gepubliceerd op 03 augustus 2015
Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van Boek II van het regelgevend Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, wat betreft de erkenning en de algemene verplichtingen van de ruimers van septische putten en gelijksoortige zuiveringssystemen
16 JULI 2015. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van Boek II van het regelgevend Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, wat betreft de erkenning en de algemene verplichtingen van de ruimers van septische putten en gelijksoortige zuiveringssystemen
De Waalse Regering, Gelet op de bijzondere
wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
08/08/1980
pub.
11/12/2007
numac
2007000980
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 20;
Gelet op het decretaal gedeelte van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, artikel D.222, § 1;
Gelet het regelgevend gedeelte van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, artikelen R.390 tot R.400;
Gelet op het advies van de "Commission consultative de l'eau" (Wateradviescommissie), gegeven op 9 maart 2015;
Gelet op het evaluatierapport betreffende de weerslag van het project op de respectievelijke toestand van vrouwen en mannen;
Gelet op het advies nr. 57.574/4 van de Raad van State, gegeven op 22 juni 2015, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op het advies van de « Société publique de gestion de l'eau » (Openbare waterbeheersmaatschappij), gegeven op 7 april 2015;
Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Onder titel II van deel III van het regelgevend gedeelte van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, wordt hoofdstuk VIII, dat de artikelen R.390 tot R.400 inhoudt, vervangen als volgt : « HOOFDSTUK VIII. - Ruiming van septische putten of van gelijksoortige zuiveringssystemen Afdeling 1. - Beginsel van de erkenning en algemeenheden
Art. R.390. Septische putten of gelijksoortige zuiveringssystemen mogen slechts door erkende ruimers geledigd worden.
De directeur-generaal van het Operationeel directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst, hierna de directeur-generaal, beslist over de overeenkomstig dit hoofdstuk ingediende aanvragen tot erkenning van ruimers.
De erkenning wordt verleend voor een periode van acht jaar. Na afloop van die periode vraagt de ruimer een nieuwe erkenning aan.
Erkende saneringsorganen worden vrijgesteld van de verplichting om over een erkenning te beschikken voor de ruiming van hun eigen installaties.
Art. R.391. § 1. In dit hoofdstuk worden de volgende mededelingswijzen gebruikt : 1° aangetekend schrijven met bericht van ontvangst;2° elke gelijksoortige formule die de verzend- en ontvangstdatum van de akte waarborgen, ongeacht de gebruikte dienst die de post verdeelt;3° neerlegging tegen ontvangstbewijs;4° elektronisch schrijven als de procedure gedematerialiseerd wordt. § 2. Indien de dag van ontvangst van een akte de begindatum van een termijn is, wordt hij niet meegerekend.
De vervaldatum wordt in die termijn meegerekend. Als die dag een zaterdag, zondag of wettelijke feestdag is, wordt de vervaldatum evenwel naar de volgende werkdag verschoven. Afdeling 2. - Erkenningsvoorwaarden
Art. R.392. Elk voertuig gebruikt door een ruimer van septische putten of van gelijksoortige zuiveringssystemen beschikt over een inschrijvingscertificaat en is orde met de technische controle. Het is uitgerust met een dichte kuip die voorzien is van : 1° een opening die een vlotte reiniging toelaat;2° een volumemeter;3° een vacuümpomp of een volumetrische pomp;4° een afsluiter die zuiging en wegpersing toelaat;5° een vacuümbrekersklep;6° een overdrukklep. De ruimer verzekert het voertuig en zijn beroepsaansprakelijkheid. Afdeling 3. - Procedure tot indiening en behandeling van de aanvraag
en beroepsprocedure Art. R.393. De erkenningsaanvraag wordt op één van de in artikel R.391, § 1, bedoelde mededelingswijzen bij de directeur-generaal ingediend d.m.v. het aanvraagformulier bedoeld in bijlage XLVbis.
Art. R.394. De erkenningsaanvraag bevat de volgende gegevens : 1° de identiteit van de aanvrager, zijn rechtstoestand, zijn woonplaats of het adres van zijn maatschappelijke zetel, zijn inschrijvingsnummer bij de Kruisbank van ondernemingen en zijn btw-nummer; 2° de elementen op grond waarvan kan worden vastgesteld dat de in artikel R.392 bedoelde voorwaarden m.b.t. tot de erkenning die hij aanvraagt vervuld zijn.
Art. R.395. De erkenningsaanvraag is onvolledig indien krachtens artikel R.394 vereiste gegevens of documenten ontbreken.
De aanvraag is onontvankelijk: 1° als ze in overtreding van artikel R.391, § 1, wordt ingediend; 2° als de aanvrager de gevorderde gegevens of documenten niet verstrekt binnen de termijn bepaald bij artikel R.396, § 2, tweede lid.
Art. R.396. § 1. De directeur-generaal stuurt binnen tien werkdagen na ontvangst van de aanvraag een bericht van ontvangst aan de aanvrager van de erkenning.
Overeenkomstig artikel 10 van het decreet van 10 december 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/12/2009 pub. 24/12/2009 numac 2009206000 bron waalse overheidsdienst Decreet bedoeld voor het algemeen omzetten van de Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende de diensten op de interne markt wat betreft de aangelegenheden beoogd in artikel 138 van de Grondwet type decreet prom. 10/12/2009 pub. 24/12/2009 numac 2009205874 bron waalse overheidsdienst Decreet met het oog op het omzetten van de Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende de diensten op de interne markt type decreet prom. 10/12/2009 pub. 24/12/2009 numac 2009205872 bron waalse overheidsdienst Decreet ter wijziging van diverse wetgevingen met het oog op het omzetten van de Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende de diensten op de interne markt type decreet prom. 10/12/2009 pub. 24/12/2009 numac 2009205878 bron waalse overheidsdienst Decreet ter wijziging van diverse wetgevingen met betrekking tot de aangelegenheden bedoeld in artikel 138 van de Grondwet met het oog op het omzetten van de Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende de diensten op de interne markt sluiten houdende omzetting van Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende de diensten op de interne markt vermeldt het bericht van ontvangst : 1° de datum waarop de aanvraag in ontvangst werd genomen;2° de termijn waarin de beslissing moet worden genomen;3° de rechtsmiddelen, de bevoegde instanties om zich daarover uit te spreken, alsook de in acht te nemen vormen en termijnen. § 2. De directeur-generaal stuurt zijn beslissing m.b.t. de volledigheid en de ontvankelijkheid van de erkenningsaanvraag binnen een termijn van dertig dagen, met ingang op de datum van het bericht van ontvangst bedoeld in § 1, aan de aanvrager op één van de mededelingswijzen bedoeld in artikel R.391, § 1.
Als de aanvraag onvolledig is, wijst de directeur-generaal de aanvrager op de ontbrekende stukken. De aanvrager stuurt de opgeëiste stukken binnen dertig dagen, met ingang op de datum van ontvangst van de kennisgeving bedoeld in het eerste lid, aan de directeur-generaal op één van de mededelingswijzen bedoeld in artikel R.391, § 1.
Als de aanvraag onontvankelijk is, geeft de directeur-generaal de aanvrager binnen de in het eerste lid bedoelde termijn kennis van de onontvankelijkheidsgronden.
Binnen dertig dagen na ontvangst van de ontbrekende stukken stuurt de directeur-generaal zijn beslissing m.b.t. de volledigheid en de ontvankelijkheid van de erkenningsaanvraag aan de aanvrager op één van de mededelingswijzen bedoeld in artikel R.391, § 1. Indien de directeur-generaal een tweede keer acht dat de aanvraag onvolledig is, verklaart hij ze onontvankelijk.
Indien de directeur-generaal zijn beslissing niet aan de aanvrager heeft gestuurd onder de voorwaarden en binnen de termijnen bedoeld in de vorige leden, wordt de aanvraag als ontvankelijk beschouwd en wordt het onderzoek voortgezet.
Art. R.397. § 1. De directeur-generaal richt zijn beslissing tot toekenning of weigering van de erkenning binnen een termijn van zestig dagen, met ingang op de datum van verzending van zijn beslissing m.b.t. de volledigheid en de ontvankelijkheid van de aanvraag, aan de aanvrager op één van de mededelingswijzen bedoeld in artikel R.391, § 1.
Overeenkomstig artikel 11 van het decreet van 10 december 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/12/2009 pub. 24/12/2009 numac 2009206000 bron waalse overheidsdienst Decreet bedoeld voor het algemeen omzetten van de Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende de diensten op de interne markt wat betreft de aangelegenheden beoogd in artikel 138 van de Grondwet type decreet prom. 10/12/2009 pub. 24/12/2009 numac 2009205874 bron waalse overheidsdienst Decreet met het oog op het omzetten van de Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende de diensten op de interne markt type decreet prom. 10/12/2009 pub. 24/12/2009 numac 2009205872 bron waalse overheidsdienst Decreet ter wijziging van diverse wetgevingen met het oog op het omzetten van de Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende de diensten op de interne markt type decreet prom. 10/12/2009 pub. 24/12/2009 numac 2009205878 bron waalse overheidsdienst Decreet ter wijziging van diverse wetgevingen met betrekking tot de aangelegenheden bedoeld in artikel 138 van de Grondwet met het oog op het omzetten van de Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende de diensten op de interne markt sluiten houdende omzetting van Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende de diensten op de interne markt, kan de directeur-generaal die termijn met dertig dagen verlengen om een beslissing te nemen. In dat geval geeft hij kennis van zijn beslissing en van de termijn van de verlenging vooraleer de oorspronkelijke termijn verstreken is.
In geval van overschrijding van de termijnen bedoeld in het eerste en het tweede lid wordt de erkenning geacht te zijn toegekend.
De beslissling vermeldt de rechtsmiddelen, de bevoegde instanties om zich daarover uit te spreken, alsook de in acht te nemen vormen en termijnen. § 2. De beslissing tot toekenning van de erkenning vermeldt : 1° het precieze doel van de erkenning;2° de bijgewerkte elementen waarmee de houder geïdentificeerd kan worden;3° de geldigheidsduur van de erkenning; 4° de in de artikelen R.400/1 en R.400/2 bedoelde voorwaarden voor het gebruik van de erkenning.
Art. R.398. § 1. De aanvrager van de erkenning kan bij de Minister die voor Leefmilieu bevoegd is, hierna de Minister, een beroep instellen tegen de beslissingen bedoeld in de artikelen R.396 en R.397.
Het beroep wordt, op straffe van onontvankelijkheid, op één van de mededelingswijzen bedoeld in artikel R.391, § 1, aan de Minister gericht binnen een termijn van twintig dagen, met ingang op de datum van ontvangst van de beslissing.
De aanvrager of de houder van de erkenning geeft in zijn beroep aan of hij wenst gehoord te worden door de Minister.
De Minister stuurt een bericht van ontvangst aan de eiser. § 2. Als de aanvrager of de houder van de erkenning niet wenst gehoord te worden, verzendt de Minister zijn beslissing op één van de mededelingswijzen bedoeld in artikel R.391, § 1, binnen een termijn van dertig dagen, met ingang op de datum van ontvangst van het beroep.
Als de aanvrager of de houder van de erkenning wenst gehoord te worden, geeft de Minister hem kennis van de datum en de plaats van verhoor binnen een termijn van dertig dagen, met ingang op de datum van ontvangst van het beroep. In dat geval verstuurt de Minister zijn beslissing op één van de mededelingswijzen bedoeld in artikel R.391, § 1, binnen een termijn van dertig dagen, met ingang op de datum van het verhoor. Afdeling 4. - Wijziging van de erkenningsvoorwaarden, opschorting en
