Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 19 juli 2007
gepubliceerd op 05 oktober 2007

Besluit van de Waalse Regering tot aanneming van het voorontwerp tot opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi met het oog op de ontwikkeling van de activiteit en de infrastructuren van de luchthaven Charleroi-Gosslies, met inbegrip van de spoor- en wegeninfrastructuren en de economische activiteit naast het luchthavengebied

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2007202944
pub.
05/10/2007
prom.
19/07/2007
ELI
eli/besluit/2007/07/19/2007202944/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 JULI 2007. - Besluit van de Waalse Regering tot aanneming van het voorontwerp tot opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi (bladen 46/4 en 46/8) met het oog op de ontwikkeling van de activiteit en de infrastructuren van de luchthaven Charleroi-Gosslies, met inbegrip van de spoor- en wegeninfrastructuren en de economische activiteit naast het luchthavengebied


De Waalse Regering, Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 6 oktober 2005 tot vaststelling van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 26 augustus 2004 tot regeling van de werking van de Regering, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 16 september 2004 en 15 april 2005;

Gelet op het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium, inzonderheid op de artikelen 21, 22, 26, 27, 28, 30, 33, 34, 35, 37, 38, 39, 40-6°, 41-1°, 42 tot 46;

Gelet op de wet van 18 juli 1973 betreffende de bestrijding van geluidshinder, meer bepaald op artikel 1bis, ingevoegd bij het decreet van 1 april 1999 en gewijzigd bij de decreten van 8 juni 2001, 25 oktober 2001, 29 april 2004, 15 december 2005 en 2 februari 2006;

Gelet op het gewestelijk ruimtelijk ontwikkelingsplan, aangenomen door de Waalse Regering op 27 mei 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 september 1979 tot oprichting van het gewestplan Charleroi, inzonderheid gewijzigd bij het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 3 mei 1993 en bij de besluiten van de Waalse Regering van 1 april 1999 en 1 april 2004;

Overwegende dat de luchthaveninfrastructuur zich in een onbestemd gebied van het gewestplan Charleroi bevindt in de zin van artikel 21 van voornoemd wetboek; dat het van belang is dat die infrastructuur zich verder uitbreidt, vooral met het oog op een betere uitbating ervan, o.a. wat de normbeantwoording betreft;

Overwegende dat die uitbreiding de opneming nodig maakt van een nieuw gebied voor openbare nutsvoorzieningen en gemeenschapsvoorzieningen;

Overwegende dat het, hoewel de bestemming van de bestaande luchthaveninfrastructuur als gebied voor openbare nutsvoorzieningen en gemeenschapsvoorzieningen niet onontbeerlijk is, om duidelijkheidsredenen de voorkeur verdient om het gehele luchthavendomein op dezelfde wijze op te nemen in het gewestplan;

Overwegende dat het bijgevolg noodzakelijk is het gewestplan op te stellen voor wat betreft de huidige luchthaveninfrastructuur, in het wit aangeduid met als overdruk een zwart vliegtuig (bestaand vliegveld) en in het wit met als overdruk een wit vliegtuig (op te richten vliegveld), op de bladen 46/4 en 46/8 van het gewestplan Charleroi en er een gebied voor openbare nutsvoorzieningen en gemeenschapsvoorzieningen op te nemen;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2004 tot aanneming van het voorontwerp van herziening van de gewestplannen Charleroi (bladen 46/4 en 46/8) en Namen (blad 47/1S, 47/2S en 47/3 S) met het oog op de ontwikkeling van de infrastructuren van de luchthaven Charleroi-Brussel Zuid op het grondgebied van Charleroi (Gosselies, Jumet en Ransart) en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad op 2 september 2004;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2004 tot aanneming van het voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi (bladen 46/4S en 47/1S) met het oog op de opneming van het ontwerp-tracé voor het spoorvak Gosselies-Rhisnes van de nieuwe Waalse spoorwegas en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad op 2 september 2004;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2004 tot afbakening van de eerste zone van het ontwikkelingsplan op lange termijn van de luchthaven Charleroi-Brussel Zuid (zone A) en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad op 13 juli 2004;

Overwegende dat één van de doelstellingen van het eerste van de op 27 mei 2004 aangenomen voorontwerpen van herziening van het gewestplan Charleroi erin bestaat om de gronden die nodig zijn voor de uitvoering van het project voor de uitbreiding van de infrastructuren van de luchthaven Charleroi-Brussel Zuid tegen 2010 en door de SOWAER aangevraagd in 2003, voor te behouden en een betere bereikbaarheid van de locatie over de weg en het spoor mogelijk te maken;

Overwegende dat het voorontwerp, boven de doelstellingen uit die het nastreefde inzake de verhoging van het luchtverkeer en de veiligheid van de infrastructuren en de installaties, eveneens beoogde de uitbreiding van de aanpalende bedrijfsruimte te begeleiden om zo goed mogelijk de synergieën te valoriseren tussen de luchthaveninfrastructuur en de aangrenzende economische activiteiten;

Overwegende dat het tweede van de voorontwerpen van herziening van het gewestplan Charleroi, aangenomen op 27 mei 2004, het doel nastreeft om het tracé van het spoorvak Gosselies-Rhisnes van de nieuwe Waalse spoorwegas en het tracé van de spoorverbindingen tussen de luchthavens Charleroi-Brussel Zuid en Brussel-Nationaal via lijn 140 enerzijds en tussen Charleroi-Brussel Zuid en het station Charleroi-Sud anderzijds op te nemen;

Overwegende dat beide beslissingen gedeeltelijk gebonden zijn voorzover de Waalse Regering ervoor gekozen heeft om de gronden die noodzakelijk zijn voor een betere bereikbaarheid van de luchthavenlocatie via het spoor voor te behouden in het tweede voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi;

Overwegende dat de procedures voor de herziening van het gewestplan Charleroi, opgestart met bedoelde besluiten, niet verdergezet zijn kunnen worden voor zover de ontwerpen voor de herziening van het gewestplan niet voorlopig zijn aangenomen door de Waalse Regering voor de inwerkingtreding van het zgn. programmadecreet van 3 februari 2005 betreffende de economische heropleving en de administratieve vereenvoudiging; dat heden de procedure gevolgd moet worden omschreven in de artikelen 42 en volgende van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium zoals gewijzigd bij voornoemd programmadecreet;

Overwegende dat de nieuwe procedure bepaalt dat de uitwerking en de herziening van het gewestplan uitdrukkelijk besloten moeten worden door de Waalse Regering, wat niet blijkt uit de besluiten van de Waalse Regering van 27 mei 2004 tot aanneming van de voorontwerpen van herziening van het gewestplan Charleroi;

Overwegende dat die beslissing bovendien moet voorafgaan aan de aanneming van de voorontwerpen van opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi of er tenminste gelijktijdig mee moeten zijn;

Overwegende dat voornoemd decreet van 3 februari 2005 eveneens sommige bepalingen met betrekking tot de herziening van het gewestplan heeft gewijzigd; dat er overstemming daarmee bereikt moet worden;

Overwegende dat er nu nieuwe gegevens beschikbaar zijn in verband met de projecten die ten grondslag lagen aan de voorontwerpen van herziening van het op 27 mei 2004 aangenomen gewestplan Charleroi en dat andere projecten aan de Waalse Regering zijn medegedeeld; dat meerdere bestuurlijke machtigingen in het bijzonder aan de SOWAER en aan enkele ondernemingen, gelegen in het grondgebied betrokken bij het voorontwerp van herziening van het gewestplan, zijn afgeleverd;

Overwegende dat het voorontwerp, goedgekeurd op 27 mei 2004, o.a. in de opneming voorziet van een gebied voor openbare nutsvoorzieningen en gemeenschapsvoorzieningen voorbehouden voor de aanleg van een station en uitrustingen recht tegenover de verzorgingsplaats "Aire des Amoudries" op het tracé van de nieuwe Waalse spoorwegas, gepland benoorden de autosnelweg E42, en het tracé en de reserveringsomtrek opneemt voor een spoorverbinding tussen het station en lijn 140;

Gelet op de beslissing van de Waalse Regering van 19 april 2007, waarbij met name een beginselakkoord is bereikt over het ontwerp voor een nieuw station te Gosselies, gelegen bezuiden de autosnwelweg, met aansluiting op enerzijds lijn 140 naar Charleroi-Zuid en anderzijds lijn 124 naar Brussel-Zuid, waarbij aan de NMBS-groep is gevraagd om in die zin verder te werken aan het onderzoek in verband met het prioritaire project van het station Gosselies;

Overwegende dat die beslissing voortvloeit uit de analyse van de NMBS met betrekking tot de leefbaarheid, op het vlak van de uitbating, van een station dat niet in de onmiddellijke buurt van het toekomstige luchthavenstation gelegen zou zijn;

Overwegende dat het mobiliteitsplan, opgesteld door het ingenieurskantoor Transitec voor de bedrijfsruimten gelegen rondom de luchthaven Charleroi-Brussel Zuid, waarvan de conclusies zijn bekendgemaakt in april 2007, een duidelijker beeld geeft van de belangen die in het geding zijn voor de bediening van het gehele gebied via de verschillende vervoersmodi;

Overwegende dat het eveneens noodzakelijk is de optie van de Waalse Regering te bestendigen, die erin bestaat een deel van de economische ontwikkeling van het Waalse Gewest vast te ankeren in de activiteit van twee luchthavens door de ruimten voor te behouden die noodzakelijk zijn voor de bescherming en de vrijwaring van de verkeersinfrastructuur in casu gevormd door de luchthaven Charleroi-Brussel Zuid; dat de besluiten, aangenomen in 2004, op dat vlak geen enkele bepaling inhielden;

Overwegende dat de Waalse Regering sedertdien haar beleid heeft vastgelegd ter bestrijding van de geluidshinder door de gewestelijke luchthavens; dat dat beleid vastligt in twee besluiten die enerzijds de geluidsgebieden van het ontwikkelingsplan op lange termijn en van het plan m.b.t. de blootstelling aan de geluidshinder van de luchthaven Luik-Bierset en anderzijds het stedenbouwkundig reglement op de akoestische kwaliteit van de bouwwerken in de zones B, C en D van de ontwikkelingsplannen op lange termijn van de luchthavens Luik-Bierset en Charleroi-Brussel Zuid bepalen;

Overwegende dat uit die besluiten blijkt dat de voorwaarden voor de verenigbaarheid van de woonfunctie met de luchthavenactiviteit heden vastliggen, zowel voor de bestaande bouwwerken als voor nieuwbouw;

Overwegende dat daarnaast blijkt dat de kruising van spoor- en wegeninfrastructuur, wat betreft de overschakeling op andere vervoersmodi, meer potentialiteiten meebrengt dan andere combinaties;

Overwegende dat de prioriteit van de Waalse Regering in die aangelegenheid er bijgevolg in bestaat bij voorrang de omgeving van de pool luchthavenstation-toekomstig station te valoriseren;

Overwegende dat een onderzoek uitgevoerd door de permanente conferentie voor de ruimtelijke ontwikkeling om de bebouwing in goede banen te leiden rondom de stations met het oog op de vlotte overschakeling op andere vervoersmodi aantoont dat de stations die goed bediend worden vanuit de spoorlijnen en vlot bereikt kunnen worden door voetgangers, in een straal van 1 500 m tot 15 à 20 % inwoners aantrekken die van het spoor gebruik maken, namelijk gemiddeld tien keer meer dan de verst verwijderde inwoners;

Overwegende dat het om een voldoende grote pendelaarsstroom aan te trekken voor het toekomstige station van Gosselies van belang is dat : - de toekomstige pool luchthavenstation-station Gosselies een zo rechtstreeks mogelijke aansluiting krijgt met de E42; - er een park-and-ride-zone van min of meer plaatsen gevestigd kan worden in de onmiddellijke nabijheid van het station; - er grote multifunctionele zones die veel spoorverkeer in de hand werken, gevestigd kunnen worden rondom de pool luchthavenstation-toekomstig station, o.a. dankzij een dichtere bebouwing van de luchthavenpool en de eventuele uitbreiding ervan; - de uitrustingen inzake openbaar vervoer en de zachte vervoersmodi sterker op de voorgrond treden;

Overwegende dat, bijkomend, verschillende wegeninfrastructuren die in de projectfase verkeerden bij de uitwerking van het gewestplan Charleroi niet uitgevoerd werden in de uittekening die op het gewestplan werd vastgelegd enerzijds en dat sommige reserveringsomtrekken anderzijds heden zonder nut zijn wegens de aanleg van de in het gewestplan voorziene infrastructuur;

Overwegende dat de gewestplanherziening die de Waalse Regering heden nastreeft, als conclusie volgende doelstellingen beoogt : 1. de uitbreiding van de infrastructuren van de luchthaven Charleroi-Brussel Zuid, met inbegrip van de reservering van de ruimte die nodig is voor de bescherming en het behoud van de luchthaveninfrastructuur;2. de valorisering van de pool bestaande uit het toekomstig luchthavenstation en het toekomstig station Gosselies, met inbegrip van de reservering van de ruimte die nodig is voor de bediening van de luchthaven van Charleroi-Brussel Zuid vanuit het spoor en de weg;3. de dichtere bebouwing van de ruimtes bestemd voor de economische ontwikkeling in de nabijheid van de luchthaven;4. de opneming van het tracé van bepaalde wegen zoals ze heden zijn uitgetekend en de schrapping van de nutteloos geworden reserveringsomtrekken; Overwegende dat het om die redenen aangewezen is het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2004 tot aanneming van het voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi op te heffen en een nieuwe procedure op te starten ter herziening van het gewestplan Charleroi.

