14 NOVEMBER 2001. - Besluit van de Waalse Regering tot toekenning van een toelage aan privé-eigenaars voor de hoogtesnoei

De Waalse Regering, Gelet op de wet van 19 december 1854 houdende het Boswetboek, inzonderheid op titel XV "Toelagen van het Waalse Gewest", ingevoegd bij het decreet van 17 december 1992 en gewijzigd bij het decreet van 16 februari 1995;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 17 november 1994 tot toekenning van een toelage aan privé-eigenaars voor de hoogtesnoei, zoals gewijzigd bij het besluit van 6 maart 1997;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 22 juni 2001;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 19 juli 2001;

Gelet op de beraadslaging van de Waalse Regering over het verzoek om adviesverlening door de Raad van State binnen een termijn van minder dan één maand;

Gelet op het advies (32.157/4) van de Raad van State, gegeven op 19 september 2001, overeenkomstig artikel 84, 1e lid, 1°, van de gecoördineerde wetten over de Raad van State;

Rekening houdende met de Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en instelling van een aantal verordeningen;

Overwegende dat het noodzakelijk is de door de Europese Unie genomen maatregelen onverwijld uit te voeren;

Op de voordracht van de Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden, Besluit :

Artikel 1.Binnen de perken van de begrotingskredieten wordt een toelage toegekend voor de hoogtesnoei van loof- en naaldbomen.

De toelage wordt toegekend aan de eigenaar van in het Waalse Gewest gelegen terrreinen of aan de titularis van een zakelijk recht dat het gebruik van zulke goederen tot gevolg heeft.

De bossen onder bosregeling, de bossen waarvoor een beheersovereenkomst afgesloten is met de Afdeling Natuur en Bossen van het Ministerie van het Waalse Gewest, evenmin als de bossen van Belgische publiekrechtelijke personen komen in aanmerking voor de toekenning van de toelage.

Art. 2.De toelage wordt toegekend indien de volgende voorwaarden vervuld zijn : 1° de onder dit besluit vallende boomsoorten zijn alle hoogstammige naaldboom- en loofboomsoorten voor de productie van timmerhout;2° de gesnoeide bomen moeten gelijkmatig over de oppervlakte van het terrein verdeeld zijn;3° de te bereiken minimale snoeihoogte bedraagt zes meter voor de naaldbomen en vier of zes meter voor de loofbomen;4° enkel de snoeiingen voor de afzet, waardoor later knoestvrije houtblokken of bovenhoutblokken verkregen kunnen worden, zijn subsidieerbaar met uitsluiting van onderhoudswerken of het sleunen;5° het snoeien gebeurt vooraleer de omtrek van de te snoeien keurbomen maximum 80 cm bereikt heeft op een hoogte van 1,5 meter voor douglas, lork en populier en 60 cm voor de andere soorten;6° de maximale diameter van de te snoeien takken langs de stam af wordt op 5 cm en 7 cm vastgesteld voor respectievelijk naaldhout en loofhout;7° wat de naaldbomen betreft, wordt de toelage toegekend voor één enkele handeling tijdens het leven van het bestand.Voor de loofbomen kan zij toegekend worden voor twee handelingen tijdens het leven van het bestand; 8° de toelage voor naaldbomen betreft het snoeien op twee tot zes meter, zelfs indien het in twee keer verricht wordt;9° voor loofbomen kunnen twee toelagen verkregen worden, de eerste voor het opsnoeien tot een hoogte van vier meter en de tweede voor het opsnoeien tot een hoogte van zes meter;10° de in dit artikel vermelde voorwaarden moeten vervuld zijn op het ogenblik van de indiening van de aanvraag.

Art. 3.Iedere aanvraag om toelage wordt per aangetekend schrijven gericht of tegen ontvangstbewijs afgegeven aan de directeur van het centrum van de Afdeling Natuur en Bossen waar de eigendom, of, eventueel, het grootste gedeelte ervan zich bevindt. De aanvraag vermeldt naam, voornamen en adres van de aanvrager en eventueel van zijn machthebber en bepaalt de aard van het zakelijk recht dat hij over het goed heeft.

Daarbij worden gevoegd : 1° een uittreksel uit het kadastraal plan waarop de percelen of perceeldelen met de bestanden waarvoor de toelage gevraagd wordt met een rode streep omlijnd worden;2° een uittreksel uit een topografische kaart op schaal 1/10 000, 1/20 000 of 1/25 000 waarop het (de) betrokken perceel (percelen) in het rood omlijnd zijn;3° voor ieder bestand, een beknopte beschrijving met vermelding van de oppervlakte, de ouderdom, de mate waarin de stammen zijn opgesnoeid, de samenstelling van de soorten uitgedrukt in percent;4° wat de bosgroeperingen betreft, een afschrift van de erkenning door het Ministerie van Financiën. Een ontvangstbevestiging wordt aan de aanvrager binnen vijftien dagen na de ontvangst van de aanvraag toegestuurd.

