Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 16 oktober 2003
gepubliceerd op 24 december 2003

Besluit van de Waalse Regering betreffende het technisch reglement voor het beheer van het lokale net voor elektriciteitstransmissie in het Waalse Gewest en de toegang ertoe

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2003027779
pub.
24/12/2003
prom.
16/10/2003
ELI
eli/besluit/2003/10/16/2003027779/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 OKTOBER 2003. - Besluit van de Waalse Regering betreffende het technisch reglement voor het beheer van het lokale net voor elektriciteitstransmissie in het Waalse Gewest en de toegang ertoe


De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt, inzonderheid op de artikelen 12, 3°, 13, 15, 16, §§1 en 2, en 29, 2;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 22 juli 2003;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 24 juli 2003;

Gelet op de beraadslaging van de Regering over het verzoek om adviesverlening door de Raad van State binnen een termijn van minder dan één maand;

Gelet op de kennisgeving aan de Europese Commissie op 14 augustus 2003, nr. 2003/0302/B-N20E;

Gelet op het advies 35.815/2/V van de Raad van State, gegeven op 25 augustus 2003 overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie;

Na beraadslaging, Besluit : TITEL I. - Algemene bepalingen HOOFDSTUK I - Definities en toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Dit technisch reglement voor het beheer van en de toegang tot het lokale net voor elektriciteitstransmissie in het Waalse Gewest, hierna dit reglement genoemd, wordt vastgesteld krachtens artikel 13 van het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt. § 2. De definities in artikel 2 van het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt gelden voor dit reglement.

Voor de toepassing van dit reglement dient te worden verstaan onder : 1. toegang : het recht om op één of meerdere toegangspunten energie te injecteren of af te nemen;2. belasting : een op het lokale transmissienet aangesloten installatie van een gebruiker van het lokale transmissienet die actief of reactief elektrisch vermogen verbruikt;3. heropbouwcode : operationele code voor de heropbouw van het elektrische systeem na een gehele of gedeeltelijke instorting zoals omschreven in het technische transmissiereglement;4. beschermingscode : operationele code voor de vrijwaring van de veiligheid, de betrouwbaarheid en de doeltreffendheid van het elektrisch systeem onder de uitzonderlijke exploitatievoorwaarden zoals omschreven in het technisch transmissiereglement;5. warmtekrachtkoppeling : gecombineerde productie van elektriciteit en warmte;6. telling : opname via een meetinrichting en per tijdsperiode van de hoeveelheid actieve of reactieve energie die in het net geïnjecteerd of van het net afgenomen wordt;7. toegangscontract : een contract tussen de beheerder van het lokale transmissienet en een persoon, « toegangsgerechtigde » genaamd, gesloten overeenkomstig Titel 4 van dit reglement, houdende meer bepaald de bijzondere voorwaarden in verband met de toegang tot het lokale transmissienet;8. contract voor de coördinatie van de inschakeling van de productie-eenheden : een contract dat gesloten wordt tussen de transmissienetbeheerder en een evenwichtsverantwoordelijke voor één of meerdere injectiepunten dat in het bijzonder de voorwaarden bevat in verband met de coördinatie van de inschakeling van de productie-eenheden;9. aansluitingscontract : een contract dat overeenkomstig Titel 3 van dit reglement gesloten wordt tussen een lokaal transmissienetgebruiker en de beheerder van het lokale transmissienet en dat de wederzijdse rechten, verplichtingen en aansprakelijkheden regelt in verband met een bepaalde aansluiting, evenals de voor de aansluiting van de installaties van een lokaal transmissienetgebruiker relevante technische bepalingen;10. belastingscurve : gemeten reeks gegevens betreffende de afname of de injectie van energie op een toegangspunt per elementaire periode;11. decreet : het decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt;12. toegangsgerechtigde : de partij die een toegangscontract gesloten heeft met de beheerder van het lokale transmissienet;13. meetgegeven : een gegeven dat door meting aan de hand van een meetinrichting verkregen is;14. EAN-GSRN : European Article Number/Global Service Related Number (uniek numeriek veld van 18 posities voor de eenduidige identificatie van een toegangspunt);15. EDIEL : Electronic Data Interchange for the Electric Industry (maakt deel uit van de internationale UN/EDIFACT-standaard voor elektronisch dataverkeer tussen beheerders en gebruikers van elektriciteitsnetten);16. actieve energie : de integraal van het actieve vermogen gedurende een bepaalde tijdsperiode;17. reactieve energie : de integraal van het reactieve vermogen gedurende een bepaalde tijdsperiode;18. meetinrichting : een elektrische uitrusting voor het verrichten van de tellingen en de metingen op een bepaald meetpunt;daarin zijn onder meer inbegrepen de tellers, de meetapparaten, de meettransformatoren, de telecommunicatie-uitrustingen en de overeenstemmende beveiligingen; 19. significante fout : een fout op een meetwaarde groter dan de totale nauwkeurigheid van de meetinrichting die deze meetwaarde bepaalt en die het industrieel proces of de facturatie verbonden met deze meetwaarde nadelig kan beïnvloeden;20. frequentie : het aantal cycli per seconde van de fundamentele component in de spanning, uitgedrukt in Hertz (Hz);21. distributienetbeheerder : de distributienetbeheerder(s) aangewezen overeenkomstig artikel 10 van het decreet;22. lokaal transmissienetbeheerder : de persoon aangewezen overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk II van het decreet;23. transmissienetbeheerder : de persoon aangewezen overeenkomstig artikel 10 van de wet;24. eilandbedrijf : situatie waarbij een productie-eenheid na plotse uitschakeling van het net het elektriciteitssysteem geheel of gedeeltelijk verder kan voeden.In dat geval moeten minstens de ondersteunende diensten van de betrokken productie-eenheid gevoed worden om beschikbaar te zijn voor de heropbouw van het net; 25. injectie : het leveren van vermogen aan het plaatselijk transmissienet;26. installatie van een gebruiker van het lokale transmissienet : een installatie van een gebruiker van het lokale transmissienet dat via een aansluiting elektrisch aangesloten is op het lokale transmissienet zonder er deel van uit te maken;27. installatie die functioneel deel uitmaakt van het lokale transmissienet : een installatie waarop een gebruiker van het lokale transmissienet het eigendoms- of genotsrecht geniet, maar die de functie heeft van een installatie voor het lokale transmissienet, waarbij laatstgenoemd begrip nauwkeurig omschreven wordt in het aansluitingscontract of de daarbij gevoegde overeenkomst;28. koppelpunt : het elektrisch contact tussen twee netten;29. railstel : het driefasig geheel van drie metalen rails of geleiders die voor elk der drie fasen afzonderlijk een gemeenschappelijk spanningspunt vormen en waarop de verschillende installaties (instrumenten, lijnen, kabels) aangesloten zijn teneinde onderling verbonden te worden;30. D-dag : een kalenderdag;31. D-1-dag : de kalenderdag vóór de D-dag;32. werkdag : elke dag van de week, de zaterdag, de zondag en de wettelijke feestdagen uitgezonderd;33. wet : de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt;34. meting : de opname aan de hand van een meetinrichting van een fysieke grootheid op een bepaald tijdstip;35. actieve verliezen : het verbruik van actief vermogen door het lokale transmissienet zelf, veroorzaakt door het gebruik ervan;36. aanpassingsplan : het plan dat de transformaties gebonden aan de structuur van het lokale transmissienet in het vooruitzicht stelt, opgesteld overeenkomstig artikel 15 van het decreet;37. afschakelplan : het plan dat het voorwerp uitmaakt van een federaal ministerieel besluit en waarin de onderbrekingen, de verminderingen en de prioriteiten aangegeven worden die de transmissienetbeheerder dient op te leggen wanneer het net in gevaar is;38. toegangspunt : een afname- of injectiepunt;39. meetpunt : de fysieke plaats en het spanningsniveau van het punt waar de meetinrichting met een punt van het elektrisch systeem verbonden is;40. afnamepunt : de fysieke plaats en het spanningsniveau van het punt waar vermogen vanuit het net wordt afgenomen;41. aansluitingspunt : de fysieke plaats en het spanningsniveau van het punt waar de aansluiting is verbonden met het distributienet en waar aangesloten of afgeschakeld kan worden;42. injectiepunt : de fysieke plaats en het spanningsniveau van het punt waar vermogen in het net geïnjecteerd kan worden;43. koppelpunt : de fysieke plaats en het spanningsniveau waar elektrisch contact bestaat tussen twee netten;44. interfacepunt : de fysieke plaats en het spanningsniveau van het punt waar de installaties van een netgebruiker verbonden zijn met de aansluiting.Dit punt bevindt zich op de site van de netgebruiker en in ieder geval na het eerste aansluitingsveld vanaf het net aan de zijde van de gebruiker; 45. afname : het afnemen van vermogen vanuit het lokale transmissienet;46. toegangsprogramma : de voor de dag D per tijdsperiodes aangegeven grootheden van het voorziene vermogen dat op een gegeven toegangspunt afgenomen of geïnjecteerd wordt;47. actief vermogen : het gedeelte van het elektrisch vermogen dat kan worden omgezet naar andere vormen van vermogen zoals mechanisch of thermisch. Voor een driefasig systeem is diens waarde gelijk aan V3.U.I.cos phi waarbij U en I de effectieve waarden van de fundamentele componenten van de samengestelde spanning (tussen fasen) en van de stroom zijn en waarbij phi het faseverschil tussen de fundamentele componenten van die spanning en van die stroom zijn; het actieve vermogen wordt in Watt en veelvouden ervan uitgedrukt. In het geval waarin de eenvoudige spanning (tussen fase en neutraal) gebruikt wordt, wordt de formule 3.U.I.cos phi; 48. schijnbaar vermogen : voor een driefasig systeem, de hoeveelheid gelijk aan V3.U.I., waarbij U en I de effectieve waarden van de fundamentele componenten van de samengestelde spanning en van de stroom zijn. In het geval waarin de eenvoudige spanning gebruikt wordt, wordt de formule 3.U.I.; het schijnbaar vermogen wordt in VA en veelvouden ervan uitgedrukt; 49. aansluitingsvermogen : het maximaal vermogen, bepaald in het aansluitingscontract en uitgedrukt in voltampère (VA) of veelvouden ervan, waarover de gebruiker van het lokale transmissienet kan beschikken door zijn aansluiting;50. kwartiervermogen : het gemiddeld afgenomen of geïnjecteerd vermogen over een periode van een kwartier, uitgedrukt in Watts (W) in geval van actief vermogen, in vars (Var) in geval van reactief vermogen, en in voltampère (VA) in geval van schijnbaar vermogen, of in veelvouden ervan; 51. reactief vermogen : voor een driefasig systeem, de hoeveelheid gelijk aan V3.U.I.sin phi, waarbij U en I de effectieve waarden zijn van de fundamentale componenten van de samengestelde spanning en van de stroom en waarbij phi het faseverschil tussen de fundamentele componenten van die spanning en die stroom vertegenwoordigen; het reactief vermogen wordt uitgedrukt in Var of in één van de veelvouden ervan. In het geval waarin eenvoudige spanning gebruikt wordt, wordt de formule 3.U.I.sin phi; 52. ondergeschreven vermogen : het maximale actieve injectie- of afnamekwartiervermogen, bepaald in een toegangscontract en met betrekking tot een toegangspunt en een gegeven periode;53. kwaliteit van de elektriciteit : het geheel van de karakteristieken van elektriciteit die een invloed kunnen hebben op het lokale transmissienet, de aansluitingen en de installaties van een gebruiker van het lokale transmissienet, en met inbegrip van meer bepaald de continuïteit van de spanning en de elektrische kenmerken van die spanning, namelijk frequentie, amplitude, golfvorm en symmetrie;54. aansluiting : het geheel van aansluitingen dat nodig is om de installaties van de gebruiker van het lokale transmissienet met het lokale transmissienet te verbinden, inclusief het eerste aansluitingsveld en in het algemeen de meetinrichtingen;55. toegangsregister : het register dat door de beheerder van het lokale transmissienet bijgehouden wordt en waarin meer bepaald per toegangspunt de evenwichtsverantwoordelijke(n) en de leverancier(s) aangegeven worden 56.tellingenregister : het register dat door de beheerder van het lokale transmissienet bijgehouden wordt overeenkomstig artikel 195 van dit reglement; 57. register van de toegangsverantwoordelijken : het register dat door de beheerder van het transmissienet bijgehouden wordt overeenkomstig het technisch transmissiesreglement;58. technisch distributiereglement : het technisch reglement voor het beheer van de elektriciteitsdistributienetten in het Waalse Gewest en de toegang ertoe, bepaald in artikel 13 van het decreet;59. technisch transmissiereglement : het koninklijk besluit van 19 december 2002 houdende een technisch reglement voor het beheer van het transmissienet van elektriciteit en de toegang ertoe;60. transmissienet : het geheel der installaties die dienen tot de transmissie van de elektriciteit met een spanning hoger dan 70 kV, opgesteld op het Belgisch grondgebied, zoals bepaald in artikel 2, 7°, van de wet;61. evenwichtsverantwoordelijke : een natuurlijke of rechtspersoon die verantwoordelijk is voor het evenwicht, op kwartierbasis, van een geheel van injecties of afnames binnen de Belgische regelzone, en die hiertoe geregistreerd is in het register van de toegangsverantwoordelijken;62. AREI : het algemeen reglement op de elektrische installaties, goedgekeurd bij het koninklijk besluit van 10 maart 1981waarbij het Algemeen Reglement op de elektrische installaties voor de huishoudelijke installaties en sommige lijnen van transport en verdeling van elektrische energie bindend wordt verklaard;63. ARAB : het algemeen reglement op de arbeidsbescherming, goedgekeurd bij de besluiten van Regent van 11 februari 1946 en 27 september 1947;64. ondersteunende diensten : betreffende het lokale transmissienet, alle volgende diensten : a) de primaire regeling van de frequentie;b) de secundaire regeling van het evenwicht in de Belgische regelzone;c) de black-startdienst;d) de compensatie van het kwartieronevenwicht;e) de tertiaire reserve;f) de regeling van de spanning en van het reactieve vermogen;g) het congestiebeheer;65. meervoudige incidentsituatie : de incidentsituatie, namelijk de fysieke toestand van het elektrisch systeem die, vertrekkend van een referentietoestand en na het verdwijnen van de overgangsverschijnselen, ontstaat uit het gelijktijdige verlies van minstens twee componenten van het elektrisch systeem, uitgezonderd het gelijktijdige verlies van een eenheid/van een productiegeheel en van een component van het lokale transmissienet;66. meetsysteem : het geheel van de meetinrichtingen bestemd voor de tellingen en metingen op een bepaald meetpunt;67. elektrisch systeem : het geheel van de uitrustingen dat alle gekoppelde netten, alle aansluitingsinstallaties en alle installaties van de netgebruikers aangesloten op deze netten omvat;68. productie-eenheid : een fysieke eenheid die minstens één elektrische generator omvat;69. gedecentraliseerde productie-eenheid : productie-eenheid waarvan de inschakeling niet op gecentraliseerde wijze gecoördineerd is;70. lokale productie-eenheid : productie-eenheid waarvan het injectiepunt identiek is aan het afnamepunt van één of meer belastingen;71. gebruiker van het lokale transmissienet : een eindafnemer of een producent waarvan de installaties aangesloten zijn op het lokale transmissienet. HOOFDSTUK II - Algemene werkingsbeginselen Afdeling 1. - Basisbeginselen

Art. 2.De beheerder van het lokale transmissienet voert de taken en verplichtingen uit die hij dient uit te voeren krachtens het decreet en diens uitvoeringsbepalingen teneinde de lokale elektriciteitstransmissie tussen de verschillende gebruikers van het lokale transmissienet te garanderen en het behoud van de veiligheid, de betrouwbaarheid en de efficiëntie van het net te bewaken, te handhaven dan wel te herstellen.

Daartoe bepaalt de beheerder van het lokale transmissienet vooraf de noodzakelijke en aangepaste middelen voor de zorgvuldige uitvoering van diens opdrachten en zet alle redelijke middelen in om dat doel te bereiken.

Die noodzakelijke en aangepaste middelen zullen voor het eerste bepaald worden op het ogenblik waarop het aanpassingsplan bedoeld in artikel 15 van het decreet voor het eerst wordt vastgesteld. Zij worden dan opnieuw onderzocht en eventueel bijgesteld bij elke opeenvolgende herziening van het aanpassingsplan.

Bij de uitvoering van diens taken zet de beheerder van het lokale transmissienet alle adequate middelen in die de netgebruikers van hem mogen verwachten en die, rekening houdend met de bijzondere toestand, redelijk verkregen kunnen worden.

Art. 3.§ 1. De beheerder van het lokale transmissienet ondersteunt de beheerder van het transmissienet en zorgt voor de coördinatie met laatstgenoemde om het technische beheer van de elektriciteitsstromen op het lokale transmissienet te organiseren en om een permanent evenwicht tussen de vraag naar en het aanbod van elektriciteit te bewaken, te handhaven dan wel te herstellen. Hij ondersteunt eveneens de beheerder van het transmissienet voor de handhaving of het herstel van het globale evenwicht van de regelzone, indien dat in gevaar zou zijn gebracht door het eventuele individuele onevenwicht tussen de verschillende evenwichtsverantwoordelijken. § 2. De beheerder van het lokale transmissienet verzorgt de dienst van aansluiting op het lokale transmissienet en toegang ertoe teneinde de transmissie mogelijk te maken tussen onder meer productie-installaties, distributienetten, uitrustingen van direct aangesloten afnemers en het distributienet. § 3. Hij neemt het beheer van het elektrische systeem waar, met name : a) het commerciële beheer van de contracten in verband met de toegang tot het lokale transmissienet en met de ondersteunende diensten, namelijk het beheer van de toegangsaanvragen, de toegangscontracten en de aankoop, evenals het beheer van de aankoop, de prestatie van de ondersteunende diensten waarbij hij de door de beheerder van het transmissienet gegeven richtlijnen naleeft;b) de deelname voor de lokale aspecten aan de programmering van de energie-uitwisselingen, meer bepaald de voorbereiding van het exploitatieprogramma en de voorbereiding van het programma dat ingeschakeld kan worden ten gevolge van een incident;c) het besturen van het lokale transmissienet en het bewaken van de energie-uitwisselingen, hoofdzakelijk gericht op de exploitatie in reële tijd van het lokale transmissienet, die bestaat uit : - het uitvoeren voor het lokale gedeelte van de exploitatieprogramma's die aanvaard zijn bij de programmering van de energie-uitwisselingen; - het bewaken, handhaven dan wel herstellen van de veiligheid, betrouwbaarheid en efficiëntie van het lokale transmissienet; - het coördineren en het uitvoeren of laten uitvoeren van de schakelingen in het lokale transmissienet die noodzakelijk zijn bij werken aan de installaties; d) het verzamelen door de beheerder van het lokale transmissienet en de behandeling van de nodige metingen en tellingen voor zijn eigen taken, wat het beheer van de uitrustingen en procédés inzake meting en telling omvat, alsook het verwerven, valideren en behandelen van de meet- en telgegevens;e) de controle op de kwaliteit van de bevoorrading en op de stabiliteit van het lokale transmissienet, die bestaat uit : - het verzamelen van gegevens met betrekking tot de kwaliteit van de bevoorrading en de stabiliteit van het lokale transmissienet; - het opvolgen van de kwaliteit van de bevoorrading en de stabiliteit van het lokale transmissienet. § 4. a) De infrastructuren van het lokale transmissienet zijn conform de vigerende wetten, reglementen en normen en meer bepaald conform het AREI. b) Zijn zijn opgevat om de elektrische energie in alle veiligheid naar de verschillende afnamepunten te vervoeren en de verdeling van de energie die naar de injectiepunten wordt gebracht, te verzorgen.De beheerder van het lokale transmissienet past het lokale transmissienet aan de normaal te voorziene stromen aan. Hij waakt over de naleving van de regels van goed vakmanschap inzake veiligheid, en meer bepaald over de veiligheidsafstanden tussen diens installaties en de personen of de goeden van derden; daartoe licht hij, zodra hij kennis heeft van enig risico, de derden in over de voorschriften voortvloeiende uit de vigerende reglementen en normen en meer bepaald het AREI. c) De beschermingssystemen van de uitrustingen van het lokale transmissienet zijn opgevat en geregeld om doeltreffend en selectief de defecten en overbelastingen uit te schakelen.Er wordt in selectieve beschermingen van het tweede niveau voorzien om de niet-werking van de normale beschermingen te verhelpen.

Art. 4.§ 1. De beheerder van het lokale transmissienet waakt, na gezamenlijk overleg met de beheerders van het distributienet en van het transmissienet over de kwaliteit en de betrouwbaarheid van de levering met een aangepast systeem. Dit systeem maakt het mogelijk om ten minste volgende kwaliteitsaanduidingen te bepalen : a) de frequentie van de onderbrekingen;b) de gemiddelde duur van de onderbrekingen;c) de jaarlijkse duur van de onderbrekingen. De beheerder van het lokale transmissienet bepaalt de bijkomende kwaliteitsaspecten die dienen te worden gecontroleerd. § 2. De beheerder van het lokale transmissienet richt jaarlijks vóór 31 maart het verslag bepaald bij artikel 24 van het besluit van de Waalse Regering van 21 maart 2002 betreffende de netbeheerders aan de CWaPE, waarin hij de kwaliteit van zijn prestaties gedurende het afgelopen kalenderjaar omschrijft. In dat verslag worden minstens omschreven : 1° de frequentie en de gemiddelde duur van de onderbrekingen in de toegang tot het lokale transmissienet, evenals de totale jaarlijkse duur van de onderbeking, gedurende het aangegeven kalenderjaar;2° de naleving van de kwaliteitscriteria in verband met de golfvorm van de spanning zoals omschreven in de hoofdstukken 2 en 3 van de NBN EN 50160-norm;3° de kwaliteit van de geleverde prestaties en, in voorkomend geval, de tekortkomingen inzake de verplichtingen voortvloeiend uit dit reglement en de redenen daarvoor. § 3. De CWaPE kan een model van verslag vaststellen.

Art. 5.De operationele regels inzake het beheer van de elektriciteitsstromen waaraan de beheerder van het lokale transmissienet onderworpen is en die hij in werking stelt krachtens dit reglement, vervangen het geheel van toepasselijke regels in voornoemde materie op het moment van de inwerkingtreding van dit reglement, toeziende op het behoud van de veiligheid, de betrouwbaarheid en de efficiëntie van het lokale transmissienet alsook de afwezigheid van discriminatie tussen de netgebruikers te waarborgen.

Art. 6.De algemene voorwaarden van de contracten die krachtens dit reglement gesloten worden, evenals elke wijziging die erin wordt aangebracht, worden onverwijld en in elk geval twee maanden vóór inwerkingtreding aan de CWaPE overgemaakt. De procedures en de formulieren die vastgesteld zijn door de beheerder van het lokale transmissienet, evenals hun wijzigingen, volgen dezelfde procedures.

Art. 7.De taken en verplichtingen van de beheerder van het lokale transmissienet kunnen beïnvloed worden in geval van noodsituaties, zoals bepaald in afdeling IV van deze titel.

Art. 8.De beheerder van het lokale transmissienet onthoudt zich van elke discriminatie tussen gebruikers van het lokale transmissienet, leveranciers, evenwichtsverantwoordelijken, leveranciers van ondersteunende diensten of tussen elk andere persoon die op een of andere manier met het lokale transmissienet verbonden is in het kader van zijn taken en verplichtingen of uitgevoerde diensten.

Art. 9.§ 1. De beheerder van het lokale transmissienet voert de taken en verplichtingen uit met betrekking tot de goederen, uitrustingen of installaties, waarvan hij eigenaar is, of, indien hij er geen eigenaar van is, waarvan hij het genot of een effectieve controle heeft in instemming met de eigenaar, en de goederen, uitrustingen of installaties tot dewelke hij toegang heeft overeenkomstig de bepalingen van dit reglement en de krachtens dit reglement gesloten contracten. § 2. De beheerder van het lokale transmissienet kan bepaalde taken in aanbesteding geven indien ze de veiligheid en de betrouwbaarheid van het net niet rechtstreeks in gevaar brengen. Hij blijft er volledig en rechtstreeks aansprakelijk voor. Afdeling 2. - Inlichtingen

Art. 10.Bij afwezigheid van uitdrukkelijke bepaling daaromtrent, zetten de beheerder van het lokale transmissienet, de gebruikers van het lokale transmissienet, de leveranciers en andere betrokken partijen zich in om zo spoedig mogelijk de noodzakelijke informatie overeenkomstig dit reglement mee te delen.

