gepubliceerd op 17 november 2000
Besluit van de Waalse Regering houdende organisatie van het College van de beroepen bedoeld in het decreet van 16 juli 1985 betreffende natuurparken
19 OKTOBER 2000. - Besluit van de Waalse Regering houdende organisatie van het College van de beroepen bedoeld in het decreet van 16 juli 1985 betreffende natuurparken
De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 16 juli 1985 betreffende natuurparken, inzonderheid op artikel 12, vierde en elfde lid, ingevoegd bij het decreet van 25 februari 1999;
Gelet op het advies van de 'Conseil supérieur wallon de la conservation de la nature' (Waalse Hoge Raad voor Natuurbehoud), gegeven op 12 september 2000;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 27 juni 2000;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 24 juli 2000;
Gelet op de beraadslaging van de Regering over het verzoek om adviesverlening door de Raad van State binnen een termijn van maximum één maand;
Gelet op advies 30.550/4 van de Raad van State, gegeven op 2 oktober 2000, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden, Besluit : HOOFDSTUK I. - Het College van de beroepen
Artikel 1.De zetel van het College van de beroepen, bedoeld in artikel 12, vijfde lid, van het decreet van 16 juli 1985 betreffende natuurparken, hierna het College genoemd, is gevestigd in de lokalen van de Afdeling Natuur en Bossen van het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van het Ministerie van het Waalse Gewest.
Art. 2.Het mandaat van de leden van het College, bedoeld in artikel 12, achtste lid, eerste tot derde streepje, van het decreet van 16 juli 1985 betreffende natuurparken, alsmede van de vertegenwoordigers van respectievelijk de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu en de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium, loopt vijf jaar, met ingang van de datum van het benoemingsbesluit.
In geval van een voortijdige vacature wordt de opvolger benoemd voor de resterende duur van het mandaat.
Art. 3.Het College wordt bijgestaan door een secretaris die door de voor natuurbehoud bevoegde Minister wordt aangewezen onder de personeelsleden van de Afdeling Natuur en Bossen van het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu.
Art. 4.Het College maakt een huishoudelijk reglement en legt het ter goedkeuring voor aan de Regering.
Art. 5.De leden en de secretaris van het College hebben recht op : 1° een presentiegeld van 2 500 BEF of 62 euro;2° de terugbetaling van hun reiskosten overeenkomstig het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten. Voor de toepassing van het in het eerste lid, 2°, bedoelde koninklijk besluit worden de voorzitter, de leden en de secretaris van het College gelijkgesteld met ambtenaren van rang 15. HOOFDSTUK II. - Procedure
Art. 6.Het beroep wordt ingesteld bij aangetekend verzoekschrift gericht aan de secretaris van het College.
Art. 7.Het verzoekschrift vermeldt : 1° de identiteit en de woonplaats van de eiser;2° het voorwerp van het beroep;3° de middelen van het beroep;4° als de eiser een derde is, de reden waarom hij beroep instelt. Bovendien voegt de eiser alle stukken die hij nuttig acht bij zijn verzoekschrift.
Art. 8.§ 1. Binnen acht dagen na ontvangst van het verzoekschrift maakt de secretaris van het College een ontvangbewijs over aan de eiser. § 2. Binnen dezelfde termijn stuurt de secretaris een afschrift van het beroep aan de beheerscommissie en verzoekt hij haar om toezending van de stukken van het dossier en van alle inlichtingen die hij nuttig acht.
Binnen acht dagen na de indiening van het verzoek bezorgt de beheerscommissie de secretaris een afschrift van de aangevraagde stukken, inlichtingen, documenten of gegevens en voegt er in voorkomend geval een lijst opmerkingen bij. § 3. De secretaris stelt de zaak in staat van wijzen. Daartoe vraagt hij rechtstreeks aan iedere betrokken persoon bijkomende nuttige stukken, inlichtingen, documenten en gegevens.
Art. 9.Het College zetelt met gesloten deuren.
De eiser, de vergunningaanvrager en de beheerscommissie worden door het College opgeroepen en gehoord. Ze kunnen zich laten vertegenwoordigen of bijstaan door een persoon van hun keuze.
Het College kan elke persoon raadplegen die bij de aanvraag betrokken is.
Het College kan elke deskundige horen die het nuttig acht te raadplegen.
Het kan ook verlangen dat de eiser, de vergunningaanvrager en de beheerscommissie bijkomende stukken, inlichtingen, documenten en gegevens overmaken die het nuttig acht.
Art. 10.Het College vergadert en beslist slechts op geldige wijze als de voorzitter en minstens vier andere leden aanwezig zijn.
De voorzitter of het lid van het College die rechtstreeks of onrechtstreeks een persoonlijk belang heeft bij de oplossing van een geschil, moet zich onbevoegd verklaren vóór de behandeling van het dossier.
In geval van wraking van de voorzitter wordt het voorzitterschap waargenomen door zijn vertegenwoordiger.
Art. 11.De beslissingen van het College worden bij gewone meerderheid van de stemmen van de leden van het College genomen; onthouding is niet toegelaten.
Art. 12.Naast hun motivering vermelden de beslissingen : 1° de identiteit en de woonplaats van de eiser;2° in voorkomend geval, de naam, voornaam, woonplaats en hoedanigheid van de personen die de eiser, de beheerscommissie of elke bij de aanvraag betrokken persoon hebben vertegenwoordigd of bijgestaan;3° in voorkomend geval, de oproeping, de verschijning en het horen van de gehoorde personen;4° in voorkomend geval, het neerleggen van de schriftelijke opmerkingen;5° de uitspraak, de datum en de plaats ervan, alsmede de naam van de personen die beraadslaagd hebben. De beslissingen worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris.
Art. 13.De beslissing wordt meegedeeld aan de eiser, de beheerscommissie en elke betrokken persoon die overeenkomstig artikel 9, tweede lid, van dit besluit wordt gehoord, en aan de overheid die de vergunning verleent.
Art. 14.§ 1. De in dit besluit bedoelde termijnen beginnen te lopen de dag na die van de ontvangstname van het stuk dat de termijn laat lopen.
Het aangetekend verzonden stuk wordt geacht ontvangen te zijn op de eerste werkdag na die van de afgifte van de brief bij de post.
De poststempel geldt als bewijs voor verzending van elk stuk. § 2. De vervaldatum wordt meegerekend in de termijn.
Als de vervaldag voor het opmaken van een procedureakte een zaterdag, zondag of een wettelijke feestdag is, wordt hij tot de volgende werkdag verschoven.
Art. 15.De leden van het College zijn gehouden tot het geheim van de beraadslagingen en van de gegevens waarvan ze kennis zouden nemen in de uitoefening van hun ambt. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 16.De Minister tot wiens bevoegdheden het Natuurbehoud behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 19 oktober 2000.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden, J. HAPPART