11 DECEMBER 2003. - Besluit van de Waalse Regering tot instelling van een steunregeling voor de eerste verwerkers en met een verwerker gelijkgestelde telers in de sector vezelvlas en -hennep

De Waalse regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, laatst gewijzigd bij de bijzondere wet van 13 juli 2001;

Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, inzonderheid op artikel 3, § 1, 1o, laatst gewijzigd bij de wet van 22 februari 2001;

Gelet op verordening (EEG) nr. 3508/92 van de Raad van 27 november 1992 tot instelling van een geïntegreerd beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen, laatst gewijzigd bij verordening (EG) nr. 495/2001 van 13 maart 2001;

Gelet op verordening (EG) nr. 1251/1999 van de Raad van 17 mei 1999 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen, laatst gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1038/2001 van de Raad van 22 mei 2001;

Gelet op verordening (EG) nr. 1673/2000 van de Raad van 27 juli 2000 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector vezelvlas en -hennep voor de vezelproductie, laatst gewijzigd bij verordening (EG) nr. 651/2002 van de Commissie van 16 april 2002;

Gelet op verordening (EG) nr. 2316/1999 van de Commissie van 22 oktober 1999 houdende uitvoeringsbepalingen van verordening (EG) nr. 1251/1999 van de Raad tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen, laatst gewijzigd bij de verordening (EG) nr. 1035/2003 van de Commissie van 17 juni 2003;

Gelet op verordening (EG) van de Commissie nr. 245/2001 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor verordening (EG) nr. 1673/2000 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector vezelvlas en -hennep, laatst gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1401/2003 van de Commissie van 6 augustus 2003;

Gelet op verordening (EG) nr. 2419/2001 van de Commissie van 11 december 2001 houdende uitvoeringsbepalingen inzake het bij verordening (EEG) nr. 3508/92 van de Raad ingestelde geïntegreerde beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 december 2001 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 19 december 2002;

Gelet op het ministerieel besluit van 20 december 2001 houdende uitvoering van het koninklijk besluit van 19 december 2001 tot instelling van een steunmaatregel voor de producenten van bepaalde akkerbouwgewassen, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 19 december 2002;

Gelet op het protocol-akkoord van 13 maart 2002 tussen de federale overheid, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Hoofdstedelijk Gewest Brussel betreffende de uitoefening van de bevoegdheden die naar de Gewesten zijn overgeheveld op het vlak van landbouw en visvangst voor de overgangsperiode die op 1 januari 2002 ingaat en op 15 oktober 2002 beëindigd wordt;

Gelet op het akkoord van 15 juli 2002 op de Interministeriële Conferentie Landbouw betreffende de overheveling van de bevoegdheden in verband met het landbouwbeleid naar de Gewesten en inzonderheid wat betreft de uitvoeringsbepalingen van de steunregeling voor producenten van sommige akkerbouwgewassen en voor de eerste verwerkers, erkend in de sector vezelvlas en -hennep;

Gelet op het overleg tussen de Gewestregeringen en de federale overheid;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 11 december 2003;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 9 augustus 1980 en laatst gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Gelet op de verplichting om zich onverwijld te schikken naar de verordeningen van de Raad en de Commissie bedoeld in de aanhef, in het bijzonder voor wat betreft de steunregeling voor en voor de eerste verwerkers, erkend in de sector vezelvlas en -hennep;

Gelet op de toewijzing van de bevoegdheden op landbouwgebied aan de Gewesten vanaf 1 januari 2002;

Overwegende dat maatregelegn getroffen moeten worden om de beslissingen betreffende de overheveling van die bevoegdheden uit te voeren;

Gelet op de noodzaak om de continuïteit in de opdrachten van de overheidsdiensen te waarborgen, met inachtneming van de verplichtingen die zijn opgelegd bij de Europese regelgeving op landbouwgebied;

Overwegende dat in nadere regels voor die regeling, die uitgevoerd moet worden met terugwerkende kracht, te rekenen van 1 januari 2002 voorzien dient te worden;

Overwegende dat er in boetes is voorzien bij niet-naleving van de termijnen die zijn opgelegd bij de Europese regelgeving om de betrokken premies te storten aan de producenten of in geval van vertraging in het toepasselijk maken van de betrokken regelgevingen of indien zij slecht worden toegepast;

Op de voordracht van de Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden;

