Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 13 mei 2004
gepubliceerd op 12 juli 2004

Besluit van de Waalse Regering betreffende de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2004202283
pub.
12/07/2004
prom.
13/05/2004
ELI
eli/besluit/2004/05/13/2004202283/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

13 MEI 2004. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai


De Waalse Regering, Gelet op de wet van 18 juli 1973 betreffende de bestrijding van de geluidshinder, inzonderheid op artikel 1;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 22 maart 2004 overeenkomstig artikel 84, § 1, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de gezamenlijke voordracht van de Ministers van Economie, Vervoer, Openbare Werken, Ruimtelijke Ordening en Leefmilieu;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Doelstellingen en toepassingsgebied

Artikel 1.Bij dit besluit wordt Richtlijn 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2002 inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai omgezet.

Art. 2.Dit besluit beoogt de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai om op basis van prioriteiten de schadelijke gevolgen, hinder inbegrepen, van blootstelling aan omgevingslawaai te vermijden, te voorkomen of te verminderen. Daartoe worden de volgende maatregelen genomen : a) vaststelling van de blootstelling aan omgevingslawaai door middel van geluidsbelastingkaarten volgens evaluatiemethoden die voor de lid-Staten gemeenschappelijk zijn en die op Europees niveau geharmoniseerd zijn;b) voorlichting van het publiek over omgevingslawaai en de effecten daarvan;c) aanneming van actieplannen door de lid-Staten op basis van de resultaten van de geluidsbelastingkaarten, teneinde omgevingslawaai zo nodig te voorkomen en te beperken, in het bijzonder daar waar hoge blootstellingsniveaus schadelijke effecten kunnen hebben voor de gezondheid van de mens, en om de milieukwaliteit uit het oogpunt van omgevingslawaai te handhaven waar zij goed is.

Art. 3.Dit besluit is van toepassing op omgevingslawaai waaraan mensen meer bepaald in bebouwde gebieden, in openbare parken en andere stille gebieden in agglomeraties, in stille gebieden op het platteland, nabij scholen, ziekenhuizen en andere voor lawaai gevoelige gebouwen en gebieden worden blootgesteld.

Dit besluit is niet van toepassing op lawaai dat door de eraan blootgestelde persoon zelf wordt veroorzaakt, lawaai van huishoudelijke activiteiten, door buren veroorzaakt lawaai, lawaai op de arbeidsplaats, lawaai binnen vervoermiddelen en lawaai door militaire activiteiten in militaire terreinen. HOOFDSTUK II. - Begripsomschrijving

