Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 19 juni 2008
gepubliceerd op 07 juli 2008

Besluit van de Waalse Regering houdende sommige uitvoeringsbepalingen van het decreet van 27 mei 2004 betreffende de organisatie van het toerisme

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2008202426
pub.
07/07/2008
prom.
19/06/2008
ELI
eli/besluit/2008/06/19/2008202426/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 JUNI 2008. - Besluit van de Waalse Regering houdende sommige uitvoeringsbepalingen van het decreet van 27 mei 2004 betreffende de organisatie van het toerisme


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 27 mei 2004 betreffende de organisatie van het toerisme, inzonderheid op de artikelen 6, gewijzigd bij het decreet van 20 juli 2005, 7, 11, 14, 15 en 68;

Gelet op het decreet van 20 juli 2005 betreffende de subsidies voor de bevordering van het toerisme, inzonderheid op artikel 53;

Gelet op het advies van de Hoge Raad voor Toerisme, gegeven op 10 januari 2008;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 26 november 2007;

Gelet op de instemming van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 29 november 2007;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 29 november 2007;

Gelet op protocol nr. 500 van Sectorcomité nr. XVI, opgesteld op 17 januari 2008;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 44.102/4, gegeven op 5 maart 2008, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Toerisme;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit regelt overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet een aangelegenheid bedoeld in artikel 127, § 1, ervan.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder : 1° decreet : het decreet van 27 mei 2004 betreffende de organisatie van het toerisme;2° Minister : het lid van de Regering tot wiens bevoegdheden het toerisme behoort;3° de Afdeling : de Afdeling Commissariaat-generaal voor Toerisme van het Directoraat-generaal Economie en Tewerkstelling van het Ministerie van het Waalse Gewest;4° personeelslid : de stagiair, het lid of de persoon in dienst genomen via arbeidsovereenkomst en aangewezen op het functionele kader van de Afdeling Commissariaat-generaal voor Toerisme;de persoon met een vervangingsovereenkomst komt niet in aanmerking; 5° commissaris-generaal voor toerisme : de leidend ambtenaar van het Commissariaat-generaal voor toerisme.

Art. 3.De Commissaris-generaal voor Toerisme is bevoegd voor de vaststelling van het algemeen bestek, de keuze van de gunningswijze van de overheidsopdrachten, de inleiding van de procedure, de selectie van de kandidaten en de toewijzing van de opdracht, evenals voor de vastlegging, de goedkeuring en de ordonnancering, binnen het kader van de activiteiten van de diensten die onder zijn gezag staan, van alle uitgaven die aangerekend kunnen worden op de allocaties van het Commissariaat-generaal voor Toerisme tot een bedrag van 31.000 euro (eenendertigduizend euro), belasting op de toegevoegde waarde niet meegerekend.

Art. 4.Het Commissariaat-generaal voor Toerisme wordt door de Commissaris-generaal voor Toerisme vertegenwoordigd tegenover derden en in rechte in de rechtsvorderingen die als verweerder en als eiser gevoerd worden in de vorderingen die hij op eigen iniatief of op verzoek van de Minister instelt.

