Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 13 maart 2014
gepubliceerd op 30 mei 2014

Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Patrimonium en Energie wat betreft het erfgoedcertificaat, de voorafgaande aangifte en de dringende bewarende handelingen en werken

bron
waalse overheidsdienst
numac
2014203311
pub.
30/05/2014
prom.
13/03/2014
ELI
eli/besluit/2014/03/13/2014203311/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

13 MAART 2014. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Patrimonium en Energie wat betreft het erfgoedcertificaat, de voorafgaande aangifte en de dringende bewarende handelingen en werken


De Waalse Regering, Gelet op het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium, artikel 84, § 1, 14°, gewijzigd bij het decreten van 18 juli 2002, artikel 109, gewijzigd bij het decreet van 1 april 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/04/1999 pub. 22/05/1999 numac 1999027393 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende het behoud en de bescherming van het patrimonium type decreet prom. 01/04/1999 pub. 11/09/1999 numac 1999021299 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en het Waalse Gewest inzake de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik sluiten en het decreet van 30 maart 2009, de artikelen 505 tot 514 en de bijlagen 15, 16 en 17;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 20 januari 1994 tot uitvoering van artikel 41, § 1, 10°, van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 31 januari 2013;

Gelet op het advies van de "Conseil supérieur des Villes, Communes et Provinces de la Région wallonne" (Hoge Raad van Steden, Gemeenten en Provincies van het Waalse Gewest), gegeven op 7 mei 2013;

Gelet op het advies van de "Commission régionale d'aménagement du territoire" (Gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening), gegeven op 25 april 2013;

Gelet op advies 54.026/4 van de Raad van State, uitgebracht op 14 oktober 2013, overeenkomstig artikel 84, § 1, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Gelet op het advies van de Koninklijke Commissie van Monumenten, Landschappen en Opgravingen van 28 maart 2013;

Op de voordracht van de Minister van Erfgoed;

Op de voordracht van de Minister van Ruimtelijke Ordening;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In Titel III, Boek V,van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium wordt hoofdstuk III vervangen door een hoofdstuk III bevattende de artikelen 505 tot 513, luidend als volgt : "HOOFDSTUK III. - Erfgoedcertificaat Afdeling 1. - Algemene bepalingen

Art. 505.Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder: 1° administratie : het Departement Erfgoed van het Operationeel Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Wonen, Erfgoed en Energie van de Waalse Overheidsdienst;2° comité: het begeleidingscomité waarvan de samenstelling en de opdrachten vastgelegd zijn in de artikelen 506 en volgende.

Art. 505/1.Voor het verkrijgen van een erfgoedcertificaat is een aanvraag nodig voor een stedenbouwkundige vergunning, voor een stedenbouwkundige vergunning voor groepen van bouwwerken of voor een bebouwingsvergunning met betrekking tot : 1° een monument dat opgenomen is op de beschermingslijst, geklasseerd is of voorlopig krachtens artikel 208 aan de gevolgen van de klassering is onderworpen;2° een goed opgenomen op de lijst van het uitzonderlijke onroerende erfgoed. Onderafdeling 1. - Begeleidingscomité

Art. 506.Bij elke aanvraag voor een erfgoedcertificaat wordt een comité opgericht. Daarin zetelen: 1° de bouwheer;2° de projectontwerper;3° de vertegenwoordiger(s) van de administratie;4° de vertegenwoordiger(s) van de gemachtigde ambtenaar;5° de verslaggever(s) van de Koninklijke Commissie voor Monumenten, Landschappen en Opgravingen;6° de vertegenwoordiger(s) van de gemeente waar het goed gelegen is;7° de vertegenwoordiger(s) van het "Institut du Patrimoine wallon" (Instituut voor het Waalse Erfgoed) wanneer het een goed betreft, opgenomen op één van de lijsten bedoeld in artikel 218. De administratie kan eisen dat deskundigen aanwezig zijn.

