gepubliceerd op 12 juni 2003
Besluit van de Waalse Regering tot omzetting van de graden van de personeelsleden overgeplaatst van de federale ministeries of overheidsdiensten en van de federale wetenschappelijke instellingen naar de diensten van de Waalse Regering
15 MEI 2003. - Besluit van de Waalse Regering tot omzetting van de graden van de personeelsleden overgeplaatst van de federale ministeries of overheidsdiensten en van de federale wetenschappelijke instellingen naar de diensten van de Waalse Regering
De Waalse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 88, § 1, gewijzigd bij de wetten van 8 augustus 1988 en 16 juli 1993;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 juli 1989 tot vaststelling van de wijze waarop personeelsleden van de federale ministeries overgaan naar de gemeenschaps- en gewestregeringen en naar het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 28 december 1989, 1 oktober 1990, 22 december 1993, 21 februari 1997 en 26 mei 2002;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 18 december 2002;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 24 januari 2003;
Gelet op de instemming van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 22 januari 2003;
Gelet op het protocol nr. 379 van het sectorcomité XVI, opgemaakt op 17 januari 2003;
Gelet op het advies nr. 34.892/2 van de Raad van State, uitgebracht op 2 april 2003;
Op de voordracht van de Minister van Ambtenarenzaken;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de personeelsleden die na 31 december 2001 zijn overgeplaatst krachtens het koninklijk besluit van 25 juli 1989 tot vaststelling van de wijze waarop personeelsleden van de federale ministeries overgaan naar de gemeenschaps- en gewestregeringen en naar het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.
Dit besluit is evenwel niet van toepassing op het wetenschappelijk personeel dat van het « Centre de Recherches agronomiques » (Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek) is overgeplaatst.
Art. 2.Dit artikel is van toepassing op de personeelsleden bedoeld in het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, in het koninklijk besluit van 30 april 1999 tot vaststelling van het statuut van het toegevoegd vorsingspersoneel en van het beheerspersoneel van de wetenschappelijke inrichtingen van de Staat en in het koninklijk besluit van 21 april 1965 betreffende het statuut der wetenschappelijke inrichtingen van de Staat.
De overgeplaatste personeelsleden die op de dag van hun overplaatsing bekleed waren met één van de graden die in de rechter kolom van onderstaande tabel voorkomen, worden benoemd bij omzetting van graad tot de graad van het statuut van de ambtenaren van het Gewest vermeld in de linker kolom : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 3.Dit artikel is van toepassing op de personeelsleden bedoeld in het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel en in het koninklijk besluit van 30 april 1999 tot vaststelling van het statuut van het toegevoegd vorsingspersoneel en van het beheerspersoneel van de wetenschappelijke inrichtingen van de Staat.
De personeelsleden die op de dag van hun overplaatsing bekleed waren met één van de graden in de rang die in de rechter kolom van onderstaande tabel voorkomt, worden benoemd bij omzetting van graad tot de graad van het statuut van de ambtenaren van het Gewest vermeld in de linker kolom : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 4.Dit artikel is van toepassing op de personeelsleden bedoeld in het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel en in het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de rijksbesturen.
De personeelsleden die op de dag van hun overplaatsing bekleed waren met één van de graden vermeld in de rechter kolom van onderstaande tabel en die in aanmerking komen voor de weddeschaal vermeld in dezelfde kolom, worden benoemd bij omzetting van graad tot de graad van het statuut van de ambtenaren van het Gewest vermeld in de linker kolom : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Alle overgeplaatste personeelsleden van niveau D worden geacht de opleiding gevolgd te hebben waarvan sprake in artikel 216 van het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de rijksbesturen.
Art. 5.Dit artikel is van toepassing op de personeelsleden bedoeld in het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel die niet onder de toepassing vallen van het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de rijksbesturen, alsmede op de personeelsleden bedoeld in het koninklijk besluit van 30 april 1999 tot vaststelling van het statuut van het toegevoegd vorsingspersoneel en van het beheerspersoneel van de wetenschappelijke inrichtingen van de Staat.
De personeelsleden die op de dag van hun overplaatsing bekleed waren met één van de graden in de rang vermeld in de rechter kolom van onderstaande tabel, worden benoemd bij omzetting van graad tot de graad van het statuut van de ambtenaren van het Gewest vermeld in de linker kolom : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 6.Onverminderd artikel 88 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, verliezen de naar een graad in een vlakke loopbaan overgeplaatste personeelsleden het voordeel van de bevorderingen in een vlakke loopbaan die ze in hun oorspronkelijke dienst zouden hebben verkregen overeenkomstig de regelgeving die op hen van toepassing was.
Art. 7.De overgeplaatste gegradueerden die laureaat zijn van een bevorderingsexamen tot een hogere weddeschaal in rang 26 worden vrijgesteld van de opleiding die de bevordering tot de graad van eerstaanwezend gegradueerde voorbereidt.
De overgeplaatste eerstaanwezend assistenten en assistenten die laureaat zijn van een bevorderingsexamen tot een hogere weddeschaal in rang 20 worden voor de bevordering door verhoging in graad tot rang C1 vrijgesteld van het bevorderingsexamen.
Art. 8.De globale wetenschappelijke anciënniteit wordt gelijkgesteld met de dienst- en de niveauanciënniteit in niveau 1.
De wetenschappelijke anciënniteit verworven bij mandaat of vaste benoeming in de hieronder vermelde trappen en rangen wordt gelijkgesteld met de ranganciënniteit verworven in de rangen die ernaast vermeld staan : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 9.In afwijking van artikel 9 van het besluit van de Waalse Regering van 17 november 1994 houdende het geldelijke statuut van de ambtenaren van het Gewest, wordt de wedde van het contractuele personeelslid wiens wedde op de dag van zijn overplaatsing in de federale weddeschaal DT1 vastligt, in de gewestelijke weddeschaal E3 vastgelegd.
Art. 10.Een personeelslid dat vóór zijn overplaasting en op grond van het statuut dat op hem van toepassing was, in aanmerking kwam voor een weddeschaal waarbij een automatische hogere weddeschaal door anciënniteit en zonder openstelling van een betrekking in dezelfde rang werd vastgesteld, behoudt het voordeel van die geldelijke beschikking na zijn overplaatsing.
Art. 11.De in dit besluit bedoelde benoemingen bij omzetting van graad vinden ambtshalve plaats op de datum waarop de overplaatsing uitwerking heeft.
Art. 12.De Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 15 mei 2003.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Ambtenarenzaken, Ch. MICHEL