Art. 5.Machtiging wordt verleend aan de Commissaris-generaal voor Toerisme om : 1° de beslissingen te treffen in verband met het jaarlijks vakantieverlof, de uitzonderlijke en de omstandigheidsverloven, de ouderschapsverloven, de dwingende verloven om familiale redenen, de indisponibiliteitsstellingen om persoonlijke redenen, de verloven voor loopbaanonderbreking, de deeltijdse arbeidsregeling, de afwezigheden om persoonlijke redenen, de vrijwillige vierdagenwerkweek, de halftijdse vervroegde uittredingen en de burgerschapsverloven;2° de beslissingen te treffen in verband met beroepsongevallen;3° de beslissingen te treffen in verband met ziekteverloven, behalve de gevolgen van de beslissingen inzake lichamelijke ongeschiktheid getroffen door de Administratieve gezondheidsdienst;4° de arbeidsovereenkomsten van het niet-statutaire personeel te ondertekenen ter uitvoering van de beslissingen van de Minister;5° de beslissingen in verband met de affectatie van de personeelsleden na instemming van de Minister voor wat betreft het personeel van niveau 1;6° overeenkomstig artikel 35 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst de beslissingen te treffen in verband met het ontslag om ernstige redenen van het niet-statutaire personeel.Over die beslissingen licht de Commissaris-generaal voor Toerisme zo spoedig mogelijk de Minister in; 7° de beslissingen te treffen in verband met de benoeming in vast dienstverband van de personeelsleden van niveau 2+, 2, 3 en 4 en om die personeelsleden te beëdigen 8° de wedde van de personeelsleden vast te leggen en te betalen, met inbegrip van het weddevoorschot, de toelage voor de uitoefening van de hogere functies en de betaling van buitengewone prestaties.

Art. 6.Naast de personen waarvan sprake in artikel 7, lid 2, van het decreet bestaat het beleidscomité uit volgende personen : 1° de adjunct-commissaris-generaal;2° de directeurs van het Commissariaat-generaal voor Toerisme;3° de directeur-generaal van de "Office de promotion du tourisme" (Dienst voor de bevordering van het toerisme);4° de afgevaardigde van de Minister. De Commissaris-generaal voor Toerisme zit het beleidscomité voor.

Het beleidscomité kan de deskundigen uitnodigen die het nuttig acht bij de bespreking van aangelegenheden die het voorgelegd krijgt.

Art. 7.De Commissaris-generaal voor Toerisme legt de Minister het voorontwerp van begroting uiterlijk op 1 september voor van het jaar dat voorafgaat aan het betrokken jaar.

Art. 8.Het koninklijk besluit van 7 april 1954 houdende algemeen reglement op het budget en de boekhouding van de instellingen van openbaar nut is van toepassing op het Commissariaat-generaal voor Toerisme.

Art. 9.Elk kwartaal wordt een volledige stand van zaken over de begroting, zowel wat betreft de vastleggingen en de ordonnanceringen als de toestanden van de ontvangsten en de uitgaven, overgemaakt aan de Minister en aan de Minister van Begroting binnen een termijn van vijftien dagen na verstrijken van het betreffende tijdvak.

Art. 10.Het voeren van de boekhouding van de vastleggingen van het Commissariaat-generaal voor Toerisme wordt geregeld bij : 1° de artikelen 48 tot 51 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991.Onder de Koning moet de Minister worden verstaan; 2° het koninklijk besluit van 31 mei 1966 houdende regeling van de controle op de vastlegging van de uitgaven in de diensten van algemeen bestuur van de Staat, behoudens artikel 1, 2°, C, artikel 5, § 1, 3° en § 2, en de artikelen 6 en 8.

