Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 11 oktober 2007
gepubliceerd op 25 oktober 2007

Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 10 april 2003 betreffende de financiële incentives voor de opleiding van werknemers die bij een onderneming in dienst zijn - luik peterschap

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2007203214
pub.
25/10/2007
prom.
11/10/2007
ELI
eli/besluit/2007/10/11/2007203214/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

11 OKTOBER 2007. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 10 april 2003 betreffende de financiële incentives voor de opleiding van werknemers die bij een onderneming in dienst zijn - luik peterschap


De Waalse Regering, Gelet op Verordening (EG) nr. 68/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op opleidingssteun;

Gelet op artikel 4, § 2, van het decreet van 6 mei 1999 betreffende de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi" (Waalse Dienst voor Beroepsopleiding en Arbeidsbemiddeling), zoals gewijzigd;

Gelet op het decreet van 10 april 2003 betreffende de financiële incentives voor de opleiding van werknemers die bij een onderneming in dienst zijn, inzonderheid op artikel 20, vervangen bij het decreet van 14 juni 2007, en op artikel 21, tweede en derde lid;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi", gegeven op 19 september 2006;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 juli 2006;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 13 juli 2006;

Gelet op het belang van de huidige debatten over het verschijnsel van de actieve vergrijzing; op de noodzaak tot toepassing van een globale strategie inzake de inrichting van de eindeloopbaan, tot bevordering van de solidariteit tussen generaties, tot overbrenging van ervaring en tot verzachting van de wervingsmoeilijkheden waarmee de Waalse ondernemingen kampen;

Op de voordracht van de Minister van Vorming;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit regelt overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet een materie bedoeld in artikel 127, § 1, van de Grondwet.

Art. 2.Als specifieke kwalificerende en op het peterschap voorbereidende opleiding wordt beschouwd elke opleiding zoals omschreven in artikel 2, § 1, 10°, van het decreet van 10 april 2003 betreffende de financiële incentives voor de opleiding van werknemers die bij een onderneming in dienst zijn. De opleiding moet de leerling de mogelijkheid bieden : 1° een onderrichting te volgen die rechstreeks en hoofdzakelijk toepasselijk is op de huidige of op de volgende arbeidspost van de werknemer in de onderneming; 2° een opleiding te volgen i.v.m. de technologische aanpassingen ad hoc; 3° de kennis, de knowhow te verwerven, alsook de wellevendheid die nodig is voor zijn vlotte integratie in de onderneming.

Art. 3.De opleiding duurt minstens 6 maanden en hoogstens een jaar.

Art. 4.Om in aanmerking te komen voor de opleiding door peterschap moet de werknemer : 1° hetzij sinds hoogstens 12 maanden in de onderneming tewerkgesteld zijn;2° hetzij door de onderneming tewerkgesteld zijn en die opleiding nodig hebben om toegang te krijgen tot nieuwe functies binnen de onderneming;3° hetzij interim zijn in de onderneming voorzover hij door een interimcontract gebonden is wanneer de opleiding gegeven wordt.

Art. 5.Om het peterschap uit te oefenen moet de kandidaat : 1° met de werkgever een overeenkomst sluiten waarin bepaald wordt hoeveel tijd besteed wordt aan het overbrengen van vaardigheden aan de leerlingen;2° de FOREm het bewijs leveren van zijn vermogen om het peterschap waar te nemen : a.hetzij via een attest van een openbare of erkende opleidingsoperateur waaruit blijkt dat de werknemer wel degelijk een opleidingsprogramma inzake peterschap heeft gevolgd; b. hetzij door overlegging van het bewijs van minimum één jaar ervaring in de functie van opleider of peter binnen of buiten zijn onderneming. Bij gebreke daarvan zal de FOREm maatregelen tot herbemiddeling voorstellen via de opleidingsmodules voor het peterschap.

Art. 6.De door de peter gegeven opleiding is het voorwerp van een opleidingsplan dat voor advies voorgelegd wordt : 1° hetzij aan de ondernemingsraad als de onderneming meer dan honderd werknemers tewerkstelt;2° hetzij aan het comité voor preventie en arbeidsbescherming als de onderneming meer dan vijftig werknemers tewerkstelt;3° hetzij aan de representateive werknemersorganisaties als de onderneming minder dan vijftig werknemers tewerkstelt. Bij gebrek aan de organen bedoeld in het tweede lid of aan een door hen gegeven gunstig advies over het opleidingsplan, wordt het Subregionale Comité voor Arbeidsbemiddeling en Vorming om advies verzocht. In dat geval brengt het territoriaal bevoegde subregionale comité voor arbeidsbemiddeling en vorming zijn gemotiveerd advies over het opleidingsplan aan de FOREm uit binnen twintig dagen, te rekenen van de datum van verzending door de FOREm van het dossier zoals aangelegd na behandeling van de aanvraag tot financiële tegemoetkoming van de onderneming. Als binnen die termijn geen advies wordt uitgebracht, wordt het geacht gunstig te zijn.

Art. 7.De subsidie wordt toegekend als volgt : 1° de onderneming richt haar oorspronkelijke aanvraag aan de FOREm vóór het begin van de opleiding via elk rechtsmiddel waardoor ze van een vaste datum voorzien wordt;2° de Dienst "Crédit-Adaptation" van de FOREm bericht binnen tien dagen ontvangst van deze aanvraag en voegt een in te vullen dossier bij alsook een vademecum aan de hand waarvan de onderneming haar dossier kan invullen;3° de onderneming maakt binnen 2 maanden na het bericht van ontvangst haar volledige dossier aan de Dienst "Crédit-Adaptation" van de FOREm over, op straffe van uitsluiting;4° de Dienst "Crédit-Adaptation" bericht ontvangst van het dossier binnen 10 dagen na de indiening ervan, onderzoekt het ingediende dossier, wijst de onderneming desgevallend op de ontbrekende gegevens en legt de datum van het bezoek aan de onderneming vast;5° de Dienst "Crédit-Adaptation" geeft de Minister kennis van de beslissing van het uitvoerend bureau van de FOREm-Conseil binnen een termijn van 40 dagen, die ingaat op de datum van indiening van het volledige dossier, waarbinnen het bezoek van de adviseur moet plaatsvinden;6° de Minister beslist binnen 14 dagen na de datum van ontvangst van het advies van de FOREm, geeft de onderneming kennis van zijn beslissing en richt er een afschrift van aan de Dienst "Crédit-Adaptation";7° de Dienst "Crédit-Adaptation" maakt de overeenkomst op die de onderneming en de FOREm bindt en laat ze door betrokken partijen tekenen;8° hij betaalt een eerste tranche van 50 % na ontvangst van de door de onderneming getekende overeenkomst en stort het saldo als de voorwaarden van het decreet, van dit besluit en van de overeenkomst vervuld zijn.

Art. 8.De controle op de naleving van de voorwaarden opgelegd bij dit besluit en bij het decreet dat het uitvoert wordt aan het einde van de opleiding vóór de storting van het saldo door de FOREm verricht op basis van : - een door de onderneming ingediende staat van de prestaties; - de overeenkomst bedoeld in artikel 5, 1°; - het opleidingsplan bedoeld in artikel 6.

De FOREm gaat ook na of de voorwaarden bedoeld in artikel 17 van het decreet van 10 april 2003 betreffende de financiële incentives voor de opleiding van werknemers die bij een onderneming in dienst zijn, § 1, tweede lid, alsook § 3, enerzijds, en in artikel 18 van hetzelfde decreet, anderzijds, vervuld zijn.

Voor de toepassing van § 3 van artikel 17 van dat decreet van 10 april 2003 wordt niet als dubbele subsidiëring beschouwd de toevoeging van een andere financieringsbron in de vorm van perterschap, zoals de hulp toegekend door een sectoraal fonds, aan het "Crédit-Adaptation" er dekking van het deel van de kostprijs dat niet door het "Crédit-Adaptation" gedragen wordt, mits inachtneming van Verordening EG nr. 68/2001.

Art. 9.Dit besluit treedt in werking de tiende dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Namen, 11 oktober 2007.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Vorming, M. TARABELLA

^