Art. 4.Er mag slechts één aanvraag om toelage per persoon en per kalenderjaar ingediend worden. In geval van onverdeeldheid wordt deze laatste en niet iedere mede-eigenaar beschouwd als indiener van de aanvraag. Elke aanvraag mag een of meerdere percelen inhouden.

Art. 5.De personeelsleden van de Afdeling Natuur en Bossen bezoeken de plaatsen waarvoor een toelage is aangevraagd en voeren er de gepaste controles uit na kennisgeving ervan aan de aanvrager.

Indien de aanvrager de toepassing van dit artikel weigert of verhindert, wordt de toelage hem geweigerd.

Art. 6.De directeur van het centrum neemt een beslissing in verband met de aanvraag om toelage. Hij geeft kennis van zijn beslissing aan de aanvrager binnen een termijn van dertig dagen vanaf de uitreiking van de ontvangstbevestiging van de aanvraag. De werkzaamheden mogen worden aangevat na de afgifte van de ontvangstbevestiging, ongeacht de te nemen beslissing.

De aanvrager kan bij aangetekende brief een beroep indienen bij de Minister of diens afgevaardigde tegen de beslissing tot weigering van de toelage of indien de directeur van het centrum geen beslissing genomen heeft binnen de voorziene termijn. De Minister of zijn afgevaardigde heeft dertig dagen tijd om zijn beslissing aan de aanvrager bekend te maken bij aangetekende brief.

Art. 7.De snoeiwerken moeten ten laatste uitgevoerd worden binnen een termijn van één jaar vanaf de beslissing tot toekenning van de aanvraag om toelage.

Bij brief gericht aan de directeur van het centrum geeft de aanvrager kennis van de beëindiging van de snoeiwerken.

Art. 8.De toelage wordt in één keer vereffend op voorlegging van de door de aanvrager voor eensluidend verklaarde afschriften van gekwiteerde facturen en/of loonfiches en na controle van de uitvoering der werken overeenkomstig artikel 2 door de directeur of zijn afgevaardigde.

Art. 9.Voor iedere aanvraag tot uitbetaling is de toelage vastgesteld op 60 % van het bedrag van de uitgevoerde werken.

Voor elke aanvraag tot uitbetaling ingediend vóór 31 augustus 2006, wordt het bedrag van de toelage evenwel vastgesteld op 80 % van het bedrag van de uit te voeren werken.

De maximum kostprijs van de te subsidiëren snoeiing is vastgesteld op het bedrag van : - 2,5 euro (twee euro vijftig cent) per gesnoeide boom in geval van naaldbomen gesnoeid tot een hoogte van minstens zes meter; - 1,25 euro (één euro vijfentwintig cent) per boom gesnoeid tot een hoogte van vier meter in geval van loofbomen; - 1,75 euro (één euro vijfenzeventig cent) per boom gesnoeid tot een hoogte vanaf vier meter en tot minstens zes meter in geval van loofbomen; - 3 euro (drie euro) per boom gesnoeid in één keer tot een hoogte van minstens zes meter in geval van loofbomen.

Het maximum subsidieerbare bomen per hectare is vastgesteld op 200 voor de naaldbomen en op 120 voor de loofbomen.

De in aanmerking genomen minimale oppervlakte per perceel is vastgesteld op 50 aren. De toelage is beperkt tot een maximumbedrag van 2 500 euro (tweeduizend vijfhonderd euro) per aanvraag.

Een bijkomend bedrag van 125 euro per hectare (honderd vijfentwintig euro per hectare) wordt toegekend indien de aanvraag wordt gedaan door een bosgroepering samengesteld overeenkomstig de wet van 6 mei 1999 ter bevordering van de oprichting van burgerlijke bosgroeperingsvennootschappen.

Dit supplement kan in voorkomend geval het in het vijfde lid van dit artikel bedoelde maximumbedrag evenredig verhogen.

Art. 10.Behalve in geval van overmacht moet de rechthebbende de bebosde staat van de plaatsen behouden of vrijwaren gedurende twintig jaar vanaf de toekenning van de toelage op straffe van de terugbetaling van het bedrag aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, waarbij als referentieindexcijfer geldt, het cijfer dat van toepassing was op de datum van de uitbetaling van de toelage door het Waalse Gewest.

Voor de beplanting van hybride populieren wordt deze periode tot tien jaar teruggebracht.

Art. 11.Het besluit van de Waalse Regering van 17 november 1994 tot toekenning van een toelage aan privé-eigenaars voor de hoogtesnoei, zoals gewijzigd bij het besluit van 6 maart 1997, wordt opgeheven.

Art. 12.Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Art. 13.De Minister tot wiens bevoegdheden de Bossen behoren is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 14 november 2001.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden, J. HAPPART