Analyse van de feitelijke en rechtstoestand Overwegende dat volgende bestanddelen de bestaande feitelijke en rechtstoestand vormen;

Overwegende dat het betrokken grondgebied zich uitstrekt over de gemeenten Charleroi (Gosselies), Fleurus (Heppignies), Les Bons Villers (Wayaux), Pont-à-Celles (Thiméon, Viesville, Luttre);

Overwegende dat volgende wegen en autosnelwegen, die deel uitmaken van het grote capaciteitsnet, over het grondgebied lopen : - de autosnelweg E42 (A15) Bergen-Namen (die hoofdzakelijk een oost-westelijke richting volgt); - de Ring 3 van Charleroi; - de autosnelweg A54 (Nijvel-Charleroi); - de N5 (Brussel-Charleroi); - de N568 (Farciennes-Gosselies);

Overwegende dat die wegen belangrijke verkeersknooppunten zijn, o.a. op de verkeerswisselaars van Viesville (A15-A54), Heppignies (E42-R3) en Gosselies (A15-N5);

Overwegende dat het verkeer van en naar de luchthaven en de naburige bedrijfsruimtes heden over drie hoofdwegen kan lopen : de rotonde bij Caterpillar op de N5, de rue d'Heppignies en de rue du Muturnia;

Overwegende dat er twee grote spoorlijnen aanwezig zijn : in het oosten de L124, uit Nijvel, en in het westen de L140 uit Ottignies; beide lijnen komen samen in het station Charleroi-Sud waar de overstap op de Waalse spoorwegas mogelijk is;

Overwegende dat het kanaal Brussel-Charleroi in het westen van dat gebied loopt, met een scheepvaartcapaciteit van 1350 t;

Overwegende dat er drie verkavelingsvergunningen gelden voor het voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi, gelegen : 1. langs de rue d'Heppignies;2. tussen de rue d'Heppignies en de rue du Fontenay;3. rue du Fontenay; Overwegende dat er waardevolle vergezichten in de zin van de ADESA-analyse in de nabijheid van het grondgebied betrokken bij het voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi zijn en dat de geplande reserverings omtrekken bestemd zijn om de ruimten voor te behouden voor de aanleg van de spoorinfrastructuren; dat één van beiden gelegen is in de omgeving van de hoeve van Taravisée, rue de la Drève, op het grondgebied van Les Bons Villers, richting noordoosten, en een andere, vanaf de steenweg op Fleurus op het grondgebied van Pont-à-Celles en de weg naar Thiméon op het grondgebied van Les Bons Villers, richting noordwesten;

Overwegende dat het gewestplan Charleroi landschappelijk waardevolle omtrekken inhoudt in de nabijheid van het grondgebied betrokken bij dit voorontwerp en de geplande reserveringsomtrek bestemd om de ruimten voor te behouden voor de aanleg van de spoorwegeninfrastructuren; in het bijzonder de landschappelijk waardevolle omtrek Bois du Couriau, gelegen tussen de rue Couriau en de rue de la Chaussée in Pont-à-Celles, waarover een reserveringsomtrek loopt;

Overwegende dat het grondgebied gelegen benoorden de as van Samber en Maas als kwetsbaar gebied is aangeduid luidens de artikelen R.190 en R.191 van het Waterwetboek, bij ministerieel besluit van 22 december 2006, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad op 6 maart 2007;

Overwegende dat het project gelegen is in de omtrek van het saneringsplan van het onderstroomgebied van de Samber, door de Waalse Regering aangenomen op 10 november 2005;

Gelet op de aanwezigheid van verschillende waterwinningen, waarvan sommige niet opgericht zijn als geïndividualiseerd en bijzonder beschermingsgebied;

Overwegende dat het grondgebied betrokken is bij het dichtbijgelegen voorkomingsgebied van Thiméon en bij het afgelegen voorkomingsgebied van de waterwinningen Viesville 1, 2, 3 en 4 en van de waterwinning Thiméon; dat die gebieden zijn vastgelegd op 31 maart 2005;

Gelet op de aanwezigheid van twee Seveso-locaties in de nabijheid van de luchthaven; het bedrijf Caterpillar Belgium NV, opgenomen als kleine Seveso-locatie, avenue des Etats-Unis 1, te Gosselies (Charleroi) en het bedrijf SITA Wallonie SA, opgenomen als kleine Seveso-locatie, gelegen industriezone, 3e Rue, te Jumet (Charleroi);

Overwegende dat de kwestbare gebieden rondom beide Seveso-locaties nog niet bepaald zijn;

Overwegende dat de voorlopige kwetsbare gebieden bepaald zijn op grond van de voorlopige risicocurves en over een afstand van 200m rondom de Seveso-locaties;

Overwegende dat het grondgebied gelegen benoorden de autosnelweg E42 tamelijk landelijk van aard is gebleven en bestaat uit uitgestrekte, vruchtbare landbouwgronden waarover enkele schaarse dorpskernen zijn uitgestrooid, zoals Wayaux en Brunehaut;

Overwegende dat het grondgebied gelegen bezuiden de autosnelweg E42 voor het merendeel bestaat uit bebouwbare bedrijfsruimten en voor het overige uit voor wonen bestemde gebieden;

Overwegende dat het gebied vanwaaruit de luchthavenlocatie zichtbaar is zich hoofdzakelijk in het noordoosten uitstrekt richting de E42; dat de waarneming van de locatie vanuit andere richtingen beperkt is door de aanwezigheid van gebouwen gelegen in de bedrijfsruimten, de nabijgelegen woningen en het groen van het domein Bois Lombu;

Overwegende dat het luchthavendomein op het gewestplan Charleroi geen bestemming heeft gekregen in de zin van artikel 21 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium; dat het in het noorden en het westen aanpalend is aan een ruim gebied met een industrieel karakter, maar waarvan de inrichting nog niet vastligt;

Overwegende dat het grondgebied betrokken bij dit voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi eveneens een natuurgebied inhoudt (11,41 ha) langs de Petit en de Grand Piersoux, evenals een groengebied (12,68 ha) en een zeer uitgestrekt parkgebied (93,70 ha), bestaande uit het beschermde domein Bois Lombu; dat die gebieden meerdere bouwwerken bevatten die van voor de opstelling van het gewestplan dateren en dat ze door enkele vijvers opgefleurd worden;

Overwegende dat de gronden waarop dit voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi slaat niet betrekking hebben op het beschermde deel van het onroerend erfgoed noch op het deel dat beschermd wordt bij de wetgeving op het natuurbehoud, noch een waardevolle boom of haag betreffen; dat sommige ervan aanpalend zijn aan de beschermde locatie Bois Lombu;

Overwegende dat de erfdienstbaarheden van doorgang die rusten op het grondgebied betrokken bij dit voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi (nu reeds of weldra) aan hun bestemming onttrokken worden, met uitzondering van de toegangsweg naar het kerkhof van Ransart, dat behouden moet worden;

Overwegende dat er dwars over het grondgebied betrokken bij dit voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi, in oost-westelijke richting, een energieleiding loopt (hoogspanningslijn 150 Kv);

Overwegende dat de stad Charleroi tussen 1999 en 2003 een gemeentelijk mobiliteitsplan heeft opgesteld;

Overwegende dat er geen enkele zware drukfactor is vastgesteld op het grondgebied betrokken bij dit voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi;

Verantwoording ten opzichte van de doelstellingen van het gewestelijk ruimtelijk ontwikkelingsplan Overwegende dat het gewestelijk ruimtelijk ontwikkelingsplan hetvolgende vermeldt : « Om de toename van het luchtverkeer op te vangen, breidt de Waalse Regering de luchthavens van Gosselies (Brussels South Charleroi Airport) en Luik (Liège Airport) verder uit.

Om die uitbreiding vast te ankeren, moeten ze zich in de context van de internationale concurrentie vestigen door hun specialisering te benadrukken, door de economische impact aan te moedigen, door oppervlaktes voor te behouden voor uitbreidingen, door te waken over hun bereikbaarheid over weg en spoor en door oplossingen te voorzien voor de geluidshinder. » Overwegende dat dat structuurplan, in optie VI.1, die de integratie van het Gewest beoogt in de Transeuropese netwerken, het volgende bepaalt : "De Waalse spoorwegas moet absoluut verbeterd worden daar hij de enige eurocorridor is met vier vervoersmodi (spoor, weg, water, lucht) die dwars door Wallonië loopt.

Op dat punt is de voortzetting van de verbeteringswerkzaamheden, die reeds plaatsvonden tussen Antoing en Bergen, op het spoorvak Bergen-Namen-Luik prioritair. De performatie op dat spoorvak kan niet merkelijk beter zonder uitvoering van grootschalige werken, ofwel in de vorm van verbeteringen ofwel in vorm van de aanleg van nieuwe spoorbeddingen. » ;

Overwegende dat de oost-westelijke Eurocorridor die loopt van de regio Rijsel tot de MHAL-regio in aanmerking is genomen als hoofdbestanddeel van het ruimteontwerp van het structuurplan; dat het vlotter maken van de Waalse spoorwegas daarin vermeld wordt als infrastructuurproject dat moet bijdragen tot een sterkere ruimtestructuur voor het Waalse Gewest (optie VI.2);

Overwegende dat het structuurplan in optie VI.3 "Mobiliteitsbeheer voor een evenwicht tussen de vraag naar verplaatsingen en de vrijwaring van de leefomgeving" aanbeveelt om de overschakeling op andere vervoersmodi, meer bepaald het spoor, te begunstigen;

Overwegende dat het structuurplan aanstipt dat de luchthaven Gosselies (Brussels South Charleroi Airport), hoofdzakelijk gericht op het reizigersverkeer, steeds meer uitgespeeld zou moeten worden als drukverminderend alternatief voor Zaventem (Brussels Airport). Om die doelstelling te bereiken, is de verlenging van de start- en landingsbaan naar het oosten nodig, moet het luchthavenstation verder worden ingericht en de bereikbaarheid van de luchthaven via het openbaar vervoer worden verbeterd, meer bepaald via een aansluiting via het spoor op de lijn Ottignies-Charleroi, waardoor de verbinding met het GEN en de HST die Charleroi bedienen, mogelijk wordt. " (p201);

Verantwoording van de nieuwe bestemmingen en de nieuwe omtrekken 1. de uitbreiding van de infrastructuren van de luchthaven Charleroi-Brussel Zuid, met inbegrip van de reservering van de ruimte die nodig is voor de bescherming en het behoud van de luchthaveninfrastructuur; Overwegende dat het noodzakelijk is de installaties van de luchthaven Charleroi-Brussel Zuid in verhouding te brengen tot de doelstellingen van de Waalse Regering, namelijk de toename mogelijk maken van het luchtverkeer gebonden aan de stijgende reizigersaantallen enerzijds en de waarborg van een optimale veiligheid zowel voor het luchtverkeer als voor de uitbating van de luchthaven;

Overwegende dat het project voor de uitbreiding van de infrastructuur die de Sowaer in 2003 heeft voorgesteld om bovenbedoelde doelstellingen te bereiken, betrekking had op : - de uitvoering van de verlenging van de start- en landingsbaan; - de hernieuwing en de conformering van de taxibaan noorden; - de vergroting van de hangars; - de aanleg van een nieuw luchthavenstation; - de aanleg van een parking voor personenwagens en zijwegen; - de aanleg van nieuwe parkeerplatformen; - de bouw van een nieuwe verkeerstoren; - de bouw van een nieuw kerosinestation; - de reservering van een oppervlakte voor vliegtuigbouwers en daarmee gelijkgestelde activiteiten;

Overwegende dat het project ter aanpassing van de luchthaveninfrastructuur op volgende motiveringen berust : - de huidige start- en landingsbaan, 2 550 m lang, kan enkel dienen voor vliegtuigen op korte en middellange afstandsvluchten met maximale last. Als de start- en landingsbaan met 650 m verlengd wordt naar een totaal van 3 200 m, aan de oostkant van de luchthavenlocatie, kunnen probleemloos verafgelegen regio's uit het Middellandse Zeegebied aangevlogen worden. Door die verlenging wordt de betrouwbaarheid verhoogd van de radioelektrische instrumenten voor de navigatiebijstand door herpositionering, wat in de huidige stand van zaken op infrastructuurgebied onmogelijk is. Een hogere veiligheid bij de opstijgings- en landingsmaneuvers wordt mogelijk en daarnaast wordt de geluidshinder voor de omwonenden uit de gemeenten Jumet en Gosselies verminderd doordat de vliegtuigen op een grotere hoogte over die gemeenten zullen vliegen; - de taxibaan noorden die aangelegd is een dertigtal jaar terug is er slecht aan toe en is zelfs heden onbruikbaar. De afstand ervan tot de banen is bovendien onvoldoende om hem geregeld te gebruiken met de gewenste veiligheidsgraad. De geplande nieuwe taxibaan, waarvan de capaciteit vergelijkbaar is met die van de baan, komt er in het noorden van de baan, op 182,5 m van de as ervan, overeenkomstig de normen van de internationale burgerluchtvaartorganisatie. Zo zullen vliegtuigen één van beide baandrempels kunnen bereiken; - rekening houdend met de hogere reizigersaantallen die de laatste jaren zijn vastgesteld, bereikt de capaciteit van het huidige luchthavenstation haar verzadiging. Om een aanvaardbaar comfortpeil te bereiken, zijn acht à tienduizend vierkante meter per miljoen jaarlijks vervoerde reizigers noodzakelijk bij de ontvangst van de reizigers in de afhandelingshallen, de bestuurslokalen (douane, federale politie, veiligheid,...), de boetieks en de horeca. Het nieuwe luchthavenstation, met een grondinneming van 11 500 m2, vertoont een nuttige gebruiksoppervlakte van 28 000 m2, wat de ontvangst mogelijk maakt van 2 800 000 tot 3 500 000 reizigers; - de huidige verkeerstoren neemt grond in van de overgangsoppervlakte, wat de uitbating ervan ongeacht de weersomstandigheden uitsluit; dat hij bovendien te laag is ten opzichte van de vigerende normen en dat daardoor een visuele bewaking en controle van de uiteinden van de banen na verlenging ervan onmogelijk zullen zijn; er moet dringend een nieuwe toren gebouwd worden om die nadelen weg te werken; dat hij in het zuiden van de luchthavenlocatie moet liggen rekening houdend met de zonnestand;

Overwegende dat het nuttig is een voldoende grote oppervlakte te voorzien om de reizigersterminal te kunnen vergroten met dien verstande dat het hoe dan ook verplicht is de grenzen van het ontwikkelingsplan op lange termijn, goedgekeurd door de Waalse Regering, in acht te nemen, evenals de heden in Lden uitgedrukte maximumgeluidsniveaus;

Overwegende dat de verhoging van de personeelsaantallen en het materieel in verband met de uitbreiding van het reizigersverkeer de vergroting nodig maakt van de onderhoudshangars voor het materieel voor handling, catering, servicing en onderhoud van het vliegend materieel zodat elkeen ervan een grondinneming bereikt van 10 000 m2;

Overwegende dat, wat de parking betreft, er één tot 1,2 parkeerplaatsen nodig zijn per duizend jaarlijkse vervoerde reizigers en twee tot driehonderd bijkomende plaatsen per duizend werknemers, dat een parking van 9 000 plaatsen, m.a.w. een nuttige oppervlakte van 200 000 m2, over meerdere verdiepingen en een maximale grondinneming van 12,5 ha nodig zijn;

Overwegende dat de gepositioneerde platen over een oppervlakte van 140 000 m2 nodig zijn aan de voet van het luchthavenstation om plaats te bieden aan 15 vliegtuigen voor middellange afstandsvluchten; het rendement van een vliegtuigstationering op de luchthaven van Charleroi-Brussel Zuid bedraagt immers om en bij de 450 000 reizigers per jaar;

Overwegende dat er op grond van het geraamde verkeer een nieuw opslagstation voor kerosine nodig is met een capaciteit van 2 000 000 liter, waarvoor een oppervlakte van 20 000 m2 voorbehouden moet worden;

Overwegende dat er eveneens een oppervlakte van om en bij de 80 000 m2 voorzien moet worden voor industrie en bedrijven waarvan de activiteit in rechstreeks verband staat met de luchthaven en dat zij een toegang tot de banen eisen zonder dat ze in de nabijheid van het luchthavenstation moeten zijn gevestigd;

Overwegende dat de uitbreiding van de infrastructuur zoals voorzien tegemoetkomt aan de afmetingsnormen van de luchthavendelen vermeld in bijlage 14 bij de conventie van Chicago waarbij de organisatie van de internationale burgerluchtvaart is opgericht; dat ten opzichte van die normen 490 meter de minimumbreedte voorstellen van het vak waardoor de integratie van een luchthavenstation, gemeten vanaf de as van de banen, mogelijk gemaakt wordt; dat uitgezonderd de nieuwe verkeerstoren die zich in het zuiden moet vestigen, de naleving van die veiligheidsnormen en -afstanden noodzakelijkerwijs de uitvoering inhoudt van de nieuwe luchthaveninfrastructuur benoorden de huidige locatie, rekening houdend met de huidige omvangrijke bebouwing in het zuiden;

Overwegende dat een deel van het uitbreidingsproject in uitvoering is op grond van de globale vergunning verstrekt op 25 juli 2005 met het oog op de bouw en de uitbating van een luchthavenstation voor de opvang van jaarlijks drie miljoen reizigers, 1 600 parkeerplaatsen voor personenwagens op de begane grond en 3 000 op de verdiepingen, de toegangswegen tot de parkings, de taxibanen en de parkeerplaatsen voor vliegtuigen gebonden aan het luchthavenstation, een waterzuiveringsstation, technische gebouwen, een brandstofpark voor de opslag van 2 420 m3 kerosine en 30 m3 brandstof voor weggebruik, de opening van nieuwe gemeentewegen naar de luchthaven Charleroi-Brussel Zuid;

Overwegende dat er een milieuvergunning is verstrekt aan de NV SOWAER op 27 juli 2005 met het oog op de uitbating (regularisering) van de luchthaven Charleroi-Brussel Zuid, uitgerust met een enige start- en landingsbaan met een lengte van 2 550 meter en een breedte van 45 meter, met een as van 07-25;

Overwegende dat de grens van het luchthavendomein nu vastligt, o.a. ten opzichte van het bedrijfspark genaamd "aéropôle"; dat bijgevolg voorgesteld wordt om de betrokken gronden te bestemmen als gebied voor openbare nutsvoorzieningen en gemeenschapsvoorzieningen;

Overwegende dat daardoor, aan de oostkant van de N5, benoorden het nieuwe gebied voor openbare nutsvoorzieningen en gemeenschapsvoorzieningen, een klein groengebied overblijft dat gedeeltelijk bezet wordt door gebouwen; dat bijgevolg voorgesteld wordt om die oppervlakte op te nemen als industriële bedrijfsruimte;

Overwegende dat het voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi, aangenomen in 2004, daarentegen niet in bijzondere maatregelen voorzag voor de bescherming of de vrijwaring van de infrastructuur zelf terwijl de goede werking ervan juist essentieel is voor het welslagen van het Waalse regeringsbeleid;

Overwegende dat het risico evenwel bestaat dat een dichtere bebouwing de werking van de luchthaveninfrastructuur op termijn beïnvloedt; dat hoewel de huidige stand van de bebouwing in de omgeving ervan de uitbating van de luchthaven niet belemmert, het toch strikt noodzakelijk is om nu reeds de geschikte maatregelen te treffen die de uitbreiding van de bebouwing kan beheersen;

Overwegende dat de beheersing van de bebouwing op de gronden die in de buurt liggen van de luchthaveninfrastructuur een prioritaire doelstelling is die op lange termijn de goede werking van die infrastructuur vrijwaart;

Overwegende dat het gewestplan Charleroi hoofdzakelijk de betrokken bebouwbare gebieden als bedrijfsruimten, als gebied voor openbare nutsvoorzieningen en gemeenschapsvoorzieningen, als woongebied en als gebied waarvan de inrichting door de gemeente aan een overlegprocedure onderworpen is bestemt;

Overwegende dat hoewel de beheersing van de bebouwing in de gebieden die als bedrijfsruimten moeten dienen in principe vaststaat doordat ze afhankelijk zijn van het geringe aantal betrokken operatoren, de toestand helemaal anders is voor het gebied voor openbare nutsvoorzieningen en gemeenschapsvoorzieningen, het woongebied, het gebied gebied waarvan de inrichting door de gemeente aan een overlegprocedure onderworpen is, welke, voor hun ontsluiting zeer gevraagd zullen zijn door talrijke operatoren die doelstellingen hebben die, op enkele uitzonderingen na, bijna niets te maken hebben met de werking van de luchthaven en met de economische ontwikkeling, door de luchthaven mogelijk gemaakt; dat de woonfunctie, vanuit dat gezichtspunt, een bedreiging kan vormen voor de vrijwaring van de infrastructuur als de voorwaarden voor de ontwikkeling ervan geen strikte begeleiding krijgen;

Overwegende dat het gewestplan omtrekken kan bevatten als overdruk op de gebieden, overeenkomstig artikel 40 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium; dat de reserveringsomtrek er in het bijzonder op gericht is "de ruimten voor te behouden die nodig zijn voor de verwezenlijking, de bescherming of de vrijwaring van die verkeersinfrastructuur";

De vergunningsplichtige handelingen en werken kunnen ofwel verboden worden ofwel ondergeschikt worden gemaakt aan bijzondere voorwaarden. »;

Overwegende dat de doelstelling die de Waalse Regering nastreeft, namelijk de bescherming en de vrijwaring van de verkeersinfrastructuur gevormd door de luchthaven Charleroi-Brussel Zuid, via de opneming van een reserveringsomtrek, bereikt kan worden;

Overwegende dat het over het algemeen, en dus boven de woonfunctie uit, immers dringend noodzakelijk is dat het gewestplan vooruitloopt op de potentiële evolutie die elke activiteit, van welke aard ook, kan ondergaan en de infrastructuur van de luchthaven Charleroi-Brussel Zuid in gevaar zou kunnen brengen;

Overwegende dat de ratio legis van de artikelen 40, 6°, en 452/25 van het Wetboek erin bestaat de evolutie van de infrastructuren te beschermen, niet enkel ten opzichte van gekende activiteiten maar ook van nieuwe installaties waar vandaag nog niet aan gedacht wordt; dat de reserveringsomtrek, door het feit mogelijk te maken dat de vergunningen voor elk project dat de luchthaveninfrastructuur zou kunnen verstoren, aan voorwaarden gekoppeld dan wel geweigerd worden, op een verantwoorde, evenwichtige en redelijke wijze de doelstelling van het Wetboek vervult;

Overwegende dat de weigering tot het verstrekken van een vergunning of de toekenning van een vergunning onder voorwaarden in de reserveringsomtrek immers een middel vormt om de nodige ruimte voor te behouden voor de uitvoering, de bescherming of de vrijwaring van de luchthaveninfrastructuur;

Overwegende dat het ontwikkelingsplan op lange termijn van de luchthaven Charleroi-Brussel Zuid, vastgelegd bij het Waalse Regeringsbesluit van 27 mei 2004, inspeelt op een maximumgebruik van de luchthaveninfrastructuur; dat hoewel de omtrek van zone A op het ontwikkelingsplan op lange termijn omschreven is in functie van meer bepaald akoestische criteria er niettemin een correlatie bestaat tussen dat plan en de reserveringsomtrek; dat bijgevolg voorgesteld wordt om beide omtrekken samen te laten smelten, waarbij erop gewezen dient te worden dat hoewel ze verband houden met elkaar wat de redenen betreft voor hun ruimtelijke uittekening, ze onder verschillende handhavingsregelingen vallen;

Overwegende dat wat betreft de stedenbouwkundige handhaving, de opneming van een reserveringsomtrek als overdruk op de gebieden van het gewestplan gelegen in de omtrek van zone A van het ontwikkelingsplan op lange termijn van de luchthaven Charleroi-Brussel Zuid tot gevolg zou moeten hebben dat de handelingen en werken met als doel de bouw of de heropbouw van gebouwen met een woonfunctie of het verlenen van onderdak aan personen en de verbouwing of de wijziging van de bestemming van bestaande gebouwen of delen van bestaande gebouwen om ze te bestemmen voor het wonen of het verlenen van onderdak aan personen of om het aantal wooneenheden te verhogen, verboden zouden worden; 2. de valorisering van de pool bestaande uit het toekomstig luchthavenstation en het toekomstig station Gosselies, met inbegrip van de reservering van de ruimte die nodig is voor de bediening van de luchthaven van Charleroi-Brussel Zuid vanuit het spoor en de weg; Overwegende dat de bediening van de luchthaven Charleroi-Brussel Zuid vanaf het spoor reeds talrijke jaren een prioriteit vormt voor de Waalse Regering;

Overwegende dat die optie verantwoord is doordat de doelstellingen van de Waalse Regering in de trant liggen van de overschakeling op het spoor en op de interactie tussen vervoersmodi;

Overwegende dat een hoofdinfrastructuur zoals de luchthaven Charleroi-Brussel Zuid, rekening houdend met de verwachte hoge reizigersaantallen en daaraan verwante activiteiten de voorwaarden moet en mag creëren voor een performante overschakeling op spoorvervoer, in het bijzonder voor de bestemming Brussel en de luchthaven Brussel-Nationaal en waarschijnlijk ook, bijkomend, ten behoeve van werknemers van bedrijven in de "aéropôle";

Overwegende dat op termijn de totstandkoming van een infrastructuur van het type park-and-ride verantwoord kan worden in de onmiddellijke nabijheid van het toekomstige station, rekening houdend met de evolutie van de verkeersbelemmeringen richting Brussel;

Overwegende dat de projectontwerper in het kader van het uit te voeren effectenonderzoek vestigingsplaatsen voor de park-and-ride voor kan stellen die verenigbaar zijn met de toename van de bedrijfsruimte;

Overwegende dat de ligging van het toekomstige station die verschillende functies bijgevolg moet inpassen om de rol van ontwikkelingspool die het toch moet worden ten volle uit te spelen;

Overwegende dat de procedure voor de herziening van het gewestplan Charleroi, aangevat in 2004 op grond van de eerste NMBS-onderzoeken, een station voorzag benoorden de E42 recht tegenover de rustplaats "Amoudries" met een dubbele aansluitingslus op spoorlijn 140;

Overwegende dat die beslissing gestalte gaf aan de ambitie om het toekomstige station te plaatsen op het tracé van de nieuwe Waalse spoorwegas die de Waalse Regering van grens tot grens wil aanleggen;

Overwegende dat de ligging van het luchthavenstation heden gekend is en dus in de reflectie betrokken moet worden;

Overwegende dat Infrabel de Waalse Regering op 1 maart 2007 een toelichting heeft verstrekt over de stand van zaken in het onderzoek naar het prioritaire project van het station Gosselies;

Overwegende dat de eerste conclusies ervan erop wijzen dat de ligging van het station in de onmiddellijke nabijheid van het luchthavenstation en het ontwerp ervan als doorgangsstation op de lijn Charleroi Sud-Brussel voordelen oplevert in termen van uitbating waartegen de optie eindstation, gelegen benoorden de E42 die in 2004 de voorkeur kreeg, niet op kan;

Overwegende dat die optie de aanvankelijke aansluitingen op spoorlijn 140 niet op de helling zet en dat daar de aanleg voor nodig is van een aansluiting op spoorlijn 124 ter hoogte van het station Luttre, dat eveneens gevaloriseerd zou kunnen worden als schakel in de nieuwe Waalse spoorwegwas, waarmee zelfs een uitbatingssnelheid verkregen kan worden die hoger is dan die, welke voor het tracé bij de autoweg overwogen kan worden;

Overwegende dat het mobiliteitsplan, opgesteld voor de activiteitengebieden rondom de luchthaven en waarvan de conclusies ingediend zijn in april 2007, er eveneens van uitgaat dat de vestiging van het toekomstige station zo dicht mogelijk bij het luchthavenstation intermodaal relevanter blijkt dan een ligging benoorden de autoweg;

Overwegende dat de Waalse Regering, ter aanvulling van het Infrabel-voorstel met de reservering van de ruimte voor de aanleg van een park-and-ride in de onmiddellijke nabijheid van het toekomstige station en voor de aansluitingen op de toekomstige Waalse spoorwegas, meent een aangepast antwoord te bieden op de doelstellingen die zij vooropstelde;

Overwegende dat de Waalse Regering op 19 april 2007 om die redenen beslist heeft om in te stemmen met het beginselakkoord over het ontwerp voor een nieuw station te Gosselies, gelegen bezuiden de autosnelweg, met aansluiting op enerzijds lijn 140 naar Charleroi-Zuid en anderzijds lijn 124 naar Brussel-Zuid;

Overwegende dat het Infrabel-onderzoek twee tracés plant, één die loodrecht staat op de start- en landingsbaan, de andere parallel eraan;

Overwegende dat het effectenonderzoek voor- en nadelen ervan zal moeten vergelijken; dat het in dit stadium van de procedure vooral van belang is om de nodige ruimte voor te behouden voor de aanleg van de nieuwe verkeersinfrastructuren;

Overwegende dat het bijgevolg gepland wordt om in dit voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi de reserveringsomtrekken op te nemen die nodig zijn voor de uitvoering van beide Infrabel-opties als overdruk van de gebieden opgenomen op het gewestplan;

Overwegende dat een reserveringsomtrek met een breedte van 300 meter redelijk lijkt gelet op de voortgang van de onderzoeken en de bebouwingstoestand in het gebied;

Overwegende dat de bepalingen van het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2004 tot aanneming van het voorontwerp van herziening van de gewestplannen Charleroi en Namen, met het oog op de opneming van het ontwerp-tracé voor het spoorvak Gosselies-Rhisnes op de nieuwe Waalse spoorwegas daardoor voorbijgestreefd zijn voor wat betreft blad 46/4S; dat ze voor dat spoorvak opgeheven moeten worden;

Overwegende dat de Waalse Regering evenwel niet het voornemen heeft af te zien van haar optie om een nieuwe Waalse spoorwegas aan te leggen van grens tot grens; dat deze herziening van het gewestplan de gelegenheid is om in de grenzen van blad 46/4S een reserveringsomtrek op te nemen tot verlenging benoorden de E42 van de reserveringsomtrek die reeds opgenomen was bij besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2004 enerzijds en een nieuwe reserveringsomtrek die deels strookt met de geplande aansluiting op spoorlijn 124 in de opzet die Infrabel voorstelt anderzijds;

Overwegende dat uit de eerste NMBS-onderzoeken blijkt dat de aanleg van die verkeersinfrastructuren enkel ondergronds kan gebeuren, gelet op de bestaande installaties in het "aéropôle"-gebied en op de noodzakelijke oversteek van de E42; dat de resultaten van het onderzoek uitgevoerd in opdracht van de NMBS een beter inzicht zullen verschaffen;

Overwegende dat er evenwel vanaf nu over gewaakt moet worden dat de uitbreiding van de economische activiteit die daar beoogd wordt, verenigbaar blijft met de doelstelling van de Regering, namelijk de spoorbediening in de onmiddellijke nabijheid van de luchthaven, overeenkomstig de regeringsbeslissing van 19 april 2007;

Overwegende dat de aanleg van nieuwe installaties en/of uitbreidingen of verbouwingen met een economisch karakter in die context niet in gevaar mogen worden gebracht; dat daarvoor evenwel in bijzondere voorwaarden voorzien kan worden op grond van artikel 452/25 van het Wetboek;

Overwegende dat de wegverkeersprognose door het gebruik en de werking van de luchthaven in een verkeersstroom zou moeten resulteren van om en bij de tien à vijftienduizend voertuigen per dag, seizoensgebonden, met een gelijke verdeling over het verkeer van en naar het luchthavencomplex;

Overwegende dat die vooruitzichten aangevuld moeten worden met het verkeer dat voortvloeit uit de verwezenlijking van de doelstellingen van de Waalse Regering wat betreft de overschakeling op spoorverkeer en, in het bijzonder, met het plan om een park-and-ride aan te leggen in de nabijheid van het toekomstige station;

Overwegende dat het verkeer van en naar de luchthaven over drie hoofdwegen kan lopen : de Caterpillar-rotonde op de N5, de rue d'Heppignies en de rue du Muturnia; dat in functie van de huidige verkeerscapaciteit op die wegen en de verdeling van het verkeer blijkt dat hoewel die wegen op middellange termijn het toegenomen verkeer zullen kunnen opnemen, dat op lange termijn niet meer het geval zal zijn;

Overwegende dat er een doeltreffend verbindingsstuk met de nieuwe reizigersterminal en het toekomstige park-and-ride overwogen moet worden;

Overwegende dat heden twee oplossingen in het geding zijn : - de aansluiting op de avenue Jean Mermoz vanaf de rustplaats "Amoudries" op de E42, met gebruik van de bestaande autosnelwegbrug; - de aansluiting vanaf de verkeerswisselaar van Heppignies (noorduiteinde van de R3) en het kruispunt rue de Ransart, avenue Mermoz, rue des Sablières en avenue A. Fleming, wat de aanleg van een nieuwe brug over de E42 nodig maakt;

Overwegende dat voor een variante van de tweede oplossing een aanvraag tot het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning is ingediend, die heden bestudeerd wordt; dat die variante erin bestaat de aansluiting door te voeren vanaf de verkeerswisselaar Heppignies op de rue de Ransart ter hoogte van nummer 108; dat die oplossing gebruik maakt van de toegang via de rue de Ransart en als voordeel heeft een bestaande autowegbrug te gebruiken;

Overwegende dat de weg zoals overwogen geen opneming vereist in het gewestplan voorzover het niet een verkeersader is die deel uitmaakt van de hoofdverkeerswegen in de zin van artikel 23, 2°, van voornoemd Wetboek;

Overwegende dat de ligging van de eerste overwogen toegang vanaf de autosnelweg daarentegen functionele en leesbaarheidskenmerken vertoont die de reservering van de ruimtes verantwoorden die nodig zijn voor de aanleg van een nieuwe verkeerswisselaar op de A15 en de opneming verantwoorden in dit voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi van een reserveringsomtrek ter hoogte van brug nr. 84 als overdruk op de gebieden opgenomen in het gewestplan; 3. de dichtere bebouwing van de ruimtes bestemd voor de economische ontwikkeling in de nabijheid van de luchthaven Overwegende dat het voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi, aangenomen in 2004, het doel nastreefde om de inrichting van het gebied gelegen in de nabijheid van de luchthaven structuur te verlenen in functie van de economische ontwikkelingsprojecten van de Waalse Regering;dat dat doel nog steeds geldt;

Overwegende dat de gronden gelegen tussen de luchthaven en de E42 heden opgenomen zijn als gebied (met een industrieel karakter) waarvan de bestemming nog niet vaststaat; dat dat gebied ontsloten wordt in de zin van artikel 12bis van het decreet van 27 november 1997;

Overwegende dat de intercommunale voor het beheer en de uitvoering van technisch en bedrijfseconomisch onderzoek, IGRETEC, op het merendeel van die gronden sinds meer dan vijftien jaar een bedrijvenpark aan het ontwerpen is, genaamd "aéropôle", met het oog op de ontwikkeling van bedrijven in speerpuntsectoren om zo het beeld van de zware industrie dat het nijverheidsbekken van Charleroi historisch opgekleefd krijgt, weg te werken;

Overwegende dat die ontwikkeling overigens in overeenstemming is met het ministerieel besluit van 5 september 1991 ter uitvoering van de wet van 30 december 1970 over de economische expansie, waarbij het gebruik van het zgn. "aéropôle"-gebied gelegen op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Fleurus als ambachtelijk en dienstverleningsgebied erkend wordt;

Overwegende dat de versnelde uitbreiding van de luchthaven vermoedelijk een hogere polarisering meebrengt van de toekomstige activiteiten in de luchtvaartsector en de luchthavengebonden dienstverlening; dat die ontwikkeling nu reeds aan de gang blijkt in het gebied;

Overwegende dat een onderzoek in opdracht van SOWAER ervan uitgaat dat de luchthaven goed is voor ongeveer 3 500 rechtstreekse en onrechtstreekse arbeidsplaatsen op het gehele Belgische grondgebied, w.o. 1 000 in de regio Charleroi en dat de uitbreiding van de luchthavenactiviteit minstens voor een verdubbeling van die cijfers zou moeten zorgen;

Overwegende dat het bijgevolg verantwoord is de richting te volgen die de "aéropôle" uitslaat en het overige deel van het gebied (met een industrieel karakter) waarvan de bestemming nog niet vaststaat dat niet bestemd werd als gebied voor openbare nutsvoorzieningen en gemeenschapsvoorzieningen voor de behoeften van de luchthavenuitbreiding te bestemmen als gemengde bedrijfsruimte;

Overwegende dat de vestiging van activiteiten die een druk spoorverkeer in de hand werken (werknemers of klanten die met de trein komen) de voorkeur verdient in het gebied dat in het gewestplan opgenomen zal worden zodra de spoorbediening ervan verzekerd is; dat die optie, zonder daarom activiteiten uit te sluiten in onderzoek en kleinbedrijf, tot een grotere ontwikkeling zal leiden in de activiteiten uit de tertiaire sector, uitgezonderd de grootdistributie, waarbij ook van een dichtere bodembezetting sprake zal zijn dan wat nu het geval is in de "aéropôle";

Overwegende dat voorgesteld wordt om de gemengde bedrijfsruimte opgenomen op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Fleurus, te verbinden met het volgende bijkomende voorschrift dat gemerkt staat als "*S.29" : "Het gebied wordt hoofdzakelijk bestemd voor dienstverlening.

Onderzoek en kleinbedrijf worden toegelaten, distributieactiviteiten uitgezonderd.

De inrichting van het gebied beoogt een dichtere bebouwing dan die van de leidende schema's die heden de bebouwing van het gebied begeleiden.

De dichtheid stijgt naarmate dichter gebouwd wordt bij de pool bestaande uit het luchthavengebouw en het toekomstig station. De toegang tot die pool met zachte vervoersmodi wordt aangemoedigd.

Daartoe worden de uitbreiding en de inrichting van het wegennet zo opgezet dat de gebruikers van het openbaar vervoer, de fietsers en de voetgangers gemakkelijk toegang ertoe kunnen krijgen.

De verschillende operatoren in het gebied treffen de nodige maatregelen om dat voorschrift toe te passen in het kader van de ontwikkelde projecten. » Overwegende dat dat bijkomend voorschrift geldt voor de reeds ontsloten gronden om het voortdurend karakter van de opties te vrijwaren, genomen voor de overschakeling op het spoorvervoer bij elke ontwerp-uitbreiding, of nog bij elke bestemmingsverandering van gebouwen of bestaande wegen; 4. de opneming van het tracé van bepaalde wegen zoals ze heden zijn uitgetekend en de schrapping van de nutteloos geworden reserveringsomtrekken Overwegende dat de verkeerswisselaar Heppignies E42-A3 niet is aangelegd in het op het gewestplan uitgekend ontwerp;dat het bijgevolg aangewezen is om het exacte tracé van die verkeerswisselaar op het plan op te nemen overeenkomstig de feitelijke toestand, de reserveringsomtrek te schrappen en het plan dienovereenkomstig aan te passen aan de aanpalende gebieden : opneming als groengebied van de gronden gelegen in de verkeerswisselaar en als landbouwgebied van de daarbuiten gelegen gronden;

Overwegende dat de R3, als ontwerp opgenomen op het gewestplan, ondertussen is aangelegd; dat voorgesteld wordt om het exacte tracé van weg gelegen benoorden spoorlijn 140 op het plan op te nemen, de reserveringsomtrek te schrappen en het plan dienovereenkomstig aan te passen aan de aanpalende gebieden : Overwegende dat de N568, als ontwerp opgenomen op het gewestplan, ondertussen is aangelegd; dat voorgesteld wordt om het exacte tracé van weg gelegen ten westen van spoorlijn 140 op het plan op te nemen, de reserveringsomtrek te schrappen en het plan dienovereenkomstig aan te passen aan de aanpalende gebieden : Overwegende dat de E42 niet is aangelegd in het op het gewestplan uitgekend ontwerp; dat het bijgevolg aangewezen is om het exacte tracé van die verkeerswisselaar op het plan op te nemen overeenkomstig de feitelijke toestand vanaf de kruising met spoorlijn 140 tot aan de kruising met de A54, en het plan dienovereenkomstig aan te passen aan de aanpalende gebieden : Overwegende dat de A54 niet is aangelegd in het op het gewestplan uitgekend ontwerp; dat het bijgevolg aangewezen is om het exacte tracé van die verkeerswisselaar op het plan op te nemen overeenkomstig de feitelijke toestand vanaf punt waar hij afwijkt van het tracé opgenomen benoorden de E42 tot aan de kruising met de N568, en het plan dienovereenkomstig aan te passen aan de aanpalende gebieden : Overwegende dat de N5 niet is aangelegd in het op het gewestplan uitgekend ontwerp; dat het bijgevolg aangewezen is om het exacte tracé van die weg op het plan op te nemen overeenkomstig de feitelijke toestand vanaf de kruising met de E42 tot aan de kruising met de A54;

Overwegende dat de verkeerswisselaars A15-N5, A15-A54, A54-N582, A54-N5 en A54-N568 niet zijn aangelegd in het op het gewestplan uitgetekend ontwerp; dat het bijgevolg aangewezen is om het exacte tracé van die verkeerswisselaars op het plan op te nemen overeenkomstig de feitelijke toestand;

Verificatie van de naleving van de in artikel 46 van het Wetboek bedoelde voorwaarden Overwegende dat de opneming van de nieuwe bebouwingsgebieden de criteria bepaald in artikel 46 van het Waals Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium in acht neemt; - dat de nieuwe gebieden voor openbare nutsvoorzieningen en gemeenschapsvoorzieningen, gemengde bedrijfsruimten, de industriële bedrijfsruimten en de gebieden waarvan de inrichting door de gemeente aan een overlegprocedure onderworpen is aanpalend zijn aan bebouwbare gebieden; - dat er in die nieuwe bebouwingsgebieden geen lintbebouwing voorkomt; - dat dit voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi resulteert in de opneming van 13,6 ha nieuwe voor bebouwing bestemde gebieden, gecompenseerd door de onttrekking van 15,3 ha heden voor bebouwing bestemde gebieden aan hun bestemming;

