Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 14 november 2007
gepubliceerd op 24 december 2007

Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van een effectenonderzoek met betrekking tot het voorontwerp tot opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi met het oog op de ontwikkeling van de activiteit en de infrastructuren van de luchthaven Charleroi-Gosselies, met inbegrip van de spoor- en wegeninfrastructuren en de economische activiteit naast het luchthavengebied.

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2007203568
pub.
24/12/2007
prom.
14/11/2007
ELI
eli/besluit/2007/11/14/2007203568/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 NOVEMBER 2007. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van een effectenonderzoek met betrekking tot het voorontwerp tot opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi (bladen 46/3, 46/4, 46/7 en 46/8) met het oog op de ontwikkeling van de activiteit en de infrastructuren van de luchthaven Charleroi-Gosselies, met inbegrip van de spoor- en wegeninfrastructuren en de economische activiteit naast het luchthavengebied.


De Waalse Regering, Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 27 juli 2004 tot vaststelling van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 26 augustus 2004 tot regeling van de werking van de Regering, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 16 september 2004 en 15 april 2005;

Gelet op het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Patrimonium en Energie, inzonderheid op de artikelen 42 en 46;

Gelet op het gewestelijk ruimtelijk ontwikkelingsplan goedgekeurd door de Waalse Regering op 27 mei 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 september 1979 tot opstelling van het gewestplan Charleroi, gewijzigd bij de besluiten van 6 mei 1993, 1 april 1999 en 22 april 2004;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 19 juli 2007 tot opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi en tot aanneming van het voorontwerp tot opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi met het oog op de ontwikkeling van de activiteit en de infrastructuren van de luchthaven Charleroi-Gosslies, met inbegrip van de spoor- en wegeninfrastructuren en de economische activiteit naast het luchthavengebied;

Overwegende dat het voorontwerp tot opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi en de ontwerp-inhoud van het effectenonderzoek overeenkomstig artikel 42 van voormeld Wetboek ter advies voorgelegd zijn aan de "Commission régionale d'Aménagement du territoire" (Gewestelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening), aan de "Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable" (Waalse Raad voor het Leefmilieu voor Duurzame Ontwikkeling) en aan het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van het Ministerie van het Waalse Gewest op 7 april 2007; dat de verzoeken om advies door die instanties in ontvangst zijn genomen op 8 augustus 2007;

Overwegende dat de termijn, opgelegd voor de raadpleging van de diensten en de commissies bedoeld bij voormeld Wetboek, opgeschort wordt tussen 16 juli en 15 augustus;

Overwegende dat de "Commission régionale d'aménagement du territoire" en de "Conseil wallon de l'environnement pour le développement durable" hun adviezen hebben overgemaakt binnen de termijn van dertig dagen opgelegd bij het Wetboek;

Overwegende dat de "Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable" in zijn advies van 28 augustus 2007 de gegevens over de omvang en nauwkeurigheidsgraad van de inlichtingen die het effectenonderzoek zal moeten bevatten, zoals opgenomen in de als bijlage bij het besluit van 19 juli 2007 opgenomen inhoud van het effectenonderzoek, voldoende heeft bevonden;

Overwegende dat de "Commission régionale d'Aménagement du Territoire" in haar advies van 24 augustus 2007 gunstig is tegenover de voorgestelde inhoud en van mening is dat de auteur van het onderzoek zal moeten beoordelen of verder ingegaan zal moeten worden op andere gegevens die hij in de loop van zijn werk zou ontdekken;

Overwegende dat de "Commission régionale d'Aménagement du Territoire" zich evenwel vragen stelt bij het westelijk tracé van de reserveringsomtrekken voor de spoorlijnen verder dan wat op het bij dit besluit gevoegde kaartdocument afgebeeld staat;

Overwegende dat, al heeft de Waalse Regering de optie genomen om de reserveringsomtrekken die strikt overeenstemmen met de tracés gevoegd als bijlage bij de nota ingediend op 1 maart 2007 door Infrabel betreffende de stand van zaken in de onderzoeken naar het prioritaire project van het station Gosselies in het voorontwerp op te nemen, het evenwel niet past om de analyse van de behoeften die die component van het voorontwerp enkel op kaart 46/4 verantwoorden, te beperken; dat de omvang van het effectenonderzoek op dat punt correctie behoeft;

Overwegende dat de "Commission régionale d'aménagement du territoire" zich eveneens uitspreekt over de gepastheid van het project, wat blijkt uit het advies in dit stadium van de procedure uitgebracht voor zover artikel 42, lid 4 het volgende aangeeft : "De adviezen hebben betrekking op de omvang en de nauwkeurigheid van de gegevens die het effectenonderzoek dient te bevatten. »;

Overwegende dat het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van het Ministerie van het Waalse Gewest zijn advies niet medegedeeld heeft binnen de termijn van dertig dagen opgelegd bij het Wetboek; dat zijn advies bijgevolg gunstig geacht wordt overeenkomstig artikel 42, lid 5, van het Wetboek;

Overwegende dat het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van het Ministerie van het Waalse Gewest in zijn advies van 21 september 2007 meent dat de ontwerp-inhoud van het effectenonderzoek dat het voorgelegd kreeg : - wat betreft geluidshinder overeenstemt met Europese richtlijn 2002/49/EG inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai; - wat betreft water, de ontwikkelaar in de mogelijkheid zal stellen zijn werk uit te diepen en aangevuld zou moeten worden met een inspanningsverbintenis : de raadpleging van de buitendiensten van de Afdeling Water;

- wat betreft het risicobeheer inzake grote ongevallen, het bestaan van de laagdrempelige Seveso-bedrijven Caterpillar en Sita Wallonie en van feitelijk voorlopige kwetsbare gebieden in overweging zou dienen te nemen; - wat betreft de ondergrond en de geologie, aangevuld zou moeten worden wat betreft het onderzoek van de impact van het bestaan van mijnontginningen op het voorontwerp tot opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi, waarbij de ontwikkelaar verzocht wordt het archief te raadplegen van de betrokken buitendiensten en de cel ondergrond/geologie van het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu; - wat betreft de afvalstoffen en de verontreinigde locaties, aangevuld zou moeten worden met een oplijsting van de potentieel verontreinigde, verontreinigde, gesaneerde en herstelde locaties en locaties waar afvalstoffen zijn gestort, waarbij de ontwikkelaar verzocht wordt de gegevensbanken te raadplegen van de betrokken openbare instellingen ("Société publique d'Aide à la Qualité de l'Environnement" (Openbare maatschappij voor hulpverlening inzake de verbetering van het leefmilieu), Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium, "Office wallon des déchets" (Waalse dienst voor afvalstoffen) enz.); - wat betreft natuurbehoud, aangevuld zou moeten worden met een nauwkeurige typering van de biologisch waardevolle locaties opgenomen als natuur- en bosgebied in het gewestplan en betrokken bij het project; - de aspecten "menselijke gezondheid" niet in overweging neemt, in tegenstelling tot de bepalingen van bijlage 1 bij Richtlijn 2001/42/EG betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's;

Overwegende dat de draagwijdte van het advies van het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van het Minister van het Waalse Gewest veel verder reikt dan het thema "inhoud van het effectenonderzoek" en talrijke specifieke inlichtingen verstrekt over de aanvankelijke milieutoestand, meer bepaald wat betreft de ondergrondse ontginningen; dat die inlichtingen verder aangevuld en benut moeten worden in het kader van het onderzoek;