Art. 4.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : 1° omgevingslawaai : ongewenst of schadelijk geluid buitenshuis dat door menselijke activiteiten wordt veroorzaakt, inclusief lawaai dat wordt voortgebracht door vervoermiddelen, wegverkeer, spoorwegverkeer, luchtverkeer en locaties van industriële activiteiten als ingedeeld in klasse 1 van het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten.2° schadelijke effecten : negatieve effecten op de gezondheid van de mens;3° hinder : mate van geluidshinder voor de gemeenschap als bepaald met veldonderzoek;4° geluidsbelastingsindicator : natuurkundige grootheid voor de beschrijving van het omgevingslawaai, die een verband met een schadelijk gevolg heeft;5° bepaling : methode voor de berekening, voorspelling, raming of meting van de waarde van een geluidsbelastingsindicator of de daarmee verband houdende schadelijke gevolgen;6° Lden (dag-avond-nacht-geluidsbelastingsindicator) : geluidsbelastingsindicator voor de hinder tijdens de etmaalperiode, zoals nader gedefinieerd in bijlage I;7° Lday (dag-geluidsbelastingsindicator) : geluidsbelastingsindicator voor hinder tijdens de dagperiode, zoals nader gedefinieerd in bijlage I;8° Levening (avond-geluidsbelastingsindicator) : geluidsbelastingsindicator voor hinder tijdens de avondperiode, zoals nader gedefinieerd in bijlage I;9° Lnight (nacht-geluidsbelastingsindicator) : geluidsbelastingsindicator voor slaapverstoringen, zoals nader gedefinieerd in bijlage I;10° dosis/effectrelatie : relatie tussen de waarde van een geluidsbelastingsindicator en een schadelijk effect;11° grenswaarde : waarde van Lden of Lnight, en waar passend Lday en Levening, als bepaald door de lid-Staat, bij overschrijding waarvan de bevoegde instanties beperkingsmaatregelen in overweging nemen of opleggen;de grenswaarden kunnen verschillend zijn voor verschillende typen lawaai (lawaai door weg-, spoorweg- of luchtverkeer, industrielawaai enz.), verschillende omgevingen en verschillende gevoeligheden van bevolkingsgroepen voor lawaai; zij kunnen ook verschillend zijn voor bestaande en nieuwe situaties (bij verandering van de situatie wat de geluidsbron of het omgevingsgebruik betreft); 12° agglomeratie : deel van het grondgebied van een lidstaat, als afgebakend door deze lidstaat, met een bevolking van meer dan 100 000 personen en een zodanige bevolkingsdichtheid dat de lid-Staat het als een stedelijk gebied beschouwt. De relevante grenswaarden in de in dit besluit bedoelde agglomeraties worden door de Regering bepaald; 13° stil gebied in een agglomeratie : gebied, als afgebakend door de bevoegde instantie, bijvoorbeeld een gebied dat niet is blootgesteld aan lawaai met een waarde van Lden of een andere passende geluidsbelastingsindicator die groter is dan een door de lid-Staat vastgelegde waarde. De Regering bepaalt de lijst van de stille gebieden van een agglomeratie en de relevante grenswaarden in deze zones; 14° stil gebied op het platteland : gebied, als afgebakend door de bevoegde instantie, dat niet blootstaat aan lawaai van verkeer, industrie of recreatie. De Regering bepaalt de lijst van stille gebieden op het platteland; 15° belangrijke weg : regionale, nationale of internationale weg, als aangeduid door de lid-Staat, waarop jaarlijks meer dan 3 miljoen voertuigen passeren. De Regering bepaalt de relevante grenswaarden voor de in dit besluit bedoelde belangrijke wegen; 16° belangrijke spoorweg : spoorweg, als aangeduid door de lid-Staat, waarop jaarlijks meer dan 30 000 treinen passeren; De Regering bepaalt de relevante grenswaarden voor de in dit besluit bedoelde belangrijke spoorwegen; 17° belangrijke luchthaven : burgerluchthaven, als aangeduid door de lidstaat, waarop jaarlijks meer dan 50.000 vliegtuigbewegingen plaatsvinden (zowel opstijgen en landen zijn bewegingen), met uitsluiting van oefenvluchten met lichte vliegtuigen.

Regering keurt de relevante grenswaarden voor de in dit besluit bedoelde belangrijke luchthavens goed; 18° geluidsbelastingkaart : weergave van gegevens omtrent een bestaande of voorspelde geluidssituatie in termen van een geluidsbelastingsindicator, overschrijding van een geldende relevante grenswaarde, aantal blootgestelde of aantal woningen dat in een bepaald gebied blootgesteld is aan bepaalde waarden van een geluidsbelastingsindicator in een zone die de geluidsinvloed van één of meer soorten geluid bedoeld in 0 van dit artikel ondergaat;19° strategische geluidsbelastingkaart : een kaart bedoeld voor de algemene evaluatie van de geluidsbelastingssituatie in een gebied dat de geluidsinvloed van één of meer soorten geluid bedoeld in 0 van dit artikel ondergaat of voor de algemene prognoses voor dat gebied;20° actieplan : een plan bedoeld voor de beheersing van lawaai-uitstoot en lawaai-effecten, waar nodig met inbegrip van lawaaivermindering;21° akoestische planning : beheersing van toekomstige geluidshinder door geplande maatregelen, zoals ruimtelijke ordening, ontwikkeling van verkeerssystemen, verkeersplanning, vermindering van geluidshinder door isolatiemaatregelen en lawaaibeheersing aan de bron;22° publiek : één of meer natuurlijke of rechtspersonen, alsmede de verenigingen, organisaties of groeperingen die uit die personen samengesteld zijn. HOOFDSTUK III. - Uitvoering en verantwoordelijkheden