Art. 11.De mededeling aan derden van vertrouwelijke of commercieel gevoelige informatie, die als dusdanig door de afzender ervan geïdentificeerd wordt, is niet toegelaten, behoudens andersluidende bepaling in dit reglement of behoudens wanneer minstens één der volgende voorwaarden nageleefd wordt : 1° door de beheerder van het lokale transmissienet en/of door de betrokken gebruikers van het lokale transmissienet en/of door de evenwichtsverantwoordelijken en/of door het respectievelijke personeel en/of door de leveranciers indien de mededeling aan derden vereist is in het kader van een gerechtelijke procedure of door de overheid opgelegd wordt;2° in het geval van een voorafgaand schriftelijk akkoord van diegene van wie de vertrouwelijke of commercieel gevoelige informatie uitgaat;3° wat betreft de beheerder van het lokale transmissienet, in overleg met beheerders van andere netten of in het kader van contracten en/of regels met de buitenlandse netbeheerders;4° indien deze informatie gemakkelijk en gewoonlijk toegankelijk of voor het publiek beschikbaar is;5° wanneer de mededeling door de netbeheerder onmisbaar is om technische of veiligheidsredenen.De bestemmeling van deze informatie is ertoe gehouden de vertrouwelijkheid van deze informatie te verzekeren.

Indien de mededeling aan derden verricht wordt op grond van de situaties bedoeld in 2°, 3° en 5° moet de bestemmeling van de informatie onverminderd de geldende wettelijke of regelgevende bepalingen zich ertoe verbinden die informatie dezelfde vertrouwelijkheidsgraad te verlenen als die, welke door de beheerder van het lokale transmissienet verleend wordt.

Art. 12.Wanneer een partij overeenkomstig dit reglement of de krachtens dit besluit gesloten contracten, informatie dient te geven aan een andere partij, neemt zij de nodige maatregelen om de bestemmeling te waarborgen dat haar inhoud behoorlijk is nagekeken. Afdeling 3. - Toegang van de personen tot de installaties

Onderafdeling 1 - Voorschriften in verband met de veiligheid van de personen

Art. 13.De Belgische wets- en regelgevende bepalingen inzake veiligheid van personen en goederen, met inbegrip van de normatieve regels zoals onder meer het « ARAB » en het « AREI », evenals de « NBN EN 20110-1 »- en de « NBN EN 50110-2 »-norm, gelden voor elke persoon die op het lokale transmissienet actief is, met inbegrip van de beheerder van het lokale transmissienet, de gebruiker van het lokale transmissienet en hun respectievelijke personeel.

Onderafdeling 2 - Toegang van de personen tot de installaties die beheerd worden door de beheerder van het lokale transmissienet

Art. 14.§ 1. De toegang tot elk roerend of onroerend goed waarvoor de beheerder van het lokale transmissienet het eigendoms- of genotsrecht heeft, gebeurt te allen tijde overeenkomstig de toegangs- en veiligheidsprocedures van de beheerder van het lokale transmissienet en mits voorafgaandelijke uitdrukkelijke instemming van laatstgenoemde. § 2. De beheerder van het lokale transmissienet heeft het recht om toegang te hebben tot alle installaties waarop hij het eigendoms- of genotsrecht heeft en die zich op de site van de gebruiker van het lokale transmissienet bevinden. De gebruiker van het lokale transmissienet waakt erover dat de beheerder van het lokale transmissienet een permanente toegang heeft of treft alle noodzakelijke maatregelen om hem onmiddellijk en te allen tijde die toegang te verschaffen. § 3. Als de toegang tot een roerend of onroerend goed van de beheerder van het lokale transmissienet ondergeschikt is aan specifieke toegangsprocedures en aan veiligheidsvoorschriften die bij de gebruiker van het lokale transmissienet gelden, dient laatstgenoemde er de beheerder van het lokale transmissienet van vooraf en schriftelijk op de hoogte te stellen. Bij ontstentenis volgt de beheerder van het lokale transmissienet zijn eigen veiligheidsvoorschriften.

Onderafdeling 3 - Toegang van de personen tot de installaties van de gebruiker van het lokale transmissienet of de installaties die functioneel deel uitmaken van het lokale transmissienet

Art. 15.§ 1. Indien de beheerder van het lokale transmissienet van mening is dat bepaalde installaties van de gebruiker van het lokale transmissienet functioneel deel uitmaken van het lokale transmissienet of een niet te verwaarlozen invloed hebben op de werking van het lokale transmissienet, op de aansluiting(en) of op installatie(s) van een of meer andere gebruikers van het lokale transmissienet, maakt hij daar melding van en verantwoordt dat tegenover de gebruiker van het lokale transmissienet en tegenover de CWaPE. Mits gunstig advies van de CWaPE wordt er over een schriftelijke overeenkomst onderhandeld die gesloten wordt tussen de beheerder van het lokale transmissienet en de gebruiker van het lokale transmissienet waarin de lijst vermeld wordt van betrokken installaties, evenals de aansprakelijkheden inzake leiding over, beheer en onderhoud van die installaties.

Die overeenkomst garandeert tegenover de gebruiker van het lokale transmissienet dat alle voorgaande verbintenissen worden nageleefd, met inbegrip van het behoud van de bestaande capaciteit van de aansluiting behoudens schriftelijke instemming van de gebruiker van het lokale transmissienet en mits gepaste vergoeding van laatstgenoemde. Daarin worden eveneens de financiële modaliteiten omschreven voor de overname door de beheerder van het lokale transmissienet van alle kosten die ontstaan uit die wijziging van het statuut van de aansluitingsuitrustingen, met inbegrip van de schadeloosstelling van de eigenaar van de installaties. Die overeenkomst vormt een addendum bij het aansluitingscontract.

Voor de nieuwe aansluitingen wordt die overeenkomst bij het aansluitingscontract gevoegd. § 2. De beheerder van het lokale transmissienet heeft het recht om toegang te hebben tot de installaties van de gebruiker van het lokale transmissienet om er inspecties of, in aanwezigheid van een vertegenwoordiger van de gebruiker die niet mag weigeren, tests te ondernemen of te organiseren met het oog op de controle op de naleving van dit technisch reglement. Bovendien dient de beheerder van het lokale transmissienet, als die installaties functioneel deel uitmaken van het lokale transmissienet, er toegang toe hebben om de interventies zoals bepaald bij de overeenkomst bedoeld in § 1 te verrichten. De gebruiker van het lokale transmissienet waakt erover de beheerder van het lokale transmissienet een permanente toegang te verschaffen of treft de maatregelen om die toegang onmiddellijk en te allen tijde te verschaffen. § 3. In de omstandigheden bedoeld in § 2 is de beheerder van het lokale transmissienet ertoe verplicht de voorschriften na te leven in verband met de veiligheid van de personen en de goederen die voor de gebruiker van het lokale transmissienet gelden. Daartoe en vóór uitvoering van bedoelde inspecties of tests is de gebruiker van het lokale transmissienet ertoe verplicht de beheerder van lokale transmissienet in te lichten over de geldende voorschriften en er hem afschrift van te verstrekken. § 4. Bij gebreke van de informatie bedoeld in § 3 past de beheerder van het lokale transmissienet, indien hij een inspectie of tests verricht op de installaties van een gebruiker van het lokale transmissienet, zijn eigen regels toe inzake de veiligheid van personen en goederen. § 5. Wanneer de veiligheid of de technische betrouwbaarheid van het lokale transmissienet het vereisen, heeft de beheerder van het lokale transmissienet het recht om de gebruiker van het lokale transmissienet in gebreke te stellen om binnen de termijn zoals vastgelegd in de schriftelijke kennisgeving van ingebrekestelling, de noodzakelijke aanpassingen te verrichten zoals aangegeven in de ingebrekestelling.

Indien die werkzaamheden niet binnen de termijn zoals vastgelegd in de ingebrekestelling niet uitgevoerd worden door de gebruiker van het lokale transmissienet of in geval van uiterste spoedeisendheid, heeft de beheerder van het lokale transmissienet het recht om de strikt noodzakelijke werken uit te voeren voor de veiligheid en de betrouwbaarheid van het lokale transmissienet. De kosten voor de in dit artikel omschreven werken zijn ten laste van de beheerder van het lokale transmissienet, behalve indien hij bewijst dat ze toe te schrijven zijn aan tekortkomingen vanwege de gebruiker.

In voorkomend geval gelden de §§ 2 tot en met 4 van dit artikel. Afdeling 4. - Noodsituaties en overmacht

Onderafdeling 1 - Definitie van de begrippen noodsituatie en overmacht

Art. 16.§ 1. In dit reglement worden als noodsituaties beschouwd : a) de situaties die uit overmacht voortvloeien en waarin uitzonderlijke en tijdelijke maatregelen getroffen dienen te worden om het hoofd te bieden aan de gevolgen van de overmacht om de veilige en betrouwbare werking van het lokale transmissienet te handhaven of te herstellen, gedurende de tijd die strikt noodzakelijk is om het lokale transmissienet opnieuw in overeenstemming te brengen met de ongeschonden gebleven installatie : b) de situaties die voortvloeien uit een gebeurtenis die, hoewel hij niet als overmacht verstaan kan worden volgens de huidige stand van rechtspraak en rechtsleer, volgens de evaluatie door de beheerder van het lokale transmissienet of de gebruiker van het lokale transmissienet een dringende en georiënteerde interventie van de beheerder van het lokale transmissienet vereist om de veilige en betrouwbare werking van het lokale transmissienet te handhaven of te herstellen of om andere schade te voorkomen.De beheerder van het lokale transmissienet verantwoordt die interventie achteraf bij de betrokken gebruikers en de CWaPE. § 2. Volgende situaties worden, voor zover ze onvermijdelijk en onvoorspelbaar zijn, worden als gevallen van overmacht beschouwd voor de beheerder van het lokale transmissienet ten einde van dit reglement : 1° de natuurramp voortvloeiende uit aardbevingen, overstromingen, stormen, windhozen of andere uitzonderlijke klimaatomstandigheden;2° een kern- of chemische ontploffing en de gevolgen ervan;3° de plotse onbeschikbaarheid van de installaties om andere redenen dan de ouderdom, het gebrekkige onderhoud of de kwalificatie van de operatoren;met inbegrip van een instorting van het informaticasysteem al dan niet veroorzaakt door een virus, terwijl alle preventiemaatregelen waren getroffen rekening houdend met de techniek; 4° de technische, tijdelijke of permanente onmogelijkheid voor het lokale transmissienet om elektriciteit te vervoeren wegens storingen binnen de regelzone veroorzaakt door elektriciteitsstromen die voortvloeien uit energie-uitwisselingen in een andere regelzone of tussen twee of meerdere regelzones en waarvan de identiteit van de marktdeelnemers die betrokken zijn bij die energie-uitwisselingen niet gekend is door de beheerder van het lokale transmissienet en die redelijkerwijs niet gekend kan zijn;5° de onmogelijkheid om op het lokale transmissienet of op de installaties die er functioneel deel van uitmaken, actief te zijn wegens een collectief conflict en die aanleiding geeft tot een eenzijdige maatregel van de werknemers (of van een groep werknemers) of elk ander sociaal conflict;6° de brand, de ontploffing, de sabotage, de terreurdaad, de akte van vandalisme, de schade veroorzaakt door misdaden, de dwang van criminele aard en de bedreigingen van dezelfde aard;7° de al dan niet verklaarde oorlog, de oorlogsdreiging, de invasie, het gewapend conflict, het embargo, de omwenteling, de opstand;8° de maatregel van hogerhand waaronder meer bepaald de situaties waarin de bevoegde overheid de spoedeisendheid inroept en uitzonderlijke en tijdelijke maatregelen oplegt aan de beheerders van het lokale transmissienet of aan de gebruikers van het lokale transmissienet om de veilige en betrouwbare werking van het lokale transmissienet te handhaven of te herstellen. Onderafdeling 2 - Interventie van de beheerder van het lokale transmissienet

Art. 17.§ 1. De beheerder van het lokale transmissienet is gemachtigd om alle acties te verrichten die hij noodzakelijk acht om de gevolgen van een noodsituatie waaraan hij of zijn net het hoofd moet bieden en of die ingeroepen wordt door een gebruiker van het lokale transmissienet, een leverancier, een toegangsgerechtigde, een evenwichtsverantwoordelijke, een andere netbeheerder of elke andere persoon op de veiligheid, de betrouwbaarheid of de doeltreffendheid van het lokale transmissienet te verhelpen. De wijze waarop hij die acties doorvoert worden aangegeven in de algemene voorwaarden van de contracten die hij krachtens dit reglement of in overeenstemming ermee sluit.

De beheerder van het lokale transmissienet neemt alle preventieve acties die noodzakelijk zijn om de schadelijke gevolgen van de aangekondigde of onvoorspelbare uitzonderlijke gebeurtenissen te beperken. § 2. De acties die de beheerder van het lokale transmissienet neemt in het kader van § 1 verbinden alle betrokken personen. § 3. De §§ 1 en 2 gelden eveneens indien de noodsituatie zich nog niet heeft voorgedaan en de beheerder van het lokale transmissienet van mening is dat hij zich redelijkerwijs zou kunnen voordoen. § 4. Indien de noodsituatie en de meervoudige incidentsituaties bedoeld in artikel 181 eveneens betrekking hebben op het transmissienet, hebben de bepalingen van het technisch transmissiereglement voorrang op die van dit reglement.

Onderafdeling 3 - Opschorting van de verplichtingen

Art. 18.§ 1. De uitvoering van de verplichtingen waarvoor de noodsituatie wordt ingeroepen en de verplichtingen die aanleiding geven tot een interventie van de beheerder van het lokaal transmissienet krachtens artikel 17, wordt tijdelijk opgeschort voor de duur van het beheer van de gebeurtenis die aanleiding geeft tot die noodsituatie. § 2. De verplichtingen met financieel karakter die zijn aangegaan vóór de noodsituatie dienen te worden nageleefd.

Art. 19.§ 1. De beheerder van het lokale transmissienet, de gebruiker van dat net, de toegangsgerechtigde, de leverancier, de evenwichtsverantwoordelijke, een andere netbeheerder of elke andere belanghebbende persoon die de noodsituatie ingeroepen heeft die aanleiding geeft tot een interventie van de beheerder van het lokale transmissienet (waarbij die persoon in het kader van dit artikel « in gebreke blijvende partij » genoemd wordt) stelt niettemin alles in het werk om : 1° om de gevolgen van de niet-uitvoering van zijn verplichtingen zo miniem mogelijk te houden;2° om zijn verplichtingen onverwijld uit te voeren. § 2. De in gebreke blijvende partij deelt zo spoedig mogelijk en via elk beschikbaar middel aan zijn mede-ondertekenende partij en, in voorkomend geval, aan iedere betrokken persoon, de redenen mee waarom hij zijn verplichtingen niet of slechts gedeeltelijk kan nakomen, evenals de redelijkerwijs voorspelbare duur van de niet-uitvoering ervan. Afdeling 5. - Formaliteiten

Onderafdeling 1 - Kennisgevingen, mededelingen en termijnen

Art. 20.§ 1. Elke kennisgeving of mededeling ter uitvoering van dit reglement dient schriftelijk te geschieden overeenkomstig de vormen en voorwaarden bepaald bij artikel 2281 van het Burgerlijk Wetboek. § 2. De kennisgeving of mededeling is vervuld onmiddellijk na ontvangst ervan in de vormen bedoeld in de eerste paragraaf. § 3. In geval van spoedeisendheid kunnen inlichtingen enkel mondeling uitgewisseld worden. In alle gevallen dienen dergelijke inlichtingen zo spoedig mogelijk bevestigd te worden overeenkomstig § 1 van dit artikel.

Art. 21.§ 1. In afwijking van artikel 20 worden de commerciële en technische inlichtingen die tussen de verschillende betrokken partijen uitgewisseld worden, op elektronische wijze medegedeeld (waardoor de validering van een zending door uitgave van een ontvangstbewijs mogelijk wordt) volgens een communicatieprotocol conform de EDIEL-standaard en aangegeven in een Message Implementation Guide (MIG). Deze MIG wordt na onderlinge overeenstemming overeengekomen tussen alle netbeheerders, die de CWaPE erover inlichten. Bij gebreke van overeenstemming kan de CWaPE een MIG opleggen. § 2. Het protocol bedoeld in § 1 geldt niet verplicht voor de informatie-uitwisselingen tussen : - de beheerder van het lokale transmissienet en de beheerder van het transmissienet; - de beheerder van het lokale transmissienet en een eindafnemer, als laatstgenoemde een ander protocol verkiest en daarover een overeenkomst heeft bereikt met de beheerder van het lokale transmissienet in diens toegangscontract, of in een addendum daarbij; - tussen de beheerder van het lokale transmissienet en een distributienetbeheerder als er uitdrukkelijk onderlinge overeenstemming is bereikt over een ander protocol, met mededeling aan de CWaPE.

Art. 22.De neerleggingen, mededelingen of kennisgevingen bedoeld in de artikelen 20 en 21 worden geldig verricht op het laatst daartoe door de geadresseerde opgegeven adres.

Art. 23.De termijnen vermeld in dit reglement lopen van middernacht tot middernacht. Zij lopen vanaf de werkdag volgend op de ontvangst van de kennisgeving. Bij gebreke van kennisgeving gaan de termijnen in op de werkdag volgend op de dag waarop van de handeling of van de gebeurtenis die er aanleiding toe is kennis wordt genomen.

Art. 24.In de termijnen is de vervaldag inbegrepen.

Onderafdeling 2 - Houden van de registers en bekendmaking

Art. 25.§ 1. De beheerder van het lokale transmissienet bepaalt de informatiedrager die hij gebruikt voor het houden van de registers bepaald bij dit reglement en licht de CWaPE daarover in. § 2. Als de registers op een elektronische informatiedrager bijgehouden worden, treft de beheerder van het lokale transmissienet alle nodige maatregelen om minstens één niet gewijzigde copie op een identieke informatiedrager veilig te bewaren. § 3. De beheerder van het lokale transmissienet verzorgt de bekendmaking van de registers bepaald bij dit reglement volgens de gebruikelijke modaliteiten en de ter zake geldende wetgeving.

Art. 26.§ 1. De beheerder van het lokale transmissienet is ertoe verplicht aan elke belanghebbende persoon die er schriftelijk om verzoekt, een afschrift over te maken van het model van de algemene voorwaarden, typecontracten en formulieren bepaald krachtens dit reglement. § 2. Onverminderd de niet-bekendmaking van de vertrouwelijke of commercieel gevoelige gegevens en inlichtingen waar hij krachtens dit reglement kennis van heeft, waakt de beheerder van het lokale transmissienet erover de voor de marktdeelnemers redelijkerwijs noodzakelijke inlichtingen, waaronder de algemene voorwaarden, tarieven, formulieren en procedures, op een via internet toegankelijke server bekend te maken.

TITEL II. - Planificatiegegevens van het lokale transmissienet HOOFDSTUK I - Gegevens met het oog op de vaststelling van een aanpassingsplan

Art. 27.In het kader van de operationele regels voor het technisch beheer van de elektriciteitsstromen komt de beheerder van het lokale transmissienet de praktische overlegmodaliteiten met de CWaPE overeen met het oog op de vaststelling van een plan voor de aanpassing van zijn net op grond van de inlichtingen zoals omschreven in deze Titel.

Het plan voor de aanpassing van het lokale transmissienet wordt vastgesteld naast het ontwikkelingsplan bepaald bij artikel 13 van de wet.

Art. 28.§ 1. De vaststelling van een plan voor de aanpassing van het lokale transmissienet met het oog op de verbetering van het beheer van de elektriciteitsstromen die het net doorlopen en op het verhelpen van de problemen die de veiligheid en de continuïteit van de levering van elektrische energie bedreigen, bestaat uit de volgende fasen : - een gedetailleerde raming van de behoeften inzake capaciteit van de lokale transmissie; - de analyse van de middelen die nodig zijn om aan die behoeften te voldoen; - de vergelijking van de noodzakelijke middelen met de bestaande middelen; - de opsomming van de werken en investeringen die noodzakelijk zijn om het lokale transmissienet aan te passen met het oog op het verhelpen van de ontdekte problemen; - de vaststelling van een verwezenlijkingsplanning. § 2. Daartoe worden volgende acties ondernomen : 1° de beheerder van het lokale transmissienet maakt tegen 15 oktober de inlichtingen bedoeld in § 1 aan de CWaPE over (of verantwoordt dat het laatst door de Waalse Regering goedgekeurde plan geen enkele aanpassing behoeft);2° de beheerder van het lokale transmissienet komt met de CWaPE een datum overeen voor de overlegging van zijn plan tijdens de maand november;3° de CWaPE behandelt vervolgens het plan en kan de beheerder van het lokale transmissienet erom verzoeken hem de inlichtingen en verantwoordingen te verstrekken die hij nodig acht.De CWaPE licht hem over zijn advies in, uiterlijk eind december; 4° de beheerder van het lokale transmissienet past zijn plan eventueel aan en maakt tegen eind januari de uiteindelijke versie aan de CWaPE over in twee exemplaren;5° de CWaPE maakt onverwijld één van de exemplaren, samen met diens eventuele commentaar, aan de minister over;6° na goedkeuring door de Waalse Regering wordt het plan in werking gesteld. HOOFDSTUK II - Planificatiegegevens en wijze van overmaking Afdeling 1. - Basisbeginselen

Art. 29.§ 1. De gebruiker van het lokale transmissienet maakt aan de beheerder van dat net de planificatiegegevens over overeenkomstig dit Hoofdstuk. § 2. De mededeling van de planificatiegegevens aan de beheerder van het lokale transmissienet wordt onder de vorm bepaald bij Titel VII van dit reglement verricht. Afdeling 2. - Jaarlijkse kennisgevingsverplichting aangaande de

planificatiegegevens

Art. 30.De gebruiker van het lokale transmissienet maakt aan de beheerder van dat net de beschikbare planificatiegegevens over met betrekking tot de zeven jaar volgend op het lopende jaar.

Art. 31.De kalender voor de kennisgeving van de gegevens bedoeld bij dit Hoofdstuk is dezelfde als de kalender voor de ontwikkeling van het transmissienet.

Art. 32.De mede te delen planificatiegegevens houden de gegevens bedoeld in Titel VII van dit reglement in.

Art. 33.De gebruiker van het lokale transmissienet kan, in voorkomend geval, de beheerder ervan alle andere nuttige informatie mededelen die niet vermeld is in de planificatiegegevens bedoeld in Titel VII van dit reglement.

Art. 34.§ 1. De beheerder van het lokale transmissienet kan middels motivering van de gebruiker van het lokale transmissienet of van elke andere betrokken partij aanvullende gegevens krijgen die niet vermeld zijn in Titel VII van dit reglement en diens bijlage 3 en die hij nodig acht voor het nakomen van zijn verplichtingen en motiveert zijn verzoek. § 2. Na raadpleging van de gebruiker van het lokale transmissienet deelt de beheerder van het lokale transmissienet de redelijke termijn mee waarin die bijkomende gegevens hem door de gebruiker van het lokale transmissienet medegedeeld zullen worden.

Art. 35.§ 1. Indien de mededeling van de planificatiegegevens onvolledig, onnauwkeurig, foutief of duidelijk onredelijk is, maakt de gebruiker van het betrokken net op verzoek van de beheerder van het lokale transmissienet elke correctie of elk aanvullend verzocht gegeven over. § 2. Na raadpleging van de gebruiker van het lokale transmissienet deelt de beheerder van het lokale transmissienet de redelijke termijn mee waarin die gegevens door de gebruiker van het lokale transmissienet hem medegedeeld zullen worden.

Art. 36.De gebruiker van het lokale transmissienet die niet in staat is om de verzochte gegevens mede te delen overeenkomstig de artikelen 31 en 34 licht de beheerder van het lokale tranmissienet daarover in en motiveert de redenen voor die onvolledige mededeling.

Art. 37.In de jaarlijkse mededeling van de planificatiegegevens wordt van hun respectievelijke inwerkingtredingsdatum melding gemaakt. Afdeling 3. - Verplichting tot mededeling van de planificatiegegevens

in geval van ingebruikname of buitengebruikstelling van een productie-eenheid

Art. 38.De gebruiker van het lokale transmissienet die een productie-eenheid die is aangesloten op het lokale transmissienet in gebruik wil nemen of buiten gebruik wil stellen, deelt de beheerder van het lokale transmissienet uiterlijk twaalf maanden vóór daadwerkelijke verwezenlijking van die ingebruikname of buitengebruikstelling de planificatiegegevens mee zoals gespecifieerd in artikel 243.

Art. 39.De mededeling van de gegevens bedoeld in artikel 38 loopt niet vooruit noch op de instemming, noch op de weigering van de beheerder van het lokale transmissienet, noch op de beslissing van de gebruiker van het lokale transmissienet wat zijn bedoeling waarvan sprake in artikel 38 betreft.

Art. 40.De mededeling van de planificatiegegevens in geval van ingebruikname, buitengebruikstelling of wijziging geeft de respectievelijke inwerkingsdatum aan.

TITEL III. - Aansluiting op het lokale transmissienet HOOFDSTUK I - Technische aansluitingsvoorschriften Afdeling 1. - Algemene bepalingen

Art. 41.Titel III geldt : 1° voor alle aansluitingsinstallaties en voor de meetsystemen voor het gedeelte dat niet in titel V gedekt zou worden;2° voor alle installaties van de gebruiker van het lokale transmissienet die de veiligheid, de betrouwbaarheid of de doeltreffendheid van het lokale transmissienet of van de installaties van een andere gebruiker van het lokale transmissienet of de kwaliteit van de spanning zou kunnen beïnvloeden;3° voor de installaties die door een rechstreekse lijn aangesloten zijn en voor de installaties die deel uitmaken van een rechtstreekse lijn;4° voor alle koppelingen met de andere netten.

Art. 42.De aansluiting wordt via de aansluitingspunten op het lokale transmissienet gekoppeld. De aansluiting wordt door de de beheerder van het lokale transmissienet verricht.

Art. 43.§ 1. De aansluitingen worden beheerd door de beheerder van het lokale transmissienet overeenkomstig artikel 9 van dit reglement. § 2. Onverminderd voor de beheerder van het lokale transmissienet om elke aansluitingsinstallatie of aansluiting te mogen verrichten krachtens zijn aanwijzing als beheerder van het lokale transmissienet overeenkomstig het decreet, wordt elke aanvraag voor een nieuwe aansluiting of voor een nieuwe aansluitingsinstallatie bij de beheerder van het lokale transmissienet ingediend door elke kandidaat-gebruiker van het lokale transmissienet die een document als bewijsstuk kan voorleggen waaruit blijkt dat hij in eigendom of in genot over alle rechten beschikt of zal beschikken met betrekking tot het beheer, het gebruik, de versterking of de afstand van die installaties. § 3. Indien aansluitingsinstallaties eigendom zijn van de gebruiker van het lokale transmissienet, is laatstgenoemde ertoe verplicht alle bepalingen van dit reglement en van de krachtens dit regelement gesloten contracten met betrekking tot diens aansluitingsinstallatie na te leven en te doen naleven. § 4. In afwijking van de §§ 1 tot en met 3 en enkel als de overeenkomst bedoeld in artikel 15, § 1, daar uitdrukkelijk in voorziet, is de beheerder van het lokale transmissienet, of een door hem gemachtigd persoon als enige bevoegd om een interventie of een schakeling op een installatie te verrichten die functioneel deel uitmaakt van het lokale transmissienet. De kosten voor bedoelde interventies en schakelingen worden overgenomen door de gebruiker van het lokale transmissienet indien zij op diens verzoek worden verricht en indien zij hun oorsprong vinden in zijn eigen installaties.

Art. 44.De procedures voor de exploitatie en het onderhoud van de installaties van de gebruiker van het lokale transmissienet die functioneel deel uitmaken van het lokale transmissienet of van invloed zijn op de veiligheid, de betrouwbaarheid en de doeltreffendheid van het lokale transmissienet of op installaties van de andere gebruikers van het lokale transmissienet worden bepaald naar gelang van de overeenkomst bedoeld in artikel 15, § 1. Afdeling 2. - Voorschriften geldend voor elke aansluiting

Onderafdeling 1 - Normen

Art. 45.§ 1. De aansluitingsinstallaties en de installaties van de gebruikers van het lokale transmissienet zijn conform de normen en reglementen geldend voor elektrische installaties. § 2. De beheerder van het lokale transmissienet en de gebruiker van betrokken net komen in het aansluitingscontract op transparente en niet-discriminerende wijze overeen over de normen, de technische verslagen en de andere geldende referentieregels.

Art. 46.§ 1. Het toegelaten niveau van de storingen die op het lokale transmissienet ontstaan door toedoen van de aansluitingsinstallaties en van de installaties van de gebruikers van het lokale transmissienet wordt bepaald door de algemeen geldende normen in de sectoren die op Europees niveau vergelijkbaar zijn en meer bepaald de technische verslagen CEI 61000-3-6 en CEI 61000-3-7. § 2. De gebruiker van het lokale transmissienet zet alle adequate middelen in om te voorkomen dat de installaties die hij beheert op het lokale transmissienet storingsverschijnselen veroorzaken die de grenzen bedoeld in § 1 en, in voorkomend geval, in het aansluitingscontract overschrijden.

Art. 47.De beheerder van het lokale transmissienet verstrekt de gebruiker een spanning op het aansluitingspunt die minstens voldoet aan de norm EN 50160. De norm EN 50160 geldt als referentie voor alle andere spanningsniveaus bedoeld in dit reglement.

Art. 48.De wijzigingen in een norm bedoeld bij deze Afdeling gelden voor de aansluitingsinstallaties en voor de bestaande installaties van de gebruikers van het lokale transmissienet voor zover de norm of een wettelijke verplichting daarin voorziet en geen aanpassing vereisen in de krachtens dit reglement gesloten contracten.

Onderafdeling 2. - Algemene technische voorschriften voor de aansluiting van de installaties van de gebruiker

Art. 49.De verplichte algemene technische minimumkenmerken van een aansluitingsinstallatie en van een installatie van een gebruiker van het lokale transmissienet zijn vermeld in bijlage 1 van dit reglement.

Art. 50.§ 1. De aansluitingsvelden van de aansluitingsinstallaties zijn uitgerust met beveiligingen, teneinde selectief een fout uit te schakelen binnen een maximum toegelaten tijdsinterval (waarin begrepen de tijd voor de werking van de vermogenschakelaar en het doven van de boog) zoals vermeld in bijlage 2 van dit reglement. § 2. De beveiligingen bedoeld in § 1 worden door de beheerder van het lokale transmissienet gepreciseerd in het aansluitingscontract. In dat contract wordt aangegeven of de beveiligingen als beveiligingen van het tweede niveau kunnen dienen voor de gebruiker van het lokale transmissienet.

Art. 51.§ 1. De beheerder van het lokale transmissienet en de gebruiker van het betrokken net bepalen in het aansluitingscontract voor wat betreft de aspecten die niet geregeld worden in dit reglement, de technische minimumeisen en regelparameters die tot uitvoering moeten gebracht worden met betrekking tot de aansluiting op het net, waarvan onder meer : 1° het eendraadsschema met inbegrip van het eerste aansluitingsveld vanaf het lokale transmissienet, de structuur van de post waarvan dit veld deel uitmaakt en de railstellen van deze post;2° de technisch-functionele minimumkenmerken van de aansluitingsinstallaties.Die vereisten houden onder meer rekening met de plaatselijke bijzondere kenmerken van het net. § 2. De beheerder van het lokale transmissienet en de gebruiker van het betrokken net bepalen, op niet discriminerende en transparante wijze in het aansluitingscontract en op het eendraadsschema, onder meer : 1° het aansluitingspunt;2° het punt van interface tussen de aansluiting en de installaties van de gebruiker van het net;3° het injectie- en/of afnamepunt;4° het meetpunt. § 3. De technische minimumeisen, de regelparameters en andere bepalingen bedoeld in §§ 1 en 2 worden opgenomen in het aansluitingscontract bedoeld in artikel 112. § 4. Elektrische installaties die door afzonderlijke aansluitingen gevoed worden, mogen nooit met elkaar worden verbonden, behoudens voorafgandelijke toelating van de beheerder van het lokale transmissienet of uitdrukkelijke overeenkomst in het aansluitingscontract met duidelijke vermelding van de modaliteiten.

Art. 52.§ 1. De netbeheerder bepaalt de technisch-functionele minimumvereisten die aangewend dienen te worden voor de installaties van de netgebruiker, ten einde de veiligheid, de betrouwbaarheid en de efficiëntie van het net te waarborgen. Deze functionele minimumvereisten hebben betrekking op : 1° de effecten teweeggebracht door de installaties van de gebruiker van het lokale transmissienet ter hoogte van het punt van interface in termen van : a) de maximale eenfasige en driefasige kortsluitvermogens die de installaties van de gebruiker van het lokale transmissienet kunnen injecteren in het lokale transmissienet;b) de maximale foutafschakeltijd door de hoofd- en reservebeveiligingen;c) de nulpuntschakeling van de installaties van de gebruiker van het lokale transmissienet (aarding, aardingsimpedanties, wikkelingschakelschema van de transformatoren);d) de maximaal toegelaten niveaus van storingsemissies geïnjecteerd in het lokale transmissienet door de installaties van de gebruiker van het lokale transmissienet;2° de technische karakteristieken van de installaties van de gebruiker van het lokale transmissienet aangesloten op het spanningsniveau van het punt van interface of, bij ontbreken van dergelijke installaties bijvoorbeeld in geval de installaties van de de gebruiker van het lokale transmissienet beginnen met een spanningstransformatie, de technische karakteristieken van de installaties van de netgebruiker aangesloten op het eerste spanningsniveau rechtstreeks verbonden met het spanningsniveau van het punt van interface via een enkele transformatie, in termen van : a) isolatieniveau;b) nominale kortsluitstroom;c) onderbrekingsvermogen van de vermogenschakelaars;3° in het algemeen elke uitrusting die een niet verwaarloosbare invloed kan hebben op de kwaliteit van de spanning of storingen in het lokale transmissienet kan veroorzaken;4° de telecommunicatiemiddelen te installeren bij de gebruiker van het lokale transmissienet;5° na overleg met de gebruiker van het lokale transmissienet : a) de vergrendelingen en de automatismen te installeren bij de gebruiker van het lokale transmissienet;b) de technische oplossingen en de regelparameters aan te wenden in het kader van de reddingscode en de heropbouwcode. § 2. De technische eisen, regelparameters en andere bepalingen bedoeld in § 1 worden in het aansluitingscontract bedoeld in artikel 112 opgenomen. § 3. De Minister vervolledigt, na voorstel van de beheerder van het lokale transmissienet, de lijst van de technische eisen en de regelparameters bepaald in de eerste paragraaf van dit artikel.

Art. 53.§ 1. De gebruiker van het lokale transmissienet en de beheerder van het lokale transmissienet bepalen de aspecten die niet geregeld worden in dit reglement en die rechtstreeks verbonden zijn met de veiligheid, de betrouwbaarheid en de efficiëntie van het lokale transmissienet : 1° het eendraadsschema van de structuur van het lokale transmissienet, bestaande uit : a) de spanningsniveaus van de installaties van de gebruiker van het lokale transmissienet die het (de) punt(en) van interface bevat(ten);b) alle mogelijke verbindingen tussen de verschillende aansluitingen met inbegrip van de transformatoren evenals de eventuele verbindingen met de productie-installaties;c) de eventuele apparatuur voor het compenseren van reactieve energie;d) voor de transformatoren die verschillende aansluitingen kunnen verbinden, de bepaling van hun wikkelingschakelschema, de nominale spanningen en de eventuele regelstanden;e) alle uitrustingen aangesloten op deze spanningsniveaus die storingen kunnen teweeg brengen;2° de eventuele automatische wederinschakeling van luchtlijnen;3° de exploitatiewijzen (hoofdaansluiting en noodaansluiting). § 2. Indien de toestand van het lokale transmissienet een wijziging ondergaat, kan de beheerder van het lokale transmissienet van de gebruiker van het lokale transmissienet verkrijgen dat laatstgenoemde de nodige aanpassingen verricht aan de beveiligingen in diens installaties om hun selectiviteit te blijven behouden. De kostprijs voor deze aanpassingen wordt door de beheerder van het lokale transmissienet overgenomen.

Art. 54.De gebruiker van het lokale transmissienet deelt uit eigen beweging aan de beheerder van het lokale transmissienet alle informatie mee met betrekking tot zijn installaties die een impact hebben op de kwaliteit, de betrouwbaarheid en de efficiëntie van het elektrisch systeem, waaronder onder meer : 1° de kenmerken van de compensatietoestellen gesitueerd in de installaties van de gebruiker van het lokale transmissienet;2° de aanvoer van kortsluitvermogen vanuit de installaties van de gebruiker van het lokale transmissienet of, bij het ontbreken daarvan, het totale vermogen van de motoren geïnstalleerd in de installaties van de gebruiker van het lokale transmissienet, of, bij het ontbreken daarvan, het percentage van de belasting van de gebruiker van het lokale transmissienet dat aangewend wordt voor de voeding van motoren op wisselstroom.

Art. 55.De technische eisen en de regelparameters zoals beschreven in de artikelen 49 tot 54 hebben onder meer volgende doelstellingen : 1° er op niet-discriminerende wijze toe bijdragen dat de toepasselijke of geplande exploitatievoorwaarden voor het lokale transmissienet op het aansluitingspunt volstaan om de aansluitingsinstallaties, de installaties van de gebruiker van het lokale transmissienet en, in voorkomend geval, een uitbreiding van het lokale transmissienet te aanvaarden zonder afbreuk te doen aan de goede werking van de installaties van andere gebruikers of van het lokale transmissienet en zonder schadelijke retroactieve werking (onder meer stabiliteit, harmonische, interharmonische, onevenwicht, flicker, snelle spanningswijzigingen, kortsluitstroom) aan de installaties van andere netgebruikers, of aan het lokale transmissienet gebracht;2° er op niet-discriminerende wijze toe bijdragen de harmonieuze ontwikkeling van het lokale transmissienet te bevorderen. Onderafdeling 3. - Specifieke bepalingen met betrekking tot de aansluitingsinstallaties

Art. 56.§ 1. In het geval dat de aansluitingsinstallaties op een terrein staan, dat niet de eigendom is van de beheerder van het lokale transmissienet en waarvan de gebruiker van het lokale transmissienet minstens het genot heeft, dient de gebruiker van het lokale transmissienet : 1° een ruimte ter beschikking van de beheerder van het lokale transmissienet te stellen dat aan diens behoeften voldoet en waarvan de modaliteiten in onderling overleg worden bepaald;2° erop toe te zien dat deze aansluitingsinstallaties op elk moment voor de beheerder van het lokale transmissienet toegankelijk zijn;3° alle maatregelen te nemen, die redelijkerwijs van hem verwacht kunnen worden om elke beschadiging aan het lokale transmissienet, aan de aansluitingsinstallaties, en/of aan de installaties van een andere gebruiker van het lokale transmissienet te voorkomen;4° indien dit technisch mogelijk en economisch verantwoord is in een globale aanpak, erop toe te zien dat de beheerder van het lokale transmissienet het recht en de mogelijkheid heeft aanvullende of bijkomende aansluitingsuitrustingen te plaatsen voor deze gebruiker of een andere gebruiker overeenkomstig artikel 102, tijdens een in onderlinge overeenstemming geplande periode zonder een redelijke termijn te overschrijden;5° erop toe te zien dat de beheerder van het lokale transmissienet het recht en de mogelijkheid heeft om op elk moment het geheel of een gedeelte van de aansluitingsuitrustingen, waarvan hij eigenaar is, te vervangen tijdens een in onderlinge overeenstemming geplande periode zonder een redelijke termijn te overschrijden;6° erop toe te zien dat, op geen elk moment, de rechten van de beheerder van het lokale transmissienet, met inbegrip van de eigendom of het genot, de toegang en de effectieve controle op het geheel of een gedeelte van de aansluitingsinstallaties worden aangetast. § 2. De uitvoeringsmodaliteiten voor het uitoefenen van de verplichtingen vermeld in § 1 worden bepaald in het aansluitingscontract.

Onderafdeling 4. - Identificatie van de uitrustingen.

Art. 57.§ 1. Elke uitrusting die van een aansluitingsinstallatie deel uitmaakt wordt geïdentificeerd overeenkomstig een code opgesteld door de beheerder van het lokale transmissienet. § 2. De beheerder van het lokale transmissienet en de gebruiker van betrokken net komen onder de uitrustingen die deel uitmaken van de installaties van de gebruiker van het lokale transmissienet, de uitrustingen overeen die geïdentificeerd worden overeenkomstig een code opgesteld door de beheerder van het lokale transmissienet.

Die bepaling beoogt hoofdzakelijk de uitrustingen vermeld in artikel 53.

Art. 58.De uitrustingen bedoeld in de artikelen 57 en 58 worden van een identificatieplaat voorzien die de code van de uitrusting duidelijk vermeldt. Afdeling 3. - Bijkomende technische voorschriften voor de aansluiting

van belastingen

Art. 59.§ 1. Na kennisgeving aan de gebruiker van het lokale transmissienet en behoudens onmiddellijke rechtzetting door de betrokken gebruiker van het lokale transmissienet heeft de beheerder van het lokale transmissienet het recht de technische middelen aan te wenden die nodig zijn voor de compensatie van reactieve energie, of, meer in het algemeen, voor de compensatie van ieder verstorend fenomeen, wanneer de installatie van een gebruiker van het lokale transmissienet die op het lokale transmissienet aangesloten is : 1° aanleiding geeft tot een bijkomende afname van reactieve energie, zoals bepaald in artikel 164, of 2° de veiligheid, de betrouwbaarheid of de efficiëntie van het lokale transmissienet verstoort. § 2. De beheerder van het lokale transmissienet motiveert zijn beslissing en deelt deze mede aan de betrokken gebruiker van het lokale transmissienet. Afdeling 4. - Bijkomende technische voorschriften voor de aansluiting

van productie-eenheden Onderafdeling 1 - Algemeen

Art. 60.Wanneer meerdere productie-eenheden zijn aangesloten op eenzelfde aansluitingspunt, gelden de voorschriften van dit besluit voor elk van deze productie-eenheden afzonderlijk.

Onderafdeling 2 - Bijzondere technische voorschriften voor de aansluiting van de productie-eenheden voor groene elektriciteit en gedecentraliseerde productie-eenheden

Art. 61.De aansluitingen van de productie-eenheden die van hernieuwbare energiebronnen gebruik maken, van de kwaliteitsvolle warmte-krachtkoppelingseenheden, van de eenheden die elektriciteit produceren vanaf afvalstoffen en recuperaties uit industriële processen, evenals van de gedecentraliseerde productie-eenheden, beantwoorden voor de technische aspecten aan voorschriften die zijn uitgewerkt door de beheerder van het lokale transmissienet op grond van de technische voorschriften FPE c10/11 genoemd « Technische voorschriften voor de aansluiting van gedecentraliseerde productie-installaties die parallel aan het distributienet werken » of van elk ander minstens gelijkwaardig technisch voorschrift. De technische voorschriften die zijn uitgewerkt door de beheerder van het lokale transmissienet worden aan de CWaPE overgemaakt volgens de modaliteiten van artikel 6.

Onderafdeling 3 - Werkingsvoorwaarden

Art. 62.§ 1. Een productie-eenheid moet synchroon met het net kunnen werken : 1° zonder beperking in tijd indien de netfrequentie begrepen is tussen 48.5 Hz en 51 Hz; en 2° tijdens een in gemeenschappelijk akkoord tussen de gebruiker van het lokale transmissienet en de beheerder van het lokale transmissienet bepaalde tijd indien de frequentie van het net tussen 48 Hz en 48.5 Hz, alsook tussen 51 Hz en 52.5 Hz ligt. § 2. Het frequentierelais dat de overgang van een productie-eenheid naar een eilandbedrijf bewaakt, mag niet geactiveerd worden zolang de frequentie van het net groter of gelijk is aan 48 Hz, behoudens andersluidende bepaling in het aansluitingscontract.

Art. 63.Een productie-eenheid moet zonder beperking in tijd synchroon kunnen werken met het net, binnen het gearceerde gebied in onderstaande grafiek delta U-frequentie, waarin delta U verwijst naar de spanningsafwijking aan de klemmen van de generator uitgedrukt in % van de nominale spanning ervan.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 64.§ 1. Een productie-eenheid moet, behoudens andersluidende bepaling in het aansluitingscontract : 1° over haar gehele werkingsdomein synchroon met het net kunnen werken als de spanning op het aansluitingspunt, uitgedrukt in procent van de nominale spanning op het aansluitingspunt, gedurende een spanningsval met beperkte amplitude, binnen het gearceerde gebied van de onderstaande grafiek blijft; Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2° over haar gehele werkingsdomein synchroon met het net kunnen werken als de spanning op het aansluitingspunt, uitgedrukt in procent van de nominale spanning op het aansluitingspunt, gedurende een spanningsval met belangrijke amplitude, binnen het gearceerde gebied van de onderstaande grafiek blijft; Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. In afwijking van wat voorzien is in § 1, is de spanning, waarmee rekening dient gehouden te worden in lokale productie-eenheden, de spanning aan de uitgang van de gedecentraliseerde productie-eenheid. § 3. In afwijking van § 1 worden specifieke voorschriften op objectieve, transparante en niet-discriminerende wijze bepaald door de beheerder van het lokale transmissienet voor de asynchrone generatoren, voor de installaties die gebruik maken van hernieuwbare energiebronnen en warmtekrachtkoppeling en voor de eenheden die elektriciteit produceren vanaf afvalstoffen en recuperaties uit industriële processen. Die worden aan de CWaPE overgemaakt volgens de modaliteiten van artikel 6.

Art. 65.Tijdens een plotse wijziging of een belangrijke afwijking van de frequentie mag geen enkel toestel van een productie-eenheid ingaan tegen de werking van de primaire frequentieregeling zoals die in dit reglement voorzien is.

Onderafdeling 4 - Beveiligingen

Art. 66.De beheerder van het lokale transmissienet plaatst aan de hoogspanningszijde van de aansluiting een vermogenschakelaar waarvan het onderbrekingsvermogen groter dan of gelijk is aan de standaardwaarde (uitgedrukt in kA) opgesteld per spanningsplan in bijlage 1.

Art. 67.De eenfasige kortsluitstroom mag niet groter zijn dan de driefasige kortsluitstroom.

Onderafdeling 5. - Specificaties voor productie van reactieve energie

Art. 68.Elke productie-eenheid waarvan het actief vermogen P1 zoals bepaald in artikel 73 groter dan of gelijk is aan 25 MW is een regelende productie-eenheid onafhankelijk van het niveau van de spanning van het aansluitingspunt.

Art. 69.Onafhankelijk van de andere specificaties omschreven in dit reglement, moet elke regelende productie-eenheid in staat zijn haar levering van reactief vermogen automatisch en op het eerste verzoek van de beheerder van het lokale transmissienet, zonder verwijl, aan te passen tijdens langzame (in orde van minuten) en plotse (in orde van een fractie van seconde) wijzigingen in de spanning.

Art. 70.Elke niet-regelende productie-eenheid moet in staat zijn haar levering van reactief vermogen aan te passen in functie van de noden van het lokale transmissienet, ten minste door een omschakeling van de productie van het reactieve vermogen te kunnen omschakelen tussen twee niveaus overeengekomen tussen de beheerder van het lokale transmissienet en de betrokken gebruiker ervan.

Art. 71.§ 1. Voor elke waarde van het actief vermogen dat op het lokale transmissienet geïnjecteerd kan worden tussen het technisch minimum en het maximaal aansluitingsvermogen bij normale exploitatiespanning, moet de regelende productie-eenheid, in het aansluitingspunt een reactief vermogen respectievelijk kunnen absorberen of leveren tussen minimum -0.1 P1 en 0.45 P1. § 2. Voor elke spanning op het aansluitingspunt tussen 0.9 en 1.05 maal de normale exploitatiespanning, moet de regelende productie-eenheid dezelfde mogelijkheden hebben, met uitzondering van een beperking veroorzaakt door spanningsbeperkingen van de generator of veroorzaakt door de statorstroom van de generator. Een eventuele statorstroombeperking mag niet tussenkomen bij de snelle regeling van de spanning.

De beperkingen op de spanning aan de klemmen van de generator dienen de bepalingen van de artikelen 63 en 64 te respecteren. § 3. In afwijking van wat voorzien is in §§ 1 en 2, zijn de spanning, het actief en het reactief vermogen waarmee dient rekening gehouden te worden voor lokale productie-eenheden de spanning, het actief en het reactief vermogen aan de uitgang van de lokale productie-eenheid.

Art. 72.§ 1. De spanningsregelaar van een regelende productie-eenheid is voorzien van een over- en onderbekrachtigingsbegrenzer. Deze werken automatisch en enkel indien het reactief vermogen zich buiten het interval bevindt zoals bepaald bij toepassing van het artikel 71. § 2. De uitgang van de werking als over- en onderbekrachtigingsbegrenzing is automatisch en laat de primaire regeling van de a minima spanning opnieuw werken zodra de spanning op het aansluitingspunt opnieuw binnen het bereik omschreven in artikel 71 is gekomen.

Art. 73.Binnen het werkingsgebied dient elke regelende productie-eenheid bij trage wijzigingen van de spanning Unet op het aansluitingspunt, op automatische wijze haar reactieve productie Qnet aan te kunnen passen zodat de relatieve gevoeligheidscoëfficiënt aeq begrepen is tussen 18 en 25, Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld waarbij : Q/net het reactief vermogen gemeten aan de hoogspanningszijde van de opvoertransformator;

P1 het actieve vermogen van de productie-eenheid bepaald in het aansluitingscontract en die de continue maximale levering van actief vermogen zoals in het net toegelaten.