Overwegende dat hoewel de beoordeling van de impact van de bedrijven Caterpillar en Sita Wallonie op het voorontwerp tot opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi niet specifiek bedoeld is in het besluit van de Waalse Regering van 19 juli 2007, de ontwerp-inhoud van het effectenonderzoek onder het punt over de omschrijving van de feitelijke toestand eist om bijzondere aandacht te besteden aan "de aanwezigheid van een inrichting die een hoog risico inhoudt voor de personen, de goeden of het leefmilieu in de zin van richtlijn 96/82/EG"; dat de aandacht van de auteur van het onderzoek evenwel gevestigd moet worden op het bestaan van beide bovenbedoelde bedrijven;

Overwegende dat de Waalse Regering uitdrukkelijk de beoordeling beoogt van de impact van de aanwezigheid van stortplaatsen op het voorontwerp tot opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi toen zij de nauwkeurigheidsgraad van de gegevens van het effectenonderzoek heeft vastgesteld; dat het bijgevolg onnodig is om de ontwerp-inhoud van het effectenonderzoek op dat punt verder aan te vullen;

Overwegende dat de beoordeling van de biologisch waardevolle locaties opgenomen als natuur- en bosgebied op het gewestplan en de impact ervan op het voorontwerp tot opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi valt onder de omschrijving van de feitelijk bestaande toestand, reeds beoogd in de ontwerp-inhoud van het effectenonderzoek bepaald op 19 juli 2007; dat het bijgevolg onnodig is de ontwerp-inhoud van het effectenonderzoek op dat punt verder aan te vullen;

Overwegende dat de ontwerp-inhoud van het effectenonderzoek bepaald op 19 juli 2007 het volgende beoogt : in bijlage D.3 : "Bestaande feitelijke toestand", twee titels met betrekking eerst tot het menselijk milieu en vervolgens tot de menselijke activiteiten en in bijlage D.5 : "Gevolgen voor het leefmilieu", twee titels met betrekking tot eerst de gevolgen op de menselijke gezondheid en veiligheid en vervolgens tot de gevolgen op het aangenaam leefklimaat; dat die bijlagen de onderwerpen vernoemen die aan bod zullen moeten komen in het onderzoek in het kader van de hoofdstukken met als opschrift "Omschrijving van de bestaande feitelijke toestand" en "Identificatie van de wijzigingsfactoren van het milieu gebonden aan de componenten van het voorontwerp en beoordeling van hun effecten op het menselijke en het natuurlijk milieu"; dat de bewering van het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu bijgevolg niet bewezen is wat betreft het feit dat niet rekening gehouden wordt met de aspecten "menselijke gezondheid" in de ontwerp-inhoud van het effectenonderzoek dat ter advies is voorgelegd is, dat de ontwerp-inhoud van het effectenonderzoek niet aangevuld moet worden op dat punt;

Overwegende dat het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu van het Ministerie van het Waalse Gewest voorgesteld heeft om de structuur van fase II van het onderzoek (leefmilieubeoordeling) te wijzigen in de adviezen die het uitgebracht heeft op 29 mei 2007 over de ontwerp-inhouden van de effectenonderzoeken van de voorontwerpen van herziening van de gewestplannen Nijvel en Waver-Geldenaken-Perwijs in verband met de ontwikkeling van het GEN "op een manier waardoor voor éénzelfde besproken hoofdstuk : de aanvankelijke toestand, de feitelijke en de rechtstoestand en vervolgens de desbetreffende leefmilieubeoordeling met op het einde van het hoofdstuk een korte samenvatting ervan", en dit om een betere leesbaarheid te krijgen;

Overwegende dat die wijziging noch de grond noch de inhoud beroert, maar enkel de presentatie van de analyse; dat zij de leesbaarheid van het effectenonderzoek gevoelig verhoogt; dat de ontwerp-inhoud op dat punt gewijzigd moet worden;

Overwegende dat het voorontwerp tot opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi de opneming beoogt van bestemmingsgebieden, tracés voor het netwerk van de hoofdverkeersinfrastructuren, reserveringsomtrekken, bijkomende voorschriften met stedenbouwkundige of planologische regels;

Overwegende dat de ontwerp-inhoud van het effectenonderzoek meermaals enkel de analyse beoogt van de "bestemmingsgebieden" van het voorontwerp; dat het in dat opzicht correcter zou zijn om de analyse te beogen van de "componenten" van het voorontwerp om er zeker van te zijn dat de auteur van het onderzoek er in zijn geheel verslag over uitbrengt; dat de ontwerp-inhoud van het effectenonderzoek op dat punt gewijzigd moet worden;

Overwegende dat de ontwerp-inhoud van het effectenonderzoek eveneens enkel "de herziening van het gewestplan Charleroi" beoogt terwijl het besluit van de Waalse Regering van 19 juli 2007 betrekking heeft op de "opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi"; dat de ontwerp-inhoud van het effectenonderzoek op dat punt gewijzigd moet worden;

Overwegende dat de ontwerp-inhoud van het effectenonderzoek vastgesteld op 19 juli 2007 niet uitdrukkelijk de analyse beoogt van de impact van het bestaan van twee gemeentelijke inrichtingsplannen goedgekeurd op het grondgebied van de gemeente Charleroi en een ontwerp voor een gemeentelijk plan van aanleg ter afwijking van het gewestplan definitief aangenomen door de gemeenteraad van Pont-à-Celles op het voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi; dat de ontwerp-inhoud van het effectenonderzoek op dat punt aangevuld moet worden;

Overwegende dat de beoordeling en het beheer van de geluidshinder in de omgeving specifieke technische bekwaamheden vereisen; dat men er zich bijgevolg van moet vergewissen dat de auteur die belast wordt met het effectenonderzoek op het voorontwerp tot opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi erkend is inzake geluidshinder voor de categorieën 1 en 2 of dat deel van het onderzoek in onderaanneming doorgeeft aan een ingenieursbureau met een dergelijke erkenning;

Overwegende dat de inhoud van de aanvulling op het effectenonderzoek in bijlage bij dit besluit de draagwijdte van het voorgeschrevene van artikel 42, lid 2, van het Wetboek ruimer omschrijft, waarbij omvang en graad van nauwkeurigheid aangegeven worden van de informatie die in het onderzoek moet voorkomen ten opzichte van de specificiteit van het voorontwerp tot opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi;

Overwegende dat geen enkel bestanddeel van het voorontwerp tot opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi vrijgesteld mag worden van het effectenonderzoek overeenkomstig artikel 46, § 2, van het Wetboek;

Overwegende dat de aangevatte procedure voor de opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi verdergezet dient te worden door de bepalingen van artikel 42, lid 2, van het Wetboek uit te voeren;

Op de voordracht van de Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, Beschliesst :

Artikel 1.Er dient een effectenonderzoek uitgevoerd te worden met betrekking tot het voorontwerp tot opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi met het oog op de ontwikkeling van de activiteit en de infrastructuren van de luchthaven Charleroi-Gosslies, met inbegrip van de spoor- en wegeninfrastructuren en de economische activiteit naast het luchthavengebied.

Art. 2.De omvang en de nauwkeurigheidsgraad van de gegevens die het effectenonderzoek dient te bevatten worden vastgesteld in de inhoud van het effectenonderzoek, met als opschrift "Bijlage 1 van het bijzonder bestek", als bijlage bij dit besluit.

Art. 3.Naast de vereiste erkenningen voor de opstelling van plannen moet de auteur van het effectenonderzoek erkend zijn voor geluidshinder in de categorieën 1 en 3 of het deel geluidsonderzoek in onderaanneming geven aan een als dusdanig erkend kantoor.

Art. 4.De Minister van Ruimtelijke Ontwikkeling is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 14 november 2007.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE

BIJLAGE 1.

INHOUD VAN HET ONDERZOEK BETREFFENDE HET GEWESTPLAN Het voorontwerp tot opstelling en herziening van de bladen 46/3, 46/4, 46/7 en 46/8 van het gewestplan Charleroi, aangenomen bij besluit van de Waalse Regering van 19 juli 2007, slaat op : o bovenstaande bestanddelen van het voorontwerp : o een gebied voor openbare nutsvoorzieningen en gemeenschapsvoorzieningen op het grondgebied van de gemeente Charleroi; o een gemengde bedrijfsruimte op het grondgebied van de gemeente Charleroi en Fleurus; o vier industriële bedrijfsruimten op het grondgebied van de gemeente Fleurus; o twee industriële bedrijfsruimten op het grondgebied van de gemeente Charleroi; o een gebied waarvan de inrichting door de gemeente aan een overlegprocedure onderworpen is, op het grondgebied van de gemeente Charleroi; o vijf landbouwgebieden op het grondgebied van de gemeente Fleurus; o twee landbouwgebieden op het grondgebied van de gemeente Charleroi; o een landbouwgebied op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Les Bons Villers; o een groengebied op het grondgebied van de gemeente Pont-à-Celles; o twee groengebieden op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Pont-à-Celles; o drie groengebieden op het grondgebied van de gemeente Charleroi; o een groengebied op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Fleurus; o zeven groengebieden op het grondgebied van de gemeente Fleurus; o een 300 m brede reserveringsomtrek als overdruk op de gebieden van het gewestplan op beide tracés overwogen voor de bediening van het nieuwe station Gosselies en de aansluitingen ervan op lijn 140 enerzijds en lijn 124 anderzijds op het grondgebied van de gemeenten Charleroi, Les Bons Villers et Pont-à-Celles; o een 300 m brede reserveringsomtrek als overdruk op de gebieden van het gewestplan op beide tracés overwogen voor de nieuwe Waalse spoorwegas binnen de grenzen van blad 46/S op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Pont-à-Celles; o een 300 m brede reserveringsomtrek als overdruk op de gebieden van het gewestplan ter hoogte van brug nr. 84 van de A15 op het grondgebied van de gemeenten Charleroi et Les Bons Villers; o een reserveringsomtrek voor de ruimtes nodig voor de bescherming en de vrijwaring van de luchthaveninfrastructuur wordt als overdruk opgenomen op de gebieden van het gewestplan gelegen in de omtrek van zone A van het ontwikkelingsplan op lange termijn van de luchthaven Charleroi-Brussel Zuid op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Fleurus; o het tracé van de R3 benoorden spoorlijn 140 op het grondgebied van de gemeente Fleurus; o het tracé van de verkeerswisselaar Heppignies (A15-R3) op het grondgebied van de gemeente Fleurus; o het tracé van de N568 in het westen van spoorlijn 140 op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Fleurus; o het tracé van de E42 vanaf zijn kruising met spoorlijn 140 tot aan zijn kruising met de A54 op het grondgebied van de gemeenten Charleroi, Fleurus en Pont-à-Celles; o het tracé van de A54 vanaf het punt waar hij afwijkt van het tracé opgenomen op het gewestplan Charleroi benoorden de E42 tot aan zijn kruising met de N568 op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Pont-à-Celles; o het tracé van de N5 vanaf zijn kruising met de E42 tot aan zijn kruising met de A54 op het grondgebied van de gemeente Charleroi; o de verkeerswisselaar A15-N5 op het grondgebied van de gemeente Charleroi; o de verkeerswisselaar A15-A54 op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Pont-à-Celles; o de verkeerswisselaar A54-N582 op het grondgebied van de gemeente Charleroi; o de verkeerswisselaar A54-N5 op het grondgebied van de gemeente Charleroi; o de verkeerswisselaar A54-N568 op het grondgebied van de gemeente Charleroi; en op de schrapping van : o het deel van de reserveringsomtrek van de overwogen weg, heden N568, opgenomen ten westen van spoorlijn 140, op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Fleurus; o het deel van de reserveringsomtrek van de overwogen weg, heden R3, opgenomen benoorden spoorlijn 140, op het grondgebied van de gemeente Fleurus; o de reserveringsomtrek van de geplande verkeerswisselaar Heppignies, heden uitgevoerd, op het grondgebied van de gemeente Fleurus; o het tracé van de E42 opgenomen op het gewestplan Charleroi vanaf zijn kruising met spoorlijn 140 tot aan zijn kruising met de A54 op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Fleurus; o het tracé van de A54 opgenomen op het gewestplan Charleroi vanaf het punt waar hij afwijkt van het tracé benoorden de E42 tot aan zijn kruising met de N568 op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Pont-à-Celles; o het tracé van de N5 opgenomen op het gewestplan Charleroi vanaf zijn kruising met de E42 tot aan zijn kruising met de A54 op het grondgebied van de gemeente Charleroi; o de verkeerswisselaar A15-N5 opgenomen op het gewestplan Charleroi op het grondgebied van de gemeente Charleroi; o de verkeerswisselaar A15-A54 opgenomen op het gewestplan Charleroi op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Pont-à-Celles; o de verkeerswisselaar A54-N582 opgenomen op het gewestplan Charleroi op het grondgebied van de gemeente Charleroi; o de verkeerswisselaar A54-N5 opgenomen op het gewestplan Charleroi op het grondgebied van de gemeente Charleroi; o de verkeerswisselaar A54-N568 opgenomen op het gewestplan Charleroi op het grondgebied van de gemeente Charleroi; 1. Omvang van het effectenonderzoek en nauwkeurigheidsgraad van de gegevens (artikel 42, lid 2, van het WWROSPE) 0.Omvang van het effectenonderzoek Het effectenonderzoek slaat op de opneming van : - de reserveringsomtrekken van de verkeersinfrastructuren opgenomen als overdruk op de gebieden van het gewestplan Charleroi; - nieuwe bebouwingsgebieden;

De auteur beperkt zijn analyse tot de bestanddelen van het project die een niet te verwaarlozen effect op het leefmilieu kunnen hebben. hij verantwoordt de relevantie van zijn keuzes.

Het effectenonderzoek kan berusten op de nuttige inlichtingen uit het effectenonderzoek uitgevoerd in het kader van de behandeling van de globale en de milieuvergunning waaronder de luchthavenuitbating valt; ze nader bepalen, aanvullen en bijwerken.

Het onderzoek verloopt volgens het "trechterbeginsel" waarbij de verschillende bestanddelen van het voorontwerp tot opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi, afhankelijk van de aard van de besproken aspecten, geanalyseerd worden van de grootste tot de lokale schaal van de betrokken omtrek.

De analyse van de behoeften die het voorontwerp verantwoorden en de lokalisering van de bestanddelen ervan, alsook het zoeken naar varianten, moeten beperkt worden tot het gebied gelegen in de nabijheid van de luchthaven, uitgezonderd wat valt onder de verkeersinfrastructuren.

Het effectenonderzoek bestudeert de vestigingsmogelijkheden van een park-and-ride in de nabijheid van het toekomstige spoorstation en dient een voorstel tot vestiging in met vergelijking van voor- en nadelen van de alternatieven.

De analyse van de afbakening van het project en van de voorwaarden voor de ontsluiting van de bestanddelen van het voorontwerp, evenals het zoeken naar varianten, moeten beperkt worden tot de meest relevante onderzoeksomtrek rekening houdende met de overwogen aard van het milieu en druk voortvloeiende uit de vestiging.

De onderzoeksomtrek (microgeografische schaal) van de bestanddelen van het voorontwerp tot opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi die de biodiversiteit, de bevolking (mobiliteit,...), het water (ondergronds, oppervlakte-, lozingswater), de lucht, de klimaatfactoren, de landschappen, de land- en bosbouwactiviteit zouden kunnen verstoren hangt af van het grondgebied dat onder de invloed zou kunnen komen te staan van elk onderzocht vraagstuk.

