Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 14 mei 2009
gepubliceerd op 13 juli 2009

Besluit van de Waalse Regering betreffende de toelating voor natuurlijke of rechtspersonen om voor gehandicapte personen te zorgen zonder dat ze door een publieke overheid erkend zijn om die activiteit uit te oefenen

bron
waalse overheidsdienst
numac
2009203059
pub.
13/07/2009
prom.
14/05/2009
ELI
eli/besluit/2009/05/14/2009203059/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

14 MEI 2009. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de toelating voor natuurlijke of rechtspersonen om voor gehandicapte personen te zorgen zonder dat ze door een publieke overheid erkend zijn om die activiteit uit te oefenen


De Waalse Regering, Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;

Gelet op het decreet van 6 april 1995 betreffende de integratie van gehandicapte personen, inzonderheid op artikel 29;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 23 mei 2001 tot uitvoering van het decreet van 6 april 1995 betreffende de integratie van gehandicapte personen;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 maart 2008;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 14 maart 2008;

Gelet op het advies van het beheerscomité van het "Agence wallonne pour l'Intégration des Personnes handicapées" (Waals Agentschap voor de Integratie van Gehandicapte Personen), gegeven op 24 april 2008;

Gelet op het advies van het "Conseil consultatif wallon des Personnes handicapées" (Waalse Adviesraad voor Gehandicapte Personen), gegeven op 22 april 2008;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 45.325, gegeven op 12 november 2008;

Gelet op de noodzakelijkheid om de tekst van het besluit van de Waalse Regering van 23 mei 2001 houdende uitvoering van het decreet van 6 april 1995 betreffende de integratie van gehandicapte personen te hervormen betreffende de toelating voor natuurlijke of rechtspersonen om voor gehandicapte personen te zorgen zonder dat ze door een publieke overheid erkend zijn om die activiteit uit te oefenen;

Op de voordracht van de Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Art. 1.Dit besluit regelt overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet een aangelegenheid bedoeld in artikel 128, § 1, ervan.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° decreet : het decreet van 6 april 1995 betreffende de integratie van gehandicapte personen;2° besluit : het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 1996 tot uitvoering van het decreet van 6 april 1995 betreffende de integratie van gehandicapte personen;3° agentschap : het "Agence wallonne pour l'Intégration des Personnes handicapées";4° het gewestelijk bureau : het gewestelijk bureau van het "Agence wallonne pour l'Intégration des Personnes handicapées" waarvan het aantal, de vestiging en het bedieningsgebied nader aangegeven worden in artikel 3 van het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 1996 tot uitvoering van het decreet van 6 april 1995 betreffende de integratie van gehandicapte personen;5° Minister : de Minister bevoegd voor het Gehandicaptenbeleid;6° de verzorging : de verzorging bedoeld in artikel 29 van het decreet. De verzorging kan educatief, medisch, therapeutisch, psychologisch, sociaal van aard zijn.

Ze past in de beginselen vervat in het actieplan 2006-2015 van de Raad van Europa voor de bevordering van de rechten en de volledige participatie van personen met een handicap aan de maatschappij zoals uiteengezet in Aanbeveling Rec(2006)5.

Ze beoogt de schoolse, sociale, culturele of professionele integratie van de persoon met een handicap.

Ze kan eveneens ertoe strekken de wederopname van gehandicapte personen in gezinsverband of hun verzelfstandiging in individuele of communautaire woningen voor te bereiden; 7° diensten : de structuren voor gehandicapte personen geregeld door de rechts- of natuurlijke personen beoogd in artikel 29 van het decreet;8° verzorgingsregeling : verzorging overdag, 's nachts of overdag en 's nachts;9° beheerder : de natuurlijke of rechtspersoon die gehandicapte personen verzorgt;10° directeur : de door de beheerder aangewezen natuurlijke persoon (personen) die belast is (zijn) met het dagelijkse beheer van de plaatsen waar de verzorging doorgaat;11° tewerkstellingskadaster : de lijst op naam van het tewerkgestelde en bezoldigde personeel tijdens elk werkjaar, opgesplitst per functie en categorie zoals opgenomen in bijlage II met vermelding voor elk lid van het personeel van de contractuele weekduur van de arbeidstijd en het totaal van de bezoldigde uren tijdens het werkjaar en de geldelijke anciënniteit.12° Kadaster van de opgevangen personen : de lijst van de gehandicapte personen opgevangen tijdens elk werkjaar met vermelding voor elk van hen van de naam, de voornaam, het geboortejaar, het geslacht, de nationaliteit, het adres van de woonplaats van de persoon of diens wettelijke vertegenwoordiger, de overheid of overheden verantwoordelijk voor de plaatsing en de financiering. HOOFDSTUK II. - Toelating voor de verzorging Afdeling 1. - Voorwaarden voor de toekenning en het behoud van de

erkenning Onderafdeling 1. - Voorwaarden voor de leiding van de dienst en de directeur

Art. 3.De dienst moet onder de leiding staan van een directeur, natuurlijke persoon bezoldigd voor die functie en bevoegd om, wanneer de dienst geregeld wordt door een rechtspersoon en onder haar verantwoordelijkheid, het dagelijks beheer van de dienst waar te nemen hoe dan ook wat betreft : a) het personeelsbeheer;b) de toepassing van de geldende regelgevingen;c) de vertegenwoordiging van de dienst in zijn relaties met het Agentschap.

Art. 4.Er moet de hele tijd in een daadwerkelijke leiding over de dienst voorzien worden.

In afwezigheid van de directeur moet een daartoe gemachtigd personeelslid in staat zijn de schikkingen te treffen die dienstig zijn in geval van nood en aan de zowel externe als interne vragen voldoen.

Art. 5.§ 1. De directeur moet beschikken over volgende kwalificaties : - ofwel houder zijn van een einddiploma of -getuigschrift van het al dan niet universitair hoger onderwijs (volledig leerplan of sociale promotie) met pedagogische, psychologische, sociale of paramedische oriëntering; - ofwel houder zijn van een gelijkwaardig diploma uitgereikt in een ander land van de Europese Unie. § 2. In afwijking van § 1 kan het beheerscomité van het Agentschap beslissen de hoedanigheid van directeur te verlenen aan iedere andere houder van een einddiploma of -getuigschrift uit het voltijds onderwijs of de sociale bevordering, verkregen in België of in een ander land van de Europese Unie als laatstgenoemde zich ertoe verbindt binnen de vier jaar die volgen op 1 september van het jaar van zijn verbintenis te slagen voor de opleiding in twee jaren van honderd vijftig uur "Beheer van diensten voor gehandicapte personen" ingericht door een opleidingenverstrekker of een onderwijsinstelling erkend door de Franse Gemeenschap en waarvan de inhoud goedgekeurd is door het beheerscomité van het Agentschap.

Art. 6.De directeur dient minstens de volgende prestaties te verstrekken : 1° indien het aantal verzorgde gehandicapte personen lager is dan of gelijk is aan vijftien, dient de directeur minstens een kwarttijdse betrekking vervullen;2° indien het aantal verzorgde gehandicapte personen hoger is dan aan vijftien en gelijk aan of lager dan dertig, dient de directeur minstens een halftijdse betrekking vervullen;3° indien het aantal verzorgde gehandicapte personen hoger is aan dertig, dient de directeur een voltijdse betrekking vervullen.

Art. 7.De directeur mag niet veroordeeld zijn voor correctionele straffen betreffende misdrijven die onverenigbaar zijn met het ambt, noch voor criminele straffen.

Onderafdeling 2. - Voorwaarden betreffende het personeel

Art. 8.De leden van het educatieve en het niet-educatieve personeel moeten over een strafregister beschikken dat vrij van veroordelingen tot correctionele straffen betreffende misdrijven die onverenigbaar zijn met het ambt, of tot criminele straffen.

Zij dienen de beheerder bij hun indienstneming een afschrift te verstrekken van hun strafregister dat hoogstens één maand oud is.

Art. 9.Het educatieve begeleidend personeel moet verplicht onder één van de functies bedoeld in bijlage II vallen.

Het niet-educatieve personeel moet verplicht onder één van de functies bedoeld in bijlage III vallen.

Art. 10.§ 1. De minimumnorm voor de prestaties van het educatieve begeleidend personeel wordt vastgesteld op 0,6 bezoldigde voltijdsequivalenten per opgevangen gehandicapte persoon.

Minstens de helft van dat personeel moet minstens opvoeder van klasse 2A of klasse 2 zijn.

Per aangevangen schijf van 15 gehandicapte personen moet minstens één voltijdse gespecialiseerde opvoeder of psycho-medisch-sociale werknemer deel uitmaken van het educatieve begeleidend personeel. § 2. De minimumnorm voor de prestaties van het niet-educatieve personeel wordt vastgesteld op 0,15 bezoldigde voltijdsequivalenten per opgevangen gehandicapte persoon. § 3. Op de plaatsen waar gehandicapte personen enkel overdag of enkel 's nachts verzorgd worden, worden de minimumnormen bedoeld in § 1, lid 1, en in § 2, respectievelijk gedeeld door twee en met één derde verminderd.

Onderafdeling 3 - Voorwaarden in verband met hygiëne en veiligheid

Art. 11.§ 1. De plaatsen waar activiteiten doorgaan moet vlot toegankelijk zijn voor de bewoners.

Daarnaast moeten ze voldoen aan volgende minimumnormen : 1° regelmatig onderhouden worden en het voorwerp uitmaken van alle nodige hygiëne- en profylactische maatregelen;2° uitgerust zijn om brand te voorkomen en te bestrijden;3° voldoende verlucht en verlicht zijn en beschikken over een minimumtemperatuur van 20 graden centigraden wanneer ze toegankelijk zijn voor personen;4° beveiligd zijn wat betreft de opening en de sluiting van de vensters en de deuren en de toegang tot de onmiddellijke omgeving;5° functioneel en voldoende uitgerust zijn wat betreft keuken en meubilair.Dat laatste moet aangepast zijn aan de handicaps van de personen; 6° uitgerust zijn met afzonderlijke, nette en in aantal voldoende sanitaire installaties, waaronder minstens één toilet per tien personen;7° uitgerust zijn met lavabo's aangebracht bij het toilet en de eetkamer. § 2. De plaats van opvang moet voldoen aan volgende minimumnormen : 1° uitgerust zijn met kamers die zodanig ingericht zijn dat een vlotte bewaking mogelijk wordt gemaakt met strikte naleving van het privéleven en waar de plaats voorbehouden aan de personen niet lager mag zijn dan : a) 8 m2 per persoon in een individuele kamer;b) 3 m2 per persoon van minder dan drie jaar, 5 m2 per persoon van drie tot vijf jaar of 6 m2 per persoon ouder dan vijf jaar in slaapzalen, waarbij de ruimte tussen de bedden zowel in de lengte als in de breedte niet minder mag bedragen dan 80 cm;2° uitgerust zijn met een beveiligd ligbad of een beveiligde douche per schijf van twaalf personen;3° uitgerust zijn met nachtverlichting.

Art. 12.De dienst moet over een huishoudelijk reglement beschikken waarin minstens volgende gegevens vermeld zijn : 1° de juiste naam (benaming, zetel, aard, rechtsvorm) van de beheerder en de vermelding van de datum van de toelating voor de verzorging en de duur ervan indien de dienst reeds vergund werd;2° de doelstellingen van de dienst en het geheel van de door hem verleende diensten met een globale beschrijving van de gehandicapte personen die opgevangen of gehuisvest worden;3° in voorkomend geval, de bijzondere toelatingsvoorwaarden, meer bepaald de voorwaarden in verband met de proefperiode, de specifieke kenmerken van de gehandicapte personen zoals de leeftijd, het geslacht, de bijkomende handicaps of de uitsluiting ervan;4° de omstandigheden die aanleiding kunnen geven tot de heroriëntatie of het uit de dienst wegsturen van de gehandicapte personen, de duur van de vooropzeg;5° de nadere regels voor de indiening van eventuele bezwaren, voorstellen en opmerkingen en de wijze waarop ze behandeld worden;6° de wederzijdse rechten en plichten van de gehandicapte persoon, diens wettelijke vertegenwoordiger en van de dienst;7° de risico's gedekt door de verzekeringspolissen die de dienst heeft aangegaan. Afdeling 2. - Aanvraag van een toelating tot verzorging

Art. 13.§ 1. De aanvraag van een toelating tot verzorging wordt door de beheerder aan het Agentschap gericht, bij ter post aangetekend schrijven. Ze gaat vergezeld van de volgende documenten en inlichtingen : 1° een huishoudelijk reglement, beantwoordend aan de vereisten van artikel 12;2° een nota met opgave van de categorie(ën) handicaps waaraan de personen die de dienst wil opvangen, lijden, hun aantal, hun geslacht en hun leeftijd;3° de identiteit van de directeur van de dienst, een uittreksel uit diens strafregister van minder dan drie maanden oud, een afschrift van zijn diploma's en, in voorkomend geval, een afschrift van diens arbeidsovereenkomst en de schriftelijke overdracht van bevoegdheden van de beheerder;4° een verslag van een gemeentelijke of regionale brandbestrijdingsdienst waarbij bevestigd wordt dat alle voorzorgsmaatregelen zijn getroffen om brand te voorkomen;dat verslag moet minder dan één jaar oud zijn en daarnaast de opvang- en huisvestingscapaciteit van de infrastructuren vermelden; 5° een plattegrond van de instelling waarbij voor de verschillende verdiepingen de gangpaden, de bestemming van de lokalen en, in voorkomend geval, het aantal bedden per kamer;6° het ondernemingsnummer van de beheerder.

Art. 14.Als het dossier volledig is, stuurt het Agentschap bij ter post aangetekend schrijven een bericht van ontvangst van de aanvraag voor een toelating tot verzorging aan de aanvrager, binnen de dertig dagen nadat die aanvraag werd opgestuurd. In het bericht van ontvangst wordt melding gemaakt van de beroepsmiddelen die openstaan bij uitblijven van een beslissing van het Agentschap binnen de voorgeschreven termijn.

Indien het dossier niet volledig is, geeft het Agentschap de aanvrager daar kennis van op dezelfde wijze en wijst het hem op de ontbrekende stukken. Afdeling 3. - Aanvraag van een toelating tot verzorging

Art. 15.§ 1. Het beheerscomité van het Agentschap verstrekt een toelating tot verzorging aan de dienst die voldoet aan de voorwaarden bedoeld in de artikelen 3 tot 7, 11 en 12 van dit besluit. § 2. Het Agentschap richt zijn beslissing aan de aanvrager binnen een termijn van zes maanden te rekenen van de ontvangst van het volledige dossier betreffende de aanvraag om eerste erkenning.

De beslissing tot toelating tot verzorging vermeldt : 1° de toegelaten verzorgingsregeling;2° het maximum aantal gehandicapte personen die verzorgd mogen worden;3° de plaats(en) waar de gehandicapte personen verzorgd worden. Afdeling 4. - Verplichtingen van de beheerder en de dienst

Art. 16.§ 1. De dienst mag niet meer gehandicapte personen ontvangen dan wat zijn opvang- dan wel huisvestingscapaciteit, zoals omschreven in artikel 15, § 2, 2°, verdragen kan. § 2. De dienst moet alle personeelsvoorwaarden waarvan sprake in de artikelen 8 tot 10 van dit besluit naleven zodra bewoners opgevangen worden. § 3. Elke verzorging wordt ondergeschikt gemaakt aan de voorafgaandelijke ondertekening van een overeenkomst tussen de beheerder en de gehandicapte persoon of diens vertegenwoordiger waarin minstens de vragen gesteld in bijlage I aan bod komen. § 4. Onverminderd de bepalingen bedoeld in artikel 57 van het decreet moet de dienst het Agentschap jaarlijks een werkgelegenheidskadaster en een kadaster van de opgevangen personen overmaken.

De diensten moeten die kadasters, behoorlijk ingevuld op formulieren opgelegd door het Agentschap, uiterlijk tegen 31 maart volgend op het afgelopen werkjaar opsturen. § 5. De dienst moet voor iedere opname van een gehandicapte persoon een verzekeringspolis aangaan : - ter dekking van de burgerlijke aansprakelijkheid of van de personen waarvoor hij aansprakelijk is in verband met iedere schade die een gehandicapte persoon veroorzaakt dan wel ondergaat. De verzekering dient aan te geven dat de gerechtigde de hoedanigheid van derde behoudt en de schade dekken tot en met een minimumbedrag van 2.478.935,25 euro voor lichamelijke schade en 247.893,52 euro voor materiële schade per schadepost; - ter dekking van alle schade veroorzaakt door een gehandicapte persoon die zijn civiele aansprakelijkheid niet in opspraak zou brengen of van alle schade die hem tijdens de verblijf zou zijn toegebracht.

