze stof heeft vastgesteld;

Overwegende dat dezelfde milieunormen moeten worden toegepast op gerecycleerde granulaten die worden gebruikt op de bouwplaats waarvan het afval afkomstig is en waarop het decreet van 14 juni 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/06/2001 pub. 18/07/2001 numac 2001029271 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot wijziging van de wet van 27 juli 1971 op de financiering en de controle van de universitaire instellingen type decreet prom. 14/06/2001 pub. 17/07/2001 numac 2001029246 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het programma voor dringende werken aan de schoolgebouwen van het basis- en secundair onderwijs dat wordt ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap type decreet prom. 14/06/2001 pub. 17/07/2001 numac 2001029261 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de integratie van nieuwkomers in het onderwijs dat door de Franse Gemeenschap is ingericht of gesubsidieerd sluiten van toepassing blijft;

Overwegende dat exploitanten van installaties voor de productie van gerecycleerde granulaten just-in-time werken en niet altijd over opslagruimte beschikken voor partijen die zijn bemonsterd maar waarvan de analyseresultaten nog niet beschikbaar zijn; dat markering overeenkomstig het CE2+-systeem geen systematische controle van alle partijen granulaten vereist; dat het exploitanten moet worden toegestaan partijen te verkopen of te verplaatsen zonder op de resultaten te wachten, mits de partijen adequaat en voldoende traceerbaar zijn en de gebruikers worden geïnformeerd;

Overwegende dat de procedure voor de beëindiging van het statuut van afvalstof de invoering van een kwaliteitsbeheerssysteem vereist om de naleving van de regelgeving te waarborgen;

Overwegende voorts dat dit systeem op passende wijze moet worden gecertificeerd of geverifieerd door een conformiteitsbeoordelingsorganisme als omschreven in Verordening (EU) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 339/93 van de Raad, en naar behoren geaccrediteerd, of door een geaccrediteerde of erkende milieuverificateur in de zin van artikel 2, punt 20, onder b), van Verordening (EG) nr. 1221/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 inzake de vrijwillige deelneming van organisaties aan een communautair milieubeheer- en milieuaudit systeem (EMAS), en tot intrekking van verordening (EG) nr. 761/2001 en van de beschikkingen 2001/681/EG en 2006/193/EG van de Commissie;

Overwegende dat volgens bijlage 2 alleen verificateurs met een accreditatie of erkenning op basis van NACE-code 38 (inzameling, verwerking en verwijdering van afvalstoffen; recuperatie) geacht worden over voldoende specifieke ervaring te beschikken om de in bijlage 2 bedoelde verificatie uit te voeren Dat voor verificateurs van milieubeheersystemen alleen accreditatie wordt toegepast; dat er geen verificateurs worden erkend;

Dat instellingen die de conformiteit van granulaten als bouwproducten beoordelen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad inzake bouwproducten niet noodzakelijkerwijs over accreditatie voor NACE-code 38 beschikken;

Dat zij echter over een grote deskundigheid beschikken bij de beoordeling van kwaliteitsbeheerssystemen in verband met de productie en de markering van bouwproducten zoals granulaten;

Dat de aanvullende accreditatie met betrekking tot NACE-code 38 voor hen geen toegevoegde waarde heeft; dat de kwaliteitscontroleregeling in alle gevallen rekening houdt met de specifieke eisen van de sector en de betrokken materialen;

Overwegende dat terugwerkende kracht gerechtvaardigd is met betrekking tot de beslissingen in het dossier die zijn genomen om de werking van het besluit mogelijk te maken;

Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In bijlage I bij het besluit van 14 juni 2001waarbij de nuttige toepassing van sommige afvalstoffen bevorderd wordt, worden de volgende wijzigingen aangebracht met betrekking tot het eerste gebruiksdomein : 1. in de kolom "Kenmerken van de gevaloriseerde afval" : a) in de regel voor code 170101 worden na de woorden "als bepaald in bijlage III" de woorden "met uitzondering van de maximumdrempel voor pH" toegevoegd;b) in de regel betreffende code 170103 worden na de woorden "als bepaald in bijlage III" de woorden "met uitzondering, tot 1 januari 2025, van de drempelwaarde voor SO42-" toegevoegd;c) in de regel voor de codes 170302A en 170302B worden na de woorden "als bedoeld in bijlage III" de woorden "met uitzondering van de grenswaarde voor extraheerbare koolwaterstoffen (C10 tot en met C40)" toegevoegd;2. in de kolom "Gebruikswijze", in de regel betreffende code 170302A, wordt de bepaling vervangen door de volgende bepaling : "In de wegenbouw volgens de "Qualiroutes" specificaties: grondaanvullingswerken, onderfunderingswerken, funderingswerken, aanbrengen van een deklaag en bermen";3. de regel betreffende code 170201 wordt opgeheven.

Art. 2.In bijlage V bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Waalse Regering van 5 juli 2018, in het formulier ter aanvraag registratie, Gebruiksdomein : civielbouwkundige werken, de regel betreffende code 170201 wordt opgeheven.

Art. 3.In artikel 3, § 4, van het besluit van de Waalse Regering van 28 februari 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 28/02/2019 pub. 05/04/2019 numac 2019201545 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering houdende uitvoering van de procedure voor de beëindiging van het statuut van afvalstof bedoeld in artikel 4ter van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 14 juni 2001 waarbij de nuttige toepassing van sommige afvalstoffen bevorderd wordt sluiten houdende uitvoering van de procedure voor de beëindiging van het statuut van afvalstof bedoeld in artikel 4ter van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen en tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 14 juni 2001Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 14/06/2001 pub. 10/07/2001 numac 2001027388 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering waarbij de nuttige toepassing van sommige afvalstoffen bevorderd wordt sluiten waarbij de nuttige toepassing van sommige afvalstoffen bevorderd wordt, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1. de woorden "waarvan de erkenning van de beëindiging van het statuut van afvalstof is erkend volgens één van de bijlagen 1 tot 2" worden vervangen door de woorden "waarvan de voorwaarden voor de beëindiging van het statuut van afvalstof worden bepaald in bijlage 1"; 2. na lid 1 wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "In afwijking van lid 1 en hoofdstuk 2 vraagt de exploitant van een installatie voor de productie van de stoffen bedoeld in bijlage 2, een beslissing tot registratie voor de beëindiging van het statuut van afvalstof overeenkomstig hoofdstuk 3 aan en verkrijgt hij deze beslissing voordat deze stoffen worden gebruikt.".

Art. 4.Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1. in paragraaf 2, 10°, worden de woorden "betrokken natuurlijke of rechtspersoon" vervangen door de woorden ""exploitant of importeur aanvrager";2. er wordt een paragraaf 4 ingevoegd, luidend als volgt : "Wanneer een groepering of een federatie van bedrijven een aanvraag indient om te worden erkend als beëindiging van het statuut van afvalstof voor een stof die vergelijkbaar is met de in de bijlagen bedoelde stof, maar waarvan de kenmerken of de gebruikswijzen niet in alle opzichten gelijk zijn aan die bedoeld in diezelfde bijlagen, wordt het in paragraaf 2, 10°, bedoelde bedrag vastgesteld op 500 euro per aanvraag Exploitanten die van deze erkenning gebruik willen maken, moeten zich op deze basis laten registreren, overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk 3.Deze registratie is gratis voor exploitanten die reeds in het kader van de desbetreffende bijlage zijn geregistreerd. Exploitanten die tegelijkertijd een aanvraag tot registratie voor de bijlage en voor de bovengenoemde erkenning indienen, hoeven de in paragraaf 2, 10°, bedoelde aanvraagkosten slechts eenmaal te betalen.".

Art. 5.In artikel 18, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "of de bijlagen" ingevoegd tussen de woorden "artikel 10 of 14" en de woorden "of de voorwaarden opgelegd".