Overwegende dat dit besluit ten slotte de opneming beoogt van : - een reserveringsomtrek als overdruk op de gebieden van het gewestplan gelegen in zone A van het ontwikkelingsplan op lange termijn van de luchthaven Charleroi-Brussel Zuid; - een 300 m brede reserveringsomtrek met het oog op de spoorbediening van de luchthaven Charleroi-Brussel Zuid; - een 300 m brede reserveringsomtrek met het oog op de aanleg van de nieuwe Waalse spoorwegas in de grenzen van blad 46/4; - een reserveringsomtrek met het oog op de aanvoer over de weg naar de luchthaven Charleroi-Brussel Zuid en de naburige bedrijfsruimtes; - een gebied voor openbare nutsvoorzieningen en gemeenschapsvoorzieningen die een oppervlakte beslaat van 265,3 ha; * op gronden met een oppervlakte van 185,6 ha overeenstemmend met het domein van de luchthaveninfrastructuur en onbestemd krachtens artikel 21 het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium; * en op de gronden, heden opgenomen als : - gebied (met een industrieel karakter) waarvan de bestemming nog niet vaststaat, over 65,2 ha in het noordoosten van het luchthavendomein; - een industriële bedrijfsruimte over 11,7 ha in het noordwesten van het luchthavendomein; - een groengebied over 2,8 ha in het zuiden en het westen van het luchthavendomein; - een gemengde bedrijfsruimte, met een oppervlakte van 143,5 ha, in combinatie met het bijkomend voorschrift gemerkt *S.29 op gronden heden opgenomen als : * gebied (met een industrieel karakter) waarvan de bestemming nog niet vaststaat, over 142,3 ha; * groengebied over 0,70 ha; * landbouwgebied over 0,05 ha; * natuurgebied over 0,29 ha; * parkgebied over 0,14 ha; - de tracés, zoals heden uitgetekend, van de verkeerswisselaars Heppignies (R3-A15), Gosselies (A15-N5) en Viesville (A15-A54), de verkeerswisselaar Jumet op de N568-A54, en wegen van het grote capaciteitsnet die die verkeerswisselaars met elkaar verbinden; - het tracé, zoals heden uitgetekend, van de N568, van de verkeerswisselaar Jumet bij de kruising met de R3; - de aanpassing van de betrokken zoneringen, resulterend in de opneming van : * bedrijfsruimten met een totale oppervlakte van 9,4 ha op gronden heden opgenomen als : - groengebied over 5,1 ha; - landbouwgebied over 4,1 ha; - woongebied over 0,2 ha; * gebied waarvan de inrichting door de gemeente aan een overlegprocedure onderworpen is voor een oppervlakte van 0,4 ha heden opgenomen als groengebied; * landbouwgebieden met een totale oppervlakte van 23,5 ha op gronden heden opgenomen als : - groengebied over 22,9 ha; - woongebied met een landelijk karakter over 0,5 ha; - industriële bedrijfsruimte over 0,1 ha; * groengebieden met een totale oppervlakte van 21,2 ha op gronden heden opgenomen als : - industriële bedrijfsruimte over 8,1 ha; - landbouwgebied over 6,4 ha; - gebied waarvan de inrichting door de gemeente aan een overlegprocedure onderworpen is over 2,5 ha; - woongebied over 2,2 ha; - gebied (met een industrieel karakter) waarvan de bestemming nog niet vaststaat, over 1,9 ha; - natuurgebied over 0,1 ha; te schrappen : - het deel van de reserveringsomtrek van de overwogen weg, heden N568, opgenomen ten westen van spoorlijn 140, op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Fleurus; - het deel van de reserveringsomtrek van de overwogen weg, heden R3, opgenomen benoorden spoorlijn 140, op het grondgebied van de gemeente Fleurus; - de reserveringsomtrek van de geplande verkeerswisselaar Heppignies, heden uitgevoerd, op het grondgebied van de gemeente Fleurus;

Milieueffectenonderzoek Overwegende dat overeenkomstig de bepalingen van artikel 42, tweede en vierde lid van het Wetboek, de Regering gehouden is een milieueffectonderzoek waarvan ze de omvang en de precisiegraad bepaalt, te laten verrichten, en de ontwerp-inhoud van het effectenonderzoek alsmede het voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi ter advies voor te leggen aan de Gewestelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening aan de "'Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable"' (Waalse Raad voor het Leefmilieu voor Duurzame Ontwikkeling);

Overwegende dat de effecten van elk bestanddeel van het project op het leefmilieu, voor wat betreft de omvang van het uit te voeren onderzoek, zeer verschillend van aard en van invloed zijn;

Overwegende dat de auteur zijn analyse beperkt tot de bestanddelen van het project die een niet te verwaarlozen effect op het leefmilieu kunnen hebben; dat hij de relevantie van zijn keuzes verantwoordt;

Overwegende dat de opneming van de reserveringsomtrekken van de verkeersinfrastructuur, gepland bij dit voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi, als overdruk op de gebieden van het gewestplan Charleroi allemaal niet te verwaarlozen effecten zouden kunnen hebben op het leefmilieu rekening houdend met de betrokken projecten en de omvang van de betrokken oppervlaktes, dat het effectenonderzoek op dat bestanddeel van het project betrekking zal moeten hebben;

Overwegende dat de opneming van nieuwe bebouwingsgebieden a priori niet-verwaarloosbare effecten op het leefmilieu zou kunnen hebben; dat het effectenonderzoek zou moeten slaan op alle bestanddelen van het project die dat kenmerk vertonen;

Overwegende dat het effectenonderzoek overeenkomstig artikel 42, derde lid, van het Wetboek meer bepaald kan berusten op de nuttige inlichtingen uit het effectenonderzoek uitgevoerd in het kader van de behandeling van de behandeling van de globale vergunningen en de milieuvergunningen waaronder de luchthavenuitbating valt;

Overwegende dat de analyse van de behoeften en de lokalisering van de verschillende bestemmingsgebieden van het voorontwerp van het gewestplan Charleroi, alsook het zoeken naar varianten, beperkt moeten worden tot volgende gebieden : - reserveringsomtrek van de luchthaveninfrastructuur : gebieden aanpalend aan de luchthaven Charleroi-Brussel Zuid; - bedrijfsruimten : gebieden aanpalend aan de luchthaven Charleroi-Brussel Zuid; - gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen; gebieden aanpalend aan de luchthaven Charleroi-Brussel Zuid; - reserveringsomtrek met het oog op de spoorbediening van de luchthaven Charleroi-Brussel Zuid : blad 46/4; - reserveringsomtrek met het oog op de aanleg van de nieuwe Waalse spoorwegas : blad 46/4; - reserveringsomtrek met het oog op de aanvoer over de weg naar de luchthaven Charleroi-Brussel Zuid en de naburige bedrijfsruimtes; gebied aanpalend aan de E42;

Overwegende dat de auteur van het effectenonderzoek waaraan het voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi onderworpen zal worden de Waalse Regering zal moeten inlichten over de vestigingsmogelijkheden van een park-and-ride in de nabijheid van het toekomstige spoorstation;

Overwegende dat de analyse van de afbakening en van de voorwaarden voor de ontsluiting van de bestemmingsgebieden, evenals het zoeken naar varianten dan weer beperkt zouden moeten worden tot de meest relevante onderzoeksomtrek rekening houdende met de overwogen aard van het milieu en met de druk voortvloeiende uit de vestiging;

Overwegende dat wat de nauwkeurigheid van het uit te voeren onderzoek betreft, de bij dit besluit gevoegde ontwerp-inhoud opgemaakt is met inachtneming van de specificiteiten van het project en de type-inhoud omschreven in artikel 42, tweede lid, van het Wetboek naleeft;

Overwegende dat er een bijzondere aandacht zal moeten uitgaan naar volgende gegevens : - beoordeling van de impact van het voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi op de mobiliteit, de netwerken en de infrastructuren (saneringsplan van het onderstroomgebied van de Samber, enz.); - beoordeling van de impact van de reserveringsomtrek van de luchthaveninfrastructuur Charleroi-Brussel Zuid op de onroerende goederen opgenomen op de erfgoedlijst van Wallonië; voorstellen tot herbestemmingen; - analyse van de behoeften aan bedrijfsruimten op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Fleurus; - beoordeling van de impact van de voorkomingsgebieden bepaald rondom de bestaande waterwinningen op het voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi; - beoordeling van de impact van de aanwezigheid van stortplaatsen op het voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi; - bepaling van de verschillende niveaus van blootstelling aan geluidshinder overeenkomstig Europese richtlijn 2002/49/EG inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai en in het bijzonder beoordeling van vermoedelijke geluidsniveaux waaraan de bevolkingsgroepen blootgesteld zouden kunnen worden in residentiële gebieden;

Op de voordracht van de Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, Besluit :

Artikel 1.De Waalse Regering beslist tot opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi en neemt het voorontwerp van opstelling en herziening van het gewestplan Charleroi (bladen 46/4 en 46/8) aan overeenkomstig bijgevoegde kaart, met het oog op de opneming van : - een gebied voor openbare nutsvoorzieningen en gemeenschapsvoorzieningen op het grondgebied van de gemeente Charleroi; - een gemengde bedrijfsruimte op het grondgebied van de gemeente Charleroi en Fleurus; - vier industriële bedrijfsruimten op het grondgebied van de gemeente Fleurus; - twee industriële bedrijfsruimten op het grondgebied van de gemeente Charleroi; - een gebied waarvan de inrichting door de gemeente aan een overlegprocedure onderworpen is, op het grondgebied van de gemeente Charleroi; - vijf landbouwgebieden op het grondgebied van de gemeente Fleurus; - twee landbouwgebieden op het grondgebied van de gemeente Charleroi; - een landbouwgebied op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Les Bons Villers; - een groengebied op het grondgebied van de gemeente Pont-à-Celles; - twee groengebieden op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Pont-à-Celles; ./. - drie groengebieden op het grondgebied van de gemeente Charleroi; - een groengebied op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Fleurus; - zeven groengebieden op het grondgebied van de gemeente Fleurus; - een reserveringsomtrek voor de ruimtes nodig voor de bescherming en de vrijwaring van de luchthaveninfrastructuur wordt als overdruk opgenomen op de gebieden van het gewestplan gelegen in de omtrek van zone A van het ontwikkelingsplan op lange termijn van de luchthaven Charleroi-Brussel Zuid op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Fleurus; - een 300 m brede reserveringsomtrek als overdruk op de gebieden van het gewestplan op beide tracés overwogen voor de bediening van het nieuwe station Gosselies en de aansluitingen ervan op lijn 140 enerzijds en lijn 124 anderzijds op het grondgebied van de gemeenten Charleroi, Les Bons Villers et Pont-à-Celles; - een 300 m brede reserveringsomtrek als overdruk op de gebieden van het gewestplan op beide tracés overwogen voor de nieuwe Waalse spoorwegas binnen de grenzen van blad 46/S op het grondgebied van de gemeenten Charleroi et Pont-à-Celles; - een 300 m brede reserveringsomtrek als overdruk op de gebieden van het gewestplan ter hoogte ba, brug nr. 84 van de A15 op het grondgebied van de gemeenten Charleroi et Les Bons Villers; - het tracé van de R3 benoorden de spoo op het grondgebied van de gemeente Fleurus; - het tracé van de verkeerswisselaar Heppignies (A15-R3) op het grondgebied van de gemeente Fleurus; - het tracé van de N568 in het westen van spoorlijn 140 op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Fleurus; - het tracé van de E42 vanaf zijn kruising met spoorlijn 140 tot aan zijn kruising met de A54 op het grondgebied van de gemeenten Charleroi, Fleurus en Pont-à-Celles; - het tracé van de A54 vanaf het punt waar hij afwijkt van het tracé opgenomen op het gewestplan Charleroi benoorden de E42 tot aan zijn kruising met de N568 op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Pont-à-Celles; - het tracé van de N5 vanaf zijn kruising met de E42 tot aan zijn kruising met de A54 op het grondgebied van de gemeente Charleroi; - de verkeerswisselaar A15-N5 op het grondgebied van de gemeente Charleroi; - de verkeerswisselaar A15-A54 op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Pont-à-Celles; - de verkeerswisselaar A54-N582 op het grondgebied van de gemeente Charleroi; - de verkeerswisselaar A54-N5 op het grondgebied van de gemeente Charleroi; - de verkeerswisselaar A54-N568 op het grondgebied van de gemeente Charleroi; ./. schrapping van : - het deel van de reserveringsomtrek van de overwogen weg, heden N568, opgenomen ten westen van spoorlijn 140, op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Fleurus; - het deel van de reserveringsomtrek van de overwogen weg, heden R3, opgenomen benoorden spoorlijn 140, op het grondgebied van de gemeente Fleurus; - de reserveringsomtrek van de geplande verkeerswisselaar Heppignies, heden uitgevoerd, op het grondgebied van de gemeente Fleurus; - het tracé van de E42 opgenomen op het gewestplan Charleroi vanaf zijn kruising met spoorlijn 140 tot aan zijn kruising met de A54 op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Fleurus; - het tracé van de A54 opgenomen op het gewestplan Charleroi vanaf het punt waar hij afwijkt van het tracé benoorden de E42 tot aan zijn kruising met de N568 op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Pont-à-Celles; - het tracé van de N5 opgenomen op het gewestplan Charleroi vanaf zijn kruising met de E42 tot aan zijn kruising met de A54 op het grondgebied van de gemeente Charleroi; - de verkeerswisselaar A15-N5 opgenomen op het gewestplan Charleroi op het grondgebied van de gemeente Charleroi; - de verkeerswisselaar A15-A54 opgenomen op het gewestplan Charleroi op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Pont-à-Celles; - de verkeerswisselaar A54-N582 opgenomen op het gewestplan Charleroi op het grondgebied van de gemeente Charleroi, - de verkeerswisselaar A54-N5 opgenomen op het gewestplan Charleroi op het grondgebied van de gemeente Charleroi, - de verkeerswisselaar A54-N568 opgenomen op het gewestplan Charleroi op het grondgebied van de gemeente Charleroi.

Art. 2.Volgend voorschrift is van toepassing op de reserveringsomtrek voor de ruimtes nodig voor de bescherming en de vrijwaring van de luchthaveninfrastructuur als overdruk opgenomen op de gebieden van het gewestplan gelegen in de omtrek van zone A van het ontwikkelingsplan op lange termijn van de luchthaven Charleroi-Brussel Zuid op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Fleurus : « De handelingen en werken met als doel de bouw of de heropbouw van gebouwen met een woonfunctie of het verlenen van onderdak aan personen en de verbouwing of de wijziging van de bestemming van bestaande gebouwen of delen van bestaande gebouwen om ze te bestemmen voor het wonen of het verlenen van onderdak aan personen of om het aantal wooneenheden te verhogen, worden verboden in de reserveringsomtrek. »

Art. 3.Volgend bijkomend voorschrift, gemerkt "*S.29", is van toepassing op de gemengde bedrijfsruimte opgenomen op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Fleurus op het plan bij dit besluit : « Het gebied wordt hoofdzakelijk bestemd voor dienstverlening.

Onderzoek en kleinbedrijf worden toegelaten, distributieactiviteiten uitgezonderd.

De inrichting van het gebied beoogt een dichtere bebouwing dan die van de leidende schema's die heden de bebouwing van het gebied begeleiden.

De dichtheid stijgt naarmate dichter gebouwd wordt bij de pool bestaande uit het luchthavengebouw en het toekomstig station. De toegang tot die pool met zachte vervoersmodi wordt aangemoedigd.

Daartoe worden de uitbreiding en de inrichting van het wegennet zo opgezet dat de gebruikers van het openbaar vervoer, de fietsers en de voetgangers gemakkelijk toegang ertoe kunnen krijgen.

De verschillende operatoren in het gebied treffen de nodige maatregelen om dat voorschrift toe te passen in het kader van de ontwikkelde projecten. »

Art. 4.Het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2004 tot aanneming van het voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi met het oog op de ontwikkeling van de infrastructuren van de luchthaven Charleroi-Brussel Zuid op het grondgebied van Charleroi (Gosselies, Jumet en Ransart) wordt opgeheven.

Art. 5.Het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 2004 tot aanneming van het voorontwerp van herziening van de gewestplannen Charleroi (bladen 46/4S en 47/1S) en Namen (bladen 47/1S, 47/2S en 47/3 S) met het oog op de opneming van het ontwerp-tracé voor het spoorvak Gosselies-Rhisnes van de nieuwe Waalse spoorwegas wordt opgeheven voor zover het het ontwerp-tracé vaststelt van het spoorvak Gosselies-Rhisnes van de nieuwe Waalse spoorwegas voor het blad 46/4S van het gewestplan Charleroi en de ontwerp-tracés tussen Gosselies en Brussel via spoorlijn 140 en tussen de luchthaven Gosselies en het station Charleroi-Sud.

Art. 6.De Waalse Regering neem de ontwerp-inhoud van het milieueffectenonderzoek aan waaraan het voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi, bijgevoegd bij dit besluit, wordt onderworpen.

Art. 7.De Waalse Regering belast er de Minister van Ruimtelijke Ordening mee bovengenoemde ontwerp-inhoud van het milieueffectenonderzoek waaraan het voorontwerp van herziening van het gewestplan Nijvel wordt onderworpen voor advies voor te leggen aan de Gewestelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening, aan de "Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable", en aan het Directoraat-generaal Natuurlijke Rijkdommen en Leefmilieu en haar daarna ter goedkeuring voor te leggen.

Namen, 19 juli 2007.

De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE

BIJLAGE Bijlage 1 bij het bestek ONTWERP-INHOUD VAN HET EFFECTENONDERZOEK BETREFFENDE HET GEWESTPLAN 1. Het voorontwerp van herziening van de bladen 46/4 en 46/8 van het gewestplan Charleroi, aangenomen door de Waalse Regering op XX/XX/2007, slaat op : - bovenstaande bestanddelen van het voorontwerp : - een gebied voor openbare nutsvoorzieningen en gemeenschapsvoorzieningen op het grondgebied van de gemeente Charleroi; - een gemengde bedrijfsruimte op het grondgebied van de gemeente Charleroi en Fleurus; - vier industriële bedrijfsruimten op het grondgebied van de gemeente Fleurus; - twee industriële bedrijfsruimten op het grondgebied van de gemeente Charleroi; - een gebied waarvan de inrichting door de gemeente aan een overlegprocedure onderworpen is, op het grondgebied van de gemeente Charleroi; - vijf landbouwgebieden op het grondgebied van de gemeente Fleurus; - twee landbouwgebieden op het grondgebied van de gemeente Charleroi; - een landbouwgebied op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Les Bons Villers; - een groengebied op het grondgebied van de gemeente Pont-à-Celles; - twee groengebieden op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Pont-à-Celles; - drie groengebieden op het grondgebied van de gemeente Charleroi; - een groengebied op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Fleurus; - zeven groengebieden op het grondgebied van de gemeente Fleurus; - een 300 m brede reserveringsomtrek als overdruk op de gebieden van het gewestplan op beide tracés overwogen voor de bediening van het nieuwe station Gosselies en de aansluitingen ervan op lijn 140 enerzijds en lijn 124 anderzijds op het grondgebied van de gemeenten Charleroi, Les Bons Villers et Pont-à-Celles; - een 300 m brede reserveringsomtrek als overdruk op de gebieden van het gewestplan op beide tracés overwogen voor de nieuwe Waalse spoorwegas binnen de grenzen van blad 46/S op het grondgebied van de gemeenten Charleroi et Pont-à-Celles; - een 300 m brede reserveringsomtrek als overdruk op de gebieden van het gewestplan ter hoogte ba, brug nr. 84 van de A15 op het grondgebied van de gemeenten Charleroi et Les Bons Villers; - een reserveringsomtrek voor de ruimtes nodig voor de bescherming en de vrijwaring van de luchthaveninfrastructuur wordt als overdruk opgenomen op de gebieden van het gewestplan gelegen in de omtrek van zone A van het ontwikkelingsplan op lange termijn van de luchthaven Charleroi-Brussel Zuid op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Fleurus; - het tracé van de R3 benoorden spoorlijn 140 op het grondgebied van de gemeente Fleurus; - het tracé van de verkeerswisselaar Heppignies (A15-R3) op het grondgebied van de gemeente Fleurus; - het tracé van de N568 in het westen van spoorlijn 140 op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Fleurus; - het tracé van de E42 vanaf zijn kruising met spoorlijn 140 tot aan zijn kruising met de A54 op het grondgebied van de gemeenten Charleroi, Fleurus en Pont-à-Celles; - het tracé van de A54 vanaf het punt waar hij afwijkt van het tracé opgenomen op het gewestplan Charleroi benoorden de E42 tot aan zijn kruising met de N568 op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Pont-à-Celles; - het tracé van de N5 vanaf zijn kruising met de E42 tot aan zijn kruising met de A54 op het grondgebied van de gemeente Charleroi; - de verkeerswisselaar A15-N5 op het grondgebied van de gemeente Charleroi; - de verkeerswisselaar A15-A54 op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Pont-à-Celles; - de verkeerswisselaar A54-N582 op het grondgebied van de gemeente Charleroi; - de verkeerswisselaar A54-N5 op het grondgebied van de gemeente Charleroi; - de verkeerswisselaar A54-N568 op het grondgebied van de gemeente Charleroi; en op de schrapping van : - het deel van de reserveringsomtrek van de overwogen weg, heden N568, opgenomen ten westen van spoorlijn 140, op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Fleurus; - het deel van de reserveringsomtrek van de overwogen weg, heden R3, opgenomen benoorden spoorlijn 140, op het grondgebied van de gemeente Fleurus; - de reserveringsomtrek van de geplande verkeerswisselaar Heppignies, heden uitgevoerd, op het grondgebied van de gemeente Fleurus; - het tracé van de E42 opgenomen op het gewestplan Charleroi vanaf zijn kruising met spoorlijn 140 tot aan zijn kruising met de A54 op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Fleurus; - het tracé van de A54 opgenomen op het gewestplan Charleroi vanaf het punt waar hij afwijkt van het tracé benoorden de E42 tot aan zijn kruising met de N568 op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Pont-à-Celles; - het tracé van de N5 opgenomen op het gewestplan Charleroi vanaf zijn kruising met de E42 tot aan zijn kruising met de A54 op het grondgebied van de gemeente Charleroi; - de verkeerswisselaar A15-N5 opgenomen op het gewestplan Charleroi op het grondgebied van de gemeente Charleroi, - de verkeerswisselaar A15-A54 opgenomen op het gewestplan Charleroi op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Pont-à-Celles; - de verkeerswisselaar A54-N582 opgenomen op het gewestplan Charleroi op het grondgebied van de gemeente Charleroi, - de verkeerswisselaar A54-N5 opgenomen op het gewestplan Charleroi op het grondgebied van de gemeente Charleroi, - de verkeerswisselaar A54-N568 opgenomen op het gewestplan Charleroi op het grondgebied van de gemeente Charleroi, 1. Omvang van het effectenonderzoek en nauwkeurigheidsgraad van de gegevens (art.42, lid 2, van het Wetboek) 1. Omvang van het effectenonderzoek Het effectenonderzoek slaat op de opneming van : - de reserveringsomtrekken van de verkeersinfrastructuren opgenomen als overdruk op de gebieden van het gewestplan Charleroi; - nieuwe bebouwingsgebieden.

De auteur beperkt zijn analyse tot de bestanddelen van het project die een niet te verwaarlozen effect op het leefmilieu kunnen hebben, hij verantwoordt de relevantie van zijn keuzes. In dat geval verantwoordt hij zijn keuzes.

Het effectenonderzoek kan berusten op de nuttige inlichtingen uit het effectenonderzoek uitgevoerd in het kader van de behandeling van de herziening van het gewestplan Luik, aangenomen op 6 februari 2003, en van afhandeling van de globale en de milieuvergunning waaronder de luchthavenuitbating valt; ze nader bepalen, aanvullen en bijwerken.

Het onderzoek verloopt volgens het "trechterbeginsel" waarbij de verschillende bestanddelen van het voorontwerp, afhankelijk van de aard van de besproken aspecten, geanalyseerd worden van de grootste tot de lokale schaal van de betrokken omtrek.

De analyse van de behoeften en de lokalisering van de verschillende bestemmingsgebieden van het voorontwerp van het gewestplan Charleroi, alsook het zoeken naar varianten, moeten beperkt worden tot het gebied gelegen in de buurt van de luchthaven.

Het effectenonderzoek bestudeert de vestigingsmogelijkheden van een park-and-ride in de nabijheid van het toekomstige spoorstation en dient een voorstel tot vestiging in met vergelijking van voor- en nadelen van de alternatieven.

De analyse van de afbakening van het project en van de voorwaarden voor de ontsluiting van de bestemmingsgebieden, evenals het zoeken naar varianten, beperkt moeten worden tot de meest relevante onderzoeksomtrek rekening houdende met de overwogen aard van het milieu en druk voortvloeiende uit de vestiging.

De onderzoeksomtrek (microgeografische schaal) van de bestanddelen van het voorontwerp die de biodiversiteit, de bevolking (mobiliteit,...), het water (ondergronds, oppervlakte-, lozingswater), de lucht, de klimaatfactoren, de landschappen, de land- en bosbouwactiviteit zouden kunnen verstoren hangt af van het grondgebied dat onder de invloed zou kunnen komen te staan van elk onderzocht vraagstuk.

Meer bepaald wordt de onderzoeksomtrek van de bestanddelen van het voorontwerp van het gewestplan Charleroi en van de compensaties ervan op fauna, flora, bodem, materieel goed en cultureel erfgoed beperkt tot de betrokken gronden. 2. Nauwkeurigheidsgraad van de gegevens Het hieronder overwogen bestek is opgesteld rekening houdend met de specificiteiten van het project en is een document waarvan de nauwkeurigheidsgraad geacht wordt voldoende te zijn wat betreft artikel 42 van het Wetboek. Alle punten van dit bestek moeten a priori als onontbeerlijk beschouwd worden, hoewel de auteur van het onderzoek voor kan stellen om de analyse op bepaalde punten in te korten voorzover hij aantoont dat ze ten opzichte van het onderzochte voorontwerp niet relevant zijn.

Overigens kan de auteur altijd, als hij dat in het onderzochte dossier belangrijk vindt, één of ander punt dat niet in het bestek voorkomt, aan bod laten komen en bespreken.

De wijzigingsfactoren (of de verstorende bestanddelen) van de omgeving en de bestanddelen die de feitelijke en de rechtstoestand uitmaken worden in bijlage aangegeven, en dan moeten de auteurs van het milieueffectenonderzoek slechts de relevante factoren in overweging nemen of de gegevens toevoegen die zij als noodzakelijk beschouwen.

Er wordt bijzondere aandacht besteed aan volgende gegevens : - beoordeling van de impact van het voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi op de mobiliteit, de netwerken en de infrastructuren (saneringsplan van het onderstroomgebied van de Samber, enz.); - beoordeling van de impact van de reserveringsomtrekken opgenomen bij dit voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi als overdruk op de gebieden van het gewestplan op de onroerende goederen opgenomen op de inventaris van het monumentaal erfgoed van Wallonië; herbestemmingsvoorstellen; - analyse van de behoeften aan bedrijfsruimten op het grondgebied van de gemeenten Charleroi en Fleurus; - beoordeling van de impact van de voorkomingsgebieden bepaald rondom de bestaande waterwinningen op het voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi; - beoordeling van de impact van de aanwezigheid van stortplaatsen op het voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi; - bepaling van de verschillende niveaus van blootstelling aan geluidshinder overeenkomstig Europese richtlijn 2002/49/EG inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai en in het bijzonder beoordeling van vermoedelijke geluidsniveaux waaraan de bevolkingsgroepen blootgesteld zouden kunnen worden in residentiële gebieden;

Die lijst is onvolledig.

Fase I : ANALYSE VAN HET VOORONTWERP A. SAMENVATTING VAN DE INHOUD EN OMSCHRIJVING VAN DE DOELSTELLINGEN EN DE MOTIVERINGEN VAN HET VOORONTWERP VAN HERZIENING VAN HET PLAN (artikel 42, lid 2, 1°, van het Wetboek) A.1. Samenvatting van de inhoud en omschrijving van de doelstellingen en de motiveringen van het voorontwerp van herziening van het plan Hier moet alleen het doel van de herziening van het gewestplan Charleroi samengevat worden en moeten de doelstellingen en de motiveringen van de Waalse Regering zoals ze worden vermeld in het besluit tot aanneming van het voorontwerp van plan benoemd worden.

Onder doel van de herziening van het gewestplan Charleroi wordt verstaan : de bestemmingsgebieden, de omtrekken waar een bijzondere bescherming verantwoord is, de bijkomende voorschriften voor stedenbouw of planologie, de andere inrichtingsmaatregelen en de kaart.

Onder doelstellingen van de Waalse Regering worden de doelen verstaan die zij nastreeft door te beslissen tot herziening van het plan.

Onder motiveringen van de Waalse Regering worden verstaan de redenen waarvoor zij de herziening van het gewestplan Nijvel als noodzakelijk beschouwt voor de realisatie van de doelstellingen.

A.2. Analyse A.2.1. Onderzoek van de overeenstemming van de doelstellingen van het voorontwerp met de gewestelijke opties de gewestelijke opties Enerzijds wordt de band tussen het voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi en andere relevante plannen en programma's aangeduid en anderzijds worden de relevante doelstellingen inzake de bescherming van het leefmilieu ten opzichte van het voorontwerp vernoemd.

A.2.2. Onderzoek van de bestemmingsgebieden ten opzichte van de doelstellingen van de Waalse Regering Er wordt nagegaan of de bestemmingsgebieden buiten de compensaties, opgenomen in het voorontwerp van plan, in verhouding staan tot de doelstellingen van de Waalse Regering.

A.2.3. Onderzoek van de overeenstemming van het voorontwerp met de vigerende reglementeringen .

Er wordt nagegaan of het voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi overeenstemt met de vigerende regelgeving, in het bijzonder met artikel 46 van het Wetboek (art. 42, lid 2, 2° van het Wetboek).

A.2.4. Identificatie/validering van het (de) referentiegrondgebied(en) Het referentiegrondgebied is het grondgebied waarop de reflectie moet berusten over de relevantie van de herziening van het gewestplan Charleroi voor wat betreft de behoeften en de ligging van de bestemmingsgebieden. Het beantwoordt aan wat in het Wetboek "bedoeld grondgebied" wordt genoemd (art. 42, lid 2, 3°)..