Art. 5.§ 1. Geluidsbelastingkaarten en actieplannen worden opgesteld en herzien door de Regering op de voordracht van respectievelijk de volgende Ministers : 1° voor de agglomeraties, door de Minister van Leefmilieu;2° voor de belangrijke wegen, door de Minister bevoegd voor Openbare Werken;3° voor de belangrijke spoorwegen, door de Minister van Vervoer;4° voor de belangrijke luchthavens, door de Minister bevoegd voor de luchthavens. § 2. De geluidsbelastingkaarten en actieplannen worden overgemaakt door de Minister van Leefmilieu, die de geluidsbelastingkaarten en actieplannen moet inzamelen.

Art. 6.Wanneer het geheel of een gedeelte van de in artikel 5 bedoelde opdrachten onderaanbesteed wordt, wordt deze onderaanbesteding door een in het Waalse Gewest erkende instelling uitgevoerd overeenkomstig het koninklijk besluit van 2 april 1974 houdende de voorwaarden en modaliteiten voor de erkenning van de laboratoria en lichamen die, in het kader van de bestrijding van de geluidshinder, belast zijn met het beproeven van en de controle op apparaten en inrichtingen.

Deze erkenning heeft hoe dan ook betrekking op de volgende categorieën : - de beproevingen van en de controle op apparaten en inrichtingen die geluid kunnen veroorzaken, die bestemd zijn om het geluid te verminderen, op te slorpen, de nadelen ervan te verhelpen of dat geluid te meten; - het zoeken naar doeltreffende middelen voor de bestrijding van de geluidshinder. HOOFDSTUK IV. - Geluidsbelastingsindicatoren

Art. 7.De strategische geluidsbelastingkaarten worden opgesteld en herzien op grond van de geluidsbelastingsindicatoren Lden en Lnight als omschreven in bijlage I. Aanvullende geluidsbelastingsindicatoren kunnen worden gebruikt voor speciale gevallen zoals vermeld in bijlage I, punt 3.

Voor akoestische planning en geluidszonering kunnen andere geluidsbelastingsindicatoren dan Lden en Lnight gebruikt worden. HOOFDSTUK V. - Evaluatiemethoden

Art. 8.§ 1. De waarden van Lden en Lnight worden bepaald aan de hand de evaluatiemethoden omschreven in bijlage II. § 2. Andere evaluatiemethoden, die overeenkomstig bijlage II aangepast worden, kunnen gebruikt worden op voorwaarde dat ze resultaten opleveren die gelijkwaardig zijn aan de resultaten die met de in punt 2 van bijlage II vermelde methoden gehaald worden. § 3. De schadelijke effecten kunnen geëvalueerd worden aan de hand van de dosis/effectrelaties bedoeld in bijlage III. HOOFDSTUK VI. - Strategische geluidsbelastingkaarten

Art. 9.De in artikel 5 bedoelde bevoegde overheden stellen, ieder wat haar betreft, uiterlijk 30 juni 2007 strategische geluidsbelastingkaarten op over de situatie in het voorgaande kalenderjaar : - voor alle agglomeraties met meer dan 250 000 inwoners, - voor alle belangrijke wegen waarop jaarlijks meer dan zes miljoen voertuigen passeren, - voor alle belangrijke spoorwegen waarop jaarlijks meer dan 60 000 treinen passeren en - voor alle belangrijke luchthavens gelegen op het grondgebied van het Waalse Gewest.

Art. 10.De in artikel 5 bedoelde bevoegde overheden stellen, ieder wat haar betreft, uiterlijk 30 juni 2012 en vervolgens om de vijf jaar, de strategische geluidsbelastingkaarten op over de situatie in het voorgaande kalenderjaar : - voor alle agglomeraties, - voor alle belangrijke wegen, - voor alle belangrijke spoorwegen.