Unet de spanning, gemeten aan de hoogspanningszijde van de opvoertransformator;

U/norm,exp de normale exploitatiespanning (de gemiddelde spanning waarrond het net geëxploiteerd wordt) is.

Art. 74.Indien een niet-regelende productie-eenheid uitgerust is met een regelaar bestemd om het geproduceerd reactief vermogen te volgen, dient deze traag te zijn ten opzichte van de primaire spanningsregeling van de regelende eenheden (waarvan de werking ingrijpt op een schaal van seconden) en snel ten opzichte van de dynamica van de transformatoren met automatische regelschakelaars (inwerkende op een schaal van tientallen seconden tot minuten) om zodoende spanningsschommelingen in het elektrisch systeem te vermijden. De tijdsconstante van gesloten keten van deze regelaar moet minstens tussen 10 en 30 seconden ingesteld kunnen worden.

Onderafdeling 6. - Andere bepalingen

Art. 75.§ 1. De gebruiker van het lokale transmissienet en de beheerder van het lokale transmissienet bepalen, voor wat betreft de aspecten die niet geregeld worden in dit reglement en die rechtstreeks verbonden zijn met de veiligheid, de betrouwbaarheid en de efficiëntie van het lokale transmissienet, de aan te wenden technische eisen en regelparameters met betrekking tot de installaties van de gebruiker van het lokale transmissienet, waaronder : 1° het werkingsgebied van de generator in het actief-reactief diagram in functie van de exploitatiespanning;2° de aanpassing van de turbineregelaar aan het eilandbedrijf van de productie-eenheid (mogelijkheid en moment van eilandbedrijf);3° het regelbereik van de versterking van de snelheidsregelaar;4° het reactief statisme;5° de statische en dynamische stabiliteit;6° de weerstand aan een spanningsdip van de generator en van de ondersteunende diensten;7° het bekrachtigingsplafond;8° de synchronisatie met het net bij normale en buitengewone exploitatie;9° de mogelijkheid van de productie-eenheid tot het leveren van ondersteunende diensten;10° de mogelijkheid van gemeenschappelijke storingen (inbegrepen de controle en bediening) van productiegroepen die meerdere productie-eenheden met gemeenschappelijke ondersteunende diensten en productie-eenheden met gecombineerde cyclus omvatten;11° de Power System Stabiliser (PSS);12° de opvoertransformator (vermogen, wikkelverhouding, kortsluitingspanning, aarding van het nulpunt, beperking van de eenfasige kortsluitstroom). § 2. De technische minimumeisen, de regelparameters en andere bepalingen bedoeld in § 1 worden opgenomen in het aansluitingscontract. Afdeling 5. - Specificaties voor levering van een ondersteunende

dienst

Art. 76.De beheerder van het lokale transmissienet bepaalt, in het aansluitingscontract bijkomende technische specificaties, ten opzichte van de technische specificaties verwoord in Afdeling IV van dit Hoofdstuk, opdat een productie-eenheid het recht heeft om een ondersteunende dienst aan het lokale transmissienet te leveren.

Art. 77.§ 1. Om de ondersteunende dienst van primaire regeling van de frequentie te kunnen leveren, moet een productie-eenheid met een automatische snelheidsregelaar uitgerust zijn. § 2. Om de ondersteunende dienst van regeling van het reactief vermogen en van de spanning te kunnen leveren, dient een productie-eenheid regelend of niet-regelend te zijn. HOOFDSTUK II. - Aanvraag voor een oriëntatiestudie voor een aansluiting op het lokale transmissienet Afdeling 1. - Betrouwbaarheidsmaatregelen voor de productie-eenheden

Art. 78.De beheerder van het lokale transmissienet mag voor de contacten met de producenten die op zijn net zijn aangesloten of erop aangesloten willen worden, enkel een beroep doen op eigen personeel of één van de producenten onafhankelijk deskundige, evenwichtsverantwoordelijken, houders van een licentie voor de levering of tussenpersonen.

Hetzelfde geldt voor de verwezenlijking van studies en de voorbereiding van contracten. Afdeling 2. - Indiening van de oriëntatiestudieaanvraag

Art. 79.Elke geïnteresseerde persoon, inbegrepen elke gebruiker van het lokale transmissienet, kan een oriëntatiestudieaanvraag bij de netbeheerder indienen, respectievelijk met betrekking tot : 1° een nieuwe aansluiting voor zover hij de vermogenscriteria bepaald bij artikel 51 van het technisch distributiereglement vervult;2° een aanpassing van een bestaande aansluiting, van de installaties die ermee verbonden zijn of van hun exploitatiewijzen.

Art. 80.De aanvraag voor een oriëntatiestudie bevat volgende gegevens : 1° de identiteit en de gegevens van de studieaanvrager en, indien het een vennootschap betreft, het maatschappelijk doel en de benaming, de rechtsvorm en de maatschappelijke zetel evenals de documenten die de bevoegdheden van de ondertekenaars van de aanvraag aantonen;2° de geografische ligging en het vermogen van de voorgenomen aansluiting;3° de algemene technische gegevens en de technologische parameters vervat in het studieformulier dat behoorlijk is ingevuld;en 4° zijn verbintenis om het tarief voor een oriëntatiestudie te betalen.

Art. 81.De beheerder van het lokale transmissienet stelt op schriftelijke aanvraag aan elke geïnteresseerde persoon het oriëntatiestudieformulier, zoals bedoeld in artikel 80, 3°, ter beschikking.

Art. 82.§ 1. De studieaanvrager geeft in zijn informatieaanvraag de commercieel gevoelige gegevens aan die hij, in voorkomend geval, als vertrouwelijk beschouwt. § 2. De studieaanvrager doet hetzelfde voor de bijkomende gegevens gevraagd door de beheerder van het lokale transmissienet.

Art. 83.§ 1. Binnen een termijn van tien werkdagen volgend op het indienen van de oriëntatiestudieaanvraag, ziet de beheerder van het lokale transmissienet na of de aanvraag volledig is. In geval van onvolledigheid, meldt de beheerder van het lokale transmissienet aan de studieaanvrager welke informatie of documenten ontbreken en staat hem een termijn toe om zijn aanvraag te vervolledigen. In geval van volledigheid, wordt er een bericht van ontvangst verstuurd. § 2. Indien de beheerder van het lokale transmissienet oordeelt dat de aanvraag voor een oriëntatiestudie duidelijk onredelijk is voor wat betreft de veiligheid, de betrouwbaarheid en de efficiëntie van het lokale transmissienet, meldt hij dit aan de aanvrager met vermelding van de motieven binnen dezelfde termijn. Afdeling 3. - Onderzoek van de oriëntatiestudieaanvraag

Art. 84.§ 1. De beheerder van het lokale transmissienet onderzoekt de oriëntatiestudieaanvraag en beoordeelt deze op niet discriminerende wijze onder meer in het licht van : 1° het behoud van de integriteit, de veiligheid, de betrouwbaarheid en de efficiëntie van het lokale transmissienet;2° de goede werking ten opzichte van de veiligheid, de betrouwbaarheid en de efficiëntie van de installaties van andere gebruikers van het lokale transmissienet;3° de harmonieuze ontwikkeling van het lokale transmissienet;4° de reeds bestaande aansluitingen en bestaande capaciteitsreserveringen;5° de naleving van de bepalingen van het decreet en zijn uitvoeringsbesluiten en van de artikelen 51 en 52 van het technisch distributiereglement;6° de naleving van het milieurecht en het recht van ruimtelijke ordening;7° het behoud van een vereiste transportcapaciteit voor de bevoorrading van toekomstige behoeften, betreffende openbare dienstverplichtingen, overeenkomstig de wettelijke bepalingen;8° de voorrang aan de productie-installaties die gebruik maken van hernieuwbare energiebronnen en aan de warmte-krachtkoppelingseenheden en aan de eenheden die elektriciteit produceren vanaf afvalstoffen en recuperaties uit industriële processen.De oriëntatiestudies die betrekking hebben op die installaties worden bij voorrang behandeld ten opzichte van de andere aanvragen die bij de beheerder van het lokale transmissienet hangende zijn. § 2. De evaluatie kan betrekking hebben op andere punten die bepaald zijn in een gemeenschappelijk akkoord van de beheerder van het lokale transmissienet en de oriëntatiestudieaanvrager.

Art. 85.De beheerder van het lokale transmissienet kan, op elk ogenblik, aan de oriëntatiestudieaanvrager vragen om hem binnen een termijn van tien werkdagen, bijkomende noodzakelijke gegevens over te maken om te dien einde de oriëntatiestudieaanvraag te onderzoeken.

Art. 86.De indiening van een oriëntatiestudieaanvraag verplicht de beheerder van het lokale transmissienet er niet toe om een capaciteitsreservering te bepalen of toe te kennen. Afdeling 4. - Oriëntatiestudie

Art. 87.§ 1. Zo spoedig mogelijk, maar ten laatste binnen de 30 werkdagen volgend op de indiening van de oriëntatiestudieaanvraag onder voorbehoud van de verlenging van deze termijn als gevolg van de eventuele toepassing van artikel 83, bezorgt de beheerder van het lokale transmissienet aan de oriëntatiestudieaanvrager het resultaat van zijn studie ter kennis betreffende de technische gegevens hierna beschreven in artikel 88 of andere overeen te komen. § 2. Indien een aanvraag niet behandeld kan worden in de termijn bepaald bij § 1 wegens toepassing van artikel 84, § 1, 8°, wordt die termijn op 60 werkdagen gebracht. § 3. De oriëntatiestudie houdt geen oordeel in over de definitieve opties die in het eventueel aansluitingscontract zullen genomen worden.

Art. 88.De technische gegevens bevatten ten minste de volgende bestanddelen : 1° een schema van de voorgenomen aansluiting of aanpassing;2° in voorkomend geval, de specifieke beperkingen (technische, wettelijke of andere) verbonden aan de ligging van de voorgenomen aansluiting of aanpassing;3° in voorkomend geval, de noodzakelijke elementen voor het in conformiteit brengen van de aansluitingsinstallaties en de installaties van de gebruiker van het lokale transmissienet of de voorgenomen aanpassingen krachtens het decreet en zijn uitvoeringsbesluiten;4° in voorkomend geval, de aanwijzing van de noodzaak om over te gaan tot een studie van filters en/of compensatietoestellen en/of een studie betreffende de invloed op de stabiliteit van het lokale transmissienet;5° in voorkomend geval, een indicatieve evaluatie van eventuele versterkingen die aan het lokale transmissienet moeten worden aangebracht voor de voorgenomen aansluitingen of aanpassingen en een indicatieve evaluatie van de hiervoor normaal vereiste duur;6° een indicatieve evaluatie van termijnen voor de verwezenlijking van de aansluitingswerken of voorgenomen aanpassingswerken;7° een indicatieve raming van de uitvoeringskosten van aansluitingswerken of voorgenomen aanpassingswerken.

Art. 89.De beheerder van het lokale transmissienet kan geheel of gedeeltelijk de aanvraag weigeren om geheel of gedeeltelijke technische informatie bedoeld in artikel 88 te bezorgen wanneer de oriëntatiestudieaanvrager niet binnen een redelijke termijn, de bijkomende gegevens heeft verstrekt die door de beheerder van het lokale transmissienet worden gevraagd om de studie tot een goed einde te brengen.

Art. 90.In het geval zoals in artikel 89 bedoeld, geeft de beheerder van het lokale transmissienet aan de oriëntatiestudieaanvrager kennis van zijn gemotiveerde weigering. HOOFDSTUK III - Geringe wijziging

Art. 91.Ter gelegenheid van een project - van wijziging die hij als gering beschouwt, in de aansluitingsinstallaties of hun exploitatiewijze; - van wijziging van de installaties van de gebruiker of hun exploitatiewijze, die hij als gering beschouwt maar die een impact zouden kunnen hebben op de veiligheid, de betrouwbaarheid of de efficiëntie van het lokale transmissienet, brengt de gebruiker van het lokale transmissienet de voorgenomen wijzigingen en de redenen waarom hij ze als gering beschouwt aan de beheerder van het lokale transmissienet ter kennis.

Art. 92.De beheerder van het lokale transmissienet onderzoekt de kennisgeving bedoeld in het artikel 91, beoordeelt en, in voorkomend geval, motiveert de geringe aard van de wijziging.

Art. 93.§ 1. Volgend op het onderzoek, bedoeld in artikel 92 kan de beheerder van het lokale transmissienet : 1° de voorgenomen wijzigingen zonder andere formaliteiten goedkeuren;2° het afsluiten van een addendum bij het aansluitingscontract voorstellen;3° voorstellen dat hij de wijziging niet als gering beschouwt en de wijziging met inachtneming van de procedure voorzien in Hoofdstuk IV van deze Titel dient te gebeuren. § 2. Het sluiten van een addendum zoals bedoeld in § 1, 2° stelt de aansluitingsaanvrager niet vrij van het verkrijgen van een kennisgeving van conformiteit met de aansluiting overeenkomstig Hoofdstuk V van deze Titel. HOOFDSTUK IV. - Aansluitingsaanvraag Afdeling 1. - Indiening van de aansluitingsaanvraag met detailstudie

Art. 94.Elke geïnteresseerde persoon, inbegrepen elke gebruiker van het lokale transmissienet, kan een aanvraag voor een detailstudie voor een aansluiting bij de beheerder van het lokale transmissienet indienen, respectievelijk met betrekking tot : 1° een nieuwe voorgenomen aansluiting voor zover hij de vermogenscriteria bepaald bij artikel 51 van het technisch distributiereglement vervult;2° een voorgenomen wijziging van een bestaande aansluiting;3° een voorgenomen wijziging van de installaties van de gebruiker van het lokale transmissienet en/of hun exploitatiewijze die een invloed zou kunnen hebben op de veiligheid, de betrouwbaarheid en de efficiëntie van het lokale transmissienet.

Art. 95.De aansluitingsaanvraag bevat volgende gegevens : 1° de identiteit en de gegevens van de aansluitingsaanvrager en, indien het een vennootschap betreft, haar maatschappelijk doel en de benaming, de rechtsvorm, de maatschappelijke zetel en het afschrift van de statuten, alsmede de documenten die de bevoegdheden van de ondertekenaars van de aanvraag aantonen;2° de geografische ligging, het vermogen en de gedetailleerde technische kenmerken van de voorgenomen aansluiting en/of van de aan het lokale transmissienet aan te sluiten installaties;3° het behoorlijk ingevuld formulier " aansluitingsformulier " genoemd;4° voor de aanvragen bedoeld in artikel 94, § 1er, 1° en 2°, een document dat staaft dat de kandidaat gebruiker van het lokale transmissienet beschikt of zal beschikken, in eigendom of in genot, van alle rechten met betrekking tot het beheer, het gebruik, het versterken en de overdracht van de geplande aansluitingsinstallaties;5° zijn verbintenis om het geldend tarief verbonden met het detailonderzoek betreffende nieuwe aansluitingssystemen of de aanpassing van reeds bestaande aansluitingsystemen, te betalen, behalve indien de aanvraag reeds een eerste maal is ingediend, niet aanleiding gegeven heeft tot het sluiten van een contract in functie van artikel 100 en voor zover er geen wijzigingen zijn opgetreden in het net met een weerslag op de aansluitingsvoorwaarden.

Art. 96.De aansluitingsaanvrager identificeert in zijn aansluitingsaanvraag de commercieel gevoelige gegevens die hij als vertrouwelijk beschouwt. De aansluitingsaanvrager doet hetzelfde voor de bijkomende gegevens die in voorkomend geval worden gevraagd door de beheerder van het lokale transmissienet.

Art. 97.Binnen een termijn van tien werkdagen volgend op het indienen van de aansluitingsaanvraag, ziet de beheerder van het lokale transmissienet na of de aanvraag volledig is. In geval van onvolledigheid, meldt de beheerder van het lokale transmissienet aan de aansluitingsaanvrager dat informatie of documenten ontbreken en staat hem een termijn toe om zijn aanvraag te vervolledigen. In geval van volledigheid wordt een bericht van ontvangst verstuurd.

Art. 98.Als de aansluitingsaanvraag volledig is kent de beheerder van het lokale transmissienet aan de aansluitingsaanvrager, onverminderd artikel 99, een capaciteitsreservering toe, hierbij rekening houdend met de gevraagde capaciteit en de ligging van de aansluiting.

Art. 99.In afwijking van artikel 98 geschiedt de toekenning van een capaciteit in het kader van een aansluitingsaanvraag, gedaan voor een productie-eenheid en tot aan de kennisgeving van het aansluitingsvoorstel bedoeld in artikel 107, door de levering, in voorkomend geval, door de aansluitingsaanvrager van het bewijs van een voorafgaandelijke verklaring of vergunning overeenkomstig de vigerende wet- of regelgeving. Afdeling 2. - Onderzoek van de aansluitingsaanvraag

Art. 100.§ 1. De beheerder van het lokale transmissienet onderzoekt de aansluitingsaanvraag en beoordeelt deze op niet discriminerende wijze, onder meer in het licht van : 1° het behoud van de integriteit, de veiligheid, de betrouwbaarheid en de efficiëntie van het lokale transmissienet;2° de goede werking van het lokale transmissienet ten aanzien van de veiligheid, de betrouwbaarheid en de efficiëntie van de installaties van de andere gebruikers van het lokale transmissienet;3° de noodzaak tot het bevorderen van een harmonieuze ontwikkeling van het lokale transmissienet op niet discriminerende wijze;4° de reeds bestaande aansluitingen en bestaande capaciteitsreserveringen voor injectie of afname;5° de naleving van de bepalingen van het decreet en diens uitvoeringsbesluiten, evenals van de artikelen 51 en 52 van het technisch distributereglement;6° naleving van het milieurecht en het recht van ruimtelijke ordening;7° het behoud van noodzakelijke transportcapaciteit voor de bevoorrading van toekomstige behoeften in verband met openbare dienstverplichtingen;8° de voorrang aan productie-installaties die van hernieuwbare energiebronnen of warmtekrachtkoppelingseenheden gebruik maken, en aan de eenheden die elektriciteit produceren vanaf afvalstoffen en recuperaties uit industriële processen.De aansluitingsaanvragen betreffende die installaties worden bij voorrang behandeld tegenover de andere aansluitingsaanvragen die bij de beheerder van het lokale transmissienet hangende zijn. Die voorrang geldt eveneens voor de capaciteitsreserveringen. § 2. Bij de behandeling van de aansluitingsaanvraag en bij het aansluitingsvoorstel handelt de beheerder van het lokale transmissienet steeds met aandacht voor het technische en bedrijfsbelang van de aanvrager, overminderd het belang van de andere gebruikers van het lokale transmissienet en zonder dat dit de aanvrager het recht geeft om een gunstiger aansluitingswijze dan de wijze bepaald bij artikel 51 van het technisch distributereglement aan te vragen. § 3. De beheerder van het lokale transmissienet deelt het resultaat van de evaluatie van zijn aansluitingsaanvraag aan de gebruiker mee.

Art. 101.De beheerder van het lokale transmissienet kan, op elk ogenblik, aan de aansluitingsaanvrager vragen om binnen een redelijke termijn bijkomende gegevens die nodig zijn om de aansluitingsaanvraag te onderzoeken, mee te delen. Afdeling 3. - Capaciteitsoverdracht

Art. 102.Een aansluitingsaanvrager kan van de bestaande aansluitingsinstallaties gebruik maken waarvan de capaciteit niet volledig gebruikt wordt, voor zover de reeds op het lokale transmissienet aangesloten gebruiker ervan door zijn aansluitingsinstallaties aanvaardt dat het geheel of het gedeelte van de capaciteit waarop hij rechten bezit, aan de aansluitingsaanvrager of aan de beheerder van het lokale transmissienet wordt overgedragen.

Art. 103.§ 1. Teneinde de veiligheid, de betrouwbaarheid en de efficiëntie van het lokale transmissienet te waarborgen, dient de reeds op het lokale transmissienet aangesloten gebruiker ervan bij het ontvangen van een aanvraag van een aansluitingsaanvrager of van de beheerder van het lokale transmissienet bedoeld in artikel 102, bij voorrang de beschikbare en niet-gebruikte capaciteit van de aansluiting aan de beheerder van het lokale transmissienet aan te bieden overeenkomstig dezelfde bepalingen en commerciële voorwaarden als diegene die aan de aansluitingsaanvrager aangeboden worden. § 2. Voor overnames, fusies en herstructureringen van vennootschappen behorende tot eenzelfde groep zoals bepaald overeenkomstig artikel 11 van het Wetboek van Vennootschappen, geldt § 1 niet.

Art. 104.De netbeheerder beschikt over twintig werkdagen om het in artikel 103 aangegeven aanbod van capaciteit te aanvaarden of te weigeren. Hij deelt zijn beslissing aan de gebruiker van het lokale transmissienet ten laatste bij het verstrijken van voornoemde termijn mede. Afdeling 4. - Technische fase van de detailstudie

Art. 105.§ 1. Zo spoedig mogelijk, maar ten laatste binnen twintig werkdagen volgend op de ontvangst van de naar behoren ingevulde aanvraag, onderzoeken de beheerder van het lokale transmissienet en de aanvrager gezamenlijk de technische informatie die door de aanvrager in zijn aansluitingsaanvraag verstrekt wordt. § 2. Binnen de kortste tijd maar ten laatste binnen de vijftig werkdagen volgend op de ontvangst van de naar behoren ingevulde aanvraag, sluiten de beheerder van het lokale transmissienet en de aansluitingsaanvrager een akkoord over de technische oplossingen voor de aansluiting. Die termijnen mogen op 65 dagen gebracht worden als er geen oriëntatiestudie plaatsgevonden heeft. § 3. Indien een aanvraag niet binnen de termijnen bedoeld in de §§ 1 en 2 behandeld kunnen worden wegens toepassing van artikel 100, 8°, kunnen die termijnen op veertig werkdagen gebracht worden voor § 1 en op honderd werkdagen voor § 2. § 4. De termijnen bepaald bij deze afdeling kunnen met gezamenlijk akkoord tussen de beheerder van het lokale transmissienet en de aansluitingsaanvrager, die er de CWaPE over inlichten, verlengd worden wanneer de complexiteit van de aansluitingsaanvraag of de voorwaarden, met name de verlofperiodes of een aanzienlijk aantal aanvragen, het vereisen.

Art. 106.Bij ontstentenis van technische oplossingen die conform zijn aan de veiligheid, de betrouwbaarheid en de efficiëntie van het lokale transmissienet binnen de termijn voorzien in artikel 105, § 2, neemt de aansluitingsprocedure een einde zonder het afsluiten van een aansluitingscontract en brengt de annulatie van de capaciteitsreservering zoals bedoeld in artikel 98 met zich mee. Afdeling 5. - Voorstel van aansluiting.

Art. 107.Uiterlijk binnen de 10 werkdagen volgend op het afsluiten van het akkoord in verband met technische oplossingen aangaande de aansluiting brengt de beheerder van het lokale transmissienet aan de aansluitingsaanvrager een voorstel van aansluitingscontract ter kennis.

Art. 108.De termijn voorzien in artikel 107 mag in samenspraak tussen de beheerder van het lokale transmissienet en de aansluitingsaanvrager, die de CWaPE erover inlichten, worden verlengd indien de complexiteit van de aansluitingsaanvraag en/of het aantal te bestuderen varianten dit vergen. Afdeling 6. - Aansluitingscontract

Art. 109.§ 1. Ten laatste binnen de 20 werkdagen volgend op de kennisgeving van het aansluitingsproject bedoeld in artikel 107 sluiten de beheerder van het lokale transmissienet en de aansluitingsaanvrager een aansluitingscontract volgens de modaliteiten bedoeld in deze Afdeling. § 2. Het aansluitingscontract kan een opschortende voorwaarde inhouden die verband houdt met het bekomen van de vergunningen of machtigingen betreffende de installaties waarvoor de administratieve procedure aan de gang is; dan wordt de CWaPE daarover ingelicht. Als de beheerder van het lokale transmissienet een dergelijke opschortende voorwaarde weigert, deelt hij de motieven van diens beslissing aan de aanvrager en aan de CWaPE mede.

Art. 110.§ 1. Bij ontstentenis van een aansluitingscontract, binnen de termijn bedoeld in artikel 109, neemt de aansluitingsprocedure een einde. De beheerder van het lokale transmissienet verwittigt de aanvrager tien werkdagen vóór verstrijken van die termijn en licht de CWaPE erover in dat de aansluitingsaanvraag vervalt. § 2. Op gemotiveerde verzoeken kan de aanvrager verlengingen van de termijn bedoeld in artikel 109, § 1, met maximum 20 dagen elk krijgen, zonder behoud van de vermogensreservering en zolang geen enkele andere aanvraag is ingediend.