Art. 11.De volgende voorstellen, ongeacht of er machtigingen krachtens 5 voor bestaan of niet, worden voorafgaandelijk ter advies voorgelegd aan de Inspectie van Financiën, die over een termijn van tien werkdagen beschikt te rekenen van de ontvangst van het volledige dossier : a. de voorstellen waarvan sprake in de artikelen 3, 5 en 12, § 2 en § 3, van de wet van 16 maart 1954 houdende de controle op sommige instellingen van openbaar nut en die betrekking hebben op : 1° de begroting;2° de overdrachten en de overschrijdingen van niet-limitatieve kredieten;b. de voorstellen die het kader en het statuut van het personeel betreffen;c. de voorstellen die de indienstneming van contractuele personeelsleden betreffen;d. alle andere voorstellen die krachtens de wetten, decreten en algemene of bijzondere regelgevingen, geldend voor het Commissariaat-generaal voor Toerisme, het optreden vereisen van, al naargelang, de Waalse Regering, de Minister van Begroting en de Minister van Ambtenarenzaken, meer bepaald : 1° de voorstellen van het Commissariaat-generaal voor Toerisme die de in voorbehandeling zijnde ontwerpen van decreten, de amendementen op die ontwerpen van decreten, de ontwerp-besluiten van de Regering, de ontwerpen van ministeriële besluiten of van beslissingen waarvan de toepassing gevolgen zou kunnen hebben voor de ontvangsten of de uitgaven van het Commissariaat;2° de aanwerving van statutaire personeelsleden;3° de toekenning van hogere functies;4° het sluiten van overheidsopdrachten die de minima waarvan sprake in artikel 17, b, van dit besluit overschrijden, en dit in elk stadium van de procedure, namelijk : - voor de raadpleging van de mededinging of de offertenaanvraag; - naar aanleiding van het voorstellen tot beslissing tot toewijzing van de opdracht; 5° het sluiten van overeenkomsten of samenwerkingsakkoorden;e. de voorstellen tot toekenning van subsidies, toelagen, vergoedingen of premies die verleend worden overeenkomstig decreten of besluiten of reglementen waarin de toekennings- en cijfervoorwaarden niet duidelijk aangegeven zijn;f. de leningsovereenkomsten en de overeenkomsten tot het verlenen van waarborg. De termijn waarvan sprake in het eerste lid kan op twintig werkdagen gebracht worden op verzoek van de Inspectie van Financiën.

Art. 12.Inzake uitgaven wordt evenwel vrijstelling verleend van het voorafgaandelijk advies van de Inspectie van Financiën voor de voorstellen in verband met : a. de ontwerpen van reglementen of overeenkomsten die bepalingen inhouden waarvan de geraamde geldelijke invloed op de begroting van het Commissariaat-generaal voor Toerisme het bedrag van 62.000 euro niet overschrijft op jaarbasis; b. op de openbare opdrachten voor de ondernemingen van aanneming van werken, leveringen en diensten voor zover de uitgave volgende bedragen niet overschrijdt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De kennisgeving van opdrachten van meer dan 5.500 euro wordt maandelijks medegedeeld aan de Inspectie van Financiën.

Het voorafgaandelijk advies van de Inspectie van Financiën is evenwel vereist na de toewijzing van de opdracht, voor de afrekeningen of de aanhangsels die 10 % van de aanvankelijke opdracht overschrijden (met een minimum van 7.450 euro), waarbij de afrekeningen die betrekking hebben op eenzelfde opdracht, samengevoegd moeten worden, in voorkomend geval.

Wat de ontvangsten betreft, moeten de voorstellen betreffende de tarieven of vergoedingen voor prestaties die niet onder de organisatieregels vallen maar die de vorm aannemen van overeenkomsten van allerlei aard die ontvangsten zouden kunnen voortbrengen voor het Commissariaat-generaal voor Toerisme voor een bedrag lager dan 31.000 euro op jaarbasis niet onderworpen worden aan het voorafgaandelijk advies van de Inspectie van Financiën.

Art. 13.Wanneer de Minister van Toerisme het advies van de Inspectie van Financiën niet kan bijtreden, legt hij het voorstel aan de Regering voor.

Art. 14.In de gevallen die zij verantwoordt, kan de Inspectie van Financiën te allen tijde de toegang vragen tot elke informatie in verband met de ontvangsten of de uitgaven van het Commissariaat-generaal voor Toerisme. Dat recht van onderzoek kan door geen enkele andere instructie beperkt of opgeheven worden.

Art. 15.Het Commissariaat-generaal voor Toerisme legt de Waalse Regering uiterlijk drie maanden na inwerkingtreding van dit besluit het protocol-akkoord voor waarvan sprake in artikel 15, § 3, lid 2, van het decreet,.

Art. 16.Dit besluit, titel II en de artikelen 52, 53, 54, 55, 1°, 55, 3°, en 67 van het decreet, treden in werking op 1 juli 2008.

Art. 17.De Minister is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 19 juni 2008.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN

^