Art. 11.De strategische geluidsbelastingkaarten voldoen aan de in bijlage IV bedoelde minimumeisen.

Ze worden herbestudeerd en desgevallend minstens om de vijf jaar herzien vanaf de datum van hun opstelling, overeenkomstig artikel 5 van dit besluit. HOOFDSTUK VII. - Actieplannen

Art. 12.De in artikel 5 bedoelde bevoegde overheden werken, ieder wat haar betreft, uiterlijk 18 juli 2008 actieplannen uit die bestemd zijn voor de beheersing, op hun grondgebied, van lawaai-uitstoot en lawaai-effecten, waar nodig met inbegrip van lawaaivermindering, voor : a) plaatsen nabij belangrijke wegen waarop jaarlijks meer dan zes miljoen voertuigen passeren, belangrijke spoorwegen waarop jaarlijks meer dan 60 000 treinen passeren en belangrijke luchthavens;b) agglomeraties met meer dan 250 000 inwoners.Die plannen hebben tot doel stille gebieden in agglomeraties tegen een toename van geluidshinder te beschermen.

De bevoegde autoriteiten bepalen zelf welke maatregelen de plannen bevatten, maar die maatregelen moeten in het bijzonder gericht zijn op prioritaire problemen die kunnen worden bepaald op grond van overschrijding van een relevante grenswaarde of van de toepassing van andere gepaste en relevante criteria, en zij moeten in de eerste plaats van toepassing zijn op de belangrijkste zones zoals die zijn vastgesteld door middel van de strategische geluidsbelastingkaarten.

Art. 13.De in artikel 5 bedoelde bevoegde overheden stellen, ieder wat haar betreft, uiterlijk 18 juli 2013 actieplannen op, in het bijzonder gericht op prioritaire problemen die kunnen worden bepaald op grond van overschrijding van een relevante grenswaarde of van de toepassing van bij besluit vastgestelde gepaste en relevante criteria voor de agglomeraties, belangrijke wegen en belangrijke spoorwegen.

Art. 14.De actieplannen voldoen aan de minimumeisen bedoeld in bijlage V.

Art. 15.De actieplannen worden herbestudeerd en desgevallend herzien in geval van een belangrijke ontwikkeling die een weerslag heeft op de geluidshindersituatie, hoe dan ook om de vijf jaar na de datum waarop ze goedgekeurd werden. HOOFDSTUK VIII. - Informatie van het publiek

Art. 16.De opgestelde strategische geluidsbelastingkaarten en actieplannen worden ter inzage gelegd van en verspreid onder het publiek. De informatie, die ook een overzicht van de voornaamste punten geeft, is duidelijk, verstaanbaar en toegankelijk. HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen

Art. 17.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 18.De Ministers bevoegd voor de luchthavens, het openbaar vervoer, de openbare werken, het leefmilieu zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 13 mei 2004.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Economie, K.M.O.'s, Onderzoek en Nieuwe Technologieën, S. KUBLA De Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie, J. DARAS De Minister van Begroting, Huisvesting, Uitrusting en Openbare Werken, M. DAERDEN De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET

BIJLAGE I GELUIDSBELASTINGSINDICATOREN (bedoeld in artikel 7) 1. Definitie van het dag-avond-nacht-niveau (Day-evening-night level ) Lden Het dag-avond-nacht-niveau Lden in decibels (dB) wordt bepaald door de volgende formule : waarin - Lday het A-gewogen gemiddelde geluidsniveau over lange termijn is, als gedefinieerd in ISO 1996-2 :1987, vastgesteld over alle dagperioden van een jaar; - Levening het A-gewogen gemiddelde geluidsniveau over lange termijn is, als gedefinieerd in ISO 1996-2 :1987, vastgesteld over alle avondperioden van een jaar; - Lnight het A-gewogen gemiddelde geluidsniveau over lange termijn is, als gedefinieerd in ISO 1996-2 :1987, vastgesteld over alle nachtperioden van een jaar; waarbij - de dag twaalf uren telt, de avond vier uren en de nacht acht uren; de Regering kan de avondperiode met één of twee uur inkorten en de dag- en/of nachtperiode dienovereenkomstig verlengen, op voorwaarde dat dit voor alle bronnen geldt en zij de Europese Commissie informatie verstrekt over de systematische afwijking van de standaardwaarde; - het begin van de dag (en derhalve het begin van de avond en de nacht) door de Regering wordt bepaald (die keuze geldt voor alle geluidsbronnen); de standaardwaarden zijn 7-19 uur, 19-23 uur en 23-7 uur plaatselijke tijd; - een jaar overeenstemt met het jaar dat in aanmerking genomen wordt voor de geluidsemissie en met een gemiddeld jaar voor de weersomstandigheden; en waarin - alleen het invallende geluid in overweging wordt genomen, wat inhoudt dat het door de gevel van de betrokken woning gereflecteerde geluid niet in aanmerking wordt genomen (in de regel betekent dit bij metingen een correctie van 3 dB).

De hoogte van het waarneempunt voor de bepaling van Lden hangt af van de toepassing : - bij berekeningen met het oog op de opstelling van strategische geluidsbelastingkaarten met betrekking tot de blootstelling aan lawaai in of nabij gebouwen liggen de waarneempunten op een hoogte van 4,0 + 0,2 m (3,8-4,2 m) boven de grond vóór de meest blootgestelde gevel; de meest blootgestelde gevel is die welke gericht is naar de betrokken geluidsbron en er het dichtst bij is; voor andere doeleinden mogen andere keuzen worden gemaakt; - bij metingen met het oog op de opstelling van strategische geluidsbelastingkaarten met betrekking tot de blootstelling aan lawaai in of nabij gebouwen mogen andere hoogten worden gekozen, maar die mogen nooit minder dan 1,5 m boven de grond zijn, en de resultaten moeten worden herleid tot een hoogte van 4 m; - voor andere doeleinden, zoals akoestische planning en geluidszonering mogen andere hoogten worden gekozen, maar die mogen nooit minder dan 1,5 m boven de grond zijn. Voorbeelden zijn : - plattelandsgebieden met huizen van één verdieping; - de uitwerking van lokale maatregelen ter vermindering van de geluidshinder voor specifieke woningen; - gedetailleerde geluidsbelastingkaarten voor een beperkte zone, waarop de blootstelling aan lawaai van afzonderlijke woningen wordt getoond. 2. Definitie van de nachtgeluidsbelastingsindicator (Night-time noise indicator ) De nachtgeluidsbelastingsindicator Lnight is het A-gewogen gemiddelde geluidsniveau op lange termijn, als gedefinieerd in ISO 1996-2 :1987, bepaald over alle nachtperioden van een jaar, waarin : - de nacht acht uren omvat, als gedefinieerd onder punt 1 van deze bijlage; - een jaar een voor de geluidsemissie relevant en voor de meteorologische omstandigheden gemiddeld jaar is, als gedefinieerd in punt 1; - het invallend geluid wordt beschouwd, als beschreven in punt 1; - het waarneempunt hetzelfde is als voor Lden. 3. Aanvullende geluidsbelastingsindicatoren Opm.: Deze afdeling van bijlage I beschrijft met algemene termen de elementen die in aanmerking moeten worden genomen voor de overweging van aanvullende geluidsbelastingsindicatoren. Ze wordt aangevuld met de voorschriften en de toelichtingsnota van de Europese Commissie.

In sommige gevallen kan het nuttig zijn naast Lden en Lnight en eventueel Lday en Levening, speciale geluidsbelastingsindicatoren en bijbehorende grenswaarden te gebruiken. Enkele voorbeelden : - de beschouwde geluidsbron is slechts in werking gedurende een beperkt deel van de tijd (bijvoorbeeld minder dan 20 % van de tijd in het totaal aantaldagen van een jaar, het totaalaantal avonden van een jaar of het totaalaantal nachten van een jaar); - in één of meer perioden, is het gemiddelde aantal gebeurtenissen zeer gering (bijvoorbeeld minder dan één geluidspiek per uur, waarbij een geluidspiek kan worden gedefinieerd als lawaai dat minder dan vijf minuten aanhoudt; een voorbeeld hiervan is het lawaai van passerende treinen of vliegtuigen); - de lagefrequentiecomponent van het lawaai is sterk; - LAmax of SEL (sound exposure level - geluidblootstellingsniveau) voor bescherming tegen geluidspieken in de nachtperiode; - extra bescherming in het weekend of een specifieke periode van het jaar; - extra bescherming tijdens de dagperiode; - extra bescherming tijdens de avondperiode; - combinatie van lawaai uit verschillende bronnen; - relatief stille zones op het platteland; - het geluid heeft een sterk tonaal karakter; - het geluid heeft een impulskarakter.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 13 mei 2004 inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai.

Namen, 13 mei 2004.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Economie, K.M.O.'s, Onderzoek en Nieuwe Technologieën, S. KUBLA De Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie, J. DARAS De Minister van Begroting, Huisvesting, Uitrusting en Openbare Werken, M. DAERDEN De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET

BIJLAGE II EVALUATIEMETHODEN VOOR DE GELUIDSBELASTINGSINDICATOREN (bedoeld in artikel 8) Deze bijlage beschrijft in algemene termen de evaluatiemethoden voor de geluidsbelastingsindicatoren. Ze wordt aangevuld met de voorschriften en de toelichtingsnota van de Europese Commissie. 1. Inleiding De waarde van Lden en Lnight kan worden bepaald, door berekening, of door meting (op het waarneempunt).Voor voorspellingen kan uitsluitend de berekeningsmethode worden gebruikt.

Voorlopige berekenings- en meetmethoden worden omschreven onder de punten 2 en 3 van deze bijlage. 2. Voorlopige berekeningsmethoden voor Lden en Lnight Voor INDUSTRIELAWAAI : ISO 9613-2 : "Acoustics - Attenuation of sound propagation outdoors, Part 2;General method of calculation".

Geschikte geluidsemissiegegevens (inputdata) voor deze methode kunnen worden verkregen door metingen overeenkomstig één van de volgende methoden : - ISO 8297 : 1994 "Acoustics - Determination of sound power levels of multisource industrial plants for evaluation of sound pressure levels in the environment - Engineering method"; - EN ISO 3744 : 1995 "Acoustics - Determination of sound power levels of noise using sound pressure - Engineering method in an essentially free field over a reflecting plane"; - EN ISO 3746 : 1995 "Acoustics - Determination of sound power levels of noise sources using an enveloping measurement surface over a reflecting plane".

Voor VLIEGTUIGLAWAAI : ECAC.CEAC Doc. 29 "Report on Standard Method of Computing Noise Contours around Civil Airports", 1997. Van de verschillende methoden voor de modellering van de vliegroutes, wordt de segmentatietechniek gekozen als uiteengezet in deel 7.5 van ECAC.CEAC Doc. 29.

Voor WEGVERKEERSLAWAAI : de Franse nationale berekeningsmethode "NMPB-Routes-96 (SETRA-CERTU-LCPC-CSTB)", genoemd in "Arrêté du 5 mai 1995 relatif au bruit des infrastructures routières, Journal Officiel du 10 mai 1995, article 6" en in de Franse norm "XPS 31-133". Voor inputdata betreffende geluidsemissies wordt in deze documenten verwezen naar de "Guide du bruit des transports terrestres, fascicule prévision des niveaux sonores, CETUR 1980".

Voor SPOORWEGLAWAAI : de nationale berekeningsmethode van Nederland, gepubliceerd in het "Reken- en Meetvoorschrift Railverkeerslawaai '96, Ministerie Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, 20 november 1996".

Deze methoden moeten worden aangepast aan de definitie van Lden en Lnight.