Art. 111.Het niet aangaan van een aansluitingscontract binnen de termijn bedoeld in artikel 109, geeft aanleiding tot de annulatie van de capaciteitsreservering, bedoeld in artikel 98 en geeft geen recht op terugbetaling van het tarief, zoals voorzien in artikel 95, 5°.

Art. 112.§ 1. Het aansluitingscontract bevat tenminste de volgende elementen : 1° de algemene voorwaarden met betrekking tot : a) het bewijs van de financiële solvabiliteit van de medecontractant van de beheerder van het lokale transmissienet;b) de modaliteiten voor het invorderen door of voor de beheerder van het lokale transmissienet van eventueel onbetaalde sommen van de medecontractant van de beheerder van het lokale transmissienet;c) de betalingsmodaliteiten, voorwaarden en termijnen van de facturen geadresseerd aan de medecontractant van de beheerder van het lokale transmissienet;d) de bepalingen betreffende de confidentialiteit van de commerciële informatie betreffende de medecontractant van de beheerder van het lokale transmissienet;e) de regeling van geschillenbeslechting, met inbegrip van, in voorkomend geval, de bepalingen inzake bemiddeling en arbitrage;f) de algemene maatregelen die medecontractant van de beheerder van het lokale transmissienet dient te nemen in een noodsituatie;g) de modaliteiten en voorwaarden voor ontbinding en schorsing van het aansluitingscontract overeenkomstig dit reglement;h) de modaliteiten van tijdelijke intrekking van conformiteit en de maximale duur van de intrekking in geval van toepassing van de maatregelen bedoeld in artikel 134;i) de procedure en de modaliteiten bedoeld in artikel 137;j) de opschortende voorwaarde bedoeld in artikel 116;2° de bijzondere voorwaarden inzake onder meer : a) de identiteit en de gegevens van de partijen, alsook deze van hun respectievelijke vertegenwoordigers;b) de duur van het aansluitingscontract;c) de financiële waarborgen te leveren door de medecontractant van de beheerder van het lokale transmissienet;d) de identificatie van de aansluiting (EAN-code) en onder meer zijn geografische ligging en zijn nominale spanning;e) het maximum schijnbaar vermogen van de aansluiting;f) het aansluitingsschema en de exploitatiewijzen van de aansluiting;g) de identificatie van de aansluitingsinstallaties;h) de modaliteiten met betrekking tot de conformiteit van de aansluitingsinstallaties en de installaties van de medecontractant van de beheerder van het lokale transmissienet;i) de bepalingen met betrekking tot de eigendoms- en gebruiksrechten op de aansluiting;j) de bepalingen en de minimumspecificaties die door de medecontractant van de beheerder van het lokale transmissienet en/of zijn installaties na te leven zijn, onder meer inzake de technische eigenschappen, de metingen en tellingen, de wijzigingen van exploitatiewijzen, het onderhoud, de functionaliteiten van de beveiligingen, de veiligheid van personen en goederen;k) de bepalingen betreffende de toegang van de personen tot de aansluitingsinstallaties en de installaties van de medecontractant van de beheerder van het lokale transmissienet;l) de mogelijkheid en de modaliteiten om het vermogen op de injectie- en/of het afnamepunt te wijzigen of te onderbreken;m) in voorkomend geval de specifieke maatregelen genomen door de medecontractant van de beheerder van het lokale transmissienet om zijn installaties ongevoelig voor spanningsdips te maken;n) in voorkomend geval, de specifieke bepalingen betreffende de kwaliteit;o) in voorkomend geval, de specifieke bepalingen betreffende de levering van ondersteunende diensten door de medecontractant van de beheerder van het lokale transmissienet;p) de modaliteiten en de uitvoeringstermijnen voor de verwezenlijking van de aansluiting. § 2. Het sluiten van het aansluitingscontract verhindert de beheerder van het lokale transmissienet niet om, bij gemotiveerde kennisgeving en na er de CWaPE over te hebben ingelicht, de voor de aansluiting uitgevoerde minimale technische vereisten en de functionaliteiten opgemaakt voor het beveiligingsschema op transparante en niet-discriminerende wijze te herzien, dit om redenen van veiligheid, betrouwbaarheid en efficiëntie van het lokale transmissienet. De kostprijs voor deze aanpassingen wordt door de beheerder van het lokale transmissienet overgenomen, behalve als ze voortvloeien uit een wijziging van de installaties van het gebruik van het lokale transmissienet. HOOFDSTUK V. - Uitvoering en conformiteit van de aansluiting Afdeling 1. - Uitvoering van de aansluiting

Art. 113.§ 1. De beheerder van het lokale transmissienet en de aansluitingsaanvrager staan, elk respectievelijk voor hun aansluitingsinstallaties, in voor het indienen van hun noodzakelijke aanvragen tot het verkrijgen van de vereiste toelatingen en vergunningen voor een aansluiting. Te dien einde zullen de aansluitingsaanvrager en de beheerder van het lokale transmissienet elkaar alle noodzakelijke hulp verschaffen. § 2. De beheerder van het lokale transmissienet geeft ten overstaan van de andere niet-dringende werken voorrang aan de aansluitingen van de kwaliteitsvolle warmtekrachtkoppelingsinstallaties, aan productie-installaties die gebruik maken van hernieuwbare energiebronnen evenals aan de eenheden die elektriciteit produceren vanaf afvalstoffen en recuperaties uit industriële processen. De niet-dringende werken bedoeld in dit artikel zijn de werken die, indien uitgesteld, geen enkel gevaar inhouden voor de personen noch enige rechtstreekse werkelijke schade aan de bestaande installaties. Afdeling 2. - Conformiteit van de aansluiting

Onderafdeling 1 - Algemeen

Art. 114.De conformiteitstests worden uitgevoerd ofwel door de beheerder van het lokale transmissienet ofwel door een onafhankelijk organisme, aangewezen in voorkomend geval door de beheerder van het lokale transmissienet en in zijn aanwezigheid indien hij dit vraagt.

Art. 115.De werkelijke algemene technische gegevens vervat in bijlage 3 van dit reglement worden door de gebruiker van het lokale transmissienet aan de beheerder van het lokale transmissienet ter kennis gegeven.

Art. 116.§ 1. De opschortende voorwaarde met betrekking tot de conformiteit van de aansluitingsinstallaties en van de installaties van de gebruiker van het lokale transmissienet, wordt verwezenlijkt wanneer deze conformiteit door afdoende verwezenlijking van de tests bedoeld in artikel 115 wordt vastgesteld en wanneer de algemene technische gegevens bedoeld in artikel 115 door de gebruiker van het lokale transmissienet aan de beheerder ervan ter kennis worden gebracht. § 2. De beheerder van het lokale transmissienet brengt de gebruiker van het lokale transmissienet de resultaten van de tests, zoals bedoeld in artikel 114 en, in voorkomend geval, de verwezenlijking van de opschortende voorwaarde, ter kennis.

Art. 117.Voor gestandaardiseerde en gedecentraliseerde productie-eenheden, die hernieuwbare energiebronnen of warmtekrachtkoppeling van een vermogen lager of gelijk aan 25 MW gebruiken, wordt een vereenvoudigde procedure voor het onderzoek naar de conformiteit uitgewerkt.

Art. 118.Indien de aansluiting niet langer conform de technische voorschriften van de aansluiting bepaald in Hoofdstuk I van deze Titel is, kan de verbinding met het lokale transmissienet verbroken worden, na ingebrekestelling waarbij een redelijke termijn voor het opnieuw in conformiteit brengen ervan en op gemotiveerde beslissing van de beheerder van het lokale transmissienet volgens de bepalingen van dit reglement en/of van de krachtens het decreet contracten gesloten met de beheerder van het lokale transmissienet. De gemotiveerde beslissing van de beheerder van het lokale transmissienet wordt onverwijld aan de CWaPE overgemaakt.

Onderafdeling 2. - Conformiteit voor de levering van één of meerdere ondersteunende diensten

Art. 119.In het geval dat de aansluitingsinstallaties en de installaties van de gebruiker van het lokale transmissienet conform zijn met de bepalingen van dit reglement en van het aansluitingscontract, en onder meer met de specificaties voor de levering van ondersteunende diensten zoals bedoeld in Afdeling V van Hoofdstuk I van Titel III, mag de gebruiker van het lokale transmissienet zich bij de beheerder van het lokale transmissienet voorstellen als leverancier van ondersteunende diensten.

Art. 120.§ 1. De beheerder van het lokale transmissienet deelt na de uitvoering van geslaagde tests aan de gebruiker van het lokale transmissienet, bedoeld in artikel 119, mee dat hij zich mag voorstellen bij de beheerder van het lokale transmissienet als leverancier van ondersteunende diensten. § 2. De tests bedoeld in § 1 worden uitgevoerd door de beheerder van het lokale transmissienet, of door een onafhankelijk organisme dat, in voorkomend geval, door de beheerder van het lokale transmissienet wordt aangewezen en in diens aanwezigheid indien deze dit vraagt.

Art. 121.De eerste toelatingstests alsook de periodieke tests die in het aansluitingscontract en/of zijn addenda bepaald zijn, zijn voor rekening van de gebruiker van het lokale transmissienet of van de beheerder ervan naargelang de toepasselijke bepalingen. Afdeling 3. - Intern register van conformiteit van de aansluitingen

Art. 122.De beheerder van het lokale transmissienet houdt een intern register van conformiteit van de aansluitingen bij.

Art. 123.Voor elke conforme aansluiting identificeert de beheerder van het lokale transmissienet de betrokken aansluiting en de gebruiker van het lokale transmissienet die door deze aansluiting op het lokale transmissienet is aangesloten. HOOFDSTUK VI - Tests en controle van de aansluitingen envan de installaties van de gebruikers van het lokale transmissienet Afdeling 1. - Tests uitgevoerd door een gebruiker van het lokale

transmissienet

Art. 124.Elke gebruiker van het lokale transmissienet die tests wenst uit te voeren op zijn installaties of aansluitingsinstallaties waarop hij is aangesloten en die mogelijkerwijze een invloed kunnen uitoefenen op het lokale transmissienet, op de aansluitingsinstallaties of op de installaties van een andere gebruiker, moet de voorafgaande schriftelijke toestemming bekomen van de beheerder van het lokale transmissienet.

Art. 125.§ 1. De aanvraag tot toestemming bedoeld in artikel 124 dient aan de beheerder van het lokale transmissienet ter kennis gegeven te worden. De aanvraag dient : 1° gemotiveerd te zijn door de gebruiker van het lokale transmissienet;2° minstens de technische gegevens te bevatten met betrekking tot de gevraagde tests, hun aard, de procedure, de verantwoordelijke voor de tests, hun kalender en de installatie of de installaties waarop de tests betrekking hebben. § 2. De beheerder van het lokale transmissienet onderzoekt het voorwerp van de aanvraag rekening houdend met de veiligheid, betrouwbaarheid en efficiëntie van het lokale transmissienet en van de installaties van de gebruikers van het lokale transmissienet en overlegt, in voorkomend geval, met de aanvrager. § 3. Bij gebrek aan toelating voor de tests, weigert de beheerder van het lokale transmissienet de tests bij gemotiveerde beslissing of vraagt hij aan de gebruiker van het lokale transmissienet bijkomende gegevens. De gemotiveerde beslissing van de beheerder van het lokale transmissienet wordt onverwijld aan de CWaPE overgemaakt. § 4. In voorkomend geval laat de beheerder van het lokale transmissienet de gevraagde tests, alsook hun procedure en programmering, toe. Hij meldt dit aan de gebruiker van het lokale transmissienet, die de tests wenst uit te voeren en de desbetreffende gebruikers van het lokale transmissienet, voor zover deze identificeerbaar zijn. § 5. De gebruiker van het lokale transmissienet informeert de beheerder van het lokale transmissienet over de stand van zaken met betrekking tot de tests alsook over iedere wijziging met betrekking tot het programma van de werken. § 6. De gebruiker van het lokale transmissienet die tests wenst uit te voeren, met inbegrip van tests uit te voeren door de beheerder van het lokale transmissienet, dient de geleverde diensten te betalen, inclusief de uitrustingen en andere materialen die gebruikt worden in het kader van deze tests. Elke partij draagt de volledige en gehele verantwoordelijkheid voor de tests die onder zijn verantwoordelijkheid zijn verricht. In het geval van tests die uitgevoerd worden ofwel door de beheerder van het lokale transmissienet ofwel door een onafhankelijk organisme, aangewezen door de beheerder van het lokale transmissienet, waarborgt de beheerder van het lokale transmissienet de verwezenlijking van deze tests met zo weinig mogelijk kosten.

Art. 126.Onverminderd de toelating die door de beheerder van het lokale transmissienet gegeven wordt, overeenkomstig artikel 125, blijft de gebruiker van het lokale transmissienet gehouden aan zijn verplichtingen voorzien door en/of krachtens dit reglement en de contracten afgesloten krachtens dit reglement. Afdeling 2. - Tests uitgevoerd door de beheerder van het lokale

transmissienet op aanvraag van een gebruiker van het lokale transmissienet in geval van elektrische storing

Art. 127.Onverminderd de conformiteitscontrole bedoeld in Afdeling II van Hoofdstuk V van deze Titel, is de gebruiker van het lokale transmissienet ertoe verplicht zo snel mogelijk de beheerder van het lokale transmissienet te verwittigen van storingen die hij op zijn op het lokale transmissienet aangesloten installaties vermoedt of vaststelt.

Art. 128.§ 1. In het geval zoals bedoeld in artikel 127, komen de beheerder en de gebruiker van het lokale transmissienet, de uit te voeren tests op de op het lokale transmissienet aangesloten installaties van de gebruiker ervan overeen en/of op elke andere installatie waarop zij het nodig achten om testen uit te voeren. § 2. Bij ontstentenis van overeenstemming beslist de beheerder van het lokale transmissienet die ertoe verplicht is om op een redelijke en niet discriminerende manier te handelen. § 3. De beheerder van het lokale transmissienet maakt aan de desbetreffende gebruiker van het lokale transmissienet een rapport over met betrekking tot de uitvoering van de tests.

Art. 129.De gebruiker van het lokale transmissienet, bedoeld in artikel 127, is ertoe verplicht de geleverde diensten, met inbegrip van de uitrustingen of andere materialen gebruikt in het kader van deze tests te betalen, indien het rapport bedoeld in artikel 128, § 3 aantoont dat geen enkel gebrek ten laste van de beheerder van het lokale transmissienet, van een andere gebruiker ervan of van elke andere persoon is.

Art. 130.De persoon bedoeld in artikel 129, § 2, brengt zonder verwijl de nodige wijzigingen in zijn installaties aan indien het rapport, zoals bedoeld in artikel 128, § 3, aantoont dat de installatie van die persoon niet beantwoordt aan de eisen gesteld in dit reglement of in de contracten die afgesloten zijn krachtens dit reglement. Afdeling 3. - Conformiteitstests uitgevoerd door de beheerder van het

lokale transmissienet

Art. 131.Om redenen verbonden met de veiligheid, de betrouwbaarheid of de efficiëntie van het lokale transmissienet, kan de beheerder ervan op elk ogenblik de conformiteit van de aansluiting en van de installaties van een gebruiker van het lokale transmissienet voor wat betreft de bepalingen van dit reglement en/of het aansluitingscontract nagaan. Daarvoor kan de beheerder van het lokale transmissienet onder meer : 1° zonder uitstel de hiervoor noodzakelijke gegevens van de gebruiker van het lokale transmissienet verkrijgen;2° ter plaatse de aansluiting controleren tot het punt van interface en de installaties van de gebruiker van het lokale transmissienet door middel van metingen en/of tellingen;3° de gebruiker van het lokale transmissienet erom verzoeken de technische bekwaamheid aan te tonen van het technisch personeel dat door de gebruiker van het lokale transmissienet beschikbaar gesteld is voor het onderhoud, voor de werking en voor de verrichtingen op zijn installaties met betrekking tot de desbetreffende aansluiting(en);4° indien het vermoeden bestaat dat de installaties van de gebruiker van het lokale transmissienet niet conform zijn, tests op deze installaties uitvoeren of laten uitvoeren.

Art. 132.§ 1. Na overleg komen de beheerder van het lokale transmissienet en de betrokken gebruiker ervan een procedure, een programmering en de middelen die gebruikt dienen te worden voor de uitvoering van de tests bedoeld in artikel 131 overeen. § 2. Bij gebrek aan een overeenstemming beslist de beheerder van het lokale transmissienet die ertoe verplicht is om op een redelijke en niet-discriminerende manier te handelen. Hij geeft kennis van zijn beslissing aan de betrokken netgebruiker en motiveert deze beslissing.

De gemotiveerde beslissing van de beheerder van het lokale transmissienet wordt onverwijld aan de CWaPE overgemaakt.

Art. 133.§ 1. De tests bedoeld in artikel 131 worden op kosten van de gebruiker van het lokale transmissienet uitgevoerd. § 2. Het resultaat van deze tests wordt zonder verwijl aan de betrokken gebruiker overgemaakt. Indien het resultaat van deze tests een conforme werking uitwijst, worden de kosten van de gebruiker van het lokale transmissienet door de beheerder ervan terugbetaald.

Art. 134.§ 1. Indien de aansluitingsinstallaties en/of de installaties van een gebruiker van het lokale transmissienet niet conform zijn aan dit reglement en/of met het aansluitingscontract kan de beheerder van het lokale transmissienet, na raadpleging van de gebruiker en mits motivering, de conformiteit van de aansluiting van deze gebruiker intrekken voor een bepaalde periode. § 2. De conformiteit van de aansluiting zal slechts opnieuw kunnen afgeleverd worden nadat ze opnieuw in conformiteit is gebracht en na het doorslaggevend resultaat van de tests, zoals voorzien in artikel 116.

Art. 135.§ 1. In het geval dat bij de meting van de performantie bij courante exploitatie blijkt dat de werking van een productie-eenheid niet conform is met de bepalingen van dit reglement of van het contract van ondersteunende dienst, is de gebruiker van het lokale transmissienet niet meer gerechtigd om de betrokken ondersteunende dienst te leveren. § 2. De beheerder van het lokale transmissienet brengt de gebruiker ervan met gemotiveerde beslissing ter kennis dat hij niet meer gerechtigd is om, overeenkomstig § 1, de betrokken ondersteunende diensten te leveren. § 3. De gebruiker van het lokale transmissienet kan slechts opnieuw gerechtigd worden om de betrokken ondersteunende diensten te leveren mits voorafgaandelijke uitvoering en welslagen van nieuwe tests.

Art. 136.De kosten opgelopen door de beheerder van het lokale transmissienet ter gelegenheid van de controles voorzien onder meer in artikel 131 en deze noodzakelijk voor de toepassing van artikel 134, § 2 zijn vastgesteld in de door de CREG goedgekeurde en geldende tarieven.

Art. 137.De algemene voorwaarden van het aansluitingscontract bepalen onder meer : 1° de algemene maatregelen die door de beheerder van het lokale transmissienet kunnen genomen worden indien een aansluitingsinstallatie of een aangesloten installatie van die aard is dat ze schade kan toebrengen aan de veiligheid, de betrouwbaarheid of de efficiëntie van het lokale transmissienet en/of van een installatie van een andere gebruiker ervan;2° de modaliteiten voor de overname van de kosten opgelopen door de beheerder van het lokale transmissienet en/of de gebruiker ervan inzake controle op aansluitingen en op installaties van de gebruiker van het lokale transmissienet, overeenkomstig Hoofdstukken V en VI van deze Titel. HOOFDSTUK VII. - Informatie met betrekking tot bestaande aansluitingen

Art. 138.De beheerder van het lokale transmissienet kan aan de gebruikers ervan die reeds aangesloten waren vóór de inwerkingtreding van dit reglement, vragen om hem alle nodige gegevens te verstrekken die hem toelaten de veiligheid, de betrouwbaarheid en de efficiëntie van het lokale transmissienet en de installaties van andere gebruikers ervan te waarborgen en onder meer alle informatie met betrekking tot : 1° de eigendom van de aansluiting;2° het onderhoud daarvan;3° het stelsel van de verantwoordelijkheden;4° het exploitatiestelsel;5° de technische kenmerken bedoeld in dit besluit. De gebruiker van het lokale transmissienet antwoordt binnen de twee weken volgend op de ontvangst van het verzoek. HOOFDSTUK VIII - Overgangsbepalingen

Art. 139.Een aansluitingsinstallatie en/of een installatie van een gebruiker van het lokale transmissienet die reeds vóór de inwerkingtreding van dit reglement bestond en die niet conform is met de voorschriften van dit reglement, kan in deze toestand worden gebruikt : - gedurende vijf jaar indien de niet-conformiteit in de normale werkingsvoorwaarden van het net geen schade dreigt toe te brengen aan het lokale transmissienet, aan de beheerder ervan, aan een andere gebruiker ervan of aan elke andere persoon; - gedurende vijftien jaar indien de niet-conformiteit in geen enkel geval schade kan toebrengen aan het lokale transmissienet, aan de beheerder ervan, aan een andere gebruiker ervan of aan elke andere persoon.

Art. 140.Een aansluitingsinstallatie en/of een installatie van een gebruiker van het lokale transmissienet die reeds bestond vóór de inwerkingtreding van dit reglement en die schade berokkent of zou kunnen berokkenen aan het lokale transmissienet, aan de beheerder ervan, aan een andere gebruiker ervan of aan elke andere persoon, moet zo snel mogelijk in conformiteit worden gebracht, in voorkomend geval, na ingebrekestelling van de beheerder van het lokale transmissienet, door degene die ervoor verantwoordelijk is.

Art. 141.§ 1. Elke gebruiker van het lokale transmissienet die op het moment van de inwerkingtreding van dit reglement niet beschikt over een aansluitingscontract afgesloten overeenkomstig dit reglement, dient volgende maatregelen te nemen : 1° zich ervan verzekeren dat zijn installaties conform met dit reglement zijn;2° zich ervan verzekeren dat zijn installaties geen schade berokkenen of kunnen berokkenen aan het lokale transmissienet, aan de beheerder ervan, aan een andere gebruiker ervan of aan ieder andere persoon;3° contact opnemen met de beheerder van het lokale transmissienet om elke nodige informatie te verkrijgen en om onderhandelingen te starten om aansluitingscontracten overeenkomstig deze Titel uit te werken;4° een plaatsbeschrijving van de installaties bedoeld in de punten 1° en 2° opmaken en de voorgenomen maatregelen en de indicatieve termijnen voorstellen om eventueel de niet conformiteit te verhelpen. § 2. Indien de beheerder van het lokale transmissienet de plaatsbeschrijving en de maatregelen voorzien in § 1, niet binnen afzienbare tijd ontvangen heeft, neemt hij het initiatief om de betrokken gebruiker ervan te contacteren en nodigt hem uit om op korte termijn deze elementen over te maken. § 3. Vóór het vaststellen van een aansluitingscontract voor de bestaande aansluitingen blijven de overeenkomsten die de bij die aansluiting betrokken partijen voorheen hebben vastgesteld, geldig voor zover ze niet strijdig zijn met dit reglement. § 4. Indien nodig stelt de CWaPE de Waalse Regering een planning voor om de aansluitingscontracten in orde te brengen. HOOFDSTUK XI - Verwijdering van een aansluiting

Art. 142.§ 1. Elke aansluiting kan op schriftelijk verzoek, ingediend bij aangetekend schrijven van de eigenaar van het onroerend goed en nadat de beheerder van het lokale transmissienet nagekeken heeft of weldegelijk geen enkele gebruiker van het lokale transmissienet er nog gebruik van maakt, verwijderd worden. § 2. De kosten voor de verwijdering van een aansluiting, evenals de kosten voor het herstel van de lokalen, de toegangswegen en de terreinen in hun oorspronkelijke staat, zijn ten laste van de eigenaar van de aansluiting. § 3. De beheerder van het lokale transmissienet kan mits voorafgaandelijke kennisgeving aan de eigenaar van het betrokken onroerend goed elke aansluiting die sinds één jaar niet meer gebruikt is, verwijderen of loskoppelen behalve indien de gebruiker van het lokale transmissienet verklaart dat hij zich van die aansluiting bedient als noodvoeding of indien hij die aansluiting apart behoudt voor het verwezenlijken van ter studie liggende projecten. In dat laatste geval neemt hij deel in de onderhoudskosten volgens de modaliteiten die hij met de beheerder van het lokale transmissienet overeen dient te komen.