Meer bepaald wordt de onderzoeksomtrek van de bestanddelen van het voorontwerp tot opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi die fauna, flora, bodem, materieel goed en cultureel erfgoed zouden kunnen verstoren beperkt tot de betrokken gronden. 2. Nauwkeurigheidsgraad van de gegevens Het effectenonderzoek is opgesteld rekening houdend met de specificiteiten van het voorontwerp en is een document waarvan de nauwkeurigheidsgraad geacht wordt voldoende te zijn wat betreft artikel 42 van het Wetboek. Alle punten van deze inhoud moeten a priori als onontbeerlijk beschouwd worden, hoewel de auteur van het onderzoek voor kan stellen om de analyse op bepaalde punten in te korten voor zover hij aantoont dat ze ten opzichte van het voorontwerp tot opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi niet relevant zijn.

Overigens kan de auteur van het onderzoek altijd, als hij dat in het onderzochte dossier belangrijk vindt, één of ander punt dat niet in deze inhoud voorkomt, aan bod laten komen en bespreken.

De wijzigingsfactoren (of de verstorende bestanddelen) van de omgeving en de bestanddelen die de feitelijke en de rechtstoestand uitmaken worden in bijlage aangegeven, en dan moeten de auteurs van het milieueffectenonderzoek slechts de relevante factoren in overweging nemen of de gegevens toevoegen die zij als noodzakelijk beschouwen.

Er wordt bijzondere aandacht besteed aan volgende gegevens : o beoordeling van de impact van het voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi op de mobiliteit, de netwerken en de infrastructuren (saneringsplan van het onderstroomgebied van de Samber, enz.); o beoordeling van de impact van de reserveringsomtrekken opgenomen bij dit voorontwerp tot opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi als overdruk op de gebieden van het gewestplan op de onroerende goederen opgenomen op de inventaris van het monumentaal erfgoed van Wallonië; herbestemmingsvoorstellen; o analyse van de behoeften aan bedrijfsruimten op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Fleurus; o beoordeling van de drukfactoren van de voorkomingsgebieden bepaald rondom de bestaande waterwinningen op het voorontwerp tot opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi; o beoordeling van de drukfactoren van de aanwezigheid van stortplaatsen op het voorontwerp tot opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi; o bepaling van de verschillende niveaus van blootstelling aan geluidshinder overeenkomstig Europese richtlijn 2002/49/EG inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai en in het bijzonder beoordeling van vermoedelijke geluidsniveaux waaraan de bevolkingsgroepen blootgesteld zouden kunnen worden in residentiële gebieden; o beoordeling van de drukfactoren van de aanwezigheid van voormalige mijnontginningen op het voorontwerp tot opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi;

Die lijst is onvolledig.

Fase I : ANALYSE VAN HET VOORONTWERP A. SAMENVATTING VAN DE INHOUD VAN HET VOORONTWERP TOT OPSTELLING EN HERZIENING VAN HET GEWESTPLAN EN OMSCHRIJVING VAN DE DOELSTELLINGEN EN MOTIVERINGEN VAN DE WAALSE REGERING (artikel 42, lid 2, 1°, van het Wetboek) A.1. Samenvatting van de inhoud van het voorontwerp tot opstelling en herziening van het gewestplan en omschrijving van de doelstellingen en motiveringen van de waalse regering Hier moet alleen het doel van de opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi samengevat worden en moeten de doelstellingen en de motiveringen van de Waalse Regering zoals ze worden vermeld in het besluit tot aanneming van het voorontwerp van plan benoemd worden.

Onder doel van de opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi wordt verstaan : de bestemmingsgebieden, het bestaande of beoogde tracé van de hoofdverkeersinfrastructuren, de omtrekken waar een bijzondere bescherming verantwoord is, de bijkomende voorschriften voor stedenbouw of planologie, de andere inrichtingsmaatregelen en de kaart.

Onder doelstellingen van de Waalse Regering worden de doelen verstaan die zij nastreeft door te beslissen tot herziening van het plan.

Onder motiveringen van de Waalse Regering worden verstaan de redenen waarvoor zij de opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi als noodzakelijk beschouwt voor de realisatie van de doelstellingen.

A.2. Analyse A.2.1. Onderzoek van de overeenstemming van de doelstellingen van het voorontwerp met de gewestelijke opties Enerzijds wordt de band tussen het voorontwerp tot opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi en andere relevante plannen en programma's aangeduid en anderzijds worden de relevante doelstellingen inzake de bescherming van het leefmilieu ten opzichte van het voorontwerp vernoemd.

A.2.2. Onderzoek van de verenigbaarheid tussen de bestanddelen van het voorontwerp met de doelstellingen van de Waalse Regering Er dient te worden nagegaan of de bestemmingsgebieden, compensaties niet meegerekend, tracés voor het netwerk van de hoofdverkeersinfrastructuren, reserveringsomtrekken opgenomen op het voorontwerp tot opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Waalse Regering.

A.2.3. Onderzoek van de overeenstemming van het voorontwerp met de vigerende reglementeringen Er moet worden nagegaan of het voorontwerp tot opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi met de vigerende reglementeringen en in het bijzonder artikel 46 van het Wetboek overeenstemt (artikel 42, lid 2, 2°, van het Wetboek).

A.2.4. Identificatie/validering van het (de) referentiegrondgebied(en) Het referentiegrondgebied is het grondgebied waarop de reflectie moet berusten over de relevantie van de opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi voor wat betreft de behoeften ter verantwoording van het voorontwerp en de ligging van de bestanddelen ervan. Het beantwoordt aan wat in het Wetboek "bedoeld grondgebied" wordt genoemd (artikel 42, lid 2, 3°).

De analyse van de behoeften die het voorontwerp tot opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi verantwoorden en de relevantie van de lokalisering van de bestanddelen ervan, alsook het zoeken naar varianten, moeten beperkt worden tot volgende gebieden : ? Wat betreft de reserveringsomtrek van de luchthaveninfrastructuur : gebieden aanpalend aan de luchthaven Charleroi-Brussel Zuid; ? Wat betreft de economische activiteiten : gebieden aanpalend aan de luchthaven Charleroi-Brussel Zuid; ? Wat betreft de gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen : gebieden aanpalend aan de luchthaven Charleroi-Brussel Zuid; ? Wat betreft de reserveringsomtrek met het oog op de spoorbediening van de luchthaven Charleroi-Brussel Zuid : blad 46/4; ? Wat betreft de reserveringsomtrek met het oog op de aanleg van de nieuwe Waalse spoorwegas : blad 46/4; ? Wat betreft de reserveringsomtrek met het oog op de aanvoer over de weg naar de luchthaven Charleroi-Brussel Zuid en de naburige bedrijfsruimtes : gebied aanpalend aan de E42;

De auteur van het onderzoek mag daar andere referentiegebieden bij betrekken. In dit geval verantwoordt hij zijn keuzes.

A.2.5. Synthese De nadruk wordt gelegd op de doelstellingen van het voorontwerp tot opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi ten opzichte van de verenigbaarheid ervan met de gewestelijke opties en de conclusies op de referentiegebieden in combinatie met het voorontwerp of de andere bestanddelen of verzamelingen van bestanddelen ervan (de verschillende bestemmingsgebieden van het voorontwerp worden daarbij eventueel samengebracht tot samenhangende gehelen ten opzichte van hun referentiegebied).

A. ANALYSE VAN DE BEHOEFTEN DIE HET VOORONTWERP VERANTWOORDEN Hoe dan ook wordt voor elk bestanddeel of elk geheel van bestanddelen van het voorontwerp tot opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi de vraag naar ruimte die daarvoor voorbehouden wordt beoordeeld en getoetst aan het relevante aanbod, middels volgend stramien.

B.1. Evaluatie van de vraag Omschrijving van de menselijke kenmerken van het betrokken grondgebied. De potentialiteiten (troeven en opportuniteiten) en de drukfactoren (zwakke punten en bedreigingen), en in het bijzonder de potentialiteiten die van invloed kunnen zijn op de vraag naar ruimte, dienen te worden aangeduid. Enkel de bestanddelen die relevant zijn ten opzichte van het voorontwerp tot opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi of van één van de bestanddelen of van één van de verzamelingen bestanddelen ervan moeten worden overwogen.

B.1.2 Evaluatie van de vraag naar (of het gebrek aan) ruimte voor de bestemmingen onderzocht in het referentiegrondgebied.

B.2. Evaluatie van het aanbod B.2.1. Identificatie van de liggingscriteria die voldoen aan de doelstellingen van het voorontwerp tot opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi, aan de gewestelijke opties en aan de vigerende reglementeringen.

B.2.2. Evaluatie van het pertinente aanbod van ruimte voor de bestemmingen onderzocht in het referentiegrondgebied.

B.3. Conclusie Evaluatie op kwantitatief en kwalitatief gebied van de noodzaak om nieuwe oppervlakten voor te behouden voor de onderzochte bestemmingen en om nieuwe verkeersinfrastructuren op te nemen in de referentiegebieden.

B. ANALYSE VAN DE LIGGING VAN DE BESTANDDELEN VAN HET VOORONTWERP Het gaat er hier om op schaal van het (de) referentiegrondgebied(en) de ligging van de verschillende bestanddelen van het voorontwerp tot opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi te valideren rekening houdend met : o de menselijke, en ecologische potentialiteiten en drukfactoren van bovengenoemde gebieden; o de gewestelijke opties die op die grondgebieden toepasselijk zijn; o de liggingscriteria die in punt C geïdentificeerd moeten worden (naar gelang van de doelstellingen van het voorontwerp, van de princiepen inzake ruimtelijke ordening en van de vigerende reglementeringen); en, in voorkomend geval, liggingsvarianten die voldoen aan deze elementen binnen die grondgebieden te zoeken.

C.1. Analyse van de menselijke en milieueigenschappen van de referentiegrondgebieden Omschrijving van de belangrijkste menselijke en leefmilieukenmerken van de grondgebieden. De potentialiteiten (troeven en opportuniteiten) en de drukfactoren (zwakke punten en bedreigingen) voor de ligging van de bestemmingsgebieden en de overwogen tracés dienen te worden aangeduid met aanmaking van een cartografische synthese.

Er wordt rekening mee gehouden op schaal van het (de) referentiegrondgebied(en). De feitelijke, de rechts- en de leefmilieutoestand worden (op microgeografische schaal) nauwkeurig besproken in fase II van het onderzoek.

C.2. Ruimtelijke overschrijving van de grote gewestelijke opties Het gaat er om de visie die door de gewestelijke oriënterende documenten aan het (de) referentiegrondgebied(en) wordt verleend in een cartografische synthese op te nemen.

C.3. Analyse van de relevantie van de ligging van de bestanddelen van het voorontwerp Hier gaat het erom de relevantie van de ligging van de verschillende bestemmingsgebieden, van de tracés van de hoofdverkeersinfrastructuren en van de reserveringsomtrekken opgenomen in het voorontwerp tot opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi te onderzoeken ten opzichte van de liggingscriteria die in fase B (namelijk punt B.2.1.) geïdentificeerd zijn, van de analyse van de eigenschappen van het referentiegrondgebied (C.1.) en van de daarop toepasselijke grote gewestelijke opties (C.2.).

C.4. Keuze van liggingsvarianten Als het studiebureau van mening is dat het zoeken naar liggingsvarianten niet gerechtvaardigd is, moet het zijn positie ernstig motiveren.

Doel is liggingsvarianten voor het voorontwerp tot opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi of de bestanddelen of gehelen van bestanddelen ervan te zoeken en aan te nemen door de liggingscriteria die in fase B geïdentificeerd zijn op het referentiegrondgebied toe te passen met inachtneming van de analyse van de eigenschappen ervan (C.1.) en van de daarop toepasselijke gewestelijke opties (C.2.).

Deze poging kan indien nodig in twee etappes uitgevoerd worden : ? het zoeken naar potentiële sites voor liggingsvarianten; ? keuze van liggingsvarianten onder deze potentiële sites en de in het besluit overwogen sites.

C.5. Raming van de kosten en termijnen van de uitvoering van het plan en zijn liggingsvarianten Dit punt moet met name de kosten ten laste van de privé-operatoren en die ten laste van de gemeenschap (MET, grossiersbedrijven, gemeenten, intercommunales...) onderscheiden.

C.6. Synthese : vergelijking van het voorontwerp van plan en van zijn liggingsvarianten De voor- en nadelen van de ligging van de verschillende bestemmingsgebieden of gehelen van bestemmingsgebieden en van de tracés van het voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi en de liggingsvarianten worden vastgesteld, met name voor de volgende gegevens : ? de belangrijkste menselijke en ecologische potentialiteiten en drukfactoren van het grondgebied; ? de gewestelijke opties die op dit grondgebied toepasselijk zijn; ? de liggingscriteria (met inbegrip van de doelstellingen van het voorontwerp, de princiepen inzake ruimtelijke ordening en de vigerende reglementeringen); ? de kosten en termijnen van de uitvoering Afronding van fase I Samenvatting van de verantwoording van het voorontwerp tot opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi of zijn verschillende bestanddelen of gehelen van bestanddelen en conclusies wat betreft de relevantie van het voorontwerp.

Fase II : LEEFMILIEUBEOORDELING A. ANALYSE VAN DE AFBAKENING EN VAN DE UITVOERING VAN DE BESTANDDELEN VAN HET VOORONTWERP Op lokale schaal worden de afbakening en de voorwaarden voor de ontsluiting van de bestanddelen van het voorontwerp en van elke liggingsvariant verder verfijnd na de gedetailleerde analyse van hun onderzoeksomtrek.

Als één of verschillende liggingsvarianten aan het einde van fase C in overweging worden genomen, moet punt D herhaald worden voor elke van de liggingsvarianten.

De onderzoeksomtrek van de bestemmingsgebieden van het voorontwerp en van de liggingsvarianten is dat deel van het grondgebied dat door de ontsluiting getroffen kan worden of dat bij vestiging ervan onder druk kan komen te staan. Hij kan dus verschillend zijn naar gelang van elk van de aspecten van de bestaande toestand aangezien hij afhankelijk is van de aard van het milieu (min of meer gevoelig voor de aan het project inherente wijzigingsfactoren) of van de overwogen drukfactor. (artikel 42, lid 2, 11°, van het Wetboek) D.1. Beschrijving van de bestaande rechtstoestand De elementen van de bestaande rechtstoestand die dreigen te lijden onder de effecten van de door het voorontwerp geïnduceerde wijzigingsfactoren van de omgeving, die men "kwetsbaarheden van de omgeving" (art. 42, tweede lid, 4°, van het Wetboek) zal noemen, of die drukfactoren vormen voor de geplande vestiging, dienen te worden aangeduid. Zij moeten in kaart worden gebracht.

Er wordt een bijzondere aandacht besteed aan : - de gebieden die voor het leefmilieu bijzonder belangrijk zijn, zoals die aangewezen overeenkomstig de Richtlijnen 79/409/EG en 92/43/EG; (artikel 42, lid 2, 5°, van het Wetboek) - de gebieden waarvan de inrichting en de stedenbouw bepaald worden bij : a. het gemeentelijk plan van aanleg, "quartier Mallavée" genoemd, op het grondgebied van de gemeente Charleroi, goedgekeurd bij het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 10 maart 1982;b. het gemeentelijk plan van aanleg, "rue Pont-à-Migneloux" genoemd, op het grondgebied van de gemeente Charleroi, goedgekeurd bij het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 21 juni 2004;c. het ontwerp van het van het gewestplan afwijkend gemeentelijk plan van aanleg, "arsenal" genoemd, op het grondgebied van de gemeente Pont-à-Celles, definitief goedgekeurd bij besluit van de gemeenteraad op 14 maart 2005; De bestanddelen van een bestaande rechtstoestand worden in bijlage D.1 vermeld zonder volledigheid na te streven.

D.2. Beschrijving van de bestaande feitelijke toestand De elementen van de bestaande feitelijke toestand die dreigen te lijden onder de effecten van de door het voorontwerp geïnduceerde wijzigingsfactoren van de omgeving, die men "kwetsbaarheden van de omgeving" zal noemen, of die drukfactoren vormen voor de geplande vestiging, dienen te worden aangeduid. Zij moeten in kaart worden gebracht.

Er wordt een bijzondere aandacht besteed aan : - de gebieden die voor het leefmilieu bijzonder belangrijk zijn, zoals die aangewezen overeenkomstig de Richtlijnen 79/409/EG en 92/43/EG; - de aanwezigheid van vestigingen die een hoog risico vertonen voor de personen, de goederen of het leefmilieu in de zin van richtlijn 96/82/EG; (er wordt bijzondere aandacht besteed aan de aanwezigheid van de bedrijfslocaties Caterpillar en Sita Wallonie waarvan de activiteiten vallen onder de laagdrempelige SEVESO-classificatie en aan de feitelijke toestand van de voorlopige kwetsbare gebieden); - de opneming van gebieden waarin bedrijven zich zouden kunnen vestigen die een hoog risico vertonen voor de personen, de goederen of het leefmilieu in de zin van richtlijn 96/82/EG. De bestanddelen van een bestaande rechtstoestand worden in bijlage D.2 vermeld zonder volledigheid na te streven.

D.3. Identificatie van de wijzigingsfactoren van het milieu verbonden aan de bestanddelen van het voorontwerp en beoordeling van hun effecten op het natuurlijk en het menselijk milieu De componenten van het voorontwerp die de omgeving zouden kunnen storen, ten opzichte van de feitelijke en de rechtstoestand en van de aanvankelijke staat van het leefmilieu, worden geïdentificeerd, de vermoedelijke effecten (op het leefmilieu) worden onderzocht en gerangschikt volgens hevigheid ervan (sterke, middelmatige, zwakke, te verwaarlozen of onbestaande verstoring) voor elk van de drie volgende stappen voor de uitvoering van het plan : ? uitrusting van de bestemmingsgebieden, bouw van installaties en aanleg van infrastructuren; ? werking van de activiteiten; ? rehabilitatie van het activiteitsgebied.

In dit geval hoeft de rehabilitatiefase niet in overweging te worden genomen daar de overwogen bestemmingsgebieden in principe onomkeerbaar zijn.

De te onderzoeken wijzigingsfactoren van de omgeving worden in bijlage D.3 vermeld zonder volledigheid na te streven.

De te onderzoeken storende componenten van de omgeving (op natuurlijke en menselijke omgeving) worden in bijlage D.4 vermeld zonder volledigheid na te streven.

D.4. Voorstelling van de afbakenings- en uitvoeringsvarianten bij de ontsluiting van de bestanddelen van het voorontwerp Vertrekkend van de "kwetsbaarheden" en van de "drukfactoren" die onder D.1. en D.2. geïdentificeerd zijn of van de onderkende vermoedelijke effecten (leefmilieueffecten) in punt D.3, moet worden gezocht naar de afbakeningsvarianten en de varianten van de ontsluitingsvoorwaarden voor de bestemmingsgebieden en de tracés van het voorontwerp tot opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi.

De varianten dienen ter voorkoming, ter vermindering of ter compensatie van de leefmilieueffecten en de drukfactoren voortvloeiend uit de vestiging. Een gelijkwaardige denkoefening zal in punt D.6. uitgevoerd worden na beoordeling van de milieueffecten van de hier geïdentificeerde varianten.

De afbakeningsvarianten slaan op de omtrek van een bepaald bestemmingsgebied en en de reserveringsomtrekken van de verkeersinfrastructuren.

De uitvoeringsvarianten omvatten de bijkomende voorschriften en de andere denkbare inrichtingsmaatregelen (zie bijlage A).

D.5. Beoordeling van de vermoedelijke effecten bij de verschillende stappen voor de uitvoering van het plan van de varianten voor de afbakening en de ontsluitingsvoorwaarden (artikel 42, lid 2, 8° en 9°, van het Wetboek) Aangeduid dienen te worden de elementen van de bestaande rechtstoestand en van de bestaande feitelijke toestand die dreigen te lijden onder de effecten van de wijzigingsfactoren van de omgeving, gebonden aan de liggingsvarianten aangeduid onder punt C en aan de varianten voor de afbakening en de ontsluitingsvoorwaarden aangeduid onder punt D om hun niet te verwaarlozen vermoedelijke (secundaire, cumulatieve, synergische, permanente en tijdelijke, zowel postieve als negatieve) effecten (op korte, middellange en lange termijn) op het leefmilieu, de land- en bosbouwactiviteit duidelijk te maken.

Die analyse dient uitgevoerd te worden voor elke stap in de uitvoering van de varianten : ? uitrusting van de bestemmingsgebieden, bouw van installaties en aanleg van infrastructuren; ? werking van de activiteiten;

D.5.1 Identificatie van de voornaamste milieueffecten De te onderzoeken milieueffecten worden opgesomd in bijlage D.4. in een niet-beperkende lijst.

D.5.2 Vergelijking van de varianten De effecten van het voorontwerp tot opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi en van de verschillende varianten worden vergeleken.

D.5.3 Vermoedelijke evolutie bij niet-uitvoering van het plan Hier wordt de vermoedelijke evolutie van de leefmilieutoestand onderzocht, mochten het plan of één van de bestanddelen ervan of een geheel van bestanddelen niet worden uitgevoerd ( artikel 42, lid 2, 3°, van het Wetboek).

D.5.4 Beoordeling van de vermoedelijke gevolgen op het leefmilieu van de naburige gewesten en/of staten Met deze analyse moet eveneens worden vastgesteld of de in het voorontwerp tot opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi en zijn varianten (inzake ligging/afbakening/uitvoering) voorgestelde inrichting belangrijke effecten zou kunnen hebben op het leefmilieu van de naburige Gewesten met het oog op de eventuele toepassing van de bepalingen van artikel 43, § 2bis, van het Wetboek.

D.6. Maatregelen die uitgevoerd dienen te worden ter voorkoming, vermindering of compensatie van de varianten voor de afbakening of ontsluitingsvoorwaarden (artikel 42, lid 2, 10°, van het Wetboek).

D.6.1. Uit te voeren maatregelen Doel is de maatregelen die moeten worden genomen om de negatieve effecten van de in D4. bepaalde verschillende afbakenings- en uitvoeringsvarianten te beperken, te verminderen of te compenseren, te identificeren.

