gepubliceerd op 17 mei 2005
Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Franse Gemeenschap van 16 december 1988 tot regeling van de erkenning van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en van de toekenning van toelagen aan die diensten
15 APRIL 2005. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Franse Gemeenschap van 16 december 1988 tot regeling van de erkenning van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en van de toekenning van toelagen aan die diensten
De Waalse Regering, Gelet op het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 16 december 1988 tot regeling van de erkenning van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en van de toekenning van toelagen aan die diensten;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 11 februari 2005;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 17 februari 2005;
Gelet op het advies 38.174/4 van de Raad van State, uitgebracht op 17 maart 2005, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Artikel 5bis, § 2, van het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 16 december 1988 tot regeling van de erkenning van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en van de toekenning van toelagen aan die diensten wordt vervangen als volgt : "§ 2. Om die functie uit te oefenen moet de thuisoppasser houder zijn van een diploma of getuigschrift dat toegang verleent tot het beroep van gezinshelpster of bejaardenhelpster. De thuisoppasser moet ook een getuigschrift van goed zedelijk gedrag kunnen voorleggen dat vrij is van elke criminele of correctionele straf die onverenigbaar is met de functie.
De personen tewerkgesteld in een erkende dienst voor gezins- en bejaardenhulp op 1 januari 2004 die niet over de vereiste kwalificaties beschikken en die op 1 januari 2004 het beroep van thuisoppasser onder arbeidsovereenkomst tijdens één jaar hebben uitgeoefend, kunnen evenwel hun betrekking blijven uitoefenen.
Bij wijze van overgangsmaatregel moeten de personen die op 1 januari 2004 tewerkgesteld zijn in een erkende dienst voor gezins- en bejaardenhulp en die op 1 januari 2004 noch over de vereiste kwalificaties, noch over de uitoefening van het beroep van thuisoppasser onder arbeidsovereenkomst gedurende minstens één jaar beschikken, op 31 december 2008, de opleiding tot polyvalente helper met succes hebben gevolgd of een bekwaamheidsattest van gezinshelpster hebben behaald na het volgen van een opleidingscyclus van gezinshelpster afgeleverd door een opleidingscentrum erkend op grond van het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 13 november 1990 betreffende de inrichting van de opleidingscentra voor gezinshelpsters.
De houders van een opleiding van thuisoppasser die gesubsidieerd wordt door het Europees Sociaal Fonds of in het kader van het project Now kunnen na 1 januari 2004 nog worden aangeworven om het beroep van thuisoppasser uit te oefenen op voorwaarde dat ze binnen de vier jaar na hun aanwerving de opleiding tot polyvalente helpster met succes volgen of een bekwaamheidsattest van gezinshelpster behalen na het volgen van een opleidingscyclus van gezinshelpster afgeleverd door een opleidingscentrum erkend op grond van het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 13 november 1990 betreffende de inrichting van de opleidingscentra voor gezinshelpsters. »
Art. 2.In artikel 8 van hetzelfde besluit wordt het derde lid opgeheven.
Art. 3.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : 1° in § 4, worden de woorden "De aldus geleende uren mogen later niet bestemd worden voor hulpverlening in het dagelijkse leven in een andere activiteitenzone" opgeheven;2° in § 5 worden de bewoordingen "5 %" en "10 %" respectievelijk vervangen door de woorden "10 %" en "20 %";3° in § 5 worden de woorden "of een niet-aangrenzende verlieslatende activiteitenzone" toegevoegd na de woorden "een aangrenzende activiteitenzone";4° een § 5bis wordt ingevoegd, luidend als volgt : "De dienst beschikt, vanaf kennisgeving van de territoriale contingenten, over een termijn van drie maanden om de overeenkomstig § 4 en § 5 uitgevoerde overeenkomsten en overdrachten over te maken.»
Art. 4.De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2005.
Namen, 15 april 2005.
De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen, Mevr. Ch. VIENNE