intrekking van de erkenning Art. R.399. § 1. In geval van wijziging van een belangrijk gegeven vermeld in de erkenningsaanvraag overeenkomstig artikel R.394, verwittigt de houder van de erkenning onmiddellijk de directeur-generaal op één van de mededelingswijzen bedoeld in artikel R.391, § 1. § 2. De erkenning kan gewijzigd, opgeschort of ingetrokken worden : 1° in geval van wijziging van een belangrijk element vermeld in de erkenningsaanvraag overeenkomstig artikel R.394 die zulks zou kunnen rechtvaardigen; 2° als de in artikel R.392 voorwaarden tot toekenning van de erkenning of de in de artikelen R.400/1 et R.400/2 bedoelde gebruiksvoorwaarden niet meer vervuld zijn; 3° als de houder van de erkenning zich verzet tegen de controle op zijn activiteiten door de toezichthoudend ambtenaren;4° in geval van ernstig gevaar voor de gezondheid van de mens of van schade of schaderisico voor het leefmilieu;5° als de houder van de erkenning de bepalingen van dit hoofdstuk overtreedt. § 3. In de gevallen bedoeld in § 2 laat de directeur-generaal de houder van de erkenning op één van de mededelingswijzen bedoeld in artikel R.391, § 1, weten dat de verleende erkenning gewijzigd, opgeschort of ingetrokken kan worden. Hij vermeldt : 1° de redenen die de overwogen maatregel rechtvaardigen; 2° dat de houder van de erkenning de mogelijkheid heeft om binnen een termijn van vijftien dagen, met ingang op de datum van ontvangst van die kennisgeving, zijn verweermiddelen toe te sturen op één van de mededelingswijzen bedoeld in artikel R.391, § 1, en dat hij naar aanleiding daarvan het recht heeft om aan de directeur-generaal te vragen of hij zijn verweermiddelen mondeling mag voordragen; 3° dat de houder van de erkenning het recht heeft om zich te laten bijstaan dan wel vertegenwoordigen door een raadsman;4° dat de houder van de erkenning het recht heeft om zijn dossier in te kijken. De directeur-generaal bepaalt, in voorkomend geval, de dag waarop de houder van de erkenning erom verzocht wordt zijn verweermiddelen mondeling voor te dragen. § 4. De beslissing tot intrekking, opschorting of wijziging van de erkenning wordt binnen negentig dagen, met ingang op de vervaldatum van de termijn bedoeld in § 3, 2°, of op de verhoordatum, aan de houder van de erkenning gestuurd op één van de mededelingswijzen bedoeld in artikel R.391, § 1. 391, § 1er. § 5. De houder van de gewijzigde, ingetrokken of opgeschorte erkenning kan een beroep instellen tegen de beslissing bedoeld in § 4. Dat beroep wordt verstuurd en onderzocht overeenkomstig artikel R.398. Het is niet opschortend. § 6. De directeur-generaal oefent de bij dit artikel bepaalde bevoegdheden uit, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van : 1° de toezichthoudend ambtenaar;2° de houder van de erkenning. Afdeling 5. - Plichten van de erkende ruimers
Art. R.400. De beslissingen tot erkenning, tot hernieuwing, weigering, wijziging, opschorting of intrekking van de erkenning worden bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt en in hun geheel medegedeeld aan de « Société publique de gestion de l'eau » en aan elke saneringsinstelling in de zin van de artikelen D.343 en volgende.
De lijst van de erkenningen wordt op de Internetsite van de administratie bekendgemaakt.
Elke erkenning heeft een nummer dat voorkomt op elk document dat de houder ervan aan de administratie richt.
Art. R.400/1. Elke erkenningshouder : 1° vervult de voorwaarden tot toekenning van zijn erkenning zolang ze geldig is; 2° vervult zijn opdrachten in alle onafhankelijkheid t.o.v. zowel klanten als erkende saneringsinstellingen of geschikte hergroeperings- of behandelingsinstallaties die krachtens de afvalwetgeving vergund zijn; 3° geeft de directeur-generaal kennis van elke wijziging betreffende de gegevens die in de erkenningsaanvraag verstrekt worden; 4° verstrekt op gewoon verzoek alle gevraagde gegevens aan de administratie, aan de saneringsinstelling betrokken in de zin van de artikelen D.343 en volgende en aan de betrokken geschikte en krachtens de afvalwetgeving vergunde hergroeperings- of behandelingsinstallatie; 5° verleent de toezichthoudend personeelsleden toegang tot de lokalen, gebouwen en andere infrastructuren en geeft hen inzage van alle documenten, met inbegrip van de boekhouding. Vanwege zijn onafhankelijkheid heeft de ruimer geen enkele participatie in de klant-vennootschappen, noch in de instellingen en installaties bedoeld in het eerste lid, 2°. Hij geeft blijk van integriteit in de uitoefening van zijn activiteit.
Art. R.400/2. § 1. Elke kuip die gebruikt wordt bij de ruiming van een septische put of van gelijksoortige zuiveringssystemen bevat enkel slijk.
