gepubliceerd op 18 maart 2009
Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, betreffende de controles op de individuele zuiveringssystemen, de vrijstelling en de terugbetaling van de belasting op het lozen van huishoudelijk afvalwater of de reële kostprijs bij de sanering
12 FEBRUARI 2009. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, betreffende de controles op de individuele zuiveringssystemen, de vrijstelling en de terugbetaling van de belasting op het lozen van huishoudelijk afvalwater of de reële kostprijs bij de sanering
De Waalse Regering, Gelet op Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, inzonderheid op de artikelen D.20, D.222, D.288, eerste lid, D.317 en D.344;
Gelet op het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, inzonderheid op artikel 58;
Gelet op het advies van de "Commission consultative de l'Eau" (Adviescommissie inzake het Water), gegeven op 24 januari 2007;
Gelet op het advies van de "Conseil supérieur des Villes, Communes et Provinces de la Région wallonne" (Hoge Raad van de Steden, Gemeenten en Provincies van het Waalse Gewest), gegeven op 30 januari 2007;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 11 december 2006;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 21 december 2006;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 24 september 2008, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.De bepalingen van Hoofdstuk IX, Titel I, van deel III van het Waterwetboek worden vervangen door de volgende bepalingen : "Art. R. 304. § 1. De controle op de individuele zuiveringssystemen wordt gevoerd als volgt : 1° controle bij de installatie na aansluiting van het individuele zuiveringssysteem, die aanleiding geeft tot de afgifte van een controle-attest waarvan de inhoud en de vorm door de Minister bepaald worden.Dat document bevat een door de installateur te tekenen verklaring waaruit blijkt dat het systeem geïnstalleerd werd overeenkomstig de uitvoeringsvoorschriften van de fabricant, alsook een door de exploitant te tekenen verklaring waaruit blijkt dat hij kennis genomen heeft van de voorschriften die vastliggen in de door de fabricant verschafte exploitatiehandleiding; 2° controle bij de werking op de naleving van de modaliteiten inzake exploitatie van de individuele zuiveringssystemen bepaald bij de besluiten genomen ter uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning. De controle bestaat in een bezoek van de locatie en in een monsterneming in situ wanneer de exploitant de krachtens die besluiten vereiste stukken niet kan overleggen; 3° onderzoeken en verificaties om zich te vergewissen van de werking van het individuele zuiveringssysteem in normale exploitatieomstandigheden. § 2. De controles bedoeld in paragraaf 1, 2°, worden gevoerd op grond van een programmering bepaald door het Departement Leefmilieu en Water van het Operationele Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu, minstens één keer om de vier jaar voor de individuele zuiveringsinstallaties en één keer om de twee jaar voor de individuele zuiveringsstations.
Art. R. 305. § 1. De controlehandelingen bedoeld in art. R. 304, § 1, 1°, worden door het bevoegde saneringsorgaan uitgevoerd in aanwezigheid van de installateur en de exploitant.
Elke exploitant van een individueel zuiveringssysteem die betrokken is bij een controlehandeling bedoeld in artikel R.304, § 1, 1°, verzoekt in een schrijven om het controlebezoek van het bevoegde saneringsorgaan en vermeldt daarin de datum waarop de aansluiting is uitgevoerd.
Het bevoegde saneringsorgaan geeft de exploitant van het individuele zuiveringssysteem binnen acht dagen en minstens vijf werkdagen op voorhand kennis van de datum en van het uur van het controlebezoek.
Tijdens het controlebezoek bezorgt de exploitant het bevoegde saneringsorgaan een beschrijvend plan van het individuele zuiveringssysteem en van zijn installatie, alsook een fotografische reportage op grond waarvan de verschillende aansluitingen gevisualiseerd kunnen worden. Die documenten worden door de installateur uitgewerkt.
Indien het systeem niet erkend is, verstrekt de exploitant ook een attest van conformiteit van het systeem en van de prestaties ervan m.b.t. de modaliteiten die vastliggen in de besluiten genomen ter uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning. Dat conformiteitsattest, waarvan de inhoud en de vorm door de Minister worden bepaald, wordt door de fabricant afgegeven.