Na beraadslaging, Besluit : Artikel. 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1o "producent" : de landbouwuitbater als natuurlijke of rechtspersoon of als groepering van natuurlijke en rechtspersonen of van beide, die zelfstandig, voor eigen baat en in eigen opdracht, een landbouwbedrijf beheert zoals omschreven bij artikel 1, punt 1, van het koninklijk besluit van 19 december 2001 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen; 2o "erkende eerste verwerker" : de natuurlijke of rechtspersoon, of de groepering van natuurlijke of rechtspersonen, ongeacht hun rechtsstatuut naar nationaal recht of naar het recht van diens leden, die erkend is door het bestuur op wiens grondgebied zich zijn installaties voor de productie van vlas- en hennepvezels bevinden; 3o "met een verwerker gelijkgestelde teler" : een producent die overeenkomstig artikel 2, lid 1, derde alinea, onder b), van verordening (EG) nr. 1673/2000 met een erkende eerste verwerker een contract voor loonverwerking heeft gesloten ter verkrijging van vezels uit stro waarvan hij de eigenaar is; 4o "lange vlasvezels" : door een volledige scheiding van de vezels en de houtige bestanddelen van de stengel verkregen vlasvezels die bij het verlaten van de zwingelinrichting bestaan uit technische vezels met een gemiddelde lengte van ten minste 50 cm die evenwijdig liggen in een bundel, laag of lint; 5o "korte vlasvezels" : andere vlasvezels dan de onder punt 4o bedoelde vezels, die zijn verkregen door een op zijn minst gedeeltelijke scheiding van de vezels en de houtige bestanddelen van de stengel; 6o "hennepvezels" : hennepvezels die zijn verkregen door een op zijn minst gedeeltelijke scheiding van de vezels en de houtige bestanddelen van de stengel; 7o "verkoopseizoen" : de periode tussen 1 juli en 30 juni van het daarop volgende jaar zoals bedoeld bij artikel 1, § 2, eerste streepje, van verordening (EG) nr. 1251/1999 van de Raad van 17 mei 1999; 8o bestuur : het bestuur dat belast is met het beheer van de bedoelde steun, met inbegrip van de toekenning van de erkenningen, het beheer van de waarborgen, de betaling van de steun en de controle op de verwerking. Dat bestuur beschikt over buitendiensten. Het betreft achtereenvolgens één van volgende overheden : - tot en met 15 oktober 2002, het Bestuur voor het Landbouwproductiebeheer en, wat betreft artikel 2, § 4, tweede lid, en de artikelen 3 en 4, het Bestuur voor de Kwaliteit van de Grondstoffen en de Plantaardige Sector; - vanaf 16 oktober 2002, de Afdeling Landbouwsteun van het Directoraat-generaal Landbouw van het Ministerie van het Waalse Gewest; 9o "verordening van de Raad" : Verordening (EG) nr. 1673/2000 van de Raad van 27 juli 2000 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector vezelvlas en -hennep voor de vezelproductie; 10o "verordening van de Commissie" : Verordening (EG) van de Commissie nr. 245/2001 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor verordening (EG) nr. 1673/2000 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector vezelvlas en -hennep; 11o "minister" : de Minister bevoegd voor de Landbouw.

Art. 2.Overeenkomstig de verordening van de Raad verleent het bestuur jaarlijks op aanvraag een verwerkingssteun aan : - de erkende eerste verwerker naar gelang van de hoeveelheid vezels die daadwerkelijk is verkregen uit het stro afkomstig van in België gelegen percelen; - de met een verwerker gelijkgestelde teler, op grond van de bij vorig streepje bedoelde hoeveelheid vezels die hij liet verwerken in het kader van een contract voor loonverwerking die gesloten is met een erkende eerste verwerker en waarvan hij kan aantonen dat ze in de handel zijn gebracht. § 2. De verwerkingssteun wordt vastgesteld overeenkomstig de artikelen 2 en 4 van de verordening van de Raad. § 3. Overeenkomstig artikel 2, § 3, van de verordening van de Raad wordt er steun verleend voor : - de lange vlasvezels vanaf het verkoopseizoen 2001/2002; - de korte vlasvezels en de hennepvezels met maximaal 7,5 % onzuiverheden en scheven voor de verkoopseizoenen 2001/2002 tot en met 2005/2006. § 4. Overeenkomstig artikel 2, § 3, punt b), tweede en derde lid, van de verordening van de Raad verleent het bestuur jaarlijks, op aanvraag, voor de verkoopseizoenen 2001/2002 tot en met 2003/2004, een steun voor de verwerking van stro tot korte vlasvezels en hennepvezels met, respectievelijk, een percentage onzuiverheden en scheven van maximum 7,5 % tot en met 15 % en van 7,5 % tot en met 25 %. Om voor die steun in aanmerking te komen, dient de erkende eerste verwerker of de met een verwerker gelijkgestelde teler het percentage onzuiverheden aan te geven die hij in acht zal nemen tijdens het betreffende verkoopseizoen.