TITEL IV. - Toegang tot het lokale transmissienet HOOFDSTUK I - Toegangscontract Afdeling 1. - Keuze van een leverancier en de

evenwichtsverantwoordelijke

Art. 143.§ 1. Vóór er een toegangsaanvraag bij de beheerder van het lokale transmissienet kan worden ingediend volgens de modaliteiten bepaald in afdeling II van dit hoofdstuk, dient er een contract met een minimale duur van drie maanden te worden opgesteld tussen de gebruiker van het lokale transmissienet, een leverancier die houder is van een geldige leveringsvergunning en een evenwichtsverantwoordelijke, per toegangspunt. Indien de leverancier zijn eigen evenwichtsverantwoordelijke heeft, sluit de gebruiker van het lokale transmissienet het contract enkel met de leverancier van zijn keuze af en licht de beheerder van het lokale transmissienet daarover in bij de indiening van de toegangsaanvraag. § 2. In afwijking van § 1 kan de gebruiker van het lokale transmissienet per toegangspunt een evenwichtsverantwoordelijke en meerdere leveranciers die houder zijn van een geldige leveringsvergunning aanwijzen. In dat geval beslist hij om zelf de toegangsaanvraag in te dienen (zie artikel 146) behalve indien hij één van de leveranciers ermee belast om alle verantwoordelijkheid ten opzichte van de beheerder van het lokale transmissienet over te nemen. § 3. De beheerder van het lokale transmissienet houdt een toegangsregister bij waarin voor elk door diens EAN-code gekenmerkt toegangspunt de leverancier(s) en de evenwichtsverantwoordelijke(n) aangegeven zijn. De beheerder van het lokale transmissienet licht de gebruiker over zijn EAN-nummer in.

Art. 144.§ 1. Indien een belasting gedeeltelijk of geheel gevoed wordt door lokale productie, kunnen twee evenwichtsverantwoordelijken, één voor de afname en de andere voor de injectie, in afwijking van artikel 143 aangewezen worden. § 2. Als de gebruiker van het lokale transmissienet twee evenwichtsverantwoordelijken aanwijst, wordt door hem in de toegangscontracten aangegeven dat : - er ofwel afzonderlijke tellingen geïnstalleerd worden om de geproduceerde energie afzonderlijk van de afgenomen energie te tellen.

Elke evenwichtsverantwoordelijke is enkel verantwoordelijk voor de tellingen die op hem betrekking hebben; - er ofwel in één enkele telling is voorzien, die de algebrische som verricht van beide energievormen en per periode aangeeft of de voortvloeiende energie globaal gezien in het net geïnjecteerd dan wel van het net afgenomen wordt.

In dat geval zijn de evenwichtsverantwoordelijken enkel verantwoordelijk voor de energiestromen in de richting waarvoor ze zijn aangewezen. § 3. Voor zover de netgebruiker en de evenwichtsverantwoordelijke belast met de injectie de bepalingen van dit artikel niet naleven, treft de beheerder van het lokale transmissienet de maatregelen waarover hij beschikt ten opzichte van de veiligheid, de betrouwbaarheid en de efficiëntie van het lokale transmissienet, onverminderd de beroepen van de beheerder van het lokale transmissienet ten opzichte van de betrokken netgebruiker en evenwichtsverantwoordelijke. § 4. Het uitblijven van de aanwijzing van een evenwichtsverantwoordelijke belast met de injectie en/of van een daarmee verband houdend contract binnen een redelijke termijn volgend op de inwerkingtreding van dit reglement resulteert in geval van risico voor de veiligheid, de betrouwbaarheid en de efficiëntie van het net en na ingebrekestelling waarmee een redelijke termijn wordt vastgelegd, in de opschorting van de toegang tot het net van de betrokken lokale productie-eenheid.

Art. 145.§ 1. Elke wijziging van leverancier en/of evenwichtsverantwoordelijke heeft pas uitwerking tien werkdagen na kennisgeving door de nieuwe leverancier of de toegangsgerechtigde aan de beheerder van het lokale transmissienet volgens een in het toegangscontract omschreven procedure. De beheerder van het lokale transmissienet verwittigt dan de andere in het geding zijnde partijen, waaronder de voormalige leverancier.

Als een leverancier wiens contract vervalt niet is ingelicht over een leverancierswijziging door de beheerder van het lokale transmissienet en zijn levering niet wil verlengen, verwittigt hij de beheerder van het lokale transmissienet minstens vijf dagen vóór de vervaldag, aangezien hij in het tegenovergestelde geval kan door de beheerder van het lokale transmissienet verder als leverancier kan worden beschouwd.

De betrokken leveranciers bevestigen de wijzigingen ten overstaan van het respectievelijke evenwichtsverantwoordelijken. § 2. Om de continuïteit te waarborgen in de levering aan een gebruiker van het lokale transmissienet wiens leverancier plots in gebreke gebleven is, treft de beheerder van het lokale transmissienet vooraf de noodzakelijke maatregelen om diens plaats onmiddellijk te kunnen laten innemen door een door hem aangewezen leverancier. Binnen de tien dagen licht de beheerder van het lokale transmissienet de gebruiker over die vervanging in en herinnert hem eraan dat hij een andere leverancier kan kiezen middels een vooropzeg van één maand, volgens dezelfde modaliteiten als die bepaald bij het besluit van de Waalse Regering van 21 maart 2002 betreffende de in aanmerking komende afnemers. Afdeling 2. - Modaliteiten voor de vaststelling

van de toegangscontracten met de beheerder van het lokale transmissienet Onderafdeling 1 - Algemeen

Art. 146.De toegang tot het lokale transmissienet veronderstelt het voorafgaandelijk afsluiten en de conforme uitvoering van een toegangscontract tussen de beheerder van het lokale transmissienet en een gebruiker van het lokale transmissienet of diens leverancier of diens evenwichtsverantwoordelijke, waarbij de ondertekenende partij de toegangsgerechtigde wordt genoemd. Elk toegangscontract dient vooraf te worden gegaan door een toegangsaanvraag die goedgekeurd dient te worden door de beheerder van het lokale transmissienet. De leverancier dient de toegangsaanvraag in, behalve indien de gebruiker van het lokale transmissienet beslist heeft om dat op zich te nemen of het aan de evenwichtsverantwoordelijke te vragen.

Onderafdeling 2 - Toegangsaanvraag aan de beheerder van het lokale transmissienet

Art. 147.§ 1. Elke toegangsaanvraag wordt ingediend volgens de door de beheerder van het lokale transmissienet vastgestelde procedure.In die procedure worden de voorwaarden omschreven waaraan de toegangsaanvragen dienen te beantwoorden om ontvankelijk te worden verklaard door de beheerder van het lokale transmissienet. § 2. Een toegangsaanvraag bevat onder meer volgende bestanddelen : - de identiteit van de aanvrager (naam, adres, identificatienummers,...) en de naam van de contactpersoon; - de datum vanaf welke de toegang tot het lokale transmissienet wordt aangevraagd; - de lijst met de toegangspunten (EAN-code) met vermelding van de evenwichtsverantwoordelijke, evenals met het vermogen waarop ingeschreven wordt; - het bewijs van het bestaan van een contractueel verband tussen de gebruiker en diens leverancier(s), evenals met de evenwichtsverantwoordelijke(n).

Art. 148.Binnen de vijf werkdagen volgend op de indiening van een toegangsaanvraag kijkt de beheerder van het lokale transmissienet na of de aanvraag volledig is. Indien de aanvraag onvolledig is, licht de beheerder van het lokale transmissienet de toegangsaanvrager in over de ontbrekende informatie of stukken en kent hem een termijn toe om zijn aanvraag te vervolledigen.

Onderafdeling 3 - Toegangscontract met de beheerder van het lokale transmissienet

Art. 149.Elke leverancier kan een toegangscontract sluiten met de beheerder van het lokale transmissienet op voorwaarde dat de toegangsaanvraag ontvankelijk wordt geacht.

Daartoe kijkt de beheerder van het lokale transmissienet na of volgende voorwaarden worden nageleefd : - de leverancier beschikt over een geldige leveringsvergunning; - de toegangsaanvraag is volledig; - de vermogens waarop ingeschreven wordt overschrijden niet het aansluitingsvermogen van de betrokken aansluiting en de houder van de aansluiting komt in aanmerking; - de evenwichtsverantwoordelijke(n) is/zijn vermeld in het register evenwichtsverantwoordelijken.

Art. 150.Een gebruiker van het lokale transmissienet kan een toegangscontract sluiten met de beheerder van het lokale transmissienet (en dus opgenomen worden in het toegangsregister dat eveneens de leverancier(s) en de respectievelijke evenwichtsverantwoordelijke(n) vermeldt indien hij aan volgende voorwaarden beantwoordt : - de gebruiker van het lokale transmissienet is een in aanmerking komend gebruiker; - een aansluitingscontract is gesloten met de beheerder van het lokale transmissienet voor de betrokken aansluiting en de vermogens waarop ingeschreven wordt overschrijden niet het aansluitingsvermogen; - de door de gebruiker van het lokale transmissienet aangewezen leverancier(s) is/zijn houder van een geldige leveringsvergunning; - de evenwichtsverantwoordelijke(n) is/zijn vermeld in het register van de toegangsverantwoordelijken.

Art. 151.Een evenwichtsverantwoordelijke kan een toegangscontract sluiten met de beheerder van het lokale transmissienet op voorwaarde dat zijn toegangsaanvraag ontvankelijk geacht wordt. Daartoe kijkt de beheerder van het lokale transmissienet na of volgende voorwaarden zijn nageleefd : - de evenwichtsverantwoordelijke(n) is/zijn opgenomen in het register van de toegangsverantwoordelijken; - de leverancier beschikt over een geldige leveringsvergunning; - de toegangsaanvraag is volledig; - de vermogens waarop ingeschreven wordt overschrijden niet het aansluitingsvermogen van de betrokken aansluiting en de houder van de aansluiting komt in aanmerking.

Art. 152.Het toegangscontract bevat minstens volgende bestanddelen : 1° de identiteit van betrokken partijen (naam, adres, BTW-nummer, nummer in het handelsregister,...) met inbegrip van de leverancier(s) en de evenwichtsverantwoordelijke(n); 2° de vermelding van de contactpersonen;3° de bepalingen met betrekking tot de vertrouwelijkheid, de wederzijdse aansprakelijkheden;4° de datum van inwerkingtreding van het toegangscontract en de duur van dat contract;5° de lijst met de toegangspunten (EAN-code), in voorkomend geval, het vermogen waarop ingeschreven wordt per toegangspunt of per samenhangend geheel van toegangspunten en de duur van het toegangsrecht voor het vermogen waarop ingeschreven wordt;6° de productie-eenheden per toegangspunt (met vermelding van het maximum ontwikkelbare netto-vermogen en de verwachte gebruiksduur) in het geval waarin ten gevolge van de aangesloten productie-eenheden zowel een injectie als een afname van vermogen zich kan voordoen op een welbepaald toegangspunt, dient voor de in aanmerking genomen periode een vermogen waarop ingeschreven wordt bepaald te worden zowel voor de injectie als voor de afname van vermogen;7° in voorkomend geval, de bijzondere bepalingen in verband met de afname of de injectie van reactief vermogen;8° in voorkomend geval, de bepalingen in geval van spoedeisendheid;9° de betaalwijze en de eventuele financiële waarborgen. Onderafdeling 4 - Waarborgen die door de toegangsgerechtigde verleend dienen te worden

Art. 153.§ 1. De toegangsgerechtigde waarborgt de beheerder van het lokale transmissienet dat de afnames en injecties tijdens de dur van het toegangscontract geregeld zullen worden door een leveringscontract volgens artikel 143. § 2. De toegangsgerechtigde verbindt zich ertoe de beheerder van het lokale transmissienet er onmiddellijk over in te lichten in geval van wijziging van één van de bestanddelen opgenomen in de artikelen 147 tot en met 152. HOOFDSTUK II - Toegang tot het lokale transmissienet Afdeling 1. - Algemeen

Art. 154.§ 1. Onmiddellijk na de ondertekening van het toegangscontract heeft de gebruiker van het lokale transmissienet die op het lokale transmissienet is aangesloten het recht op toegang tot dat net in overeenstemming met het aansluitingsvermogen waarop ingeschreven is. § 2. De beheerder van het lokale transmissienet voorziet in zijn algemene voorwaarden in de modaliteiten voor het herstel van schade voortvloeiend uit het uitblijven van informatieverlening aan de gebruiker overeenkomstig artikel 155, § 2; evenals in de modaliteitren voor het herstel van schade zoals bedoeld in artikel 28 van het besluit van de Waalse Regering van 10 april 2003 betreffende de openbare dienstverplichtingen op de elektriciteitsmarkt. Afdeling 2. - Geplande onderbrekingen in de toegang

Art. 155.§ 1. De beheerder van het lokale transmissienet heeft het recht om na overleg met de betrokken gebruiker de toegang tot het hoogspanningsnet te onderbreken indien de veiligheid, de betrouwbaarheid en/of de doeltreffendheid van het lokale transmissienet of van de aansluiting de uitvoering van werken op het lokale transmissienet of de aansluiting vereisen. § 2. Onverminderd § 1 licht de beheerder van het lokale transmissienet, behalve indien hij een noodsituatie of een meevroudige incidentsituatie zoals bedoeld in artikel 181 verantwoordt, de gebruiker van het lokale transmissienet in, evenals diens evenwichtsverantwoordelijke minstens tien werkdagen op voorhand in over de aanvang van de onderbreking en over de vermoedelijke duur van de onderbreking. Die termijn wordt op vijf werkdagen teruggebracht indien het de regularisering van een voorlopige herstelling betreft.

In voorkomend geval licht de evenwichtsverantwoordelijke de leverancier in. § 3. Naast de inlichtingen bepaald bij § 2 maakt de beheerder van het lokale transmissienet de lijst, de duur en de oorzaken van de geplande onderbrekingen die plaatsgevonden hebben, op zijn website bekend. Afdeling 3. - Niet-geplande onderbrekingen in de toegang

Art. 156.§ 1. In geval van niet-geplande onderbreking in de toegang tot het lokale transmissienet licht de beheerder van het lokale transmissienet de gebruiker van het lokale transmissienet, de toegangsgerechtigde en de evenwichtsverantwoordelijke onmiddellijk in over de aard van de onderbreking en de geschatte duur. § 2. De beheerder van het lokale transmissienet maakt de lijst, de bij benadering geschatte duur en de bondig omschreven oorzaken van de niet-geplande onderbrekingen in verband met het net op zijn website bekend.

Die behoorlijk bijgewerkte inlichtingen blijven minstens één jaar op de website staan. De beheerder van het lokale transmissienet licht de CWaPE driemaandelijks in over de oorzaken die geen verband houden met het net. Afdeling 4. - Opschorting van de toegang

Art. 157.§ 1. De beheerder van het lokale transmissienet behoudt zich het recht voor om de toegang tot het lokale transmissienet geheel of gedeeltelijk op te schorten gedurende de tijd die strikt noodzakelijk is voor de regularisering van volgende omstandigheden : 1° in geval van noodsituaties;2° indien hij verantwoordt dat er een ernstig risico bestaat dat de goede werking van het lokale transmissienet en/of de veiligheid van de personen of van de uitrustingen bedreigd zijn;3° in het geval waarin het vermogen waarop ingeschreven wordt, op kennelijke wijze overschreden wordt;4° in het geval waarin die gebruiker van het lokale transmissienet of diens leverancier(s) hun financiële verplichting(en) niet naleven of indien, op een gegeven tijdstip, er geen aangewezen leverancier of evenwichtsverantwoordelijke meer is. § 2. De beheerder van het lokale transmissienet verantwoordt binnen de kortst mogelijke termijn zijn beslissing aan de gebruiker van het betrokken net en aan de CWaPE.

Art. 158.Het werkelijk door de gebruiker van het lokale transmissienet op een aansluitingspunt afgenomen of geïnjecteerd vermogen mag in geen enkel geval het aansluitingsvermogen overschrijden zoals nauwkeurig omschreven in het aansluitingscontract.

In het geval waarin het schijnbaar vermogen niet gemeten wordt, wordt er rekening gehouden met een vermogensfactor (cos phi) van 0.95 op het geïnjecteerde of het afgenomen vermogen. Afdeling 5. - Toegang tot de andere netten

Art. 159.De beheerder van het lokale transmissienet is ten opzichte van de toegangsgerechtigde die een toegangscontract met hem afgesloten heeft, aansprakelijk voor de toegang tot de netten die aan zijn lokale transmissienet gekoppeld zijn.

De koppelingen tussen de netten mogen niet onderbroken worden, behalve bij toepassing van wets- of regelgevende bepalingen. HOOFDSTUK III - Specifieke voorschriften voor de toegang tot het lokale transmissienet Afdeling 1. - Toegangsprogramma

Art. 160.Indien de beheerder van het lokale transmissienet het noodzakelijk acht (naar gelang van het afgenomen en/of geïnjecteerde vermogensniveau en/of op grond van andere objectieve en niet-discriminerende criteria) kan hij op bepaalde toegangspunten dagelijks een toegangsprogramma van de toegangsgerechtigde eisen voor hij de toegang tot het lokale transmissienet verleent. In dat geval gelden de bepalingen van hoofdstuk XI van titel IV van het technisch transmissiereglement.

Het dagelijks toegangsprogramma betreffende de dag « D » wordt uiterlijk op de dag « D-1 » op een welbepaald uur ingediend volgens een procedure en transparante en niet-discriminerende ontvankelijkheidsvoorwaarden die nauwkeurig in elk toegangscontract omschreven zijn. Hij kan eveneens jaarlijks vooruitzichten vanwege die partij eisen.

Art. 161.De toegangsgerechtigde verwittigt onverwijld de beheerder van het lokale transmissienet zodra hij voorziet dat het reële afname- of injectieprofiel kennelijk zal afwijken van bovenvermeld programma of bovenvermelde vooruitzichten. Afdeling 2. - Afname van reactieve energie

Art. 162.De beheerder van het lokale transmissienet verleent per tijdsinterval de toegangsgerechtigde een afnamerecht voor een hoeveelheid reactieve energie per afnamepunt waarop het contract betrekking heeft.

Art. 163.De hoeveelheden met betrekking tot de werking in het inductieve en capacitieve stelsel worden afzonderlijk gemeten en worden niet wederzijds gecompenseerd.

Art. 164.§ 1. De toegangsgerechtigde geniet per tijdsinterval een afnamerecht voor een forfaitaire hoeveelheid reactieve energie in inductief en capacitief stelsel. § 2. Onder voorbehoud van de bepalingen van § 3 beantwoordt die forfaitaire hoeveelheid reactieve energie per tijdsinterval aan 32,9 % van de actieve energiehoeveelheid die op het afnamepunt afgenomen wordt tijdens die tijdsinterval. § 3. Het afnamerecht voor reactieve energie per tijdsinterval mag niet lager zijn dan 3,29 % van de hoeveelheid actieve energie die conform is aan de duur van de tijdsinterval vermenigvuldigd met het vermogen waarop ingeschreven wordt door de partij bedoeld in artikel 162 op het betokken afnamepunt. § 4. Het positieve verschil tussen de hoeveelheid in het inductieve stelsel en de forfaitaire hoeveelheid die overeenkomstig deze afdeling toegewezen wordt, wordt aangerekend aan de partij bedoeld in artikel 162 volgens het overeenkomstige tarief zoals goedgekeurd door de CREG. § 5. Het positieve verschil tussen de hoeveelheid in het capacitieve stelsel en de forfaitaire hoeveeheid die overeenkomstig deze afdeling toegewezen wordt, wordt aangerekend aan de partij bedoeld in artikel 162 volgens het overeenkomstige tarief zoals goedgekeurd door de CREG. § 6. Voor de toepassing van deze afdeling beantwoordt het betrokken tijdsinterval aan één kwartier. HOOFDSTUK IV - Beheer van het net Afdeling 1. - Coördinatie van de ingebruikname van de

productie-eenheden

Art. 165.§ 1. De beheerder van het lokale transmissienet en de transmissienetbeheerder bereiken een overeenstemming over de productie-eenheden die op het lokale transmissienet aangesloten zijn en die in overweging genomen dienen te worden voor de coördinatie van hun ingebruiknames door de transmissienetbeheerder. Voor die eenhden wordt er een coördinatiecontract voor de ingebruikname van de productie-eenheden gesloten tussen de transmissienetbeheerder en de desbetreffende evenwichtsverantwoordelijke. § 2. De beheerder van het lokale transmissienet licht de CWaPE in over de productie-eenheden waarvoor § 1 geldt.

Art. 166.§ 1. De coördinatie van de ingebruikname van de productie-eenheden beantwoordt aan de voorschriften met betrekking tot het technisch transmissiereglement. § 2. De beheerder van het lokale transmissienet en de transmissienetbeheerder verlenen elkaar bijstand bij de uitvoering van de coördinatie van de ingebruikname van de productie-eenheden. Afdeling 2. - Compensatie van de verliezen van het lokale

transmissienet

Art. 167.De beheerder van het lokale transmissienet compenseert de energieverliezen in diens lokale transmissienet door gepaste energie-aankopen volgens een mededingingsprocedure (prijsaanvraag of aanbesteding). Afdeling 3. - Ondersteunende diensten

A. Spanningsregeling en reactief vermogen

Art. 168.§ 1. De beheerder van het lokale transmissienet omschrijft nauwkeurig de specificaties betreffende de beschikbaarheid en de levering van de spanningsregeling en het reactief vermogen en deelt ze aan de CWaPE mee. § 2. De beschikbaarheid en de levering van de spanningsregeling en het reactief vermogen bedoeld in dit artikel worden aangekocht volgens een mededingingsprocedure (prijsaanvraag en aanbesteding). § 3. De modaliteiten met betrekking tot de beschikbaarheid en de levering van de spanningsregeling en het reactief vermogen zoals bedoeld in dit artikel worden op transparante en niet-discriminerende wijze omschreven door de beheerder van het lokale transmissienet en de gebruiker van het betrokken net in één of meerdere hulpdienstcontracten. § 4. In het geval waarin de spanningsregeling en de regeling van het reactief vermogen dat ter beschikking wordt gesteld van de beheerder van het lokale transmissienet niet voldoet om de veiligheid, de betrouwbaarheid of de doeltreffendheid van het lokale transmissienet te vrijwaren, zijn de producenten die op zijn lokale transmissienet zijn aangesloten, ertoe verplicht op verzoek van de beheerder van het lokale transmissienet de spanningsregeling en de regeling van het reactief vermogen te zijner beschikking te stellen tegen een billijke prijs die gegrond os op de criteria vastgesteld door de CREG en waarbij rekening gehouden wordt met de technische criteria bedoeld in dit reglement. § 5. De beheerder van het lokale transmissienet omschrijft nauwkeurig op individuele basis en op grond van technische en transparante criteria de hoeveelheid reactieve energie die elke producent ter beschikking stelt van en, in voorkomend geval, levert aan de beheerder van het lokale transmissienet.

Art. 169.De producent die de spanningsregeling en de regeling van het reactief vermogen levert moet voor elke regelende eenheid die actief vermogen in het lokale transmissienet injecteert : 1° over een reactief vermogen beschikken binnen de perken bepaald bij voornoemd contract;2° de werking van de primaire spanningsregelaar binnen de voorziene perken niet belemmeren;3° zich in overeenstemming brengen met de richtlijnen voor de productie van reactief vermogen zoals medegedeeld door de beheerder van het lokale transmissienet.

Art. 170.De producent die de spanningsregeling en de regeling van het reactieve vermogen levert dient voor elke niet-regelende eenheid die actief vermogen in het lokale transmissienet injecteert, zich onverwijld in overeenstemming brengen met de richtlijnen voor de productie van reactief vermogen zoals medegedeeld door de beheerder van het lokale transmissienet.

Art. 171.De richtlijnen waarvan sprake in artikel 170 beantwoorden aan de niveaus die zijn overeengekomen tussen de beheerder van het lokale transmissienet en de leverancier van die hulpdienst.

B. Ondersteunende diensten geleverd door de gebruiker van het lokale transmissienet

Art. 172.§ 1. De ondersteunende diensten die zijn geleverd door de gebruiker van het lokale transmissienet aan de transmissienetbeheerder beantwoorden aan de voorschriften in dat verband opgenomen in het technisch transmissiereglement. § 2. De beheerder van het lokale transmissienet verleent bijstand aan de transmissienetbeheerder voor de controle op de beschikbaarheid en de levering van de ondersteunende diensten als bedoeld onder § 1. Afdeling 4. - Beheer van de congesties

Art. 173.§ 1. Door te waken over het voorrangsrecht dat verleend wordt aan de productie-installaties die gebruik maken van hernieuwbare energiebronnen, aan de kwaliteitsvolle warmtekrachtkoppelingseenheden en aan de eenheden die elektriciteit produceren uit afvalstoffen en recuperaties op industriële processen, zet de beheerder van het lokale transmissienet de middelen waarover hij beschikt in om de elektriciteitsstromen op het lokale transmissienet op veilige, betrouwbare en doeltreffende manier te beheren in overleg met de transmissienetbeheerder. § 2. Bij de voorbereiding van de exploitatie maken de middelen bedoeld in § 1 onder meer het volgende mogelijk : - de coördinatie van de ingebruikname van de productie-eenheden overeenkomstig afdeling I van dit hoofdstuk in overleg met en via de transmissienetbeheerder; - het voorzien in de onderbreking of het terugbrengen van de afname doorgevoerd door een gebruiker van het lokale transmissienet indien laatstgenoemde deelneemt aan het beheer van de congesties; - het inroepen van een noodsituatie overeenkomstig afdeling IV van hoofdstuk II van titel I. § 3. Bij de exploitatie van het lokale transmissienet door de beheerder van het lokale transmissienet maken de middelen bedoeld in § 1 onder meer het volgende mogelijk : - de coördinatie van de ingebruikname van de productie-eenheden overeenkomstig afdeling I van hoofdstuk IV van de toegangscode in overleg met en via de transmissienetbeheerder; - het terugbrengen of het onderbreken, indien nodig, van de afname van een gebruiker van het lokale transmissienet indien laatstgenoemde deelneemt aan het beheer van de congesties; - het inroepen van een noodsituatie overeenkomstig afdeling IV van hoofdstuk II van titel I.