Art. 6.In artikel 22 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1. in het eerste lid, wordt de zin "De exploitanten van de installaties bedoeld in de artikelen 5, 11 of 23 die de procedure voor de beëindiging van het statuut van afvalstof uitvoeren, passen een kwaliteitsbeheersysteem toe dat de controleprocessen van de criteria van beëindiging van het statuut van afvalstof dekken." vervangen door de zin "De exploitanten van de installaties bedoeld in de artikelen 5, 11 of 23 die de procedure voor de beëindiging van het statuut van afvalstof uitvoeren, passen een kwaliteitsbeheersysteem toe waaruit blijkt dat aan de criteria van beëindiging van het statuut van afvalstof wordt voldaan."; 2. in het tweede lid wordt in punt 8 het punt vervangen door een puntkomma en wordt een nieuw punt 9 ingevoegd, dat als volgt luidt: " 9° de bepalingen die de traceerbaarheid van inkomende afvalstoffen en uitgaande stoffen en materialen waarborgen."; 3. in lid 3, onder c), wordt het woord " erkend " vervangen door " geaccrediteerd ";4. in lid 4 worden de woorden "De onder b) en c) bedoelde instanties zijn geaccrediteerd of erkend" vervangen door de woorden "Tenzij in de bijlagen anders is bepaald, zijn de onder b) en c) bedoelde instanties geaccrediteerd" en;5. na lid 4 worden drie nieuwe leden toegevoegd, die als volgt luiden : "De administratie kan de eisen specificeren waaraan het kwaliteitsbeheersysteem moet voldoen. De Minister kan de minimumvoorwaarden vaststellen voor het informatiesysteem dat de traceerbaarheid, bedoeld in het tweede lid, 9°, garandeert; deze voorwaarden houden met name rekening met de vaste of mobiele aard van de productie-installatie.

De in lid 3 bedoelde administratie of instantie heeft op eerste verzoek en te allen tijde toegang tot het kwaliteitsbeheersysteem en de resultaten van de analyses van de naleving van de milieuvoorschriften, ter plaatse of zonder zich te hoeven verplaatsen.

Art. 7.Artikel 26 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 26.De in artikel 3, § 4, tweede lid, bedoelde registratieplicht geldt vanaf 1 januari 2023.

Tot en met 31 december 2022 kunnen, in afwijking van artikel 25, onder b), de in bijlage 2 bedoelde gerecycleerde granulaten waarvoor geen registratiebeslissing overeenkomstig dit besluit is genomen, nuttig worden toegepast onder de voorwaarden van het besluit van 14 juni 2001 waarbij de nuttige toepassing van sommige afvalstoffen bevorderd wordt.".