Als de kuip vooraf gediend heeft voor het vervoer van andere stoffen dan slijk, wordt ze zorgvuldig schoongemaakt en gespoeld alvorens te worden gebruikt voor de ruiming van septische putten of gelijksoortige zuiveringssystemen. § 2. De vermenging van partijen slijk wordt slechts toegelaten om het door de erkende ruimer gebruikte voertuig te vullen tussen twee verwijderingen bedoeld in paragraaf 3. Vermenging van slijk op enige andere wijze en doorvoer via overgangsputten zijn verboden. § 3. De erkende ruimer verwijdert het slijk op één van de volgende wijzen : 1° door het naar een zuiveringsstation af te voeren, op voorwaarde dat het technisch in staat is om het op te vangen;2° door het te beheren overeenkomstig de bepalingen inzake afvalbeheer. De erkende ruimer geeft het Departement Leemilieu en Water van het Operationeel directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst kennis van de bestemming van het slijk als het buiten het Gewest wordt afgevoerd, zoals vermeld in paragraaf 4. § 4. Per voertuig wordt in drie exemplaren een vervoersdocument opgemaakt waarvan het model in bijlage XLV vastligt.
Dat document bevindt zich steeds aan boord van het voertuig en wordt na elke ruimingshandeling ingevuld.
Aan het einde van elk kwartaal stuurt de erkende ruimer op één van de wijzen bedoeld in artikel R.391, § 1, een exemplaar van de in de loop van het afgelopen kwartaal opgemaakte vervoersdocumenten aan het Departement Leemilieu en Water van het Operationeel directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst. § 5. De naam en het adres van de ruimer staan op de voertuigen vermeld. § 6. De ruimer vervult de voorwaarden tot toelating tot het zuiveringsstation. In dat kader : 1° geeft hij het vervoersdocument aan de uitbater van het zuiveringsstation af bij elke lossing van slijk uit septische putten;2° stemt hij in met elke door de uitbater nodig geachte monsterneming met het oog op hetzij een visuele en geurcontrole, hetzij een analyse;3° mag hij een partij slijk die door de uitbater geweigerd wordt niet in het zuiveringsstation lossen.Het besmette slijk wordt afgevoerd en de put overeenkomstig de afvalwetgeving gereinigd. In dat geval wordt het document ter bevestiging van de goede afvalbehandeling aan de directeur-generaal gestuurd op één van de mededelingswijzen bedoeld in artikel R.391, § 1. Als dat geval zich slechts af en toe voordoet, moet de ruimer niet erkend zijn om afval op te halen en te vervoeren, op de enige voorwaarde dat hij voldoet aan de wetsbepalingen inzake afvalverwijdering.
In geval van herhaalde niet-naleving van de toelatingsvoorwaarden bedoeld in deze paragraaf, kan de toegang tot de openbare zuiveringsstations de ruimer tijdelijk ontzegd worden door de uitbater. ».
Art. 2.In het regelgevend deel van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, wordt bijlage XLV vervangen door de bijlage die als bijlage I bij dit besluit gaat.
Art. 3.In het regelgevend deel van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, wordt een bijlage XLVbis ingevoegd die als bijlage 2 bij dit besluit gaat.
Art. 4.De erkenningen die voor de inwerkingtreding van dit besluit afgegeven worden, blijven geldig tot de vervaldatum ervan.
Art. 5.De erkenningsaanvragen die voor de inwerkingtreding van dit besluit ingediend worden bij het Departement Leemilieu en Water van het Operationeel directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van de Waalse Overheidsdienst, worden onderzocht overeenkomstig de procedure die van kracht is op de datum waarop ze ingediend worden.
Art. 6.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 16 juli 2015.
De Minister-President, P. MAGNETTE De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit en Vervoer, Luchthavens en Dierenwelzijn, C. DI ANTONIO
Bijlage I Bijalge XLV bij Boek II van het regelgevend Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt Vervoersdocument betreffende van de ruiming van septische putten en gelijksoortige zuiveringssystemen alsook de uitstrooiing van het desbetreffende slijk VAK 1 - IDENTIFICATIE VAN DE RUIMER
Naam :
. . . . .
Adres:
. . . . .
VAK 2 - GEBRUIKT VOERTUIG
Merk :
. . . . .
Inschrijvingsnummer :
. . . . .
VAK 3 - RUIMINGEN VAN SEPTISCHE PUTTEN EN GELIJKSOORTIGE ZUIVERINGSSYSTEMEN
Naam van de klant :
. . . . .
Adres:
. . . . .
. . . . .