De berekening van het gemiddelde over één jaar vereist een bijzondere aandacht. De variaties van de emissie en die van de transmissie kunnen bijdragen tot de schommelingen over één jaar. 3. Voorlopige methoden voor de meting van Lden en Lnight De meetmethode wordt aangepast op grond van de definities van de indicatoren opgenomen in bijlage I en overeenkomstig de beginselen die toepasselijk zijn op gemiddelde metingen over de lange termijn als uiteengezet in ISO 1996-2 : 1987 en ISO 1996-1 : 1982. Meetgegevens die bij een gevel of een ander geluidweerkaatsend object verkregen worden, moeten gecorrigeerd worden om het gereflecteerde geluid van de gevel of het object uit te sluiten (in de regel betekent dit een meetcorrectie van 3 dB).

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 13 mei 2004 inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai.

Namen, 13 mei 2004.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Economie, K.M.O.'s, Onderzoek en Nieuwe Technologieën, S. KUBLA De Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie, J. DARAS De Minister van Begroting, Huisvesting, Uitrusting en Openbare Werken, M. DAERDEN De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET

BIJLAGE III METHODEN VOOR DE EVALUATIE VAN SCHADELIJKE EFFECTEN (bedoeld in artikel 8, § 3) Deze bijlage beschrijft in algemene termen de elementen die in aanmerking moeten worden genomen bij het hanteren van methoden voor de evaluatie van schadelijke effecten. Ze wordt aangevuld met de voorschriften en de toelichtingsnota van de Europese Commissie.

De dosis/effectrelaties die eventueel worden gebruikt om het effect van lawaai op de bevolking te schatten, hebben vooral betrekking op : - de relatie tussen hinder en Lden voor lawaai van wegverkeer, spoorwegverkeer, luchtverkeer en industrie; - de relatie tussen slaapverstoring en Lnight voor lawaai van wegverkeer, spoorwegverkeer, luchtverkeer en industrie.

De speciale dosis/effectrelaties kunnen gebruikt worden voor : - woningen met een speciale isolatie tegen lawaai als gedefinieerd in bijlage VI; - woningen met een rustige gevel als gedefinieerd in bijlage VI; - verschillende klimaten/verschillende culturen; - kwetsbare bevolkingsgroepen; - tonaal industrieel lawaai; - industrieel lawaai met een impulskarakter en andere speciale gevallen.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 13 mei 2004 inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai.

Namen, 13 mei 2004.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Economie, K.M.O.'s, Onderzoek en Nieuwe Technologieën, S. KUBLA De Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie, J. DARAS De Minister van Begroting, Huisvesting, Uitrusting en Openbare Werken, M. DAERDEN De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET

BIJLAGE IV MINIMUMEISEN VOOR STRATEGISCHE GELUIDSBELASTINGKAARTEN (bedoeld in artikel 11) Deze bijlage beschrijft in algemene termen de minimumeisen voor strategische geluidsbelastingkaarten. Ze wordt aangevuld met richtlijnen die meer informatie geven over de geluidskaarten, de geluidscartografie en de cartografiesoftware uitgewerkt door de Europese Commissie. 1. Een strategische geluidsbelastingkaart is een presentatie van gegevens over één van de volgende aspecten : - een bestaande, verleden of voorspelde geluidsbelastingssituatie, op grond van een geluidsbelastingsindicator; - de overschrijding van een grenswaarde; - het geschatte aantal woningen, scholen en ziekenhuizen in een bepaald gebied dat blootgesteld is aan specifieke waarden van een geluidsbelastingsindicator; - het geschatte aantal personen in een aan lawaai blootgesteld gebied. 2. Strategische geluidsbelastingkaarten kunnen aan het publiek gepresenteerd worden in de vorm van : - grafieken; - numerieke gegevens in tabelvorm; - numerieke gegevens in elektronische vorm. 3. Wat betreft strategische geluidsbelastingkaarten voor agglomeraties, wordt speciaal aandacht besteed aan lawaai van : - wegverkeer; - spoorwegverkeer; - luchthavens; - industrieterreinen, waaronder havens. 4. De strategische geluidsbelastingkaarten worden gebruikt : - om gegevens in te zamelen die aan de Commissie zullen worden overgemaakt; - als informatiebron voor de burger; - om overeenkomstig artikel 12 als basis te dienen voor de actieplannen. 5. Voor de informatieverstrekking aan de burger overeenkomstig artikel 16 en voor de opstelling van actieplannen overeenkomstig hoofdstuk VII wordt aanvullende en meer gedetailleerde informatie vereist, zoals : - een grafische voorstelling; - kaarten die overschrijdingen van een grenswaarde tonen; - verschilkaarten waarin de bestaande toestand wordt vergeleken met opties voor toekomstige situaties; - kaarten waarin de waarde van een geluidsbelastingsindicator, indien nodig, op een andere hoogte dan 4 m wordt getoond. 6. Strategische geluidsbelastingkaarten voor lokale of nationale toepassingen moeten worden opgemaakt voor een meethoogte van 4 m en de 5 dB-klassen van Lden en 7.Voor agglomeraties worden afzonderlijke strategische geluidsbelastingkaarten opgemaakt voor wegverkeerslawaai, spoorweglawaai, vliegtuiglawaai en industrielawaai. Er mogen aanvullende kaarten voor andere geluidsbronnen worden bijgevoegd.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 13 mei 2004 inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai.

Namen, 13 mei 2004.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Economie, K.M.O.'s, Onderzoek en Nieuwe Technologieën, S. KUBLA De Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie, J. DARAS De Minister van Begroting, Huisvesting, Uitrusting en Openbare Werken, M. DAERDEN De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET

BIJLAGE V MINIMUMEISEN VOOR ACTIEPLANNEN (bedoeld in artikel 12) Deze bijlage beschrijft in algemene termen de minimumeisen voor actieplannen. Ze wordt aangevuld met de voorschriften en de toelichtingsnota van de Europese Commissie.

De actieplannen bevatten hoe dan ook de volgende gegevens : - een beschrijving van de agglomeratie, de belangrijke wegen, belangrijke spoorwegen of belangrijke luchthavens en andere lawaaibronnen waar rekening mee gehouden moet worden; - de bevoegde instantie; - de wettelijke context; - elke grenswaarde die gebruikt wordt overeenkomstig hoofdstuk II; - een samenvatting van de in de geluidsbelastingkaarten vervatte gegevens; - een evaluatie van het geschatte aantal mensen dat aan lawaai blootgesteld is, een overzicht van de op te lossen problemen en recht te zetten situaties; - een overzicht van de georganiseerde openbare raadplegingen; - reeds bestaande maatregelen voor lawaaivermindering en projecten die in voorbereiding zijn; - maatregelen die de bevoegde instanties in de eerstvolgende vijf jaar voornemens zijn te nemen, met inbegrip van acties om stille gebieden te beschermen; - langetermijnstrategie; - financiële informatie (indien beschikbaar) : - begrotingen, kosteneffectiviteits- - en kosten-batenanalyses; - beoogde bepalingen voor de beoordeling van de uitvoering en de resultaten van het actieplan. 2. De maatregelen die de bevoegde instanties in het kader van hun bevoegdheden voornemens zijn te nemen kunnen bijvoorbeeld het volgende omvatten : - verkeersplanning; - ruimtelijke ordening; - technische maatregelen tegen lawaaibronnen; - selectie van stillere bronnen; - vermindering van de geluidsoverdracht; - regelgevende of economische maatregelen of stimulansen. 3. De actieplannen bevatten schattingen van de vermindering van het aantal geluidgehinderde personen (hinder, slaapverstoring of andere gevolgen). Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 13 mei 2004 inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai.

Namen, 13 mei 2004.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Economie, K.M.O.'s, Onderzoek en Nieuwe Technologieën, S. KUBLA De Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie, J. DARAS De Minister van Begroting, Huisvesting, Uitrusting en Openbare Werken, M. DAERDEN De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET

^