Art. 8.In bijlage 2 bij hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1. in afdeling 1, punt 1.3, wordt punt d) vervangen door : "d) de exploitant van de installatie voor nuttige toepassing aantoont dat hij overdrachtovereenkomsten heeft gesloten voor elke categorie gerecycleerd granulaat die door zijn installatie wordt geproduceerd;"; 2. in afdeling 1, 1.5, wordt bepaling 1.5.2 vervangen door de volgende bepaling : "1.5.2. Het gekwalificeerd personeel voert een administratieve controle en visuele inspectie uit van het afval dat de productie-installatie binnenkomt en de stoffen en het materiaal dat de installatie verlaat. Indien er twijfel bestaat over de aard of de samenstelling van afvalstoffen of over de naleving van de inkomende afvalstoffen die niet door nader onderzoek kan worden uitgesloten, zendt het gekwalificeerd personeel deze naar een afvalbeheersinstallatie die over een vergunning beschikt om ze in ontvangst te nemen."; 3. in afdeling 2, onderafdeling 2.1, 2.1.2, wordt de bepaling vervangen door de volgende bepaling : "In overeenstemming met punt 2.1.1 bevat het afval dat het productieproces van gerecycleerd granulaat ingaat geen asbest, afvalgips en gipsmaterialen die onder de sorteerplicht vallen, teer of teerproducten of andere gevaarlijke stoffen en elementen die de kwaliteit van de recycling belemmeren en die niet door de installatie kunnen worden gescheiden; 4. in afdeling 2, onderafdeling 2.2, punt 2.2.3, wordt tussen de punten 1 en 2 het volgend lid ingevoegd : "Wanneer de opslagcapaciteit van de op de datum van inwerkingtreding van dit besluit erkende installatie voor de productie van gerecycleerde granulaten niet toelaat dat de materialen overeenkomstig het vorig lid worden opgeslagen totdat de resultaten van de analyses van de naleving van de milieuvoorschriften zijn verkregen, mogen de materialen worden verplaatst of verkocht, mits de opeenvolgende houders van de materialen daarvan in kennis worden gesteld en mits de bemonstering overeenkomstig punt 2.3.4 is uitgevoerd. Het kwaliteitsbeheer- en traceerbaarheidssysteem moet de details vermelden."; 5. in afdeling 2, onderafdeling 2.3, 2.3.1 : a) in het tweede lid wordt de tweede zin geschrapt en vervangen door de volgende bepaling "Het systeem voor de beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid voor het EG- teken van elke categorie gerecycleerde granulaten is ten minste CE2+."; b) tussen het tweede en het derde lid wordt het volgend lid ingevoegd: "In afwijking van lid 2 is het beoordelings- en verificatiesysteem voor het EG-teken tot 1 juli 2023 CE2+ voor ten minste een deel van de categorieën gerecycleerde granulaten die door de installatie worden geproduceerd.". c) in de tabel worden de regels 13, 14 en 15 met herhaling van de regels 10, 11 en 12 betreffende de stoffen "Zand van asfaltpuin", "Kiezelzand van asfaltpuin" en "Grindzand van asfaltpuin" opgeheven;d) in de tabel wordt in de kolom "Technische opvulling" het kruis geschrapt voor de regels die betrekking hebben op de stoffen "Zand van asfaltpuin", "Kiezelzand van asfaltpuin" en "Grindzand van asfaltpuin"; 6. in afdeling 2, onderafdeling 2.3, 2.3.2, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in lid 1 van punt 2.3.2 worden na de woorden "onderstaande tabel" de volgende woorden ingevoegd: "met uitzondering van de volgende afwijkingen"; b) na de tabel in de rubriek "Proef op de samenstelling van het brutostaal" wordt het volgend lid ingevoegd, die als volgt luidt: "Bitumineuze granulaten voldoen aan de volgende grenswaarde voor benzo(a)pyreen (CAS-nr.50-32-8): minder dan 8,5 mg/kg/droge stof." c) na de tabel in de rubriek "Proef op de samenstelling van het brutostaal" worden de volgende bepalingen ingevoegd "Afwijkingen. De volgende afwijkingen gelden voor de drempelwaarden voor uitlogingsproeven en proeven op de samenstelling van het brutostaal : a) de maximale drempelwaarde van 12 voor de pH-waarde van het resultaat van de uitlogingsproef geldt niet voor zand van asfaltpuin, kiezelzand van asfaltpuin en grindzand van asfaltpuin;b) voor zand van gemengd puin, kiezelzand van gemengd puin en grindzand van gemengd puin is naleving van de drempelwaarde voor de SO42-parameter van de uitlogingsproef vanaf 1 januari 2025 verplicht;c) de grenswaarde voor extraheerbare koolwaterstoffen (C10 tot C40) voor de proef op de samenstelling van het brutostaal is niet van toepassing op zand van asfaltpuin, kiezelzand van asfaltpuin en grindzand van asfaltpuin dat wordt gebruikt in de wegenbouw, met inbegrip van het gebruik in asfaltmenginstallaties; 7. in afdeling 2, onderafdeling 2.3, wordt punt 2.3.4, derde lid, geschrapt en vervangen door : "Wanneer de analyseresultaten van een reeds overeenkomstig punt 2.2.3 verkochte partij voor een of meer parameters non-conformiteit aan het licht brengen, stelt de inrichting de koper daarvan onmiddellijk in kennis en legt zij de informatie vast in haar documentatiesysteem. In het beheersysteem worden de procedures en de te nemen maatregelen in detail beschreven."; 8. De punten 4.4 tot en met 4.6 van afdeling 4 worden vervangen door de volgende tekst : " 4.4. Een onpartijdige beoordelingsorganisme controleert jaarlijks of het beheersysteem voldoet aan de eisen van dit besluit. Dit organisme kan zijn : a) een milieuverificateur van het beheersysteem als omschreven in artikel 2, § 20, onder b), van Verordening (EG) nr.1221/2009 van het Europees Parlement en de Raad van het Europees Parlement van 25 november 2009 inzake de vrijwillige deelneming van organisaties aan een communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS), tot intrekking van Verordening (EG) nr. 761/2001 en van de Beschikkingen 2001/681/EG en 2006/193/EG van de Commissie, waarvan de reikwijdte van de accreditatie betrekking heeft op NACE-code 38; b) een conformiteitsbeoordelingsorganisme, omschreven in Verordening (EG) nr.765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 339/93 van de Raad, waarvan het toepassingsgebied van de accreditatie overeenkomstig die verordening betrekking heeft op NACE-code 38; c) een certificeringsinstantie die is geaccrediteerd voor de certificering en conformiteitsbeoordeling van de productie van granulaten die aanleiding geven tot het EG- teken overeenkomstig Verordening (EU) nr.305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad, of de verordening die deze verordening opvolgt. 4.5. De invoerder eist van zijn leveranciers dat ze een beheerssysteem toepassen dat in overeenstemming is met de vereisten bepaald in deze bijlage. 4.6. De exploitant van de installatie voor gerecycleerde granulaten verleent de administratie of de door haar gedelegeerde instantie op verzoek toegang tot het kwaliteitsbeheersysteem en de analyseresultaten.