Het bevoegde saneringsorgaan geeft de exploitant binnen vijftien dagen na de controle schriftelijk kennis van het resultaat ervan. Indien het resultaat negatief is, moet de exploitant binnen een termijn van vier maanden om een nieuwe controle verzoeken nadat hij het systeem conform gemaakt heeft. § 2. De controlehandelingen bedoeld in art. R. 304, § 1,. 2° en 3°, worden door het Departement Leefmilieu en Water van het Operationele Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu uitgevoerd of door elk privé- of publiekrechtelijk orgaan dat door dat departement aangewezen wordt en dat referenties kan overleggen inzake de organisatie en de opvolging van de controleprogramma's of waarvan de ervaring en de wetenschap inzake de zuiveringstechnieken bewezen kunnen worden.
De exploitant van het individuele zuiveringssysteem die betrokken is bij een controlehandeling bedoeld in art. R. 304, § 1, 2° en 3°, wordt minstens vijf werkdagen op voorhand schriftelijk ingelicht over de datum en het uur van het bezoek.
Het Departement Leefmilieu en Water van het Operationele Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu geeft de exploitant van het individuele zuiveringssysteem binnen zestig dagen na de controle kennis van de resultaten ervan.
Wanneer de resultaten van de analyses van een monster niet voldoen aan de emissienormen die vastliggen in de besluiten genomen ter uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, wordt de exploitant van het systeem erom verzocht orde op zaken te stellen en binnen zes maanden, te rekenen van de datum van de eerste monsterneming, het bewijs te leveren dat de resultaten aan de normen voldoen na een gelijkvormige analyse die voor zijn rekening is uitgevoerd door een laboratorium erkend overeenkomstig artikel D.147 van Boek I van het Milieuwetboek om officiële analyses uit te voeren inzake de bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreininging, alsook inzake de bescherming en de exploitatie van het grondwater en van het tot drinkwater verwerkbare water.
De exploitant van het individuele zuiveringssysteem geeft het Departement Leefmilieu en Water van het Operationele Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu minstens vijf werkdagen op voorhand kennis van de datum en van het uur van de monsterneming zodat het een vertegenwoordiger kan afvaardigen indien het zulks nodig acht.
Art. R. 306. De kosten i.v.m. de controlehandelingen bedoeld in artikel R. 304, § 1, 1°, worden gedragen door de installateur van het individuele zuiveringssysteem.
De kosten i.v.m. de controlehandelingen bedoeld in artikel R. 304, § 1, 2° en 3, worden gedragen door de begroting van het Waalse Gewest.
Indien een controlehandeling bedoeld in art. R. 304 § 1, 1°, niet tot een goed einde gebracht kan worden om een reden die toe te schrijven is aan de bij de controle betrokken persoon, worden de verplaatsingskosten i.v.m. het vergeefse bezoek hem aangerekend door het bevoegde saneringsorgaan dat met de controle belast is.
Het bedrag van de kosten i.v.m. de controle bedoeld in artikel R. 304, § 1, 1°, wordt door de Minister vastgelegd.
Art. R. 307. Onverminderd de bepalingen van artikel R. 305, § 1, worden de personeelsleden van de administratie die het bewijs kunnen leveren van een technische vaardigheid inzake zuivering en die daartoe aangewezen zijn door de inspecteur-generaal van het Departement Leefmilieu en Water van het Operationele Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu op verzoek van het bevoegde saneringsorgaan eveneens gemachtigd tot de uitvoering van de controlehandelingen bedoeld in artikel R. 304, § 1, 1°."
Art. 2.De bepalingen van Hoofdstuk VII, Titel II, van deel III van het Waterwetboek worden vervangen door de volgende bepalingen : HOOFDSTUK VII. - Vrijstelling en terugbetaling van de belasting op het lozen van huishoudelijk afvalwater of reële kostprijs bij de sanering Art. R. 386. § 1. De privé- of publiekrechtelijke natuurlijke of rechtspersoon die zijn huishoudelijk afvalwater zelf zuivert in een individueel zuiveringssysteem dat gedekt is door een aangifte of een milieuvergunning, kan de vrijstelling van de belasting op het lozen van huishoudelijk afvalwater of de reële kostprijs genieten onder de volgende voorwaarden : 1° wanneer het huishoudelijk afvalwater gezuiverd wordt door een erkend systeem of door een niet-erkend systeem dat in bedrijf is gesteld na de datum van inwerkingtreding van de besluiten tot uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, wordt de bij artikel R.388 bepaalde vrijstellingsprocedure opgestart wanneer het in artikel R.387 bedoelde formulier wordt overgemaakt aan het Departement Leefmilieu en Water van het Operationele Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu; 2° wanneer het huishoudelijk afvalwater gezuiverd wordt door een erkend systeem dat is ingevoerd vóór de datum van inwerkingtreding van de besluiten tot uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, wordt de bij artikel R.388 bepaalde vrijstellingsprocedure opgestart op de datum van kennisgeving van de aangifte of van de milieuvergunning en voor zover de naleving van de bij dezelfde besluiten bepaalde lozingsvoorwaarden is vastgesteld op grond van een analyse van het behandelde water door een laboratorium erkend overeenkomstig artikel D.147 van Boek I van het Milieuwetboek om officiële analyses uit te voeren inzake de bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreininging, alsook inzake de bescherming en de exploitatie van het grondwater en van het tot drinkwater verwerkbare water. § 2. De privé- of publiekrechtelijke natuurlijke of rechtspersoon die het huishoudelijk afvalwater dat het in ontvangst neemt zelf zuivert in een individueel zuiveringssysteem dat gedekt is door een aangifte of een milieuvergunning, kan de terugbetaling van de belasting op het lozen van huishoudelijk afvalwater of de reële kostprijs bij de sanering genieten onder de voorwaarden bedoeld in § 1.
Art. R. 387. De vrijstelling of de terugbetaling wordt bij het Departement Leefmilieu en Water van het Operationele Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu aangevraagd d.m.v. een geïntegreerd formulier waarvan de inhoud en de vorm door de Minister bepaald worden.
Dat formulier gaat vergezeld van : a) een afschrift van de laatste factuur of van het document betreffende de opening van de meter dat uitgaat van de waterverdeler en dat dient om betrokken aansluiting(en) te identificeren indien het huishoudelijk afvalwater geproduceerd wordt vanaf water dat van de openbare distributie van voedingswater opgenomen wordt; b) een afschrift van de facturen betreffende de levering en werken i.v.m. de installatie van het individuele zuiveringssysteem; c) desgevallend, elk bewijsstuk betreffende het onderhoud of de lediging van het individuele zuiveringssysteem vereist krachtens de besluiten tot uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, alsook een afschrift van het onderhoudscontract;d) indien het geïnstalleerde systeem niet erkend is, één exemplaar van het conformiteitsattest opgemaakt door de fabricant van het individuele zuiveringssysteem naar het model dat vastligt in de besluiten tot uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning. Art. R. 388. § 1. Binnen vijftien dagen, te rekenen van de datum van ontvangst van de aanvraag, bezorgt de Directie Financiële Middelen van het Departement Leefmilieu en Water van het Operationele Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu de aanvrager een attest waaruit blijkt dat het dossier volledig en ontvankelijk is of verzoekt ze hem erom het dossier aan te vullen. § 2. De Directie Financiële Middelen van het Departement Leefmilieu en Water van het Operationele Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu doet uitspraak over de aanvraag binnen zestig dagen, te rekenen van de datum van de kennisgeving bedoeld in § 1. Elk aan de aanvrager gerichte verzoek om aanvullende gegevens of stukken onderbreekt die termijn. § 3. Indien het huishoudelijk afvalwater geproduceerd wordt vanaf water dat van de openbare distributie van voedingswater opgenomen wordt, verzoekt de Directie Financiële Middelen van het Departement Leefmilieu en Water van het Operationele Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu de openbare verdeler binnen dertig dagen, te rekenen van de datum van de gunstige beslissing, erom niet langer de reële kostprijs bij de sanering te innen op de volumes opgenomen vanaf de betrokken aansluiting(en). Dit geldt vanaf de factureringsperiode die volgt op de datum van die beslissing.
De aanvrager aan wie kennis van een gunstige beslissing werd gegeven, geniet de terugbetaling van de belasting op het lozen van huishoudelijk afvalwater of van de reële kostprijs bij de sanering die geïnd werd op de regulariseringsfactuur uitgegeven tijdens het onderzoek van de aanvraag en slaat enkel op de periode in de loop waarvan het huishoudelijk afvalwater door het individuele zuiveringssysteem behandeld werd.
Indien het huishoudelijk afvalwater geproduceerd wordt vanaf water dat van de openbare distributie van voedingswater opgenomen wordt, verzoekt de Directie Financiële Middelen van het Departement Leefmilieu en Water van het Operationele Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu de verdeler binnen dertig dagen, te rekenen van de datum van de gunstige beslissing, erom de reële kostprijs bij de sanering op de volumes opgenomen vanaf de betrokken aansluiting(en) jaarlijks terug te betalen aan de persoon bedoeld in artikel R. 386, § 2.
Indien het huishoudelijk afvalwater geproduceerd wordt vanaf een private waterwinning, wordt kennis van de vrijstelling gegeven door het niet innen van het bedrag van de belasting op het lozen van huishoudelijk afvalwater vanaf het belastingsjaar dat overeenstemt met de datum van kennisgeving van de gunstige beslissing.
Art. R. 389. § 1. Onverminderd de toepassing van de straffen bepaald bij of ter uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, wordt een einde gemaakt aan het voordeel van de vrijstelling of terugbetaling van de belasting of van de reële kostprijs bij de sanering wanneer een controle een resultaat geeft dat niet voldoet aan de emissenormen en binnen zes maanden niet nietig verklaard wordt door een analyse die op kosten van de exploitant uitgevoerd werd door een laboratorium erkend om overeenkomstig artikel D.147 van Boek I van het Milieuwetboek om officiële analyses uit te voeren inzake de bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreininging, alsook inzake de bescherming en de exploitatie van het grondwater en van het tot drinkwater verwerkbare water en waaruit blijkt dat de monsterneming conform is, of wanneer de begunstigde van de vrijstelling of de terugbetaling van de belasting op het lozen van huishoudelijk afvalwater of van de reële kostprijs bij de sanering nalaat het bewijs te leveren van het onderhoud of van de lediging van het individuele zuiveringssysteem, vereist krachtens de besluiten tot uitvoering van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning.
Indien het huishoudelijk afvalwater geproduceerd wordt vanaf water dat van de openbare distributie van voedingswater opgenomen wordt, is de reële kostprijs bij de sanering verschuldigd voor het geheel van de kubieke meters die deel uitmaken van de lopende factureringsperiode.
Indien het huishoudelijk afvalwater geproduceerd wordt vanaf een private waterwinning is de belasting op het lozen van huishoudelijk afvalwater verschuldigd voor het geheel van het belastingsjaar dat betrekking heeft op het verbruiksjaar dat het voorwerp van de controle uitmaakt. § 2. De aanvrager aan wie ingevolge een controle kennis gegeven werd van een opschorting van vrijstelling of van een ongunstige beslissing tot terugbetaling kan een nieuwe aanvraag indienen door de overlegging van de bewijsstukken i.v.m. de interventie op het individuele zuiveringssysteem en het resultaat van de analyse van het behandelde water, uitgevoerd op zijn kosten door een laboratorium erkend om overeenkomstig artikel D.147 van Boek I van het Milieuwetboek om officiële analyses uit te voeren inzake de bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreininging, alsook inzake de bescherming en de exploitatie van het grondwater en van het tot drinkwater verwerkbare water en waaruit blijkt dat de monsterneming conform is wanneer de opschorting van vrijstelling of de ongunstige beslissing inzake terugbetaling in verband staat met de niet naleving van de emissievoorwaarden.
De vrijstelling of de terugbetaling van de belasting op het lozen van huishoudelijk afvalwater of van de reële kostprijs bij de sanering wordt toegestaan vanaf het belastings- of factureringsjaar dat volgt op de datum waarop het Departement Leefmilieu en Water van het Operationele Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu de verdeler kennis geeft van de opschorting van de vrijstelling of terugbetaling.
Art. 3.In bijlage V, zesde streepje, bij het besluit van de Waalse Regering van 25 september 2008 tot vastlegging van de integrale voorwaarden voor de individuele zuiveringseenheden en -installaties en van het besluit van de Waalse Regering van 6 november 2008 tot vastlegging van de sectorale voorwaarden betreffende de individuele zuiveringsstations en de individuele saneringssystemens die geïnstalleerd worden in afwijking van de verplichting tot aansluiting op de riolering worden na het woord "DCO" de woorden "(facultatief voor de individuele zuiveringseenheden)" toegevoegd.
In artikel 5, § 4, tweede lid, van dezelfde besluiten worden de woorden "De toegang tot het voorbehandelingsvolume indien het met andere delen gemeenschappelijk is" vervangen door de woorden "Een specifieke opening geeft toegang tot het voorbehandelings- en opslagvolume en".
In artikel 10, eerste lid, van dezelfde besluiten worden de woorden"of wegens tegengekomen technische verplichtingen" tussen de woorden "doordringbaarheid" en "in een kunstmatige weg" ingevoegd.
Art. 4.Artikel R 305, § 1, van Boek II van het Milieuwetboek, sub artikel 1, treedt in werking drie maanden na bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 5.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 12 februari 2009.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Leefmilieu en Toerisme, B. LUTGEN