gepubliceerd op 08 februari 2007
Besluit van de Waalse Regering tot vervanging van hoofdstuk Iquinquies van titel I van boek IV van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium
11 JANUARI 2007. - Besluit van de Waalse Regering tot vervanging van hoofdstuk Iquinquies van titel I van boek IV van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium
De Waalse Regering, Gelet op het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium, inzonderheid op de artikelen 12 en 257/1 tot 257/6;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 30 juni 2006;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 7 juli 2006;
Gelet op het advies van de "Commission régionale de l'Aménagement du Territoire" (Gewestelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening), ontvangen op 29 augustus 2006;
Gelet op het advies van de "Conseil supérieur des Villes, Communes et Provinces de la Région wallonne" (Hoge Raad van Steden, Gemeenten en Provincies van het Waalse Gewest), ontvangen op 8 november 2006;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 18 december 2006;
Op de voordracht van de Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, Besluit :
Artikel 1.In titel I van boek IV van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium wordt hoofdstuk Iquinquies vervangen als volgt : "Hoofdstuk Iquinquies. - Toekenning van subsidies aan de gemeenten voor de indienstneming of het behoud van de indienstneming van één of meerdere adviseurs inzake ruimtelijke ordening en stedenbouw.
Art. 257/1.De toekenning van een subsidie voor de indienstneming of het behoud van de indienstneming van één of meerdere adviseurs inzake ruimtelijke ordening en stedenbouw wordt ondergeschikt gemaakt aan volgende voorwaarden : 1° de gemeente, meerdere gemeenten of een vereniging van gemeenten nemen een adviseur inzake ruimtelijke ordening en stedenbouw in dienst binnen de zes maanden na de beslissing tot toekenning door de Minister bevoegd voor Ruimtelijke Ordening;2° de adviseur verzorgt adviesverlenende en voorbereidende opdrachten voor de adviezen van de gemeentelijke commissie, indien bestaand;3° de adviseur volgt de jaarlijkse opleiding verzorgd door de permanente conferentie voor de ontwikkeling van het grondgebied bedoeld in artikel 12, lid 1, 7°.
Art. 257/2.Om voor de subsidie in aanmerking te komen, moet de gemeente een adviseur inzake ruimtelijke ordening en stedenbouw in dienst nemen : 1° die ofwel houder is van het aanvullend masterdiploma in ruimtelijke ordening en stedenbouw, burgerlijk ingenieur-architect, architect of elk universitair diploma of diploma van het hoger onderwijs van het lange type dat een opleiding van minstens tien kredieten op het gebied van ruimtelijke ordening en stedenbouw bevat;2° die ofwel een ervaring geniet en bewijst van minstens zeven jaar in het beheer en de praktijk inzake ruimtelijke ordening en stedenbouw.
Art. 257/3.Het gemeentecollege richt per schrijven het subsidieaanvraagdossier voor de indienstneming van een adviseur inzake ruimtelijke ordening en stedenbouw aan de Minister bevoegd voor Ruimtelijke Ordening.
Het aanvraagdossier bevat : 1° een afschrift van de beraadslaging van de gemeenteraad waarbij beslist wordt tot de indienstneming van een adviseur inzake ruimtelijke ordening en stedenbouw of waarbij een statutair of contractueel gemeentepersoneelslid als adviseur aangewezen wordt;2° een afschrift van het (de) diploma('s) bedoeld in artikel 257/2 of een bewijs waaruit die de ervaring blijkt in het beheer en de praktijk inzake ruimtelijke ordening en stedenbouw.
Art. 257/4.Meerdere aan elkaar grenzende gemeenten kunnen een gezamenlijk subsidieaanvraagdossier indienen voor de indienstneming van een adviseur die zijn activiteit uitoefent op de grondgebieden van de overleg plegende gemeenten.
Art. 257/5.Binnen de perken van de begrotingskredieten wordt het subsidiebedrag toegekend door de Minister bevoegd voor de Ruimtelijke Ordening.
Voor elke aanvraag wordt het subsidiebedrag forfaitair vastgesteld voor voltijdse prestaties : 1° op dertigduizend euro indien de gemeente tegelijk beschikt over een gemeentelijke commissie, een aangenomen gemeentelijk structuurplan en een over het gehele gemeentelijk grondgebied vigerend gemeentelijk stedenbouwkundig reglement dat alle punten bedoeld in artikel 78, § 1, bevat;2° op vierentwintigduizend euro als de gemeentelijke commissie bestaat;3° op achtduizend euro als de gemeentelijke commissie niet bestaat.
Art. 257/6.Het jaarlijkse subsidiebedrag betreffende de indienstneming of het behoud van de adviseur wordt uitbetaald op het einde van het afgelopen kalenderjaar in verhouding tot de verrichte prestaties en op grond van volgende stukken : 1° het verantwoordingsstuk voor de uitgaven, met meer bepaald de loonlast van de adviseur en de werkingskosten voor zijn opdrachten;2° het activiteitenverslag betreffende de opdrachten die de adviseur uitgevoerd heeft, met inbegrip van zijn deelname aan de activiteiten gehouden door één of meerdere huizen voor stedenbouw bedoeld in artikel 256/1;3° het attest betreffende de jaarlijkse opleiding bedoeld in artikel 257/1, 3°, waaraan de adviseur deel heeft genomen tijdens het voor subsidie in aanmerking komend kalenderjaar. Het gemeentecollege richt de aanvraag voor de uitbetaling van de subsidie samen met de stukken bedoeld in lid 1 aan de Minister bevoegd voor Ruimtelijke Ordening, uiterlijk op 31 maart van het jaar volgend op het voor subsidie in aanmerking komend kalenderjaar. De aanvraag tot uitbetaling geldt als aanvraag voor de verlenging van de subsidie.
De Minister bevoegd voor Ruimtelijke Ordening kan de inhoud van het verslag bedoeld in lid 1, 2°, nader bepalen."
Art. 2.De Minister van Ruimtelijke Ontwikkeling is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 11 januari 2007.
De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE