15 MAART 2007. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 10 april 2003 betreffende de toekenning van subsidies aan de publiekrechtelijke personen en aan de niet-commerciële instellingen voor de verwezenlijking van studies en werken die een betere energieprestatie van de gebouwen beogen

De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 9 december 1993 betreffende de hulp en de tegemoetkomingen van het Waalse Gewest voor de bevordering van rationeel energiegebruik, energiebesparingen en hernieuwbare energieën, inzonderheid op de artikelen 7 tot 8;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 10 april 2003 betreffende de toekenning van subsidies aan de publiekrechtelijke personen en aan de niet-commerciële instellingen voor de verwezenlijking van studies en werken die een betere energieprestatie van de gebouwen beogen;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 22 mei, 8 december 2006, 12 februari 2007 en 12 maart 2007;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 24 mei 2006;

Gelet op het advies van de "Conseil supérieur des Villes, Communes et Provinces de la Région wallonne" (Hoge raad van de steden, gemeenten en provincies van het Waalse Gewest), gegeven op 27 juni 2006;

Gelet op het advies Nr. 32/2006 van de "Conseil supérieur des Villes, Communes et Provinces de la Région wallonne" ), gegeven op 10 juli 2006;

Gelet op de adviezen 40.963/4 en 42.044/4 van de Raad van State, gegeven op 19 september 2006 en 22 januari 2007, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Waalse Regering van 10 april 2003 betreffende de toekenning van subsidies aan de publiekrechtelijke personen en aan de niet-commerciële instellingen voor de verwezenlijking van studies en werken die een betere energieprestatie van de gebouwen beogen worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de definitie opgenomen in punt 7° wordt vervangen als volgt : « energieprestatie van een gebouw (PEB) : energiehoeveelheid daadwerkelijk verbruikt of geraamd om in te spelen op de verschillende behoeften in geval van standaardgebruik van het gebouw, o.a. verwarming, warmwater, eventueel een afkoelingssysteem, ventilatie en verlichting; die hoeveelheid wordt uitgedrukt door één of meer numerieke indicatoren berekend met inachtneming van de isolatie, de technische kenmerken en de kenmerken van de installaties, het ontwerp en de ligging rekening houdend met de klimatologische aspecten, de blootstelling aan de zon en de invloed van de aangrenzende structuren, de eigen energieopwekking en overige factoren, waaronder het binnenklimaat, die de vraag naar energie beïnvloeden ».

Art. 2.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 4.§ 1. Het percentage dat van toepassing is op de grondslag voor de berekening van het subsidiebedrag wordt bepaald als volgt : a) voor de invoering van een energieboekhouding, de uitvoering van een energie-audit door een erkende auditeur, van een haalbaarheidsvoorstudie betreffende een investering met het oog op de verwezenlijking van werken die de energie-efficiëntie van het gebouw kunnen verhogen, wordt het percentage van de subsidie vastgelegd op 50 % van de in aanmerking komende kosten.Dat percentage wordt evenwel op 25 % vastgelegd als die investeringen het voorwerp zijn van andere subsidies of premies die 40 % van het in aanmerking komende bedrag overschrijden; b) voor de werken die een betere energie-efficiëntoe in een gebouw mogelijk maken, wordt het percentage van de subsidie vastgelegd op 30 % van de in aanmerking komende kosten.Dat percentage wordt evenwel op 15 % vastgelegd als die werken het voorwerp zijn van andere subsidies of premies die 20 % van het in aanmerking komende bedrag overschrijden. § 2. Om aanspraak te kunnen maken op de subsidie bedoeld in § 1, b), dient het bedrag van de in aanmerking komende kosten gelijk te zijn aan 2.500 euro of meer.

Art. 3.Hetzelfde besluit wordt aangevuld met een artikel 4bis, luidend als volgt : «

Art. 4bis.§ 1. Binnen de perken van de begrotingskredieten bepaald overeenkomstig artikel 5, § 9, van het decreet van 23 maart 1995 houdende oprichting van een "Centre régional d'aide aux communes" (Gewestelijk hulpcentrum voor gemeenten) dat moet zorgen voor de opvolging en de controle op de beheersplannen van de gemeenten en provincies en dat het financiële evenwicht van de gemeenten en provincies van het Waalse Gewest moet helpen handhaven, verleent de Regering een subsidie aan de publiekrechtelijke personen voor bepaalde renovatiewerken met het oog op een betere energie-efficiëntie van het gebouw dat deel uitmaakt van hun vermogen of dat door hen bezet wordt.

In het kader van dit artikel kan een subsidie verleend worden voor de werken bedoeld in bijlage V m.b.t. de thermische isolatie van de wanden van het gebouw, de vervanging of verbetering van elk verwarmingssysteem, alsook m.b.t. de verlichtingsinstallaties.

In dat geval wordt het subsidiepercentage vastgelegd op 75 % van het bedrag van de in aanmerking komende kosten.

De aanvrager ontvangt de subsidie slechts voor zover het gebouw bij de indiening van de aanvraag door hem bezet wordt en sinds minstens tien jaar is opgetrokken. § 2. De grondslag voor de berekening van de subsidie wordt geraamd overeenkomstig artikel 3, § 1, en § 2, c). § 3. Bij de oproep tot indiening van projecten bepaalt de Regering het te halen minimumbedrag van de in aanmerking komende kosten om aanspraak te kunnen maken op de subsidie bedoeld in § 1 van dit artikel. »

Art. 4.Hetzelfde besluit wordt aangevuld met een artikel 4ter, luidend als volgt : «

Art. 4ter.§ 1. Binnen de perken van de begrotingskredieten bepaald overeenkomstig artikel 5, § 9, van het decreet van 23 maart 1995 houdende oprichting van een " Centre régional d'aide aux communes " dat moet zorgen voor de opvolging en de controle op de beheersplannen van de gemeenten en provincies en dat het financiële evenwicht van de gemeenten en provincies van het Waalse Gewest moet helpen handhaven, verleent de Regering een subsidie aan de scholen voor bepaalde renovatiewerken met het oog op een betere energie-efficiëntie van het gebouw dat deel uitmaakt van hun patrimonium of dat door hen bezet wordt.

In het kader van dit artikel kan een subsidie verleend worden voor de werken bedoeld in bijlage V m.b.t. de thermische isolatie van de wanden van het gebouw, de vervanging of verbetering van elk verwarmingssysteem, alsook m.b.t. de verlichtingsinstallaties.

In dat geval wordt het subsidiepercentage vastgelegd op 75 % van het bedrag van de in aanmerking komende kosten.

De aanvrager ontvangt de subsidie slechts voor zover het gebouw bij de indiening van de aanvraag door hem bezet is en sinds minstens tien jaar is opgetrokken. § 2. De grondslag voor de berekening van de subsidie wordt geraamd overeenkomstig artikel 3, § 1, en § 2, c). § 3. Bij de oproep tot indiening van projecten bepaalt de Regering het te halen minimumbedrag van de in aanmerking komende kosten om aanspraak te kunnen maken op de subsidie bedoeld in § 1 van dit artikel. »

Art. 5.Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « In de gevallen bedoeld in artikel 4bis, § 1, en 4ter, § 1, mogen de subsidies niet gecumuleerd worden. »

Art. 6.De subsidiedossiers die overeenkomstig artikel 4 van het besluit van de Waalse Regering van 10 april 2003 betreffende de toekenning van subsidies aan de publiekrechtelijke personen en aan de niet-commerciële instellingen voor de verwezenlijking van studies en werken die een betere energieprestatie van de gebouwen beogen vóór de inwerkingtreding van dit besluit ingediend worden, vallen onder het besluit van kracht de dag waarop ze bij de administratie ingediend worden.

Art. 7.De Minister van Energie bepaalt de datum van inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 8.De Minister van Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 15 maart 2007.

De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE