gepubliceerd op 01 oktober 2012
Besluit van de Waalse Regering tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Afvalcommissie ingesteld bij artikel 33 van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen
13 SEPTEMBER 2012. - Besluit van de Waalse Regering tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Afvalcommissie ingesteld bij artikel 33 van het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen
De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, artikel 33;
Gelet op het decreet van 6 november 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/11/2008 pub. 19/12/2008 numac 2008204572 bron waalse overheidsdienst Kaderdecreet houdende rationalisatie van de adviesverlenende functie voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet sluiten houdende rationalisatie van de adviesverlenende functie, inzonderheid op artikel 2, § 1, 19°;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 17 oktober 1996 betreffende de samenstelling en de werking van de Afvalcommissie;
Gelet op het huishoudelijk reglement van de Afvalcommissie, aangenomen op 15 juni 2012;
Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, Besluit :
Artikel 1.Het huishoudelijk reglement van de Afvalcommissie, dat bij dit besluit gaat, is goedgekeurd.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het aan de Afvalcommissie medegedeeld wordt.
Art. 3.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 13 september 2012.
De Minister-president, R. DEMOTTE De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, Ph. HENRY
BIJLAGE Huishoudelijk reglement van de Gewestelijke Afvalcommissie (ingesteld bij het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen en bij het besluit van de Waalse Regering van 17 oktober 1996 betreffende de samenstelling en de werking van de Afvalcommissie) Artikel 1 - Begripsomschrijving Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder : Kaderdecreet : het decreet van 6 november 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/11/2008 pub. 19/12/2008 numac 2008204572 bron waalse overheidsdienst Kaderdecreet houdende rationalisatie van de adviesverlenende functie voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet sluiten houdende rationalisatie van de adviesverlenende functie;
Decreet van 27 juni 1996 : het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen;
Raad : de « Conseil économique et social de Wallonie » (Sociaal-Economische Raad van Wallonië);
Commissie : De Adviescommissie inzake afvalstoffen bedoeld in artikel 33 van het decreet van 27 juni 1996;
Minister : de Waalse Minister die voor het Leefmilieu bevoegd is.
Artikel 2 - Opdrachten van de Commissie De Commissie heeft de volgende opdrachten : - advies uitbrengen over de ontwerpen van reglementaire besluiten genomen krachtens het decreet van 27 juni 1996, met uitzondering van de uitvoeringsbesluiten betreffende de planning van het afvalbeheer of het toezicht, de administratieve en strafrechtelijke sancties genomen krachtens dat decreet; - advies uitbrengen over elk vraagstuk of ontwerp dat haar door de Regering overgelegd wordt.
Artikel 3 - Samenstelling De Commissie is samengesteld volgens de voorschriften van het decreet van 27 juni 1996 en van het besluit van de Waalse Regering van 17 oktober 1996 betreffende de samenstelling en de werking van de Commissie.
Artikel 4 - Organen Algemene vergadering Behalve uitzondering waarin het huishoudelijk reglement voorziet, drukt de Commissie zich via haar algemene vergadering uit.
Bureau Binnen de Commissie wordt een Vast Bureau opgericht dat samengesteld is uit de voorzitter, de ondervoorzitters en zes leden die de Commissie binnen haar midden aanwijst, alsook uit de secretaris en de adjunct-secretaris.
Het Bureau bestaat uit : - een vertegenwoordiger van de afvalproducenten; - een vertegenwoordiger van de privéoperatoren; - een vertegenwoordiger van de openbare operatoren; - een vertegenwoordiger van de Waalse Overheidsdienst; - twee vertegenwoordigers van de overige groeperingen (milieubeschermingsverenigingen, vakbonden,...).
Wanneer een ondervoorzitter lid is van één van voornoemde groeperingen, is hij er automatisch de vertegenwoordiger van binnen het Bureau; dat is vanzelfsprekend ook het geval wanneer beide ondervoorzitters één van de bovengenoemde groeperingen vertegenwoordigen.
De leden van het bureau worden aangewezen op de eerste algemene vergadering die volgt op de hernieuwing van de Commissie. In geval van verlengde afwezigheid van een lid wijst de algemene vergadering een plaatsvervanger aan.
Het Bureau beraadslaagt op geldige wijze indien vier van de zeven leden aanwezig zijn. De leden van het Secretariaat worden niet meegerekend in het quorum.
Voor een efficiënt verloop van haar werken kan de Commissie de opvolging van haar vergaderingen en van die van de eventuele werkgroepen aan het Bureau toevertrouwen. Het Bureau staat in nauwe samenwerking met het Secretariaat ook in voor de betrekkingen met de Minister en voor externe contacten. De leden van het Bureau worden bij voorkeur langs de elektronische weg om advies verzocht.
Gespecialiseerde werkgroepen De Commissie kan gespecialiseerde werkgroepen oprichten met het oog op het onderzoek van bijzondere problemen. De werkgroepen kiezen binnen hun midden een voorzitter, die verslag over de werken van de groep uitbrengt aan de algemene vergadering.
Het bestaan van de werkgroepen wordt beperkt tot het onderzoek van het vraagstuk (de vraagstukken) waarvoor ze opgericht worden. Na afloop van hun opdracht worden ze van rechtswege ontbonden.
Artikel 5 - Plaats van de vergaderingen Behoudens bijzondere omstandigheden, vinden de vergaderingen van de Commissie plaats in de lokalen van de Raad in Luik.
Artikel 6 - Leden en mandaten De leden worden door de Regering aangewezen. Voor elk gewoon lid wordt een plaatsvervangend lid aangewezen. Een plaatsvervangend lid kan slechts zitting nemen als het gewoon lid dat het vervangt afwezig is.
De duur van het mandaat is vastgelegd op vijf jaar.
Het mandaat van de leden van de Commissie loopt af door het verlies van de hoedanigheid waarvoor ze aangewezen werden. Als het mandaat van een lid voortijdig afloopt, voleindigt de plaatsvervanger de resterende duur van het mandaat.
Het lid dat verkeert in de gevallen bedoeld in artikel 2, 13°, van het kaderdecreet wordt geacht aftredend te zijn.
De hernieuwing van het mandaat van de leden binnen de Commissie verloopt integraal.
Artikel 7 - Voorzitterschap en ondervoorzitterschap De Regering wijst de voorzitter en de ondervoorzitters van de Commissie aan op de voordracht van de Minister. De functies van voorzitter en ondervoorzitter worden verleend aan personen waarvan de bevoegdheid inzake leefmilieu of afvalbeheer erkend is.
De Commissie wordt voorgezeten door de voorzitter en, indien hij afwezig is, door één van de ondervoorzitters en, indien ze afwezig zijn, door een lid aangewezen door de algemene vergadering.
De voorzitter zorgt voor de vlotte werking van de Commissie en organiseert er de werken van. Hij opent, schorst, sluit en annuleert de zittingen en leidt de debatten in alle neutraliteit.
De voorzitter en, in voorkomend geval, één van de ondervoorzitters, of de Minister, roept de Commissie bijeen.
De voorzitter en, bij ontstentenis, één van de ondervoorzitters : - maakt de agenda op; - neemt de directie van het secretariaat waar; - ontvangt en ondertekent de adviezen die door de Commissie uitgebracht worden; - ziet toe op de naleving van de normatieve bepalingen en van het huishoudelijk reglement van de Commissie; - maakt de adviezen aan de Minister over.
Artikel 8 - Belangenconflict Elk lid dat een rechtstreeks of onrechtstreeks patrimoniaal of persoonlijk belang zou kunnen hebben in een dossier dat door de Commissie onderzocht wordt, moet de voorzitter van de zitting verwittigen en afzien van elke deelname aan de debatten en de besluitvorming. De vertegenwoordiging van de belangen van de groepering die het lid binnen de Commissie heeft voorgedragen of aangewezen wordt niet als persoonlijk of onrechtstreeks belang beschouwd.
Artikel 9 - Deelname van deskundigen of externe waarnemers De Minister of de voorzitter kan personen met bijzondere bevoegdheden uitnodigen om aan de werken van de Commissie deel te nemen. Die personen nemen niet deel aan de stemming.
Een door de Minister aangewezen waarnemer mag aan de werken van de Commissie en van het Bureau deelnemen, maar niet aan de stemmingen.
Artikel 10 - Secretariaat van de Commissie Het secretariaat van de Commissie wordt waargenomen door de secretaris en de adjunct-secretaris, die onder het personeel van de Raad aangewezen worden.
Het secretariaat wordt belast met de verzending van de oproepingen alsmede met de opstelling van de notulen, zowel van het Bureau als van de algemene vergaderingen en de gespecialiseerde werkgroepen, en van de door de Commissie uitgebrachte adviezen. Het moet toezien op de bewaring van het archief van de Commissie.
Mits volmachtverlening door de voorzitter is de secretaris bevoegd om verscheidene documenten te ondertekenen, o.a. de adviezen, de oproepingen, de briefwisseling,...
Artikel 11 - Oproeping en organisatie van de vergaderingen De vergaderingen van de Commissie, van het Bureau of van de werkgroepen vinden plaats na oproeping door de voorzitter of, indien hij afwezig is, door één van de ondervoorzitters of door de Minister, en telkens als het vereist wordt voor de vervulling van de opdrachten die hen toevertrouwd worden. Bij elke vergadering ondertekenen de leden een presentielijst.
De Commissie vergadert minstens één keer per maand. Als de agenda niet vastgelegd kan worden, deelt de secretaris aan de leden mee dat de vergadering afgezegd is.
De oproeping vermeldt de agendapunten en gaat vergezeld van de desbetreffende stukken en documenten. De agenda kan een punt « varia » bevatten.
De oproeping wordt zeven dagen vóór de vergadering langs de elektronische weg aan de gewone en plaatsvervangende leden gericht. Op verzoek kan hen een papieren afschrift toegestuurd worden.
In door de voorzitter beoordeelde spoedgevallen en onverminderd de schriftelijke procedure bedoeld in artikel 15, kan de oproeping binnen een kortere termijn verstuurd worden en kunnen de bijlagen bij wijze van uitzondering voor de opening van de vergadering aan de leden overgemaakt worden.
Elk lid kan vragen dat een punt op de agenda van een vergadering wordt geplaatst door zijn verzoek minstens tien dagen vóór de vergadering schriftelijk te richten aan de voorzitter en aan het secretariaat.
Artikel 12 - Beraadslagingen Aanwezigheidsquorum De plenaire vergadering beraadslaagt op geldige voor zover de helft van haar leden aanwezig zijn. Als het aanwezigheidsquorum niet bereikt wordt, kan binnen een korte termijn een nieuwe vergadering bijeengeroepen om over dezelfde agenda te beraadslagen, minstens vierentwintig uren na de vergadering waarvoor het quorum niet bereikt werd. In behoorlijk gemotiveerde spoedgevallen kan die termijn ingekort worden. Bij een nieuwe oproeping kan er op geldige wijze beraadslaagd worden, ongeacht het aantal aanwezigen.
Stemquorum De beslissingen, in de vorm van adviezen, worden genomen bij gewone meerderheid van de aanwezige leden, waarbij elk van hen over één stem beschikt. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter beslissend.
De stemmingen zijn nominatief, behalve als twee derde van de leden om de geheime stemming vragen.
Als één vierde van de aanwezige leden zich verzet tegen het door de meerderheid uitgebrachte advies, vult de voorzitter dat advies aan met een melding betreffende de uiteenlopende mening.
Een vertegenwoordiger van de Minister kan de werken van de Commissie bijwonen zonder deel te nemen aan de stemming.
Artikel 13 - Notulen en adviezen Na afloop van elke vergadering worden notulen door het Secretariaat opgemaakt. De notulen hebben een synthetisch karakter in die zin dat ze voornamelijk melding maken van de verschillende standpunten die tijdens de vergadering ontwikkeld werden alsmede van de genomen beslissingen. Op verzoek van een lid kunnen één of meerdere tussenkomsten geacteerd worden.
De ontwerpen van notulen worden ter goedkeuring aan de leden van de Commissie gericht. Bij gebrek aan reactie van de leden via het secretariaat, worden ze geacht te zijn goedgekeurd tien dagen na de verzending ervan.
De door de Commissie uitgebrachte adviezen zijn gemotiveerd en worden geformuleerd in de vorm van een verslag waarin, desgevallend, de verschillende standpunten uitgedrukt worden.
Artikel 14 - Termijnen De Commissie brengt advies uit binnen vijfendertig dagen, met ingang van de datum van ontvangst van het volledige adviesaanvraagdossier.
Die termijn kan tot tien dagen ingekort worden of, als de vraag bijzonder groot of complex is, door de Regering verlengd worden. Bij gebrek aan advies binnen de toegestane termijn, wordt het genegeerd.
Artikel 15 - Schriftelijke procedure In spoedgevallen of in bijzonder gemotiveerde omstandigheden kan de voorzitter en, bij ontstentenis, één van de ondervoorzitters, beslissen over te gaan tot een schriftelijke vergaderprocedure om advies uit te brengen.
Hij stuurt de documenten die voor de besluitvorming nodig zijn langs de elektronische weg aan de leden, legt een redelijk antwoordtermijn vast en bepaalt de modaliteiten voor hun eventuele reactie.
Er wordt op geldige wijze beraadslaagd voor zover minstens de helft van de leden binnen de voorgeschreven termijn geantwoord heeft. Als het antwoordquorum niet bereikt wordt, kan spoedig een nieuwe antwoordtermijn vastgelegd worden, minstens vierentwintig uren na de uiterste antwoorddatum waarop is vastgesteld dat het quorum niet bereikt kon worden. In behoorlijk gemotiveerde spoedgevallen kan die termijn ingekort worden. Als een tweede antwoordtermijn vastgelegd is, kan er op geldige wijze beraadslaagd worden, ongeacht het aantal antwoorden.
De beslissingen worden genomen bij gewone meerderheid van de stemmen van de leden die op de vraag geantwoord hebben. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter beslissend.
Op basis van de ontvangen antwoorden wordt onder de verantwoordelijkheid van de voorzitter en ondervoorzitters een tussenadvies door het Secretariaat uitgewerkt.
Het tussenadvies wordt door de Commissie goedgekeurd op haar eerstkomende plenaire vergadering.
Artikel 16 - Geheimhouding van de debatten en de werken De zittingen van de Commissie en van de werkgroepen zijn niet openbaar. De personen die de vergaderingen van de Commissie in om het even welke hoedanigheid bijwonen zijn gehouden tot geheimhouding van de documenten met een vertrouwelijk of persoonlijk karakter die hen overgemaakt worden, alsook tot geheimhouding van de stemmingen en beraadslagingen.
Artikel 17 - Toegang van het publiek tot informatie De documenten van de Commissie worden verspreid en ter inzage gelegd volgens de modaliteiten die in Boek I van het Leefmilieuwetboek vastliggen.
Artikel 18 - Emolumenten en reiskosten De mandaten worden gratis uitgeoefend. De leden van de Commissie hebben evenwel recht op de terugbetaling van reis- en verblijfskosten die berekend worden volgens de regels betreffende de vergoedingen van de ambtenaren. Daartoe worden ze gelijkgesteld met de personeelsleden van rang A3.
Artikel 19 - Activiteitenverslag De Commissie maakt een jaarlijks activiteitenverslag op. Dat verslag ligt ter inzage op een Internetsite en wordt uiterlijk tegen het einde van de maand september van het jaar na dat waarop het betrekking heeft gelijktijdig aan de Waalse Regering en aan het Waals Parlement overgemaakt.
Artikel 20 - Wijzigingen Dit huishoudelijk reglement kan gewijzigd worden telkens als het nodig is voor een vlottere werking van de Commissie. Op verzoek van een lid van de Commissie wordt het punt dan op de agenda van de eerstkomende vergadering geplaatst.
Elke wijziging wordt ter goedkeuring aan de Regering overgelegd nadat ze door de Commissie is aangenomen volgens dezelfde regels als die bedoeld in artikel 12.
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 13 september 2012 tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Afvalcommissie ingesteld bij artikel 33 van het decreet van 27 juni 1966 betreffende de afvalstoffen.
Namen, 13 september 2012.
De Minister-president, R. DEMOTTE De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, Ph. HENRY