Art. 174.§ 1. De modaliteiten voor het onderbreken of terugbrengen van de afname bepaald bij artikel 173 worden vastgelegd in het contract tussen de beheerder van het lokale transmissienet en de gebruiker van het lokale transmissienet of de evenwichtsverantwoordelijke. § 2. In het geval waarin de modaliteiten zijn vastgelegd met de evenwichtsverantwoordelijke, levert laatstgenoemde aan de beheerder van het lokale transmissienet het bewijs dat hij die vermogensonderbreking in het injectie- en/of afnamepunt kan inzetten.

De beheerder van het lokale transmissienet beslist over de geldigheid van die inzet op een transparante en niet-discriminerende basis. Die beslissing wordt aan de CWaPE overgemaakt. Afdeling 5. - Regelingswaarden bij exploitatie

A . Actief vermogen

Art. 175.§ 1. De evenwichtsverantwoordelijke voor een injectiepunt geeft aan de productie-eenheden die op die injectiepunten liggen kennis van de waarden van de productieparameters. Tezelfdertijd geeft hij een afschrift van die waarden aan de beheerders van het lokale transmissienet en aan de transmissienetbeheerders. § 2. De evenwichtsverantwoordelijke verstrekt onmiddellijk elke informatie die de procedures voor de coördinatie van de ingebruikname van de productie-eenheden kan beïnvloeden aan de beheerders van het lokale transmissienet en aan de transmissienetbeheerders.

Art. 176.§ 1. Indien de beheerder van het lokale transmissienet en/of de transmissienetbeheerder in samenwerking achten dat het geheel of een gedeelte van de waarden van de productieparameters bedoeld in artikel 175 schade kunnen toebrengen aan de veiligheid, aan de betrouwbaarheid of aan de doeltreffendheid van het lokale transmissienet of aan het transmissienet, maakt de beheerder van het lokale transmissienet of de transmissienetbeheerder aan de evenwichtsverantwoordelijke van het injectiepunt de wijzigingen van de waarden van de productieparameters over. De evenwichtsverantwoordelijke is ertoe verplicht die waarden onmiddellijk te laten overnemen door de betrokken productie-eenheden, in overeenstemming met het coördinatiecontract voor de ingebruikname van de productie-eenheden. § 2. De evenwichtsverantwoordelijke voor een injectiepunt is ertoe verplicht de kosten opgelopen door de betrokken beheerders van het lokale transmissienet over te nemen, in het geval waarin die waarden van de productieparameters afwijken van het dagelijks toegangsprogramma van die evenwichtsverantwoordelijke, behalve bij richtlijnen die gegeven zijn door de beheerder van het lokale transmissienet of de transmissienetbeheerder in het kader van § 1.

Art. 177.§ 1. De gebruiker van het lokale transmissienet licht de beheerder van het lokale transmissienet onmiddellijk in over elk werkingsgebrek van één van diens installaties die onmiddellijk of op termijn van invloed kan zijn op de veiligheid, de betrouwbaarheid of de doeltreffendheid van het net. Hij verstrekt onverwijld de aanvullende inlichtingen waarom door de beheerder van het lokale transmissienet verzocht heeft. § 2. Behalve voor de gedecentraliseerde productie-eenheden deelt de evenwichtsverantwoordelijke voor een injectiepunt binnen de drie minuten na het stilvallen van de productie-eenheid op één van de injectiepunten elk niet-geprogrammeerd, individueel, volledig of gedeeltelijk stilleggen van die productie-eenheid aan de beheerder van het lokale transmissienet of aan de transmissienetbeheerder mee waarbij hij de reden opgeeft, evenals het beste vooruitzicht voor de duur van de stilstand.

Art. 178.De beheerder van het lokale transmissienet en de transmissienetbeheerder verlenen elkaar bijstand voor de uitvoering van de voorwaarden van deze afdeling.

B . Spanning en reactief vermogen

Art. 179.§ 1. De beheerder van het lokale transmissienet deelt aan de betrokken productie-eenheden de richtlijnen mee voor de regeling van de spanning en van het reactief vermogen dat geïnjecteerd of afgenomen dient te worden voor de regelende en de niet-regelende eenheden. § 2. De technische middelen die ingezet dienen te worden voor de mededeling bedoeld in § 1 worden bepaald door de beheerder van het lokale transmissienet in het contract voor de ondersteunende diensten.

Art. 180.De richtlijnen vermeld in artikel 179 mogen niet gewijzigd worden zonder voorafgaandelijke instemming van de beheerder van het lokale transmissienet. HOOFDSTUK V - Interventiemaatregelen in noodsituaties

Art. 181.In noodsituatiegevallen zoals bepaald in artikel 16 van het technisch reglement en in het kader van de modaliteiten voor de interventie bepaald in artikel 17, of in meervoudige incidentsituaties die redelijkerwijs niet in rekening kunnen worden genomen bij de voorbereiding van de exploitatie en die niet hersteld kunnen worden ondanks de toepassing van de regels van het goed vakmanschap aangepast aan de omstandigheden en met de middelen waarin de beheerder van het lokale transmissienet voorziet, evalueert laatstgenoemde die situatie en kan in overleg met de transmissienetbeheerder elke actie ondernemen die noodzakelijk is, en in het bijzonder : 1° de levering van het actief vermogen van de productie-eenheden laten wijzigen;2° de levering van het reactief vermogen van de productie-eenheden laten wijzigen;3° een afname op een afnamepunt wijzigen of onderbreken overeenkomstig het contract dat de beheerder van het lokale transmissienet en de gebruiker van het lokale transmissienet of de toegangsgerechtigde of de evenwichtsverantwoordelijke bindt;4° de koppelingen onderbreken met de andere netten in de regelzone;5° indien hij het nodig acht, de beschermingscode in werking brengen en, in het bijzonder, in overleg met de transmissienetbeheerder, de afnames wijzigen of onderbreken volgens het ontlastingsplan.

Art. 182.De maatregelen die getroffen worden krachtens artikel 181 : 1° zijn tijdelijk;2° hebben voorrang en kunnen te allen tijde worden gewijzigd en zonder vooropzeg door de beheerder van het lokale transmissienet zolang de noodsituatie voortduurt;3° worden onverwijld ter kennis gegeven aan de CWaPE en maken vanwege de transmissienetbeheerder het voorwerp uit van een specifiek verslag dat aan de CwaPE wordt overgemaakt. ]TITEL V. - Tellingen en metingen HOOFDSTUK I - Meetuitrustingen en meetgegevens Afdeling 1. - Algemene beginselen

Art. 183.§ 1. De meetuitrustingen in de zin van deze titel zijn de uitrustingen waarop de beheerder van het lokale transmissienet een controle dient uit te oefenen met het oog op de exploitatie van het transmissienet en de facturering in het kader van diens opdrachten. § 2. De meetuitrustingen dienen conform te zijn aan de technische criteria, aan de regels met betrekking tot hun uitvoering en gebruik, aan de mededeling van de meetgegevens en aan de toegang tot de installaties zoals bedoeld in deze titel. § 3. Onverminderd de bepalingen van dit reglement dienen de uitrustingen die gebruikt worden in de meetinstallatie te beantwoorden aan de eisen van de Belgische reglementen en normen en van de internationale normen die gelden voor de meetinstallaties of hun samenstellende delen, en meer bepaald het koninklijk besluit van 6 juli 1981 besluit betreffende de instrumenten bestemd voor het meten van de elektrische energie. § 4. In het aansluitingscontract wordt de wijze geregeld waarop de telling verricht wordt.

Art. 184.De gebruiker van het lokale transmissienet is ertoe verplicht de gepresteerde diensten te betalen, met inbegrip van de leveringen en algemene kosten, overeenkomstig de bepalingen van deze titel en de contracten die krachtens dit reglement zijn gesloten en volgens het geldende tarief.

Art. 185.De contracten die gesloten worden overeenkomstig dit reglement bevatten bepalingen met betrekking tot de technische conformiteitscriteria van de meetinstrumenten, evenals met betrekking tot de uitvoering en het gebruik van de meetuitrustingen, de mededeling en de terbeschikkingstelling van de meetgegevens, de toegang tot de installaties en de betaalwijze. Afdeling 2. - Ligging

Art. 186.De beheerder van het lokale transmissienet en de gebruiker van het betrokken net komen in het aansluitingscontract de plaats van ligging van de meetinstrumenten overeen, die meer bepaald geïnstalleerd zijn : 1° op elke aansluiting, koppeling of productie-eenheid indien een meetuitrusting noodzakelijk is om ten opzichte van het lokale transmissienet of elke andere aansluiting of koppeling de hoeveelheid actieve energie en/of reactieve energie te bepalen die geïnjecteerd wordt in of afgenomen wordt van de betrokken installatie;2° op de aansluiting of de installatie van een gebruiker van het lokale transmissienet indien die installatie een hulpdienst levert aan het lokale transmissienet;3° op elke aansluiting of installatie van een gebruiker van het lokale transmissienet indien de beheerder van het lokale transmissienet van mening is dat die installatie of de wijze waarop ze geëxploiteerd wordt de veiligheid, de betrouwbaarheid of de doeltreffendheid van het lokale transmissienet kan verstoren.

Art. 187.§ 1. Indien de gebruiker van het lokale transmissienet bijkomende installaties wenst te integreren in de meetinstallatie met betrekking tot zijn aansluiting om een controlemeting te verrichten, richt hij zich tot de beheerder van het lokale transmissienet die op grond van objectieve en niet-discriminerende criteria evalueert of die installatie verwezenlijkt kan worden zonder de veiligheid, de betrouwbaarheid of de doeltreffendheid van het lokale transmissienet en de kwaliteit van de basismetingen in het gedrang te brengen.

In geval van positieve evaluatie worden de bijkomende uitrustingen geplaatst volgens artikel 193. Die uitrustingen dienen te beantwoorden aan de voorschriften van dit reglement en mogen de hoofdmeting niet beïnvloeden. In geval van negatieve evaluatie wordt een afschrift van het verslag aan de CWaPE medegedeeld. § 2. Alle kosten in verband met die bijkomende uitrustingen zijn ten laste van de gebruiker van het lokale transmissienet die erom verzocht heeft. Afdeling 3. - Meetpunt

Art. 188.§ 1. De meetuitrustingen zijn aan de aansluitingsinstallatie of aan de installatie van een gebruiker van het lokale transmissienet gekoppeld op een punt dat in deze titel « meetpunt » wordt genoemd. § 2. De tellingen en metingen met betrekking tot een aansluiting worden op het bij deze afdeling bepaalde meetpunt verricht.

Art. 189.§ 1. Voor de tellingen bedoeld in artikel 186, 1°, valt het meetpunt samen met het aansluitingspunt, behalve andersluidende bepaling in het aansluitingscontract. § 2. Indien het aansluitingspunt bepaald in het aansluitingscontract het niet mogelijk maakt om de tellingen bedoeld in artikel 186, 1°, overeenkomstig dit reglement te verrichten, komt de beheerder van het lokale transmissienet een ander meetput met de gebruiker overeen.

Art. 190.§ 1. De beheerder van het lokale transmissienet en de gebruiker van het lokale transmissienet komen het meetpunt overeen voor de metingen vermeld in de artikelen 186, 2° en 186, 3°. § 2. Bij ontstentenis van overeenstemming bepaalt de beheerder van het lokale transmissienet het meetpunt en licht er de CWaPE over in. Afdeling 4. - Eigendom

Art. 191.Indien de beheerder van het lokale transmissienet niet eigenaar is van de meetuitrustingen, is de gebruiker van het lokale transmissienet ertoe verplicht de bepalingen van dit reglement na te leven en te doen naleven, evenals de contracten die gesloten zijn krachtens dit reglement die betrekking hebben op de meetuitrustingen.

De gebruiker van het lokale transmissienet waarborgt aan de beheerder van het lokale transmissienet te allen tijde de toegang tot de meetuitrustingen en de meetgegevens. Afdeling 5. - Installatie

Art. 192.De meetuitrustingen worden overeenkomstig dit reglement en de krachtens dit reglement gesloten contracten geïnstalleerd.

Art. 193.De beheerder van het lokale transmissienet en de gebruiker van het lokale transmissienet wijzen de verantwoordelijke van de installatie van de meetuitrustingen aan. Afdeling 6. - Verzegeling

Art. 194.§ 1. De beheerder van het lokale transmissienet bepaalt na overleg met de netgebruiker de meetuitrustingen die verzegeld dienen te worden en verzegelt ze of laat ze verzegelen. § 2. De zegels bedoeld in § 1 mogen niet verbroken worden zonder de voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van de beheerder van het lokale transmissienet. Indien de zegels gebroken worden of in geval van niet toegelaten interventie verwittigt de beheerder van het lokale transmissienet onder meer de leverancier en de evenwichtsverantwoordelijke. Afdeling 7. - Registratie van de meetuitrustingen in het telregister

Art. 195.§ 1. De beheerder van het lokale transmissienet noteert de meetinstrumenten en hun technische specificiteiten in het « telregister » indien de meetuitrustingen die gebruikt worden voor de metingen bedoeld in dit hoofdstuk conform zijn aan dit reglement. § 2. Met die notering wordt tot bewijs van het tegendeel de conformiteit van de meetuitrustingen met dit reglement op het ogenblik van de notering bewezen. § 3. De beheerder van het lokale transmissienet schrapt de meetinstrumenten die niet meer conform aan dit reglement zijn, van het telregister. HOOFDSTUK II - Technische criteria en algemene voorwaarden met betrekking tot de meetinstrumenten

Art. 196.De beheerder van het lokale transmissienet en de netgebruiker bepalen de technische criteria waaraan de meetuitrustingen conform dienen te zijn, meer bepaald : 1° de geldende normen;2° de te meten grootheden en de gebruikte eenheden;3° de periodiciteit van de metingen;4° de nauwkeurigheid van de metingen;5° in voorkomend geval, het voorzien in extra meetinstrumenten.

Art. 197.De criteria worden nauwkeurig omschreven in het aansluitingscontract of, in voorkomend geval, in het ondersteunende dienstencontract en worden aan de CWaPE medegedeeld. Afdeling 2. - Specifieke procedures

Art. 198.De beheerder van het lokale transmissienet en de betrokken gebruiker komen specifieke objectieve, transparante en niet-discriminerende procedures overeen met betrekking tot de meetinstrumenten die worden ingezet door de beheerder van het lokale transmissienet en de gebruiker van het lokale transmissienet. De beheerder van het lokale transmissienet geeft er onverwijld kennis van aan de CWaPE. HOOFDSTUK III - Toegang tot de meetinstrumenten en de meetgegevens Afdeling 1. - Toegang tot de meetinstrumenten en de meetgegevens

Art. 199.§ 1. Elke persoon, met inbegrip van de gebruiker van het lokale transmissienet, die toegang heeft tot de installaties waar zich de meetuitrustingen bevinden is onder meer verantwoordelijk voor de naleving van de vertrouwelijkheid van de meetgegevens waartoe die gebruiker van het lokale transmissienet of die andere personen toegang kunnen hebben. § 2. De toegang tot de meetinstrumenten mag niet tot gevolg hebben dat de veiligheid van het lokale transmissienet verstoord wordt, noch dat schade berokkend wordt aan de personen of aan de goeden. Afdeling 2. - Toegang tot de meetuitrustingen en de meetgegevens door

de beheerder van het lokale transmissnet

Art. 200.§ 1. De gebruiker van het lokale transmissienet waarborgt aan de beheerder van het lokale transmissienet te allen tijde de toegang tot de meetuitrustingen die zich in de installaties van een gebruiker van het lokale transmissienet bevinden. § 2. Overeenkomstig artikel 15 van dit reglement leeft de beheerder van het lokale transmissienet die toegang heeft tot de meetuitrustingen die zich in de installaties van een gebruiker van het lokale transmissienet bevinden, de voorschriften na met betrekking tot de veiligheid van de personen en de goederen die door de betrokken gebruiker toegepast worden. Afdeling 3. - Toegang tot de meetgegevens door de gebruiker van het

lokale transmissienet

Art. 201.§ 1. Met het oog op het interne gebruik heeft de gebruiker van het lokale transmissienet het recht om continu over de meetgegevens te beschikken die plaatselijk beschikbaar zijn in de meetinstallatie met betrekking tot zijn aansluiting. In de uitzonderlijke gevallen waarin de meetinstallatie zich op een plaats bevindt die niet toegankelijk is voor de gebruiker van het lokale transmissienet, richt laatstgenoemde zich tot de beheerder van het lokale transmissienet die hem toegang zal verschaffen binnen een redelijke termijn, overeenkomstig de bepalingen vermeld in artikel 14. § 2. De meetgegevens vermeld in § 1 bevatten minstens de telmetingen.

Op verzoek van de gebruiker van het lokale transmissienet geeft de beheerder van het lokale transmissienet de noodzakelijke inlichtingen voor de interpretatie van de meetgegevens. HOOFDSTUK IV - Controle van de meetuitrustingen door de beheerder van het lokale transmissienet Afdeling 1.- Verificatie van de conformiteit van de meetuitrustingen

Art. 202.De beheerder van het lokale transmissienet is gemachtigd om de conformiteit van de meetuitrustingen bedoeld bij dit reglement en bij de krachtens dit reglement gesloten contracten te controleren of te laten controleren.

Art. 203.Indien de controles bedoeld in artikel 202 aantonen dat meetuitrustingen waarvan de beheerder van het lokale transmissienet niet eigenaar is niet conform zijn aan de bepalingen van dit reglement of van de krachtens dit reglement gesloten contracten, brengt de gebruiker van het lokale transmissienet ze in overeenstemming of laat ze in overeenstemming brengen binnen de dertig dagen volgend op de kennisgeving die de beheerder van het lokale transmissienet daartoe opgesteld heeft. Afdeling 2. - Controle van de meetuitrustingen

Art. 204.§ 1. Elke betrokken persoon die op gemotiveerde wijze van mening is dat er een significante vergissing in een door de beheerder van het lokale transmissienet overeenkomstig artikel 226 medegedeeld meetgegeven is geslopen, geeft daar onverwijld kennis van aan de beheerder van het lokale transmissienet. § 2. De persoon bedoeld in § 1 verzoekt in voorkomend geval de beheerder van het lokale transmissienet schriftelijk om controles te verrichten op de betrokken meetuitrustingen en verbindt zich ertoe alle kosten met betrekking daartoe over te nemen onverminderd artikel 209.

Art. 205.§ 1. De persoon bedoeld in artikel 204, § 2, en de beheerder van het lokale transmissienet komen de soorten controles overeen die verricht dienen te worden, evenals de meetuitrustingen die gecontroleerd dienen te worden. § 2. Bij ontstentenis van overeenstemming bepaalt de beheerder van het lokale transmissienet in voorkomend geval de vereiste controles en de modaliteiten ter zake en licht er de CWaPE over in. § 3. Indien de beheerder van het lokale transmissienet niet eigenaar is van de betrokken meetuitrustingen, geeft hij van het verzoek om controle kennis aan de betrokken netgebruiker. § 4. In ieder geval dienen de controles waarvan sprake in deze afdeling de wets- en regelgevende bepalingen na te leven.

Art. 206.§ 1. Indien de beheerder van het lokale transmissienet niet eigenaar is van de betrokken meetuitrustingen, waakt de gebruiker van het lokale transmissienet erover dat de controles bedoeld in artikel 205 worden verricht. § 2. De beheerder van het lokale transmissienet is gemachtigd om de controles die door de gebruiker van het lokale transmissienet zoals bedoeld in §1 worden verricht bij te wonen of eraan deel te nemen. § 3. De gebruiker van het lokale transmissienet bedoeld in § 1 geeft aan de beheerder van het lokale transmissienet kennis van het resultaat van de controles bedoeld in deze afdeling uiterlijk tien werkdagen na verwezenlijking ervan.

Art. 207.Indien de beheerder van het lokale transmissienet eigenaar is van de betrokken meetuitrustingen, waakt de beheerder van het lokale transmissienet erover dat de controles bedoeld in artikel 205 verricht worden.

Art. 208.De beheerder van het lokale transmissienet geeft binnen de tien werkdagen volgend op de ontvangst van het resultaat van de controles aan de persoon die erom verzocht heeft, kennis van het resultaat van die controles.

Art. 209.Indien de controles bedoeld in artikel 205 het bestaan van een significante fout aantonen : 1° zijn de betrokken meet uitrustingen niet-conform geacht aan dit reglement;2° brengt de beheerder van het lokale transmissienet, indien hij eigenaar is van de betrokken meetuitrustingen, die uitrustingen in overeenstemming uiterlijk dertig dagen volgend op de kennisgeving bedoeld in artikel 208, neemt de kost van de controles over en verricht in voorkomend geval de correcties in de facturatie voortvloeiend uit de niet-conformiteit van de meetuitrustingen;3° zorgt de betrokken gebruiker van het lokale transmissienet, indien de beheerder van het lokale transmissienet niet eigenaar is van de betrokken meetuitrustingen, ervoor dat die uitrustingen uiterlijk binnen de dertig dagen volgend op de kennisgeving bedoeld in artikel 208 in overeenstemming worden gebracht.De gebruiker van het lokale transmissienet is ertoe verplicht de gepresteerde diensten te betalen (met inbegrip van de leveringen en de algemene kosten) in het kader van de verrichte controles en het in overeenstemming brengen met inbegrip van de diensten die gepresteerd zijn in het kader van de correctie van de meetgegevens en de correctie in de facturatie door de beheerder van het lokale transmissienet voortvloeiend uit de niet-conformiteit van de meetuitrustingen.

Art. 210.In afwezigheid van een significante fout is de persoon die om de controles verzoekt ertoe verplicht de in het kader van de controles gepresteerde diensten te betalen. HOOFDSTUK V - IJking van de meetuitrustingen Afdeling 1. - Algemeen

Art. 211.§ 1. De ijking van de meetuitrustingen wordt door een organisme verricht met de kwalificatie « Belac/Beltest » of een gelijkwaardige kwalificatie op grond van een bestek dat door de beheerder van het lokale transmissienet is opgesteld. § 2. Elke belanghebbende persoon kan middels een schriftelijke aanvraag waarvan kennis wordt gegeven aan de beheerder van het lokale transmissienet een exemplaar van dat bestek krijgen.

Art. 212.De ijking van de meetuitrustingen wordt vóór de ingebruikname van de meetuitrustingen en vervolgens periodisch verricht, op de wijze bepaald bij de beheerder van het lokale transmissienet, in de contracten die krachtens dit reglement zijn gesloten en overeenkomstig de geldende bepalingen. Afdeling 2. - IJking door de gebruiker van het lokale transmissienet

Art. 213.§ 1. De gebruiker van het lokale transmissienet verricht of laat op eigen kosten de ijking van de meetuitrustingen verrichten indien de beheerder van het lokale transmissienet niet eigenaar is van de betrokken meetuitrustingen. § 2. De gebruiker van het lokale transmissienet bedoeld in §1 geeft aan de beheerder van het lokale transmissienet kennis van een verslag van de verrichte ijkingen binnen twee weken volgend op elke ijking. Afdeling 3. - IJking door de beheerder van het lokale transmissienet

Art. 214.§ 1. De beheerder van het lokale transmissienet verricht of laat de ijking van de meetuitrustingen met betrekking tot de aansluiting van de gebruiker van het lokale transmissienet waarvan de beheerder van het lokale transmissienet eigenaar is, verrichten. § 2. Op verzoek van de gebruiker van het lokale transmissienet verstrekt de beheerder van het lokale transmissienet een verslag van de verrichte ijkingen binnen de vijftien dagen volgend op dat verzoek. HOOFDSTUK VI - Meetgegevens Afdeling 1. - Periodiciteit van de metingen

Art. 215.§ 1. De tellingen van actieve energie bedoeld in artikel 186, 1°, worden per tijdsinterval verricht. § 2. In voorkomend geval wordt er een onderscheid gemaakt tussen de actieve energie die afgenomen en respectievelijk geïnjecteerd wordt door de gebruiker van het lokale transmissienet.