Een vertegenwoordiger van een vereniging aangewezen door het « Agence wallonne pour l'Intégration des Personnes handicapées » (Waals Agentschap voor de Integratie van Gehandicapte Personen) woont in voorkomend geval de eerste vergadering van het begeleidingscomité bij.

Het comité beraadslaagt enkel op rechtsgeldige wijze indien de bouwheer, zijn projectontwerper en de vertegenwoordiger(s) van de administratie aanwezig zijn.

Art. 507.De opdrachten van het comité strekken ertoe : 1° de bouwheer en zijn projectontwerper bij te staan om het project uit te werken en uit te voeren;2° te onderzoeken of het nodig is voorafgaande onderzoeken uit te voeren en hun aard en de voorwaarden voor uitvoering ervan te bepalen;3° advies uit te brengen over de uitgevoerde onderzoeken en de resultaten ervan te bekrachtigen;4° de stappen te bepalen die voorafgaan aan het verstrekken van het erfgoedcertificaat : a) een schets;b) een voorontwerp;c) een ontwerp;d) de plannen, bestekken en opmetingsstaten bedoeld in artikel 510/3;5° de interventie-opties te bepalen. Onderafdeling 2. - Indiening van de aanvraag

Art. 508.§ 1. Elke aanvraag tot het verkrijgen van een erfgoedcertificaat wordt door de bouwheer ingediend bij de directeur-generaal van de administratie. § 2. De aanvraag voor een erfgoedcertificaat wordt opgemaakt overeenkomstig het formulier vastgelegd door de Minister van Erfgoed en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. Dat formulier is beschikbaar op het webportaal van de Waalse Overheidsdienst.

De aanvraag omvat minstens: 1° een document waaruit blijkt dat de bouwheer eigenaar van het goed is of over diens schriftelijke instemming beschikt;2° een omstandige omschrijving van de handelingen en werken die men voornemens is op het goed uit te voeren en een fotografisch dossier in vier exemplaren.

Art. 509.Binnen de tien dagen na de ontvangst van de aanvraag richt de administratie, als de aanvraag onvolledig is, per zending een lijst van de ontbrekende stukken aan de bouwheer en geeft aan dat de termijn opnieuw ingaat te rekenen van de ontvangst ervan.

Indien de aanvraag volledig is, stuurt de administratie tegelijkertijd : 1° aan de bouwheer, een bericht van ontvangst waarin aangegeven worden : a) de samenstelling van het comité waarvan sprake in artikel 506;b) de datum van de eerste vergadering van het begeleidingscomité;c) de gevolgde procedure;2° aan de gemeente waarin het goed gelegen is, aan de gemachtigde ambtenaar en aan de Commissie, evenals aan het "Institut du Patrimoine wallon" indien het een goed betreft opgenomen op één van de lijsten bedoeld in artikel 218, een afschrift van het bericht van ontvangst bedoeld in 1° en van het dossier. Afdeling 2. - Procedure

Onderafdeling 1. - Eerste vergadering van het comité

Art. 510.§ 1. De eerste vergadering van het comité wordt gehouden door de administratie binnen een termijn die de dertig dagen niet overschrijdt te rekenen van de verzending van het bericht van ontvangst aan de bouwheer. § 2. Doel van de eerste vergadering van het comité is de aard en de omvang van de te verrichten handelingen en werken te bepalen, evenals, in voorkomend geval, de noodzakelijke voorafgaandelijke onderzoeken.

De bouwheer deelt de kostenraming mee van de werken die men voornemens is op het goed uit te voeren. § 3. Bij de eerste vergadering deelt de gemachtigd ambtenaar of diens vertegenwoordiger alle informatie in verband met de stedenbouwrechtelijke toestand van het goed aan de leden van het comité mee. § 4. Het bestuur notuleert de eerste vergadering en maakt de notulen per zending binnen een termijn van vijftien dagen te rekenen van de datum van de vergadering aan alle leden van het comité over. Bij uitblijven van enige reactie binnen de vijftien dagen na ontvangst van de notulen worden ze goedgekeurd geacht.