Het kan gaan om ? aanpassing van de bestemmingsgebieden, tracés van de hoofdverkeersinfrastructuren en naburige reserveringsomtrekken; ? bijkomende voorschriften; ? andere inrichtingsmaatregelen.

D.6.2. Doeltreffendheid van elke maatregel en inschatting van de (niet-reduceerbare) residuele effecten van het voorontwerp of zijn bestanddelen of gehelen van bestanddelen en elke variante D.6.3. Vergelijking van het voorontwerp of zijn verschillende bestanddelen of gehelen van bestanddelen en elke variant D.7. Raming van de kosten en termijnen van de uitvoering van de varianten voor de afbakening en de ontsluitingsvoorwaarden De raming betreft de kostprijs en de termijn voor de uitvoering van de varianten voor de afbakening en de ontsluitingsvoorwaarden, aangeduid onder punt D.4, en zij worden vergeleken met kostprijs en termijn van het voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi of de bestanddelen of gehelen van bestanddelen en liggingsvarianten, aangeduid onder punt C.6.

D.8. Vermoedelijke evolutie van de leefmilieutoestand als het plan niet wordt uitgevoerd A. SYNTHESE VAN DE EVALUATIE (stemt gedeeltelijk overeen met artikel 42, lid 2, 11°, van het Wetboek) De voor- en nadelen van de verschillende varianten aangeduid onder punt C (liggingsvarianten) en onder punt D (varianten voor de afbakening en de ontsluitingsvoorwaarden) worden hier vastgesteld.

De resultaten worden hier besproken, met name ten opzichte van de inachtneming van artikel 1, § 1, van het Wetboek en ten opzichte van de inoverwegingname van de milieubeschermingsdoelstellingen aangeduid onder punt A.2.1., met inbegrip van de motiveringen van het voorontwerp tot opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi.

Die synthese dient om te beslissen of het gepast is om het plan te wijzigen op grond van een vollediger wetenschappelijke analyse dan die waarop het voorontwerp tot opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi gegrond was en, mocht dat het geval zijn, om te opteren voor een inrichting die verenigbaar is met art. 1e, 1 ervan het Wetboek.

Zij maakt al dan niet een validering mogelijk van de motiveringen van het voorontwerp, aangeduid in punt A.1.

Met deze synthese moet worden vastgesteld of de in het voorontwerp van plan en zijn varianten (inzake ligging/afbakening/uitvoeringsvoorwaarden) voorgestelde inrichting belangrijke effecten zou kunnen hebben op het leefmilieu van de aangrenzende Gewesten met het oog op de eventuele toepassing van de bepalingen van artikel 43, § 2, van het Wetboek. Dat standpunt zal verantwoord moeten worden door de resultaten van het onderzoek.

B. AANVULLINGEN F.1. In het vooruitzicht gestelde maatregelen voor de opvolging van de belangrijke milieueffecten van de uitvoering van het herziene gewestplan (artikel 42, lid 2, 13°, van het Wetboek) Hier wordt de lijst opgemaakt van de niet-verwaarloosbare effecten, worden opvolgingsindicatoren voor die effecten voorgesteld, evenals berekeningswijze ervan, de gebruikte gegevens en hun bron, en hun grenswaarden.

F.2. Omschrijving van de evaluatiemethode en van de gerezen moeilijkheden (artikel 42, lid 2, 12°, van het Wetboek) Doel is de specifieke elementen van de evaluatiemethode te beschrijven en de moeilijkheden te bepalen die met name tijdens de verzameling van gegevens en de methodes voor de schatting van de behoeften ondervonden zijn.

F.3. Grenzen van het onderzoek Het betreft de punten van het onderzoek die in de milieueffectbeoordelingen diepgaand onderzocht zouden moeten worden, die bij de vergunningsaanvragen op de concrete projecten uitgevoerd zullen worden.

C. NIET-TECHNISCH SAMENVATTING (maximum 30 bladzijden + illustraties) (artikel 42, lid 2, 14°, van het Wetboek) Die samenvatting moet verstaanbaar zijn voor een leek. Zij moet voldoende gedocumenteerd zijn en op zichzelf staan.

BIJLAGE A Bijkomende voorschriften en andere inrichtingsmaatregelen bijkomende voorschriften (artikel 23 WWROSP) tweede lid, 2° van het Wetboek bedoelde bijkomende voorschriften worden bepaald in artikel 41 en kunnen met name betrekking hebben op : ? de bepaling van de bestemming van de gebieden; ? de fasering van hun bezetting; ? de omkeerbaarheid van de bestemmingen; ? de dichtheid van de gebouwen of woningen; ? de verplichting om een gemeentelijk plan van aanleg voorafgaand aan hun uitvoering uit te werken; ? de verplichting om een voorafgaand gemeentelijk stedenbouwkundig reglement uit te werken; of nog enig ander soort voorschrift inzake stedenbouw of planologie.

De in artikel 23, tweede lid, 2° van het Wetboek bedoelde andere inrichtingsmaatregelen omvatten met name : ? de in of buiten de site geplande uitrustingen (infrastructuren voor vervoer, water-, gas-, elektriciteitaanvoer, riolering/zuivering); ? de voorzieningen voor het milieubeheer en voor de vermindering van de effecten (zuiveringsstation, vergaarkom); ? de maatregelen voor landschapsintegratie;

BIJLAGE D.3.

Wijzigingsfactoren van het milieu Wijzigingsfactor van het milieu gebonden aan de mobilisatie of de consumptie van natuurlijke hulpbronnen ? Immobilisatie van de bodem en ondergrond (winning uit de bodem en de ondergrond ten opzichte van andere bestaande en potentiële menselijke activiteiten); ? Waterconsumptie Wijzigingsfactoren van het milieu gebonden aan de lozingen en emissies van de activiteiten ? Geluidshinder ? Vaste, vloeibare en gasachtige lozingen, afvalstoffen.

Wijzigingsfactoren van het milieu of risico's gebonden aan de opslag van producten ? Grondstoffen, processtoffen, producten, bijproducten en afvalstoffen,...

Wijzigingsfactoren van het milieu gebonden aan de mobilisatie van de infrastructuren en openbare uitrustingen binnen en buiten de site ? Mobilisatie van de wegen - verkeer; ? Mobilisatie van de parkeerplaatsen; ? Mobilisatie van de aanvoeruitrustingen (rechtverkrijgenden : water, elektriciteit, pijpleidingen,..); ? Mobilisatie van de infrastructuren voor opvang en zuivering van afvalwater.

BIJLAGE D.1.

Bestaande rechtstoestand De volgende elementen moeten overwogen worden : ? De omtrekken en de reglementaire inrichtingsgebieden; gedecentraliseerde gemeenten en/of gemeenten die een gemeentelijk stedenbouwkundig reglement hebben goedgekeurd, omtrekken van gemeentelijke plannen van aanleg, gemeentelijk rioleringsplan, omtrekken vastgesteld in toepassing van het algemeen reglement op de bouwwerken in landelijk gebied,...; ? De territoriale elementen onderworpen aan een bijzondere regelgeving : juridisch statuut van het wegennet en van de verbindingswegen; juridisch statuut van de bossen en wouden, autonoom net voor traag verkeer... ? De vergunningsomtrekken met beperking van het burgerlijk recht : omtrekken van de bestaande verkavelingen, omtrekken waarvoor het rampfonds is tegemoetgekomen, onroerende goederen onderworpen aan het recht van voorkoop, onroerende goederen onderworpen aan de onteigening ten algemenen nutte... ? De omtrekken gebonden aan de beleidsvormen inzake operationele inrichting : ruilverkavelingsomtrekken, stadsheroplevingsomtrekken, stadsvernieuwingsomtrekken, bevoorrechte initiatiefgebieden... ? De patrimoniale omtrekken en sites : beschermde monumenten en sites met inbegrip van de archeologische opgravingen, monumentaal erfgoed van België, lijst van de bomen en bijzondere hagen... ? De omtrekken van leefmilieudrukfactoren (w.o. o.m. de voorkomingsomtrekken van waterwinningen, de Natura 2000-gebieden, de risicogebieden inzake overstromingen, de gebieden gebonden aan het overstromingsonderzoek, enz. ? De landschappelijk waardevolle omtrekken : afbakening van de landschappelijk waardevolle omtrekken zoals opgenomen in het gewestplan.

BIJLAGE D.2.

Bestaande feitelijke situatie Biofysisch milieu ? Lucht en klimaat (waarvan windrichting) ? Oppervlakte- en grondwater ? Grond en ondergrond (waarvan het reliëf en de identificatie van afzettingen met een te beschermen hoge economische of patrimoniale waarde) ? Biotopen; ? Risico's op natuurrampen en geotechnische drukfactoren waaraan de studieomtrek onderworpen is : o overstromingen; o karstnatuurfenomenen; o mijnrisico; o instorting; o grondverschuiving; o aardbevingsrisico. ? Landschappelijk waardevolle omtrekken (naar gelang van de krachtlijnen van het landschap en de aanwezigheid van uitzonderlijke uitzichten) ? Gebieden voor de aanleg van eventuele spaarbekkens.

Menselijk milieu ? Geluids- en geuromgeving; ? Ligging van de woongebieden, stedenbouwkundige structuur en architecturale vorm van het bebouwd gedeelte en van de openbare ruimten; ? culturele en natuurlijke erfgoederen; ? Landschap en visuele omgeving; ? Infrastructuren en uitrustingen; ? Het verkeer van de langzame vervoermiddelen; ? Aanwezigheid van onroerende goederen of van een beschermde site; ? Net van openbare vervoersmiddelen en frequenties - bereikbaarheidskaarten. ? Bestaan van kwetsbare gebieden bij SEVESO-vestigingen.

De menselijke activiteiten ? Aard en eigenschappen van de huidige en potentiële activiteiten (in het kader van het huidige gewestplan); ? Gevoelige sociaal-culturele uitrustingen; ? Andere menselijke bezigheden gevoelig voor de storende activiteiten; ? Landbouwactiviteiten; ? Andere economische activiteiten.

BIJLAGE D.4.

Milieueffecten Effecten op lucht en klimaat ? Eventuele verstoring van het microklimaat door hoge gebouwen (schaduw, turbulentie aan de voet van hoogbouw ...); ? Eventuele deelneming aan de mistvorming door de emissie van stoffen in de lucht onder gunstige spreidingsvoorwaarden. ? Eventuele uitstoot van broeikasgassen, energieverbruik.

Effecten op het oppervlakte- en grondwater ? Wijziging van het hydrogeologische stelsel van de waterhoudende en hydrologische lagen van de waterlopen gebonden aan de impregnatie van de gronden door de gebouwen en inrichtingen in de bodem (wegen en parkeerplaatsen); ? Effecten op de rioleringsplannen (saneringsplan per onderstroomgebied), ? Wijziging van de chemische en microbiologische kwaliteit en van de troebelheid van de waterlopen gebonden aan de lozingen van regen- en gezuiverd water; ? Wijziging van het stelsel van de waterlopen gebonden aan de lozingen van regen- en gezuiverd water; ? Gevaar voor toevallige verontreiniging gebonden met name aan de opslag van producten of afvalstoffen; ? Mogelijk gebruik van plaatselijke watervoorraden door het putten; ? Karststelsel en instortingen door de bronbemaling van de lagen. ? Wijziging van de stroomgebieden na rechttrekkingen van kleine beddingen van waterlopen; ? Effecten op de kwaliteit van het ondergrondse water.

Effecten op de grond en ondergrond ? Onomkeerbare immobilisatie van de grond en ondergrond gebonden aan de ligging van de gebouwen en aan inrichtingen van de bodem door de wegen en parkeerplaatsen; ? Gevaar voor toevallige verontreiniging gebonden met name aan de opslag van producten of afvalstoffen ? Kaarst- en/of mijninstortingen met hoge risico's. ? Grondverschuivingen wegens de aard van het geologisch substraat.

Effecten op de fauna en de flora ? Verwoesting en/of opdeling van de biotopen gebonden aan de ligging van de gebouwen, aan de inrichtingen van de bodem en aan de wijziging van het bodemreliëf; ? Verslechtering van de ecotopen door gasachtige, vloeibare of vaste verontreinigende stoffen; ? Verstoring van de fauna gebonden aan de activiteiten (geluid, bewegingen,...); ? Effect op de gebieden die voor het leefmilieu bijzonder belangrijk zijn, zoals die aangewezen overeenkomstig de richtlijnen 79/409/EG (behoud van de vogelstand) en 92/43/EG (instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna = Natura 2000-netwerk).

Effecten op de menselijke gezondheid en veiligheid ? Verslechtering van de gezondheid gebonden aan lawaai geproduceerd door de wegen- en spoorweginfrastructuur, het luchtverkeer, de industrie en de activiteiten onderworpen aan een milieuvergunning; ? Verslechtering van de gezondheid gebonden aan de emissie van atmosferische verontreinigende stoffen; ? Inbreuk op de veiligheid gebonden aan de toename van het verkeer van motorfietsen, wagens, vrachtwagens op het wegennet; ? Trillingen te wijten aan de processen van de ondernemingen (zeven, stamp- en breekmachines...) Effecten op aangenaam leefklimaat ? Verslechtering van de geuromgeving door de emissie van gasachtige verontreinigende stoffen en zelfs afvalstoffen; ? Verslechtering van de geluidsomgeving door de luidruchtige activiteiten en de toename van het verkeer; ? Verslechtering van de visuele kwaliteit gebonden aan de volumetrie of aan de architecturale en stedenbouwkundige samenstelling van de toekomstige gebouwen alsmede aan de vermoedelijke wijzigingen van het bodemreliëf om ze te bouwen.

Effecten op de materiële en patrimoniale goederen ? Beschadiging van de patrimoniale onroerende goederen door de atmosferische emissies van enkele verontreinigende industrieën; ? Schade aan eventuele archeologische plaatsen. ? Impact op de vastgoedtoestand.

Effecten op mobiliteit, verkeersnetten en infrastructuren ? Scheiding van het verkeer per vervoersmiddel ? Ongeschikte mobilisatie van de verkeersinfrastructuren verantwoordelijk voor de gevolgen op de vlotte doorstroming van het verkeer ? Verstoring door een ongeschikte last op het netwerk voor bruikbaarheid en zuivering van water ? Overbelasting van de elektriciteits-, gas- en communicatienetten.

Effecten op de activiteiten ? Effect op de primaire activiteiten (landbouw, bosbouw) die aanwezig zijn op de site van het voorontwerp gebonden aan de mobilisatie van de grond en ondergrond ? Effect op enkele gebruiken van de bodem en voortdurende of toevallige gevoelige activiteiten (woonplaatsen, toerisme...) gebonden aan eventuele geluids- of reukshinder.

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Waalse Regering van 14 november 2007 tot uitvoering van een effectenonderzoek met betrekking tot het voorontwerp tot opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi (bladen 46/3, 46/4, 46/7 en 46/8) met het oog op de ontwikkeling van de activiteit en de infrastructuren van de luchthaven Charleroi-Gosslies, met inbegrip van de spoor- en wegeninfrastructuren en de economische activiteit naast het luchthavengebied.

Namen, 14 november 2007.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE

^