Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 11 maart 2004
gepubliceerd op 16 april 2004

Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 2 april 1998 tot organisatie van het jachtexamen in het Waalse Gewest

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2004027048
pub.
16/04/2004
prom.
11/03/2004
ELI
eli/besluit/2004/03/11/2004027048/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

11 MAART 2004. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 2 april 1998 tot organisatie van het jachtexamen in het Waalse Gewest


De Waalse Regering, Gelet op de beschikking M(83)3 van het Comité van Ministers van de Economische Unie der Beneluxlanden van 27 april 1983 strekkende tot onderlinge erkenning van de jachtexamens;

Gelet op de jachtwet van 28 februari 1882, inzonderheid op artikel 14, § 2, derde lid, zoals gewijzigd bij het decreet van 14 juli 1994;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 4 mei 1995 betreffende de jachtverloven en -vergunningen, inzonderheid op artikel 5, lid 1 en 2;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 2 april 1988 tot organisatie van het jachtexamen in het Waalse Gewest, inzonderheid op de artikelen 10, 14, eerste lid, en 18;

Gelet op het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 7 juli 1989 tot vaststelling van het huishoudelijk reglement van de commissies voor het jachtexamen in het Waalse Gewest;

Gelet op het overleg van de Beneluxstaten d.d. 3 december 2003;

Gelet op het advies van de "Conseil supérieur wallon de la Chasse" (Waalse Hoge Jachtraad), gegeven op 7 januari 2004;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Gelet op het advies 36.663/4 van de Raad van State gegeven op 1 maart 2004, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1°, 2, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Overwegende dat het op 13 maart 2004 vastgelegde theoretische gedeelte van het jachtexamen nadert en dat het Bestuur dat dit examen moet organiseren, een snelle beslissing behoeft;

Op de voordracht van de Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Artikel 10 van het besluit van de Waalse Regering van 2 april 1998 tot organisatie van het jachtexamen in het Waalse Gewest, wordt gewijzigd als volgt : « § 1. De beraadslagingscommissies voor het theoretische examen komen op geldige wijze bijeen als de meerderheid van de leden aanwezig is.

Deze commissies beslissen bij gewone meerderheid. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

Indien nodig, controleren de commissies het goede verloop van het theoretische examen bij elk examencentrum. In geval van tekortkomingen kunnen de commissies de ongeldigverklaring van het geheel of van een gedeelte van het examen aan de Minister voorstellen.

In geval van ongeldigverklaring is het bevoegde bestuur gehouden gedeeltelijk of in het geheel een bijkomende zitting te houden binnen de vier maanden te rekenen vanaf de beslissing van de Minister.

Ten laatste vijftien dagen na de datum van het theoretische examen vergaderen de commissies en onderzoeken zij de gegrondheid van de zestig vragen opgesteld door het bevoegde bestuur.

Bij betwisting kunnen de commissies beslissen één of meerdere vragen ongeldig te verklaren. De punt(en) betreffende de ongeldig verklaarde vragen is (zijn) dan automatisch aan alle kandidaten toegekend.

Ten tweede kunnen de commissies eenparig de herkansingsvoorwaarden vaststellen.

Daarvoor zullen ze rekening moeten houden met de algemene moeilijkheidsgraad van het bewuste theoretische examen en de door het bevoegde bestuur geleverde voorlopige gegevens.

Het maximum aantal punten dat kan toegekend worden voor deze herkansing is vastgesteld op twee voor het geheel van de vakken. § 2. De beraadslagingscommissies voor het praktische gedeelte vergaderen elke dag om de resultaten van de kandidaten te onderzoeken en om de mogelijke geschillen onmiddellijk te beslechten. Die commissies beslissen bij gewone meerderheid.

De commissies gaan ten eerste na of het technisch reglement bedoeld in artikel 16, § 3, behoorlijk wordt toegepast. Bij tekortkomingen kunnen de commissies beslissen dat een kandidaat die voor het praktische examen is gezakt, het geheel of een gedeelte daarvan moet overdoen. In dit geval wordt de kandidaat onderzocht door een andere examinator.

Ten tweede hebben de commissies de volgende bevoegdheden : a) voor vakken I of II : het ontbrekende punt toekennen in het vak waarvoor de kandidaat is gezakt;daartoe houden de commissies rekening met het gedrag en het resultaat van de kandidaat in een ander vak; b) voor vak III : de kandidaat voorstellen de schietproeven (met gladde of getrokken wapens) over te doen indien hij de helft van de punten niet heeft behaald. § 3. Eén of meerdere leden van het bevoegde bestuur die niet deel uitmaken van de beraadslagingscommissies mogen, zonder stemgerechtigd te zijn, deelnemen aan de werkzaamheden van de commissies teneinde het secretariaat waar te nemen en het verloop ervan te vergemakkelijken.

Elke vergadering van de commissies geeft aanleiding tot een notule opgesteld en getekend door de secretaris en medeondertekend door de voorzitter.

Na toekenning van het eindbeoordelingscijfer van elke kandidaat wordt de lijst van de resultaten door alle aanwezige leden van de examencommissie medeondertekend. »

Art. 2.Artikel 14, eerste lid, van het besluit van de Waalse Regering van 2 april 1998 tot organisatie van het jachtexamen in het Waalse Gewest, wordt gewijzigd als volgt : « Om te slagen voor het theoretische examen moet de kandidaat ten minste 60 % van de punten behalen voor het geheel van de drie vakken, d.w.z. een totaal van minimum 48 punten op 80. »

Art. 3.Artikel 18 van het besluit van de Waalse Regering van 2 april 1998 tot organisatie van het jachtexamen in het Waalse Gewest, wordt gewijzigd als volgt : « § 1. Om te slagen voor het praktische examen moet de kandidaat minstens de helft van de punten in elk van de twee gedeelten behalen. § 2. Om te mogen deelnemen aan het tweede gedeelte, moet de kandidaat geslaagd zijn voor het eerste gedeelte dat in hetzelfde of in het voorafgaande jaar georganiseerd is. § 3. Om te slagen voor het eerste gedeelte, moet de kandidaat de helft van de punten behalen in vak I en in vak II. § 4. Om te slagen voor het tweede gedeelte, moet de kandidaat hetzelfde jaar minstens 10 punten op 20 behalen voor alle schietproeven.

Elke gebroken kleiduif levert een punt op en er worden twee punten toegekend per inslag op het silhouetvormig doel. »

Art. 4.De kandidaten die geslaagd zijn voor het eerste gedeelte van het praktische jachtexamen 2003, hoeven dit gedeelte niet af te leggen in 2004. Ze leggen alleen het tweede gedeelte van het praktische jachtexamen 2004 af.

Art. 5.Het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 7 juli 1989 tot vaststelling van het huishoudelijk reglement van de commissies voor het jachtexamen wordt opgeheven.

Art. 6.De Minister bevoegd voor jacht is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking voor de organisatie van het jachtexamen 2004.

Namen, 11 maart 2004.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden, J. HAPPART

^