In dat geval dekt de verzekering het overlijden voor een minimumbedrag van 2.478,94 euro, de permanente ongeschiktheid tegen een minimumbedrag van 12.394,68 euro en de behandelingskosten tegen een minimumbedrag 2.478,94 euro. § 6. De beheerder deelt het Agentschap onmiddellijk de inlichtingen en wijzigingen mee in verband met : - het huishoudelijk reglement; - de identiteit en de precieze plaats waar de opgevangen personen verzorgd worden; - de categorieën handicaps waar de opgevangen personen aan lijden; - het aantal opgevangen personen; - de identiteit van de directeur van de dienst; - de configuratie van de instellingen; - de statuten van de beheerder indien het een rechtspersoon betreft.

Hij deelt eveneens onmiddellijk elk stuk mee dat uitgaat van de gemeentelijke of regionale brandbestrijdingsdienst in verband met de veiligheid van de bewoners.

Op verzoek van het Agentschap deelt de beheerder elk bijkomend stuk of elke bijkomende inlichting mee in verband met de veiligheid, de hygiëne of de naleving van de normen en verplichtingen waarvan sprake in dit besluit. Afdeling 5. - Controle

Art. 17.§ 1. Het beheerscomité van het Agentschap garandeert de naleving van de wet- en regelgeving in het kader van de uitoefening van de controle op de diensten beoogd bij dit besluit overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk VIII van Titel II van het decreet. § 2. Bij schending van de voorwaarden voorzien bij de artikelen 3 tot en met 12 van dit besluit kan het beheerscomité van het Agentschap, na de beheerder te hebben gehoord, beslissen tot de opschorting of de gehele dan wel gedeeltelijke intrekking tot de beperking in de tijd van de onbepaalde duur van de toelating tot verzorging.

De beperking in de tijd van de onbepaalde duur van de toelating tot verzorging gebeurt door de toekenning door het beheerscomité van het agentschap van een voorlopige toelating tot verzorging met een duur van drie jaar.

Na afloop van die periode wordt de toelating tot verzorging, behoudens andersluidende beslissing van het beheerscomité, toegekend voor een onbepaalde duur.

Indien nodig kan het comité eveneens beslissen tot de sluiting van de plaats van de opname. Hij kan dezelfde beslissingen treffen na de beheerder te hebben gehoord, bij schending van de verplichtingen vernoemd in artikel 16 van dit besluit. § 3. De opschorting van de erkenning houdt in dat het verboden is nieuwe personen op te nemen. § 4. De beslissingen waarvan sprake in § 2 worden aan de beheerder medegedeeld bij ter post aangetekend schrijven of per deurwaardersexploot.

Zij zijn onmiddellijk na hun kennisgeving uitvoerbaar.

Art. 18.Het Agentschap deelt aan de bevoegde burgemeester zijn beslissingen mee tot weigering, gehele dan wel gedeeltelijke intrekking van de toelating tot verzorging.

Het Agentschap kan de medewerking eisen van elke dienst om in de noodopvang te voorzien van de gehandicapte personen die weggeleid moeten worden. HOOFDSTUK III. - Bezwaren

Art. 19.Elk bezwaar betreffende de opname van een gehandicapte persoon wordt per brief aan het Agentschap gericht, dat er ontvangst van bericht binnen de tien dagen en daarna het bezwaar behandelt.

Het Agentschap deelt de bezwaarindiener, de directie, de beheerder van de dienst en de autoriteiten verantwoordelijk voor de plaatsing of de financiering het gevolg mee dat aan dat bezwaar gegeven wordt. HOOFDSTUK IV. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 20.§ 1. Het besluit van de Waalse Regering van 23 mei 2001 houdende uitvoering van artikel 29 van het decreet van 6 april 1995 betreffende de integratie van gehandicapte personen te hervormen betreffende de toelating voor natuurlijke of rechtspersonen om voor gehandicapte personen te zorgen zonder dat ze door een publieke overheid erkend zijn om die activiteit uit te oefenen, gewijzigd bij het besluit van 21 februari 2002, wordt opgeheven. § 2. De voorwaarden, verplichtingen en de duur van de toelating opgelegd bij of krachtens dit besluit worden evenwel in stand gehouden voor de instellingen die een toelating kregen die hen toegekend werd voor de inwerkingtreding van dit besluit, totdat ze zich geschikt hebben naar de bepalingen van artikel 21.

Art. 21.De diensten die een toelating tot verzorging kregen, hen toegekend op een datum vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit, dienen zich te schikken naar de bepalingen van dit besluit voor 30 juni 2010.

Art. 22.§ 1. Bij wijze van overgangsmaatregel en in afwijking van artikel 5 kan het beheerscomité van het Agentschap voor de personen die onder contract waren op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, beslissen de hoedanigheid van directeur te erkennen aan de persoon die als dusdanig aangewezen wordt door de beheerder, ongeacht het diploma waarvan hij houder is, op voorwaarde dat hij een nuttige beheerservaring heeft van minstens vier jaar in één van de volgende diensten : 1° een dienst vernoemd in artikel 24, tweede lid, van het decreet;2° een dienst die een toelatingsregeling heeft voor de verzorging van gehandicapte personen;3° een erkende dienst met als doel de opvang of de huisvesting van kinderen of bejaarden;4° een verzorgingsinstelling. § 2. Bij wijze van overgangsmaatregel en in afwijking van artikel 9 kan het beheerscomité van het Agentschap voor de personen die onder contract waren op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, beslissen de hoedanigheid van personeelslid te erkennen aan de persoon die als dusdanig aangewezen wordt door de beheerder, ongeacht het diploma waarvan hij houder is, op voorwaarde dat hij een nuttige ervaring heeft als educatief begeleider of dienstverstrekker van minstens vier jaar in één van de volgende diensten : 1° een dienst vernoemd in artikel 24, tweede lid, van het decreet;2° een dienst die een toelatingsregeling heeft voor de verzorging van gehandicapte personen;3° een erkende dienst met als doel de opvang of de huisvesting van kinderen of bejaarden;4° een verzorgingsinstelling.

Art. 23.De Minister is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 14 mei 1999.

De Minister-President, R. DEMOTTE

BIJLAGE I 1° de identiteit van de partijen, met vermelding van de woonplaats, de nationaliteit en de geboortedatum van de gehandicapte persoon;2° de diensten die de gehandicapte persoon gewaarborgd worden, inzonderheid inzake voeding, hygiëne, gezondheidszorgen en begeleidingsactiviteiten;3° het bedrag van de financiële bijdrage voor de dekking van de kosten ontstaan uit de verleende diensten;4° de duur ervan;5° de voorwaarden voor elke ondertekenende partij om het contract op te zeggen, meer bepaald de duur van de vooropzeg en de omstandigheden die aanleiding kunnen geven tot de heroriëntatie of het uit de dienst wegsturen van de gehandicapte personen;6° de risico's die gedekt worden door de verzekeringspolis die de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de dienst of van de personen dekt voor wie hij moet instaan;7° met inachtneming van de vrije keuze van de geneesheer door de gehandicapte persoon of, in voorkomend geval, door diens wettelijke vertegenwoordiger, de identiteit en de adresgegevens van de geneesheer die gemachtigd is op het verstrekken van geneesmiddelen en de zorgen verstrekt aan de gehandicapte persoon toe te zien;8° de openingsdagen en -uren van de dienst; 9° de nadere regels voor de bescherming van de gehandicapte persoon i.v.m. het in bewaring geven van de goederen, waarborgen en waarden die aan de beheerder worden toevertrouwd, alsmede de voorschriften voor het eventuele beheer ervan; 10° de nadere regels voor de toegang van de familie, de vrienden, de bedienaars van de eredienst en de lekenhelpers wier aanwezigheid gevraagd wordt door de gehandicapte persoon of diens wettelijke vertegenwoordiger, tot de plaats waar de verzorging plaatsvindt;11° dat de beheerder de gehandicapte persoon de eerbiediging waarborgt van diens persoonlijke levenssfeer, de geloofsovertuiging, de opinies en levensinzichten, evenals de goede zeden en de welvoeglijkheid;12° dat de gehandicapte persoon of diens wettelijke vertegenwoordiger het recht heeft volledig, juist en op tijd ingelicht te worden over alle vragen die diens opvang of huisvesting aanbelangen;13° dat het huishoudelijk reglement als bijlage volledig deel uitmaakt van de overeenkomst. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Waalse Regering van 14 mei 2009 betreffende de toelating voor natuurlijke of rechtspersonen om voor gehandicapte personen te zorgen zonder dat ze door een publieke overheid erkend zijn om die activiteit uit te oefenen.

Namen, 14 mei 2009.

De Minister-President, R. DEMOTTE

BIJLAGE II OMSCHRIJVING VAN DE FUNCTIES EN KWALIFICATIES VAN HET EDUCATIEVE BEGELEIDENDE PERSONEEL Opvoeders klasse 3 : - einddiploma of -getuigschrift van het lager of hoger secundair onderwijs (algemeen of technisch onderwijs); - eindattest of getuigschrift (met vrucht beëindigd) van het hoger secundair beroepsonderwijs; - diploma of getuigschrift kinderopvoeding (D3P); - diploma of getuigschrift gezins- en sanitaire helper; - diploma of getuigschrift jeugdwerker/jeugdwerkster (D3P); - diploma of getuigschrift bejaardenhelper; - diploma of getuigschrift polyvalente hulpwerker/werkster van de thuiszorg- en gemeenschapsdiensten dat overeenstemt met het kwalificatiegetuigschrit van gezins- en sanitaire helper/helpster van het secundair onderwijs met volledig leerplan.

Opvoeders klasse 2 : Uitsluitend de opvoeders van klasse II die reeds in een erkende inrichting in dienst waren op 1 januari 1976 en die beschikken over één van de volgende titels : - diploma of getuigschrift van een school of van een technische hogere secundaire cursus met pedagogische, psychologische of sociale oriëntering; - attest van verpleger(ster) of van kinderverzorgster voor zover ze voor kinderen van 0 tot 6 zorgen; - diploma, getuigschrift of gelijkwaardige titel van minstens het gewoon basisonderwijs voorzover de titularissen van deze titel voor kinderen van 3 tot 6 jaar zorgen; - diploma van het gewoon kleuteronderwijs.

Opvoeders klasse 2A : 1) De houders van een diploma of getuigschrift : - kinderopvoeding (D3TQ); - toegepast sociaal wetenschappelijk onderzoek (D3TQ); - sociale technieken (D3TQ); - lichamelijke opvoeding en socio-culturele animatie (D3TQ); - van aspirant nursing (D3TQ); - van assistent in geriatrie (D3TQ); - van opvoedingsagent (D3TQ); - van vormingswerker (D3TQ); - van maatschappelijke agent (D3TQ); - maatschappelijke en educatieve wetenschappen (D3TTR); - als bewijs dat ze geslaagd zijn voor het 7e beroepsjaar (D37P) kinderverzorgster, gezins- en sanitaire helpster of -hulp, assistente in geriatrie; - van het technisch hoger secundair onderwijs met een pedagogische, sociale of paramedische oriëntering, met volledig leerplan of voor sociale promotie. 2) De houders van één van de volgende getuigschriften : - getuigschrift van kinderverzorgster (D3P) voor zover ze uitsluitend voor kinderen van 0 tot 6 jaar zorgen; - getuigschrift van verpleegster.

Opvoeders klasse 1 : De houders van een einddiploma of -getuigschrift van het hoger al dan niet universitair onderwijs met pedagogische, psychologische, sociale of paramedische oriëntering, met volledig leerplan of voor sociale promotie, behalve het diploma van bibliothecaris-documentalist, van het getuigschrift of van het diploma van pedagogische bekwaamheid.

Psycho-medisch-sociale werkers : 1) assistent, hulp of sociaal adviseur;2) ergotherapeut, kinesitherapeut, logopedist;3) orthopedagoog;4) verpleger sociaal gegradueerde;5) assistent in de psychologie;6) licentiaat psychologie, psychopedagogie, pedagogie, kinesitherapie of logopedie. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Waalse Regering van 14 mei 2009 betreffende de toelating voor natuurlijke of rechtspersonen om voor gehandicapte personen te zorgen zonder dat ze door een publieke overheid erkend zijn om die activiteit uit te oefenen.