De analyse van de behoeften die het voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi verantwoorden en de relevantie van de lokalisering van de verschillende bestemmingsgebieden van het voorontwerp, alsook het zoeken naar varianten, moeten beperkt worden tot volgende gebieden : - reserveringsomtrek van de luchthaveninfrastructuur : gebieden aanpalend aan de luchthaven Charleroi-Brussel Zuid; - bedrijfsruimten : gebieden aanpalend aan de luchthaven Charleroi-Brussel Zuid; - gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen; gebieden aanpalend aan de luchthaven Charleroi-Brussel Zuid; - reserveringsomtrek met het oog op de spoorbediening van de luchthaven Charleroi-Brussel Zuid; blad 46/4; - reserveringsomtrek met het oog op de aanleg van de nieuwe Waalse spoorwegas : blad 46/4; - reserveringsomtrek met het oog op de aanvoer over de weg naar de luchthaven Charleroi-Brussel Zuid en de naburige bedrijfsruimtes; gebied aanpalend aan de E42;

De auteur van het onderzoek mag daar andere referentiegebieden bij betrekken. In dat geval verantwoordt hij zijn keuzes.

A.2.5. Synthese De nadruk wordt gelegd op de doelstellingen van het voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi ten opzichte van de verenigbaarheid ervan met de gewestelijke opties en de conclusies op de referentiegebieden in combinatie met het voorontwerp of de andere bestanddelen of verzamelingen van bestanddelen ervan (de verschillende bestemmingsgebieden worden daarbij eventueel samengebracht tot samenhangende gehelen ten opzichte van hun referentiegebied).

A. ANALYSE VAN DE BEHOEFTEN DIE HET VOORONTWERP VERANTWOORDEN Hoe dan ook wordt voor elk bestanddeel of elk geheel van bestanddelen van het voorontwerp van de herziening van het gewestplan Charleroi de vraag naar ruimte die daarvoor voorbehouden wordt beoordeeld en getoetst aan het relevante aanbod, middels volgend stramien.

B.1. Evaluatie van de vraag Omschrijving van de menselijke kenmerken van het betrokken grondgebied. De potentialiteiten (troeven en opportuniteiten) en de drukfactoren (zwakke punten en bedreigingen), en in het bijzonder de potentialiteiten die van invloed kunnen zijn op de vraag naar ruimte, dienen te worden aangeduid. Enkel de bestanddelen die relevant zijn ten opzichte van het voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi of van één van de bestanddelen of van één van de verzamelingen bestanddelen ervan moeten worden overwogen.

B.1.2 Evaluatie van de vraag naar (of het gebrek aan) ruimte voor de bestemmingen onderzocht in het referentiegrondgebied.

B.2. Evaluatie van het aanbod B.2.1. Identificatie van de liggingscriteria die voldoen aan de doelstellingen van het voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi, aan de gewestelijke opties en aan de vigerende reglementeringen.

B.2.2. Evaluatie van het pertinente aanbod van ruimte voor de bestemmingen onderzocht in het referentiegrondgebied.

B.3. Conclusie Evaluatie op kwantitatief en kwalitatief gebied van de noodzaak om nieuwe oppervlakten voor te behouden voor de onderzochte bestemmingen en om nieuwe verkeersinfrastructuren op te nemen in de referentiegebieden.

B. ANALYSE VAN DE LIGGING VAN DE BESTEMMINGSGEBIEDEN Het gaat er hier om op schaal van het (de) referentiegrondgebied(en) de ligging van de verschillende bestemmingsgebieden en tracés van het voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi te valideren rekening houdend met : - de menselijke, en ecologische potentialiteiten en drukfactoren van bovengenoemde gebieden; - de gewestelijke opties die op die grondgebieden toepasselijk zijn; - de liggingscriteria die in punt C geïdentificeerd moeten worden (naar gelang van de doelstellingen van het voorontwerp, van de princiepen inzake ruimtelijke ordening en van de vigerende reglementeringen); en, in voorkomend geval, liggingsvarianten die voldoen aan deze elementen binnen die grondgebieden te zoeken.

C.1. Analyse van de menselijke en milieueigenschappen van de referentiegrondgebieden Omschrijving van de belangrijkste menselijke en leefmilieukenmerken van de grondgebieden. De potentialiteiten (troeven en opportuniteiten) en de drukfactoren (zwakke punten en bedreigingen) voor de ligging van de bestemmingsgebieden en de overwogen tracés dienen te worden aangeduid met aanmaking van een cartografische synthese.

Er wordt rekening mee gehouden op schaal van het (de) referentiegrondgebied(en). De feitelijke, de rechts- en de leefmilieutoestand worden (op microgeografische schaal) nauwkeurig besproken in fase II van het onderzoek.

C.2. Ruimtelijke overschrijving van de grote gewestelijke opties Het gaat er om de visie die door de gewestelijke oriënterende documenten aan het (de) referentiegrondgebied(en) wordt verleend in een cartografische synthese op te nemen.

C.3. Analyse van de relevantie van de ligging van de bestemmingsgebieden van het voorontwerp Hier gaat het erom de relevantie van de ligging van de verschillende bestemmingsgebieden of gehelen van bestemmingsgebieden en van de tracés van het voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi te onderzoeken ten opzichte van de liggingscriteria die in fase B (namelijk punt B.2.1.) geïdentificeerd zijn, van de analyse van de eigenschappen van het referentiegrondgebied (C 1) en van de daarop toepasselijke grote gewestelijke opties (C. 2.).

C.4. Keuze van liggingsvarianten Als het studiebureau van mening is dat het zoeken naar liggingsvarianten niet gerechtvaardigd is, moet het zijn positie ernstig motiveren.

Doel is liggingsvarianten voor het voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi of de bestanddelen of gehelen van bestanddelen ervan te zoeken en aan te nemen door de liggingscriteria die in fase B geïdentificeerd zijn op het referentiegrondgebied toe te passen met inachtneming van de analyse van de eigenschappen ervan (C.1.) en van de daarop toepasselijke gewestelijke opties (C.2.).

Deze poging kan indien nodig in twee etappes uitgevoerd worden : - het zoeken naar potentiële sites voor liggingsvarianten; - keuze van liggingsvarianten onder deze potentiële sites en de in het besluit overwogen sites.

C.5. Raming van de kosten en termijnen van de uitvoering van het plan en zijn liggingsvarianten Dit punt moet met name de kosten ten laste van de privéoperatoren en die ten laste van de gemeenschap (MET, grossiersbedrijven, gemeenten, intercommunales...) onderscheiden.

C.6. Synthese : vergelijking van het voorontwerp van plan en van zijn liggingsvarianten De voor- en nadelen van de ligging van de verschillende bestemmingsgebieden of gehelen van bestemmingsgebieden en van de tracés van het voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi en de liggingsvarianten worden vastgesteld, met name voor de volgende gegevens : - de belangrijkste menselijke en ecologische potentialiteiten en drukfactoren van het grondgebied; - de gewestelijke opties die op dit grondgebied toepasselijk zijn; - de liggingscriteria (met inbegrip van de doelstellingen van het voorontwerp, de princiepen inzake ruimtelijke ordening en de vigerende reglementeringen); - de kosten en termijnen van de uitvoering.

Afronding van fase I Samenvatting van de verantwoording van het voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi of zijn verschillende bestanddelen of gehelen van bestanddelen en conclusies wat betreft de relevantie van het voorontwerp.

Fase II : LEEFMILIEUBEOORDELING A. ANALYSE VAN DE AFBAKENING EN VAN DE UITVOERING VAN DE BESTEMMINGSGEBIEDEN Op lokale schaal worden de afbakening en de voorwaarden voor de ontsluiting van de bestemmingsgebieden en de tracés van het voorontwerp en van elke liggingsvariant verder verfijnd na de gedetailleerde analyse van hun onderzoeksomtrek.

Als één of verschillende liggingsvarianten aan het einde van fase C in overweging worden genomen, moet punt D herhaald worden voor elke van de liggingsvarianten.

De onderzoeksomtrek van de bestemmingsgebieden van het voorontwerp en van de liggingsvarianten is dat deel van het grondgebied dat door de ontsluiting getroffen kan worden of dat bij vestiging ervan onder druk kan komen te staan. Hij kan dus verschillend zijn naar gelang van elk van de aspecten van de bestaande toestand aangezien hij afhankelijk is van de aard van het milieu (min of meer gevoelig voor de aan het project inherente wijzigingsfactoren) of van de overwogen drukfactor. (artikel 42, lid 2, 11°, van het Wetboek) D.1. Identificatie van de aan het project inherente wijzigingsfactoren van de omgeving De aspecten of componenten van het project die de omgeving zouden kunnen storen, worden geïdentificeerd en gerangschikt volgens hevigheid ervan (sterke, middelmatige, zwakke, te verwaarlozen of onbestaande verstoring) voor elk van de drie volgende stappen voor de uitvoering van het plan : uitrusting van de bestemmingsgebieden, bouw van installaties en aanleg van infrastructuren; werking van de activiteiten; rehabilitatie van het activiteitsgebied.

In dit geval hoeft de rehabilitatiefase niet in overweging te worden genomen daar de overwogen bestemmingsgebieden in principe onomkeerbaar zijn.

De te onderzoeken wijzigingsfactoren van de omgeving worden in bijlage D.1 vermeld zonder volledigheid na te streven.

D.2. Beschrijving van de bestaande rechtstoestand De elementen van de bestaande rechtstoestand die dreigen te lijden onder de effecten van de in D 1 geïdentificeerde wijzigingsfactoren van de omgeving, die men "kwetsbaarheden van de omgeving" ( art. 42, tweede lid, 4°, van het Wetboek) zal noemen, of die drukfactoren vormen voor de geplande vestiging, dienen te worden aangeduid. Zij moeten in kaart worden gebracht.

Een bijzondere aandacht zal worden besteed aan de gebieden die voor het leefmilieu bijzonder belangrijk zijn, zoals die aangewezen overeenkomstig de richtlijnen 79/409/EG en 92/43/EG. (artikel 42, lid 2, 5°, van het Wetboek) De bestanddelen van een bestaande rechtstoestand worden in bijlage D.2 vermeld zonder volledigheid na te streven.

D.3. Beschrijving van de bestaande feitelijke toestand De elementen van de bestaande feitelijke toestand die dreigen te lijden onder de effecten van de in D 1 geïdentificeerde wijzigingsfactoren van de omgeving, die men "kwetsbaarheden van de omgeving" zal noemen, of die drukfactoren vormen voor de geplande vestiging, dienen te worden aangeduid. Zij moeten in kaart worden gebracht.

Er wordt een bijzondere aandacht besteed aan : - de gebieden die voor het leefmilieu bijzonder belangrijk zijn, zoals die aangewezen overeenkomstig de richtlijnen 79/409/EG en 92/43/EG; - de aanwezigheid van vestigingen die een hoog risico vertonen voor de personen, de goederen of het leefmilieu in de zin van richtlijn 96/82/EG; - de opneming van gebieden waarin bedrijven zich zouden kunnen vestigen die een hoog risico vertonen voor de personen, de goederen of het leefmilieu in de zin van richtlijn 96/82/EG. D.4. Voorstelling van de afbakenings- en uitvoeringsvarianten bij de ontsluiting van de bestemmingsgebieden Vertrekkend van de "kwetsbaarheden" en van de "drukfactoren" die onder D.2. en D.3. geïdentificeerd zijn, moet worden gezocht naar de afbakeningsvarianten en de varianten van de ontsluitingsvoorwaarden voor de bestemmingsgebieden en de tracés van het voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi.

De varianten dienen ter voorkoming, ter vermindering of ter compensatie van de leefmilieueffecten en de drukfactoren voortvloeiend uit de vestiging. Een gelijkwaardige denkoefening zal in punt D.6. uitgevoerd worden na beoordeling van de milieueffecten van de hier geïdentificeerde varianten.

De afbakeningsvarianten zijn wisseloplossingen voor de omtrek van het gebied.

De uitvoeringsvarianten omvatten de bijkomende voorschriften en de andere denkbare inrichtingsmaatregelen (zie bijlage A).

D.5. Beoordeling van de vermoedelijke effecten bij de verschillende stappen voor de uitvoering van het plan van de varianten voor de afbakening en de ontsluitingsvoorwaarden (artikel 42, lid 2, 8° en 9°, van het Wetboek) Aangeduid dienen te worden de elementen van de bestaande rechtstoestand en van de bestaande feitelijke toestand die dreigen te lijden onder de effecten van de wijzigingsfactoren van de omgeving, gebonden aan de liggingsvarianten aangeduid onder punt C en aan de varianten voor de afbakening en de ontsluitingsvoorwaarden aangeduid onder punt D om hun niet te verwaarlozen vermoedelijke (secundaire, cumulatieve, synergische, permanente en tijdelijke, zowel postieve als negatieve) effecten (op korte, middellange en lange termijn) op het leefmilieu, de land- en bosbouwactiviteit duidelijk te maken.

Die analyse dient uitgevoerd te worden voor elke stap in de uitvoering van de varianten : - uitrusting van de bestemmingsgebieden, bouw van installaties en aanleg van infrastructuren; - werking van de activiteiten.

Met deze analyse moet eveneens worden vastgesteld of de in het voorontwerp van plan en zijn varianten (inzake ligging/afbakening/uitvoering) voorgestelde inrichting belangrijke effecten zou kunnen hebben op het leefmilieu van de naburige Gewesten met het oog op de eventuele toepassing van de bepalingen van artikel 43, § 2, van het Wetboek, zoals gewijzigd bij het decreet van 3 februari 2005.

D.5.1 Identificatie van de voornaamste milieueffecten De te onderzoeken milieueffecten worden opgesomd in bijlage D.5. in een niet-beperkende lijst.

D.5.2 Vergelijking van de varianten Beoordeling van de impact van de aanwezigheid van stortplaatsen op het voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi;

D.5.3 Vermoedelijke evolutie bij niet-uitvoering van het plan Hier wordt de vermoedelijke evolutie van de leefmilieutoestand onderzocht, mochten het plan of één van de bestanddelen ervan of een geheel van bestanddelen niet worden uitgevoerd ( artikel 42, lid 2, 3°, van het Wetboek).. 2, 3°, van het Wetboek) D.6. Maatregelen die uitgevoerd dienen te worden ter voorkoming, vermindering of compensatie van de varianten voor de afbakening of ontsluitingsvoorwaarden (art. 42, lid 2, 10°, van het Wetboek). . 2, 10°, van het Wetboek) D.6.1. Uit te voeren maatregelen Doel is de maatregelen die moeten worden genomen om de negatieve effecten van de in D 4. bepaalde verschillende afbakenings- en uitvoeringsvarianten te beperken, te verminderen of te compenseren, te identificeren.