In de notulen van de eerste vergadering van het comité worden de stappen van het erfgoedcertificaat vermeld en de goedkeuring ervan geldt als verbintenis van de gezamenlijke partijen om ze na te leven. § 5. In voorkomend geval vervalt de procedure voor het verstrekken van het erfgoedcertificaat automatisch wanneer de eerste vergadering van het comité met eenparigheid van stemmen van de aanwezige leden besluit dat de overwogen werken geen stedenbouwkundige vergunning, geen stedenbouwkundige vergunning voor groepen van bouwwerken of geen bebouwingsvergunning vereisen.

Onderafdeling 2. - Voorafgaande onderzoeken

Art. 510/1.In voorkomend geval worden de voorafgaande onderzoeken nodig voor de restauratiewerkzaamheden van een beschermd monument of van een goed opgenomen op de lijst van het uitzonderlijk erfgoed overeenkomstig artikel 213 uitgevoerd volgens de nadere regels besloten door het comité overeenkomstig artikel 507, 2° en 3°.

De in het kader van de aanvraag van een erfgoedcertificaat uitgevoerde onderzoeken vormen een documentatiefonds dat ter beschikking van het Waalse Gewest wordt gesteld, dat er voor de verspreiding van kan zorgen mits het voorafgaand schriftelijk akkoord van de auteur van het onderzoek.

Onderafdeling 3. - Tussentijdse vergaderingen

Art. 510/2.Voor het houden van de eerste samenvattende vergadering kunnen er door de administratie tussentijdse vergaderingen worden gehouden in overleg met de bouwheer, en in dat geval roept de administratie het comité samen.

Minstens vijftien dagen voor het houden van elke tussentijdse vergadering verstrekt de projectontwerper de documenten die er besproken zullen worden, aan de administratie. Die documenten worden in eenzelfde aantal overgemaakt als er leden zijn in het comité.

Voor elke tussentijdse vergadering worden bij de oproeping de door de projectontwerper verstrekte stukken gevoegd die tijdens de vergadering besproken moeten worden en de oproeping wordt samen met de bijlagen per zending gericht aan de leden van het comité, minstens tien dagen voor de datum van de vergadering.

De administratie notuleert elke vergadering. De notulen worden door de administratie binnen een termijn van vijftien dagen aan de leden van het comité overgemaakt. Bij uitblijven van enige reactie binnen de vijftien dagen na ontvangst van de notulen worden ze goedgekeurd geacht.

Onderafdeling 4. - Samenvattende vergadering

Art. 510/3.De administratie roept het comité in overleg met de bouwheer samen voor de samenvattende vergadering. De oproeping wordt per zending gericht aan de leden van het comité minstens vijftien dagen voor de datum van de vergadering.

Bij de oproeping worden minstens twintig dagen voor aanvang van de vergadering volgende documenten gevoegd, verstrekt door de projectontwerper, in evenveel exemplaren als er leden zijn in het comité: a) de plannen van de overwogen situatie, de aanzichten;b) de doorsneden en de gedetailleerde plannen;c) het bijzonder bestek;d) de omschrijvende en geraamde opmetingsstaat. De administratie gaat na of die documenten volledig zijn, voor ze naar de leden van het comité gestuurd worden. Het comité beslist tijdens de samenvattende vergadering over de ontvankelijkheid ervan en brengt advies uit over het project. Het comité beraadslaagt over de wijze van overeenstemming.

De administratie maakt gemotiveerde, samenvattende notulen op met het advies van het comité over het project of over het uitblijven van eenstemmigheid en maakt dit binnen een termijn van dertig dagen over aan de leden van het comité. Bij uitblijven van enige reactie binnen de vijftien dagen na versturen van de samenvattende notulen wordt dit definitief goedgekeurd geacht.