Art. 216.§ 1. De tellingen van de reactieve energie bedoeld in artikel 186, 1° worden per tijdsinterval verricht. § 2. In voorkomend geval wordt er een onderscheid gemaakt tussen de reactieve energie die afgenomen en respectievelijk geïnjecteerd wordt door de gebruiker van het lokale transmissienet.

Art. 217.De tellingen bedoeld in artikel 186, 1° worden zodanig verricht dat minstens de tijdsintervallen bepaald door de beheerder van het lokale transmissienet in het aansluitingscontract worden nageleefd. Afdeling 2. - Inzameling van de meetgegevens

Art. 218.§ 1. De beheerder van het lokale transmissienet zamelt de meetgegevens in vermeld in artikel 186 op elektronische wijze in zijn centrale inzamelsystemen voor meetgegevens. Hij treft de maatregelen die noodzakelijk zijn om er het vertrouwelijk karakter van te vrijwaren. § 2. De gebruiker van het lokale transmissienet beschikt over alle rechten van een eigenaar voor zijn telgegevens.

Art. 219.§ 1. Indien de beheerder van het lokale transmissienet niet eigenaar is van de meetuitrustingen, is de gebruiker van het lokale transmissienet verantwoordelijk voor de mededeling van de meetgegevens naar de centrale inzamelsystemen voor meetgegevens zoals bedoeld in artikel 218, vanaf het lokale transmissienet tot aan het inzamelpunt bepaald bij de beheerder van het lokale transmissienet in de contracten die krachtens dit reglement zijn gesloten. § 2. De beheerder van het lokale transmissienet kan voor de inzameling van de meet- en toeganggegevens enkel een beroep doen op personen die noch producenten, noch evenwichtsverantwoordelijken, noch leveringsvergunningshouders, noch tussenpersonen, noch met hen verbonden ondernemingen zijn.

Art. 220.De beheerder van het lokale transmissienet stelt de protocollen, de formaten, de code-invoering en het aantal keer dat de meetgegevens bedoeld in de artikelen 218 en 219 overgemaakt worden, in de contacten afgesloten krachtens dit reglement vast en maakt ze onverwijld over aan de CWaPE.

Art. 221.Indien de beheerder van het lokale transmissienet niet eigenaar is van de meetuitrustingen en het verkrijgen van de gegevens overeenkomstig de artikelen 218, 219 en 220 of de overmaking naar het inzamelpunt wegens een storing of een defect van de meetuitrusting of om elke andere reden onmogelijk is, is de beheerder van het lokale transmissienet gemachtigd om te allen tijde op kosten van de gebruiker van het lokale transmissienet de meetgegevens of elk ander gegeven ter plaatse in te zamelen waarbij hij de betrokken meetinstrumenten raadpleegt met inachtneming van de voorschriften met betrekking tot de toegang tot die uitrustingen. Afdeling 3. - Validering van de meetgevens

Art. 222.De meetgegevens zijn geacht door de beheerder van het lokale transmissienet gevalideerd te zijn na uitvoering van de methodes bedoeld in deze afdeling.

Art. 223.Indien de beheerder van het lokale transmissienet sommige meetgegevens niet gekregen heeft of indien hij oordeelt dat de meetgegevens die in zijn bezit zijn, foutief, onleesbaar, onvolledig of niet plausibel zijn naar gelang van de valideringsmethodes die zijn vastgesteld in de contracten die zijn gesloten krachtens dit reglement, bepaalt hij de waarde op redelijke wijze op grond van de gegevens waartoe hij redelijkerwijs toegang heeft.

Art. 224.§ 1. Indien het meetpunt niet samenvalt met het aansluitingspunt, corrigeert de beheerder van het lokale transmissienet de meetgegevens vermeld in artikel 186, 1°, om rekening te houden met de verliezen en elke andere fout die toe te schrijven is aan het niet-samenvallen van beide punten. Het geheel van verliezen en fouten waarvan sprake wordt in deze titel « systematische afwijking » genoemd. § 2. De beheerder van het lokale transmissienet stelt de berekeningsmethode van de systematische afwijking vast die hij onverwijld aan de CWaPE overmaakt en die onder meer gegrond is in voorkomend geval ofwel : 1° op een berekening waarbij rekening gehouden wordt met de kenmerken van de installaties tussen meet- en injectie- dan wel afnamepunt van de aansluiting;2° op de resultaten van de controles die op de betrokken installaties zijn verricht. § 3. De berekeningsmethode bedoeld in § 2 wordt in het aansluitingscontract nauwkeurig omschreven. Afdeling 4. - Terbeschikkingstelling van de meetgegevens met

betrekking tot een injectie- en/of afnamepunt

Art. 225.De beheerder van het lokale transmissienet bepaalt, na er de CWaPE over te hebben ingelicht, de meetgegevens met betrekking tot de injecties en de afnames voor elk injectie- en/of afnamepunt op grond van de overeenkomstig afdeling III van deze titel gevalideerde gegevens.

Art. 226.§ 1. De beheerder van het lokale transmissienet stelt volgens de in het kader van artikel 143 vastgestelde procedures de volgende meetgegevens ter beschikking van de betrokken leverancier(s) en van de toegangsgerechtigde op kwartierbasis voor de toegangspunten waarop hij energie levert of injecteert en die met een automatische lezing zijn uitgerust : 1° elke werkdag voor de vorige werkdag en voor de eventuele tussenliggende dagen : meetgegevens niet gevalideerd per toegangspunt;2° maandelijks : de gevalideerde meetgegevens;voor minstens 95% van de toegangspunten moeten de gegevens uiterlijk de vierde werkdag van de volgende maand medegedeeld worden en, voor alle toegangspunten, uiterlijk de tiende werkdag van die maand.

De verstrekte meetgegevens houden de eventuele correctiecoëfficiënten in. § 2. De gegevens bedoeld in § 1 worden eveneens aan de netgebruiker overgemaakt op diens schriftelijk verzoek en op diens kosten. § 3. De beheerder van het lokale transmissienet stelt dezelfde inlichtingen ter beschikking van de evenwichtsverantwoordelijke in geglobaliseerde vorm, namelijk voor het geheel van de toegangspunten waarvoor hij voor het evenwicht verantwoordelijk is. § 4. De beheerder van het lokale transmissienet kan de al dan niet gevalideerde gegevens die hierboven vermeld zijn op een hogere frequentie dan bedoeld in § 1 ter beschikking stellen van de betrokken leverancier(s) of de toegangsgerechtigde of de evenwichtsverantwoordelijk op zijn (hun) eigen verzoek. De betrokken persoon richt zich daartoe aan de beheerder van het lokale transmissienet die het verzoek evalueert op grond van objectieve en niet-discriminerende criteria en voert de taken uit die daaruit voortvloeien. De daarmee verband houdende kosten worden door de verzoeker overgenomen. § 5. In het geval van een defect aan een meetinstallatie vervangt de beheerder van het lokale transmissienet de ontbrekende gegevens door een betere schatting ervan.

Art. 227.De beheerder van het lokale transmissienet omschrijft in de contracten die krachtens dit reglement zijn gesloten, nauwkeurig de modaliteiten die voor die terbeschikkingstelling gelden.

Art. 228.De gegevens bedoeld in dit hoofdstuk en die door de beheerder van het lokale transmissienet medegedeeld worden, worden als vertrouwelijk beschouwd overeenkomstig de artikelen 11 en 12 van dit reglement. Afdeling 5. - Archief

Art. 229.§ 1. Elk meetgegeven dat aanleiding geeft tot een facturatie wordt gedurende een periode van vijf jaar door de beheerder van het lokale transmissienet bewaard. § 2. Voor de gegevens bedoeld in § 1 bewaart de beheerder van het lokale transmissienet de gevalideerde meetgegevens. HOOFDSTUK VII - Verscheidene bepalingen

Art. 230.De meetuitrustingen die in bedrijf zijn op het ogenblik van inwerkingtreding van dit reglement en die er niet conform aan zijn noch aan de krachtens dit reglement gesloten contracten, kunnen in bedrijf blijven voor zover ze geen schade zouden kunnen berokkenen aan een toegangsgerechtigde, aan een gebruiker van het lokale transmissienet, aan de beheerder van het lokale transmissienet of aan elke andere persoon.

Art. 231.De meetuitrustingen die in bedrijf zijn op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit reglement en die er niet conform aan zijn noch aan de toepasselijke contractuele bepalingen, worden met dit reglement en de geldende contractuele bepalingenin overeenstemming gebracht uiterlijk binnen drie maanden volgend op de kennisgeving daartoe van de beheerder van het lokale transmissienet indien die uitrustingen schade kunnen berokkenen aan elke andere gebruiker van het lokale transmissienet, aan een toegangsgerechtigde, aan de beheerder van het lokale transmissienet of aan elke andere persoon.

TITEL VI. - Specifieke modaliteiten tussen de beheerder van het lokale transmissienet en de distributie- of transmissienetbeheerders van de regelzone HOOFDSTUK I - Basisregels

Art. 232.Aangezien dezelfde vennootschap transmissienetbeheerder en beheerder van het lokale transmissienet is, regelt ze zelf de interfaces tussen beide netten.

Art. 233.De betrekkingen tussen de beheerder van het lokale transmissienet en de distributienetbeheerdes vallen onder titel VI van het technisch distributiereglement.

TITEL VII. - Registratie van de gegevens HOOFDSTUK I - Algemeen

Art. 234.§ 1. De tabel in bijlage 3 bij dit reglement bevat een lijst met de gegevens die door de gebruiker van het lokale transmissienet op eigen kosten verstrekt dienen te worden aan de beheerder van het lokale transmissienet overeenkomstig dit reglement. § 2. De beheerder van het lokale transmissienet kan te allen tijde de gebruiker van het lokale transmissienet verzoeken om bijkomende gegevens die hij noodzakelijk acht om zijn taken tot een goed einde te brengen. § 3. Indien de gebruiker van het lokale transmissienet oordeelt dat bepaalde gegevens niet voor hem gelden, kan hij die gegevens weglaten onverminderd de beslissing van de beheerder van het lokale transmissienet. Het weglaten ervan dient te worden gemotiveerd en medegedeeld aan de beheerder van het lokale transmissienet. § 4. In geval van wijziging licht de gebruiker van het lokale transmissienet de beheerder van het lokale transmissienet onverwijld in.

Art. 235.§ 1. De eerste kolom van de tabel opgenomen in bijlage 3 onderscheidt twee soorten aansluitingen : de aansluitingen van productie-eenheden (« Pr ») en de aansluitingen van belastingen (« Ch »). « Alle » betreft alle soorten aansluitingen, productie en belastingen. § 2. De beheerder van het lokale transmissienet kan te allen tijde om het geheel of een deel van de technische gegevens of inlichtingen van het type « Pr » (aansluitingen van productie-eenheden) verzoeken voor de aansluiting van een belasting die geheel of gedeeltelijk gevoed wordt door een lokale productie. § 3. De beheerder van het lokale transmissienet kan te allen tijde om het geheel of een deel van de technische gegevens of inlichtingen van het type « Ch » (aansluitingen van belastingen) verzoeken voor de aansluiting van een productie-eenheid die geheel of gedeeltelijk een lokale belasting voedt.

Art. 236.De tweede kolom van de tabel opgenomen in bijlage 3 draagt het opschrift « Fase » en wijst de betrokken titel van dit reglement aan, en in voorkomend geval de fase van een procedure. De afkortingen « I » en « R » beantwoorden respectievelijk aan de fases « oriënteringsstudie-aanvraag » en « aansluitingsaanvraag » bedoeld in Titel III; de afkorting « P » heeft betrekking op de planning bedoeld in Titel II.

Art. 237.De derde kolom van de tabel opgenomen in bijlage 3 draagt het opschrift « Definitie » en omschrijft de technische gegevens of inlichtingen voor het soort aansluiting en de overeenstemmende fase.

Indien een teken (*) in die kolom afgedrukt is, wijst dit erop dat het overeenstemmende gegeven weggelaten kan worden op voorwaarde dat het merk en het type uitrustingen waarvoor het geldt gespecifieerd worden.

Art. 238.De vierde kolom van de tabel opgenomen in bijlage 3 draagt het opschrift « afkorting » en geeft de symbolische weergave van het gegeven of de inlichting aan.

Art. 239.De vijfde kolom van de tabel opgenomen in bijlage 3 draagt het opschrift « Eenheid » en geeft de meeteenheid aan.

Art. 240.De zesde kolom van de tabel opgenomen in bijlage 3 draagt het opschrift « Periode » en stelt het aantal geldigheidsjaren vast waarvoor het gegeven of de inlichting overgemaakt is aan de beheerder van het lokale transmissienet.

Art. 241.Indien er een afwijking bestaat tussen de omschrijving van een gegeven of een inlichting die in de tabel opgenomen in bijlage 3 is medegedeeld en een andere omschrijving in een andere titel van dit reglement, heeft de omschrijving van de andere titel voorrang.

Art. 242.De planningsgegevens in titel II zijn de gegevens die zijn geïdentificeerd in bijlage 3 door het teken « P » in de kolom « Fase » en waarvoor in kolom « Soort aansluiting » het teken « Ch » of « Pr » naar gelang de aansluiting respectievelijk betrekking heeft op een belasting of een productie-eenheid.

Art. 243.De planningsgegevens in geval van ingebruikname of van afdanking van een productie-eenheid waarvan sprake in artikel 38 zijn de gegevens geïdentificeerd in bijlage 3 door het teken « R » in de kolom « Fase » en waarvoor in de kolom « Soort aansluiting » het teken « Ch » of « Pr » gebruikt wordt naar gelang de aansluiting respectievelijk betrekking heeft op een belasting of een productie-eenheid.

Art. 244.De algemene technische gegevens of inlichtingen waarvan sprake in de oriënteringsstudie-aanvraag voor een aansluiting op het lokale transmissienet zijn de gegevens geïdentificeerd in bijlage 3 door de afkorting « I » in de kolom « Fase » en waarvoor in de kolom « Soort aansluiting » het teken « Ch » of « Pr » gebruikt wordt naar gelang de aansluiting respectievelijk een belasting of een productie-eenheid betreft.

Art. 245.De gedetailleerde technische gegevens of inlichtingen waarvan sprake in de aansluitingsaanvraag zijn de gegevens in bijlage 3 door het teken « R » in de kolom « Fase » en waarvoor in de kolom « Soort aansluiting » het teken « Ch » of « Pr » gebruikt wordt naar gelang de aansluiting respectievelijk een belasting of een productie-eenheid betreft. HOOFDSTUK II - Vorm van de mededeling van de gegevens of de inlichtingen

Art. 246.§ 1. De gegevens of inlichtingen bedoeld bij dit reglement worden via e-mail medegedeeld waardoor het bewijs kan worden geleverd van de overmaking of van de ontvangst of, bij wijze van uitzondering, bij aangetekend schrijven met ontvangstbericht volgens een protocol bepaald door de beheerder van het lokale transmissienet. § 2. Zoals nauwkeurig omschreven in artikel 21 van dit reglement worden de commerciële inlichtingen die uitgewisseld worden tussen de verschillende betrokken partijen, via e-mail medegedeeld (wat de validering van een toezending door de uitgifte van een ontvangstbericht mogelijk maakt) volgens een protocol conform aan de communicatienorm EDIEL. HOOFDSTUK III - Beginselen voor de vaststelling van de elektrische schema's

Art. 247.§ 1. De elektrische schema's zijn van het eendradige type volgens een A4 of A3-formaat. § 2. Alle hoogspanningsuitrustingen en -installaties zijn op de elektrische schema's aangegeven middels de IEC-symboliek reeks 617 of middels elke andere symboliek waarvan door de beheerder van het lokale transmissienet kennis gegeven wordt.

Art. 248.§ 1. De volgende uitrustingen dienen op het normale bedrijfsschema te worden opgenomen : 1° de railstellen;2° de schakelaars;3° de stroomverbrekers rails, lijnen, kabels, van de aarding;4° de voor onderbreking in belasting zijnde organen;5° de generatoren;6° de vermogenstransformatoren, met inbegrip van hun eventuele aardingswijze, en de hulpwikkelingen;7° de condensatorbatterijen;8° de stroomspoelen;9° de statische compensator (SVC);10° de stroomtransformator;11° de potentieeltransformator;12° de ventielafleider. § 2. Voor zover mogelijk wordt er rekening gehouden met de geografische ligging van de toestellen in de vaststelling van de eendradige schema's. Hun werkelijke ligging in de velden dient evenwel te worden nageleefd. § 3. Het karton bevat onder meer een plaats voorbehouden voor het schemanummer, de revisie-index en de datum.

TITEL VIII. - Bijzondere voorschriften voor de directe lijnen en voor de wijzigingen en vernieuwingen van lijnen, evenals voor het aanleggen van nieuwe lijnen

Art. 249.Alle directe lijnen zijn onderworpen aan de voorschriften die voor dit reglement gelden en meer bepaald het AREI.

Art. 250.Om de CWaPE de mogelijkheid te geven om de Minister van advies te dienen over de machtiging tot de aanleg van een nieuwe directe lijn, dient de gebruiker van het lokale transmissienet die aanvrager is een omstandig verantwoordingsdossier bij de CWaPE in twee exemplaren en bij aangetekend schrijven of met overhandiging tegen ontvangstbewijs in.

Art. 251.§ 1. De CWaPE kijkt na of alle voor de behandeling van de aanvraag noodzakelijke documenten in zijn bezit zijn.

Indien de CWaPE oordeelt dat de aanvraag aangevuld dient te worden, licht hij de aanvrager daar bij aangetekend schrijven binnen een termijn van vijftien dagen te rekenen van de ontvangst van de aanvraag over in. Hij geeft nauwkeurig de aanvullende inlichtingen aan die hij wenst te krijgen en stelt een termijn vast die de drie weken niet mag overschrijden zoniet vervalt de aanvraag en waarin de aanvrager uitgenodigd wordt om zijn aanvraag te vervolledigen. § 2. De CWaPE kijkt met behulp van elk document in zijn bezit na of de aanvraag verantwoord is en of er er geen enkel ander technisch of economisch geldig alternatief bestaat.

Indien de CWaPE acht dat de aanvraag niet verantwoord is, geeft hij daar bericht van aan de aanvrager bij aangetekend schrijven binnen een termijn van één maand te rekenen van de ontvangst van de aanvraag of, in voorkomend geval, van de ontvangst van de overeenkomstig artikel 29 gekregen aanvullende inlichtingen.

Hij geeft nauwkeurig de redenen op waarom hij de aanvraag als niet verantwoord beschouwt en stelt een maximumtermijn van één maand vast zoniet vervalt de aanvraag en waarin de aanvrager bij aangetekend schrijven zijn opmerkingen, verantwoordingen en aanvullende informatie kan overmaken. De CWaPE is ertoe verplicht de aanvrager die daarom verzoekt, te horen.

Art. 252.Binnen een termijn van twee maanden te rekenen van de ontvangst van de aanvraag of, in voorkomend geval, van de aanvullende inlichtingen, de opmerkingen en de verantwoordingen bedold in de artikelen 29 en 30, maakt de CWaPE de tekst van de aanvraag, de bijlagen ervan en zijn gemotiveerd advies aan de Minister over. HOOFDSTUK II - Ingraving van de elektrische lijnen

Art. 253.§ 1. Indien de verbetering, de vernieuwing of de uitbreiding van het lokale transmissienet ertoe leidt nieuwe verbindingen aan te leggen of bestaande verbindingen te vernieuwen of ingrijpend te wijzigen, worden de nieuwe verbindingen verwezenlijkt via ondergrondse kabels en worden de te vernieuwen of de ingrijpend te wijzigen verbindingen ingegraven. § 2. Die ingravingsprojecten worden aan de CWaPE medegedeeld ofwel ter gelegenheid van de vaststelling van het aanpassingsplan van het lokale transmissienet ofwel bij elke specifieke wijzigingsaanvraag betreffende het lokale transmissienet. § 3. Indien de beheerder van het lokale transmissienet acht dat hij die voorrang voor de ingraving niet kan naleven, stelt hij voor dat geval een verantwoording vast die hij per aangetekend schrijven aan de CWaPE overmaakt voorafgaand aan elke verwezenlijking en zal hij de werken pas kunnen uitvoeren vóór ontvangst van het advies van de CWaPE bepaald bij § 5 hiernavolgend. Die verantwoording dient minstens betrekking te hebben op : 1° de technische aspecten zoals onder meer de wijzigingen van de energietransferten in het net, de wijziging van het kortsluitingsvermogen en de impact ervan op de naburige uitrustingen, de betrouwbaarheid en de beschikbaarheid van de verbinding, de gemiddelde hersteltijd, de respectievelijke stromen en de variatie van de vermogensfactor, de overspanningsrisico's en de verliezen, de gevoeligheid voor zwerfstroom en de eventuele risico's verbonden met de nabijheid van andere externe uitrustingen;2° de economische aspecten zoals onder meer de vergelijkende kosten voor de installatie, de controle, het onderhoud, de versterking van de lijnen en de kabels en de kosten van de verliezen op het net, de eventuele impact op de structuur van het net of op de naburige elektrische uitrustingen, de mogelijkheden en duur van de afschrijving van die kosten rekening houdend onder meer met de geschatte levensduur;3° de wettelijke en regelgevende aspecten zoals onder meer de inneming van de ondergrond van de wegenen de opening ervan bij het aanleggen of bij eventuele interventie, de voorspelbare wijziging van die wegen en de bestemming ervan;4° de ecologische en erfgoedaspecten zoals de impact op het landschap, de beschermde goeden, de archeologische ondergrond en de bodemstructuur, de naburigheid met de woningen en het belang van de geïnduceerde elektrische en magnetische velden, de invloed op fauna en flora;5° de alternatieve verwezenlijkingen die door de beheerder van het lokale transmissienet voorgesteld worden om beter te voldoen aan de doelstelling beoogd door het ingraven van de lijnen. § 4. De CWaPE kan aanvullende inlichtingen vragen binnen de vijftien dagen na de ontvangst van de verantwoordingsdossiers. § 5. Binnen een termijn van twee maanden na ontvangst van het volledige dossier, brengt de CWaPE een advies uit dat het aan de beheerders van het lokale transmissienet en, in voorkomend geval, aan de ministers zal overmaken. Die termijn kan bij uitzonderlijke hoogdringenheid ingekort worden.

TITEL IX. - Slotbepalingen

Art. 254.De Minister van Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 255.Dit besluit treedt in werking de dag van diens bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel 78, tweede lid.

De Minister van Energie stelt de inwerkingtreding van artikel 78, tweede lid, vast.

Namen, 16 oktober 2003.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie, J. DARAS

Bijlage 1. - Technische karakteristieken van een installatie Een gebruiker van het lokale transmissienet kan enkel van de hieronder vermelde waarden afwijken om gemotiveerde redenen en mits meegedeelde goedkeuring door de beheerder van het lokale transmissienet. Elke afwijking wordt vermeld in het van toepassing zijnde aansluitingscontract.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld (*) : volgens de beslissing van de beheerder van het lokale transmissienet. (1) : corresponderend met de uitschakeltijd van de reservebeveiliging. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Waalse Regering van 16 oktober 2003 betreffende het technisch reglement voor het beheer van het lokale net voor elektriciteitstransmissie in het Waalse Gewest en de toegang ertoe.

Namen, 16 oktober 2003.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie, J. DARAS

Bijlage 2. - Maximale foutafschakeltijd door beveiligingen Een gebruiker van het lokale transmissienet kan enkel afwijken van de hieronder vermelde waarden om gemotiveerde redenen en mits meegedeelde goedkeuring door de beheerder van het lokale transmissienet. Elke afwijking wordt vermeld in het van toepassing zijnde aansluitingscontract.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld * Transformator : spanningsniveau = nominale maximumspanning van de transformator. ** Voor de lijnen geldt deze waarde voor het uiteinde het dichtst bij de fout; voor het andere uiteinde wordt een afschakeltijd van 500 ms toegelaten. *** Te bepalen door de beheerder van het lokale transmissienet in functie van de regelingsparameters van de beveiligingen van nabije installaties. **** Ook toepasbaar voor fout tussen stroomtransformator en vermogensschakelaar.

Opmerking : alle opgegeven tijden zijn de maximaal toegelaten waarden.

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Waalse Regering van 16 oktober 2003 betreffende het technisch reglement voor het beheer van het lokale net voor elektriciteitstransmissie in het Waalse Gewest en de toegang ertoe.

Namen, 16 oktober 2003.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie, J. DARAS

Bijlage 3. - Gegevenstabel De gegevens zijn : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld « Pr » : productie-eenheden « Ch » : belastingen « I » : de fase « aanvraag voor een oriëntatiestudie » van titel III « Pr » : de fase « Planning » van titel II Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Waalse Regering van 16 oktober 2003 betreffende het technisch reglement voor het beheer van het lokale net voor elektriciteitstransmissie in het Waalse Gewest en de toegang ertoe.

Namen, 16 oktober 2003.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie, J. DARAS

^