Het kan gaan om - een aanpassing van naburige bestemmingsgebieden; - bijkomende voorschriften; - andere inrichtingsmaatregelen.

D.6.2. Doeltreffendheid van elke maatregel en inschatting van de (niet-reduceerbare) residuele effecten van het voorontwerp of zijn verschillende bestanddelen of gehelen van bestanddelen en elke variant D.6.3. Vergelijking van het voorontwerp of zijn verschillende bestanddelen of gehelen van bestanddelen en elke variant D.7. Raming van de kosten en termijnen van de uitvoering van de varianten voor de afbakening en de ontsluitingsvoorwaarden De raming betreft de kostprijs en de termijn voor de uitvoering van de varianten voor de afbakening en de ontsluitingsvoorwaarden, aangeduid onder punt D.4, en zij worden vergeleken met kostprijs en termijn van het voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi of de bestanddelen of gehelen van bestanddelen en liggingsvarianten, aangeduid onder punt C.6.

D.8. Vermoedelijke evolutie van de leefmilieutoestand als het plan niet wordt uitgevoerd A. SYNTHESE VAN DE EVALUATIE (stemt gedeeltelijk overeen met artikel 42, lid 2, 11°, van het Wetboek) De voor- en nadelen van de verschillende varianten aangeduid onder punt C (liggingsvarianten) en onder punt D (varianten voor de afbakening en de ontsluitingsvoorwaarden) worden hier vastgesteld.

De resultaten worden hier besproken, met name ten opzichte van de inachtneming van artikel 1, § 1, van het Wetboek en ten opzichte van de inoverwegingname van de milieubeschermingsdoelstellingen aangeduid onder punt A.2.1., met inbegrip van de motiveringen van het voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi.

Die synthese dient om te beslissen of het gepast is om het plan te wijzigen op grond van een vollediger wetenschappelijke analyse dan die waarop het voorontwerp van herziening van het gewestplan Charleroi gegrond was en, mocht dat het geval zijn, om te opteren voor een inrichting die verenigbaar is met art. 1, 1, van het Wetboek. Zij maakt al dan niet een validering mogelijk van de motiveringen van het voorontwerp, aangeduid in punt A.1.

Met deze synthese moet worden vastgesteld of de in het voorontwerp van plan en zijn varianten (inzake ligging/afbakening/uitvoeringsvoorwaarden) voorgestelde inrichting belangrijke effecten zou kunnen hebben op het leefmilieu van de aangrenzende Gewesten met het oog op de eventuele toepassing van de bepalingen van artikel 43, § 2, van het Wetboek, zoals gewijzigd bij het decreet van 3 februari 2005. Dat standpunt dient verantwoord te worden door de resultaten van het onderzoek.

B. AANVULLINGEN F.1. In het vooruitzicht gestelde maatregelen voor de opvolging van de belangrijke milieueffecten van de uitvoering van het gewestplan (art. 2, 13°, van het Wetboek) Hier wordt de lijst opgemaakt van de niet-verwaarloosbare effecten, worden opvolgingsindicatoren voor die effecten voorgesteld, evenals berekeningswijze ervan, de gebruikte gegevens en hun bron, en hun grenswaarden.

F.2. Omschrijving van de evaluatiemethode en van de gerezen moeilijkheden (art. 2, 12°, van het Wetboek) Doel is de specifieke elementen van de evaluatiemethode te beschrijven en de moeilijkheden te bepalen die met name tijdens de verzameling van gegevens en de methodes voor de schatting van de behoeften ondervonden zijn.

F.3. Grenzen van het onderzoek Het betreft de punten van het onderzoek die in de milieueffectbeoordelingen diepgaand onderzocht zouden moeten worden, die bij de vergunningsaanvragen op de concrete projecten uitgevoerd zullen worden.

C. NIET-TECHNISCHE SAMENVATTING (maximum 30 bladzijden + illustraties) (art. 2, 14°, van het Wetboek) Die samenvatting moet verstaanbaar zijn voor een leek. Zij moet voldoende gedocumenteerd zijn en op zichzelf staan.

Bijlage A Bijkomende voorschriften en andere inrichtingsmaatregelen bijkomende voorschriften (artikel 23 WWROSP) De in artikel 23, tweede lid, 2°, van het Wetboek bedoelde bijkomende voorschriften worden bepaald in artikel 41 en kunnen met name betrekking hebben op : - de bepaling van de bestemming van de gebieden; - de fasering van hun bezetting; - de omkeerbaarheid van de bestemmingen; - de dichtheid van de gebouwen of woningen; - de verplichting om een gemeentelijk plan van aanleg voorafgaand aan hun uitvoering uit te werken; - de verplichting om een voorafgaand gemeentelijk stedenbouwkundig reglement uit te werken; of nog enig ander soort voorschrift inzake stedenbouw of planologie.

De in artikel 23, tweede lid, 2°, van het Wetboek bedoelde andere inrichtingsmaatregelen omvatten met name : 2, lid 3°, van het Wetboek) - de in of buiten de site geplande uitrustingen (infrastructuren voor vervoer, water-, gas-, elektriciteitaanvoer, riolering/zuivering); - de voorzieningen voor het milieubeheer en voor de vermindering van de effecten (zuiveringsstation, vergaarkom); - de maatregelen voor landschapsintegratie;

Bijlage D.1.

Wijzigingsfactoren van het milieu Wijzigingsfactor van het milieu gebonden aan de mobilisatie of de consumptie van natuurlijke hulpbronnen - Immobilisatie van de bodem en ondergrond (winning uit de bodem en de ondergrond ten opzichte van andere bestaande en potentiële menselijke activiteiten); - Waterconsumptie Wijzigingsfactoren van het milieu gebonden aan de lozingen en emissies van de activiteiten - Geluidshinder - Vaste, vloeibare en gasachtige lozingen, afvalstoffen.

Wijzigingsfactoren van het milieu of risico's gebonden aan de opslag van producten - Grondstoffen, processtoffen, producten, bijproducten en afvalstoffen,...

Wijzigingsfactoren van het milieu gebonden aan de mobilisatie van de infrastructuren en openbare uitrustingen binnen en buiten de site - Mobilisatie van de wegen - verkeer; - Mobilisatie van de parkeerplaatsen; - Mobilisatie van de aanvoeruitrustingen (rechtverkrijgenden : water, elektriciteit, pijpleidingen,..); - Mobilisatie van de infrastructuren voor opvang en zuivering van afvalwater.

Bijlage D.2.

Bestaande rechtstoestand De volgende elementen moeten overwogen worden : - De omtrekken en de reglementaire inrichtingsgebieden; gedecentraliseerde gemeenten en/of gemeenten die een gemeentelijk stedenbouwkundig reglement hebben goedgekeurd, omtrekken van gemeentelijke plannen van aanleg, gemeentelijk rioleringsplan, omtrekken vastgesteld in toepassing van het algemeen reglement op de bouwwerken in landelijk gebied,...; - De territoriale elementen onderworpen aan een bijzondere regelgeving : juridisch statuut van het wegennet en van de verbindingswegen; juridisch statuut van de bossen en wouden, autonoom net voor traag verkeer... - De vergunningsomtrekken met beperking van het burgerlijk recht : omtrekken van de bestaande verkavelingen, omtrekken waarvoor het rampfonds is tegemoetgekomen, onroerende goederen onderworpen aan het recht van voorkoop, onroerende goederen onderworpen aan de onteigening ten algemenen nutte... - De omtrekken gebonden aan de beleidsvormen inzake operationele inrichting : ruilverkavelingsomtrekken, stadsheroplevingsomtrekken, stadsvernieuwingsomtrekken, bevoorrechte initiatiefgebieden... - De patrimoniale omtrekken en sites : beschermde monumenten en sites met inbegrip van de archeologische opgravingen, monumentaal erfgoed van België, lijst van de bomen en bijzondere hagen... - De omtrekken van leefmilieudrukfactoren (w.o. o.m. de voorkomingsomtrekken van waterwinningen, de Natura 2000-gebieden, de risicogebieden inzake overstromingen, de gebieden gebonden aan het overstromingsonderzoek, enz. - De landschappelijk waardevolle omtrekken : afbakening van de landschappelijk waardevolle omtrekken zoals opgenomen in het gewestplan.

Bijlage D.3.

Bestaande feitelijke situatie Biofysisch milieu - Lucht en klimaat (waarvan windrichting); - Oppervlakte- en grondwater - Grond en ondergrond (waarvan het reliëf en de identificatie van afzettingen met een te beschermen hoge economische of patrimoniale waarde); - Biotopen. - Risico's op natuurrampen en geotechnische drukfactoren waaraan de studieomtrek onderworpen is : - overstromingen; - karstnatuurfenomenen; - mijnrisico; - instorting; - grondverschuiving; - aardbevingsrisico. - Landschappelijk waardevolle omtrekken (naar gelang van de krachtlijnen van het landschap en de aanwezigheid van uitzonderlijke uitzichten). - Gebieden voor de aanleg van eventuele spaarbekkens.

Menselijk milieu - Geluids- en geuromgeving; - Ligging van de woongebieden, stedenbouwkundige structuur en architecturale vorm van het bebouwd gedeelte en van de openbare ruimten; - culturele en natuurlijke erfgoederen; - Landschap en visuele omgeving; - Infrastructuren en uitrustingen; - Het verkeer van de langzame vervoermiddelen; - Aanwezigheid van onroerende goederen of van een beschermde site; - Net van openbare vervoersmiddelen en frequenties - bereikbaarheidskaarten; - Bestaan van kwetsbare gebieden bij Seveso-vestigingen.

De menselijke activiteiten - Aard en eigenschappen van de huidige en potentiële activiteiten (in het kader van het huidige gewestplan); - Gevoelige sociaal-culturele uitrustingen; - Andere menselijke bezigheden gevoelig voor de storende activiteiten; - Landbouwactiviteiten; - Andere economische activiteiten.

Bijlage D.5.

Milieueffecten Effecten op lucht en klimaat - Eventuele verstoring van het microklimaat door hoge gebouwen (schaduw, turbulentie aan de voet van hoogbouw...); - Eventuele deelneming aan de mistvorming door de emissie van stoffen in de lucht onder gunstige spreidingsvoorwaarden. - Eventuele uitstoot van broeikasgassen, energieverbruik.

Effecten op het oppervlakte- en grondwater - Wijziging van het hydrogeologische stelsel van de waterhoudende en hydrologische lagen van de waterlopen gebonden aan de impregnatie van de gronden door de gebouwen en inrichtingen in de bodem (wegen en parkeerplaatsen); - Effecten op de rioleringsplannen (saneringsplan per onderstroomgebied), - Wijziging van de chemische en microbiologische kwaliteit en van de troebelheid van de waterlopen gebonden aan de lozingen van regen- en gezuiverd water; - Wijziging van het stelsel van de waterlopen gebonden aan de lozingen van regen- en gezuiverd water; - Gevaar voor toevallige verontreiniging gebonden met name aan de opslag van producten of afvalstoffen; - Mogelijk gebruik van plaatselijke watervoorraden door het putten; - Karststelsel en instortingen door de bronbemaling van de lagen. - Wijziging van de stroomgebieden na rechttrekkingen van kleine beddingen van waterlopen; - Effecten op de kwaliteit van het ondergrondse water.

Effecten op de grond en ondergrond - Onomkeerbare immobilisatie van de grond en ondergrond gebonden aan de ligging van de gebouwen en aan inrichtingen van de bodem door de wegen en parkeerplaatsen; - Gevaar voor toevallige verontreiniging gebonden met name aan de opslag van producten of afvalstoffen - Kaarst- en/of mijninstortingen met hoge risico's. - Grondverschuivingen wegens de aard van het geologisch substraat.

Effecten op de fauna en de flora - Verwoesting en/of opdeling van de biotopen gebonden aan de ligging van de gebouwen, aan de inrichtingen van de bodem en aan de wijziging van het bodemreliëf; - Verslechtering van de ecotopen door gasachtige, vloeibare of vaste verontreinigende stoffen; - Verstoring van de fauna gebonden aan de activiteiten (geluid, bewegingen,...); - Effect op de gebieden die voor het leefmilieu bijzonder belangrijk zijn, zoals die aangewezen overeenkomstig de richtlijnen 79/409/EG (behoud van de vogelstand) en 92/43/EG (instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna = Natura 2000-netwerk).

Effecten op de menselijke gezondheid en veiligheid - Verslechtering van de gezondheid gebonden aan lawaai geproduceerd door de wegen- en spoorweginfrastructuur, het luchtverkeer, de industrie en de activiteiten onderworpen aan een milieuvergunning; - Verslechtering van de gezondheid gebonden aan de emissie van atmosferische verontreinigende stoffen; - Inbreuk op de veiligheid gebonden aan de toename van het verkeer van motorfietsen, wagens, vrachtwagens op het wegennet; - Trillingen te wijten aan de processen van de ondernemingen (zeven, stamp- en breekmachines...).

Effecten op aangenaam leefklimaat - Verslechtering van de geuromgeving door de emissie van gasachtige verontreinigende stoffen en zelfs afvalstoffen; - Verslechtering van de geluidsomgeving door de luidruchtige activiteiten en de toename van het verkeer; - Verslechtering van de visuele kwaliteit gebonden aan de volumetrie of aan de architecturale en stedenbouwkundige samenstelling van de toekomstige gebouwen alsmede aan de vermoedelijke wijzigingen van het bodemreliëf om ze te bouwen.

Effecten op de materiële en patrimoniale goederen - Beschadiging van de patrimoniale onroerende goederen door de atmosferische emissies van enkele verontreinigende industrieën; - Schade aan eventuele archeologische plaatsen. - Impact op de vastgoedtoestand.

Effecten op mobiliteit, verkeersnetten en infrastructuren - Scheiding van het verkeer per vervoersmiddel - Ongeschikte mobilisatie van de verkeersinfrastructuren verantwoordelijk voor de gevolgen op de vlotte doorstroming van het verkeer - Verstoring door een ongeschikte last op het netwerk voor bruikbaarheid en zuivering van water - Overbelasting van de elektriciteits-, gas- en communicatienetten.

Effecten op de activiteiten - Effect op de primaire activiteiten (landbouw, bosbouw) die aanwezig zijn op de site van het voorontwerp gebonden aan de mobilisatie van de grond en ondergrond - Effect op enkele gebruiken van de bodem en voortdurende of toevallige gevoelige activiteiten (woonplaatsen, toerisme...) gebonden aan eventuele geluids- of reukshinder.

^