Hij moet uiterlijk op 1 februari en 1 augustus van elk jaar alle analyseresultaten met betrekking tot de parameter SO42- voor de in de voorafgaande periode van zes maanden geproduceerde partijen bij de administratie aangeven, overeenkomstig de door de administratie vastgestelde procedures.

Hij deelt de koper van de gerecycleerde aggregaten de analyseresultaten voor de SO42-. parameter mee.".

Art. 9.In artikel 3, § 1, van het besluit van de Waalse Regering van 5 maart 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 05/03/2008 pub. 17/04/2008 numac 2008027050 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering betreffende het beheer van de afval uit de gebruikelijke activiteit van de gezinnen en de dekking van de desbetreffende kosten sluiten betreffende het beheer van de afval uit de gebruikelijke activiteit van de gezinnen en de dekking van de desbetreffende kosten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1. het eerste lid wordt aangevuld met een punt 18, luidend als volgt: "18.afvalgips en gipsbouwmaterialen;"; 2. na lid 2 wordt een lid toegevoegd, dat luidt als volgt : "De in lid 1, 18, bedoelde afvalstoffen worden uiterlijk op 1 januari 2024 voor 100 van de inzamelpunten naar een recyclage stroom geleid.Ze kunnen samen met andere soorten droog afval, met uitzondering van inert afval, worden ingezameld wanneer er niet genoeg ruimte is op de recyclage plaatsen. Deze gezamenlijke inzamelingsmethode garandeert een resultaat dat in kwaliteit en kwantiteit ten minste vergelijkbaar is met het resultaat van gescheiden inzameling, wat betreft het sorteren en recycleren van dit afval.".

Art. 10.Dit besluit heeft uitwerking op 1 juli 2021.

In afwijking van het eerste lid treden de artikelen 1, 3., 2 en 9 in werking tien dagen na de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.

Art. 11.De Minister bevoegd voor Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 21 december 2022.

Voor de Regering : De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Leefmilieu, Natuur, Bossen, Landelijke Aangelegenheden en Dierenwelzijn, C. TELLIER