Namen, 14 mei 1999.

De Minister-President, R. DEMOTTE

BIJLAGE III OMSCHRIJVING VAN DE FUNCTIES EN KWALIFICATIES VAN HET NIET-EDUCATIEVE BEGELEIDENDE PERSONEEL Klerk De houders van één van de volgende titels : - einddiploma of -getuigschrift van het hoger secundair onderwijs (algemeen of technisch onderwijs); - eindgetuigschrift of -attest van het lager secundair beroepsonderwijs uitgereikt na een vierde finaliteitsjaar of erkend na een vijfde bijscholings- of specialisatiejaar in een afdeling " Travaux de bureau ", uitgereikt door een door de Staat opgerichte, gesubsidieerde of erkende inrichting.

Klerk-stenotypist De houders van één voor de functie van klerk vereiste titel en van een getuigschrift of diploma dat van stenotypiekennis getuigt.

Opsteller : De houders van een einddiploma of -getuigschrift van het hoger secundair onderwijs (algemeen of technisch onderwijs) voor zover de vorming beantwoordt aan de normale vereisten van de functie.

Econoom De houders van een diploma, getuigschrift of attest dat toegang geeft tot de opleiding van opsteller.

Boekhouder-klasse 2 De houders van een einddiploma of -getuigschrift van het hoger secundair onderwijs (algemeen of technisch onderwijs) met een handelsrichting.

Boekhouder-klasse I De houders van een einddiploma of -getuigschrift van het hoger onderwijs met een economische richting waarvan de kwalificatie beantwoordt aan de normale vereisten van de functie.

De houders van het diploma van de Belgische Kamer van Boekhouders.

Arbeiderspersoneel categorie I Ongeschoolde arbeiders, schoonmakers, dienstboden, nachtwakers, conciërges, niet-gekwalificeerde landarbeiders.

Arbeiderspersoneel categorie II Wasvrouwen, laboratoriumknechten, strijksters, linnennaaisters, portiers, helpers van gekwalificeerde arbeider voor zover de dienst een gekwalificeerde arbeider telt.

Arbeiderspersoneel categorie III Gekwalificeerde arbeiders die niet in het bezit zijn van een einddiploma of -getuigschrift dat van hun kwalificatie getuigt.

Arbeiderspersoneel categorie IV Gekwalificeerde arbeiders met een door een school of een onderwijsinrichting uitgereikt diploma of -getuigschrift dat van een kwalificatie getuigt, zoals schoenmaker, tuinier, mecanicien, loodgieter-sanitair, meubelmaker, schrijnwerker, elektricien, kok.

Arbeiderspersoneel categorie V Arbeiders die beschikken over de voor de arbeiders categorie IV vereiste kwalificatie en die verantwoordelijk zijn voor een homogene ploeg van minstens vijf arbeiders.

Gegradueerde of regent met een economische, juridische, administratieve of informaticaoriëntering De houders van het diploma dat deze titel verleent.

Kopiist (braille) 2e klasse De houders van een diploma, getuigschrift of attest dat toegang geeft tot de functie van klerk.

Kopiist (braille) 1e klasse De houders van een diploma, getuigschrift of attest dat toegang geeft tot de functie van opsteller.

Huisarts De houders van een diploma van doctor in de genees-, heel- en verloskunde.

Geneesheer-specialist De houders van een titel vereist voor de uitoefening van het beroep van huisarts, alsook een specificatietitel vereist na advies van de Commissie tot erkenning van de geneesheren-specialisten.

Licentiaat economische, juridische, administratieve of informaticaoriëntering De houders van het diploma dat één van deze titels verleent.

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Waalse Regering van 14 mei 2009 betreffende de toelating voor natuurlijke of rechtspersonen om voor gehandicapte personen te zorgen zonder dat ze door een publieke overheid erkend zijn om die activiteit uit te oefenen.

Namen, 14 mei 1999.

De Minister-President, R. DEMOTTE

^