Datum:
. . . . .
Volume : . . . . . m®
Naam van de klant :
. . . . .
Adres:
. . . . .
. . . . .
Datum:
. . . . .
Volume : . . . . . m®
Naam van de klant :
. . . . .
Adres:
. . . . .
. . . . .
Datum:
. . . . .
Volume : . . . . . m®
VAK 4 - RUIMING VAN DE KUIP
Ordernummer van de handeling uitgevoerd d.m.v. het voertuig betrokken bij de eerste handeling van het lopende kwartaal :
. . . . .
Wijze van verwijdering van het slijk (schrappen wat niet past) :
- afgifte aan een zuiveringsstation
- afgifte aan een behandelingscentrum.
Adres van de stortingsplaats en van de uitbater :
. . . . .
. . . . .
Aard van het slijk (slijk uit septische putten, slijk uit een individueel zuiveringssysteem, ruiming van regenwaterputten, .........) : . . . . . . . . . .
Datum:
. . . . .
Ik ondergetekende ........................................... verklaar dat dit document waar en oprecht is.
Opgemaakt te ............................, op ..........................
Handtekening : .........................................
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 16 juli 2015 tot wijziging van Boek II van het regelgevend Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, wat betreft de erkenning en de algemene verplichtingen van de ruimers van septische putten en gelijksoortige zuiveringssystemen.
Namen, 16 juli 2015.
De Minister-President, P. MAGNETTE De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit en Vervoer, Luchthavens en Dierenwelzijn, C. DI ANTONIO
Bijlage II Bijlage XLVbis bij Boek II van het regelgevend Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt
Formulier tot aanvraag van de erkenning als ruimer van septische putten of gelijksoortige zuiveringssystemen
Voorwerp van de aanvraag Erkenning als ruimer van septische putten of gelijksoortige zuiveringssystemen, zoals bedoeld in artikel D. 222 van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt Identificatie van de aanvrager 1) Natuurlijke persoon : Naam : .. . . .
Voornaam: . . . . .
Geboortedatum : . . . . .
Adres: . . . . .
Tel.: . . . . .
Fax. en/of e-mail : . . . . .
Rijksregisternummer : . . . . .
Ondernemingsnummer : . . . . . btw-nr : . . . . .
Handelsregisternummer : . . . . . (een afschrift van de identiteitskaart bijvoegen) 2) Rechtspersoon : Handelsnaam : .. . . .
Benaming : . . . . .
Adres van de maatschappelijke zetel : . . . . .
Adres van de exploitatiezetel(s) : . . . . .
Contact : tel, fax, e-mail : . . . . .
Ondernemingsnummer : . . . . . btw-nr. : . . . . .
Handelsregisternummer : . . . . .
Naamlijst van de bestuurders, zaakvoerders of personen die de vennootschap mogen verbinden, contactpersoon : . . . . . . . . . . . . . . . (een bijgewerkt afschrift van de statuten bijvoegen) Materiaal en technische middelen Lijst van het materiaal en van de technische middelen die nodig zijn om de opdrachten te vervullen waarvoor de erkenning vereist wordt : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Specifieke gegevens - Elk document waaruit blijkt dat het/de door de aanvrager gebruikte voertuig/voertuigen voorzien is/zijn van een dichte kuip die uitgerust is met : 1° een opening die een vlotte reiniging toelaat;2° een volumemeter;3° een vacuümpomp of een volumetrische pomp;4° een afsluiter die zuiging en wegpersing toelaat;5° een vacuümbrekersklep;6° een overdrukklep. - Afschrift van het inschrijvingscertificaat van dat voertuig of die voertuigen - Afschrift van het bezoekcertificaat afgeleverd voor dat voertuig of die voertuigen door het orgaan voor de automobielinspectie - Verzekeringscertificaat van het voertuig - Verzekeringscontract beroepsaansprakelijkheid en bevestiging van de verzekeraar dat de dekking van kracht is.
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 16 juli 2015 tot wijziging van Boek II van het regelgevend Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, wat betreft de erkenning en de algemene verplichtingen van de ruimers van septische putten en gelijksoortige zuiveringssystemen.
Namen, 16 juli 2015.
De Minister-President, P. MAGNETTE De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening, Mobiliteit en Vervoer, Luchthavens en Dierenwelzijn, C. DI ANTONIO