Bij uitblijven van overeenstemming onder de aanwezige leden van het comité tijdens de samenvattende vergadering wordt er binnen een termijn van zestig dagen te rekenen van de eerste samenvattende vergadering, met dezelfde werkingswijze als de eerste, een tweede samenvattende vergadering gehouden in de kantoren van de administratie. Die tweede vergadering heeft enkel betrekking op de punten waarover er in het comité onenigheid bestond.

De administratie maakt gemotiveerde, samenvattende notulen op met het advies van het comité of over het verder uitblijven van eenstemmigheid en maakt dit binnen een termijn van vijftien dagen over aan de leden van het comité. Bij uitblijven van enige reactie binnen de vijftien dagen na versturen van de tweede samenvattende notulering wordt dit definitief goedgekeurd geacht.

Als er nog steeds geen overeenstemming is, wordt het dossier voor uiteindelijke beslissing overgemaakt aan de Directeur-generaal van de administratie wanneer de notulen zijn goedgekeurd. Laatstgenoemde geeft kennis van zijn beslissing binnen een termijn van tien dagen te rekenen van het einde van de termijn voor de goedkeuring bedoeld in vorig lid. Bij ontstentenis van een beslissing van de Directeur-generaal binnen een termijn van tien dagen te rekenen van het einde van de termijn voor de goedkeuring bedoeld in vorig lid wordt die beslissing gunstig geacht en de procedure wordt voortgezet zoals bepaald in de artikelen 511 en 512.

Onderafdeling 5. - Advies van de Koninklijke Commissie van Monumenten, Landschappen en Opgravingen

Art. 511.Na definitieve goedkeuring van de samenvattende notulen bij overeenstemming van de aanwezige leden van het comité tijdens de samenvattende vergadering of na de uiteindelijke beslissing in de zin van artikel 510/3, laatste lid, indien die beslissing gunstig is, wint de administratie binnen een termijn van twintig dagen het advies van de Koninklijke Commissie van Monumenten, Landschappen en Opgravingen van het Waalse Gewest in. Bij de adviesaanvraag worden de samenvattende notulen gevoegd.

De Commissie brengt advies uit overeenkomstig de artikelen 191 en 498.

Bij ontvangst van het advies van de Commissie of bij verstrijken van de termijn waarin zij haar advies moet versturen, stelt de administratie het erfgoedcertificaat op.

Onderafdeling 6. - Opsturen van het erfgoedcertificaat

Art. 512.De administratie verstuurt het erfgoedcertificaat naar de bouwheer binnen de twintig dagen te rekenen van de ontvangst van het advies van de Commissie of bij verstrijken van de termijn waarin zij haar advies moet versturen. Tegelijk wordt een afschrift van het erfgoedcertificaat aan alle leden van het comité gericht.

Onderafdeling 7. - Geldigheidsduur

Art. 513.Het erfgoedcertificaat is twee jaar geldig te rekenen van de kennisgeving ervan. De vergunning kan evenwel met één jaar verlengd worden op verzoek van de begunstigde ervan. De aanvraag tot verlenging wordt bij zending bij de administratie ingediend voor verstrijken van de bedoelde geldigheidstermijn.".

Art. 2.In titel III van boek V van hetzelfde Wetboek worden volgende bepalingen ingevoegd : "HOOFDSTUK III/ 1. - Voorafgaande aangifte en dringende bewarende handelingen en werken Afdeling 1. - Voorafgaande aangifte

Art. 513/1.De voorafgaande aangifte, in de zin van artikel 216/1, § 2, wordt opgemaakt overeenkomstig het formulier vastgelegd door de Minister van Erfgoed en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. Dat formulier is beschikbaar op het webportaal van de Waalse Overheidsdienst en wordt door de aanvrager ingediend bij de erfgoedadministratie. De voorafgaande aangifte omvat een omstandige omschrijving van de werken.

Binnen de dertig dagen te rekenen van de voorafgaande aangifte houdt de administratie een eenmalige vergadering en roept de personen bedoeld in artikel 506 samen. Die vergadering wordt door de administratie genotuleerd. Die notulen worden binnen een termijn van vijftien dagen aan de aanvrager overgemaakt, met een afschrift voor de andere personen bedoeld in artikel 506. Bij uitblijven van enige reactie binnen de dertig dagen na ontvangst van de notulen worden ze goedgekeurd geacht. Er wordt dan door de directeur-generaal van de administratie binnen de acht dagen te rekenen van de goedkeuring van de notulen een attest verstrekt waarin bevestigd wordt dat de werken geen stedenbouwkundige vergunning vereisen.

Bij uitblijven van eenstemmigheid bij de personen, aanwezig bij de eenmalige vergadering bedoeld in artikel 513/1, lid 2, over het inleiden van een procedure voor voorafgaande aangifte wordt het dossier ter beslissing overgemaakt aan de directeur-generaal van de administratie wanneer de notulen zijn goedgekeurd. Laatstgenoemde geeft kennis van zijn beslissing binnen een termijn van tien dagen te rekenen van de ontvangst van het dossier.

Wanneer de werken waarvoor een voorafgaande aangifte wordt opgesteld, uitgevoerd zijn, vraagt de aanvrager dat de administratie de werken nakijkt. Als er voorbehoud bestaat over de conformiteit van de werken of bij niet-conformiteit ervan, licht de administratie de bouwheer daarover in en stelt een termijn van niet minder dan 180 dagen vast om de werken in overeenstemming te brengen. Afdeling 2. - Dringende bewarende handelingen en werken

Art. 513/2.Overeenkomstig artikel 216/1, § 3, kan de erfgoedadministratie op grond van een gemotiveerd verzoek van de bouwheer, via een formulier vastgesteld door de Minister van Erfgoed en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad toelaten dat dringende bewarende handelingen en werken worden verricht met betrekking tot : a) een monument dat opgenomen is op de beschermingslijst, geklasseerd is of voorlopig krachtens artikel 208 aan de gevolgen van de klassering is onderworpen;b) een goed opgenomen op de lijst van het uitzonderlijke onroerende erfgoed, en bestemd om de integriteit ervan te bewaren in functie van ofwel schadelijke weersomstandigheden ofwel een toevallige gebeurtenis. Dat formulier is beschikbaar op het webportaal van de Waalse Overheidsdienst.

Binnen de tien dagen na ontvangst van de aanvraag of zonder termijn in geval van hoogdringengheid houdt de administratie een vergadering op de plaats waar het goed gelegen is en roept er de aanvrager, de Commissie en de gemachtigd ambtenaar of diens vertegenwoordiger op, evenals het "Institut du Patrimoine wallon" indien het een goed betreft opgenomen op diens lijsten in de zin van artikel 218 van het Wetboek. De vergadering is bestemd om de eventueel dringend uit te voeren handelingen en werken te bepalen.

De administratie notuleert de vergadering.

De administratie geeft onverwijld kennis van de notulen en haar beslissing aan de aanvrager en richt er een afschrift van aan de Minister bevoegd voor Erfgoed. De kennisgeving geldt als ingebrekestelling in de zin van artikel 211, lid 3, 5°, om de dringende bewarende handelingen en werken binnen de twee maanden uit te voeren. ».

Art. 3.Het besluit van de Waalse Regering van 20 januari 1994 tot uitvoering van artikel 41, § 1, 10°, van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium wordt opgeheven.

De bijlagen 15 en 16 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Patrimonium en Energie worden opgeheven.

Art. 4.De aanvraag voor een erfgoedcertificaat waarvan het bericht van ontvangst aan de datum van inwerkingtreding van dit besluit voorafgaat, wordt verder behandeld volgens de vóór die datum vigerende bepalingen.

Art. 5.De Ministers die respectievelijk bevoegd zijn voor Erfgoed en Ruimtelijke Ordening en Stedenbouw zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 13 maart 2014.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, Ph. HENRY De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, Bos en Erfgoed, C. DI ANTONIO

^