Het bestuur stelt de methode(s) vast voor de bepaling van het percentage onzuiverheden en scheven in de korte vlasvezels en de hennepvezels.

Art. 3.Het bestuur stelt de voorwaarden vast waaronder de traditionele vlasaankopers tijdelijk erkend kunnen worden als eerste verwerkers.

Om erkend te worden, vraagt de eerste verwerker zijn erkenning bij het bestuur aan door middel van een formulier dat bij laatstgenoemde beschikbaar is zoals aangegeven in de artikelen 3 en 17, § 2, van de verordening van de Commissie. Het bestuur verleent de erkenning indien aan de toekenningsvoorwaarden voldaan is.

Mocht er aan één van de toekenningsvoorwaarden niet meer voldaan zijn, trekt het bestuur de erkenning in.

Art. 4.Het voornemen om de loonschorsing van de korte vlasvezels te laten verrichten zoals aangegeven in artikel 3, § 4, van de verordening van de Commissie dient te worden vermeld op het formulier bedoeld bij artikel 3 van dit besluit, dat ingediend moet worden bij het bestuur dat de machtiging verleent overeenkomstig de bepalingen van de verordening van de Commissie.

Art. 5.§ 1. Om voor de steun in aanmerking te komen, moet de erkende eerste verwerker, of de met een verwerker gelijkgestelde teler, uiterlijk tegen 20 september volgend op de aanvang van het betreffende verkoopseizoen, een steunaanvraag bij het bestuur indienen. Bij die aanvraag moeten de passende documenten worden gevoegd die meer bepaald volgende gegevens vermelden : 1o de lijst voor dat verkoopseizoen, afzonderlijk voor vlas en hennep, van de aankoop-verkoopcontracten, van de verwerkingsverbintenissen en de contracten voor loonverwerking bedoeld bij artikel 5 van de verordening van de Commissie, met vermelding voor elkeen ervan, van het identificatienummer van de producent in het geïntegreerde beheers- en controlesysteem, evenals de betrokken percelen. De lijst kan worden vervangen door een afschrift van elk bedoeld document voorzover de percelen erin aangegeven zijn voor elkeen van de betrokken producenten; 2o een aangifte van de totale oppervlakten voor respectievelijk vlas en hennep betrokken bij de aankoop-verkoopcontracten, de verwerkingsverbintenissen en de contracten voor loonverwerking. Die oppervlakten moeten samenvallen met de percelen die de producenten van vezelvlas en/of -hennep hebben aangegeven in hun oppervlakteaangifte die gevoegd wordt bij de aanvraag voor oppervlaktesteun als steunregeling bedoeld bij artikel 1, § 1, punt a) en punt b), iii), van verordening (EEG) nr. 3508/92 van de Raad tot instelling van een geïntegreerd beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen. § 2. Om voor de steun in aanmerking te komen, moet de erkende eerste verwerker of de met een verwerker gelijkgestelde teler voor de eerste periode van zes maanden van het verkoopseizoen en vervolgens voor elke periode van vier maanden, vóór het einde van de volgende maand, en voor elke categorie waarvoor afzonderlijke voorraden zijn gehouden, de gegevens bedoeld bij artikel 6, § 2, van de verordening van de Commissie aangeven bij de bevoegde buitendiensten. Het betreft : - de geproduceerde hoeveelheden vezels waarvoor de steun wordt aangevraagd; - de geproduceerde hoeveelheden andere vezels; - de gecumuleerde totale hoeveelheid in de onderneming binnengebracht stro; - de stand van de voorraden; - in voorkomend geval, een lijst van de aankoop-verkoopcontracten voor het stro die overeenkomstig artikel 6, paragraaf 1, zijn overgedragen, met vermelding van de naam van de overnemer en van de overdrager.

De daarvoor noodzakelijke formulieren kunnen bij het bestuur verkregen worden en moeten volledig ingevuld en ondertekend worden ingediend met als bijlage alle voorziene verantwoordingsstukken. § 3. De met een verwerker gelijkgestelde teler moet samen met de bij vorige paragraaf bedoelde gegevens de bestanddelen overmaken waarmee verantwoord wordt dat de vezels waarvoor de steun is aangevraagd, op de markt zijn gebracht. Die ter verantwoording aangevoerde bestanddelen bevatten de afschriften van de facturen van de verkoop van vlas- en hennepvezels, evenals een attest van de erkende eerste verwerker die het stro verwerkt heeft, waarmee bewijs wordt geleverd van de hoeveelheden en types verkregen vezels. Het attest van de eerste verwerker kan bij het bestuur worden verkregen. § 4. De erkende eerste verwerker dient het bestuur vóór 1 mei volgend op het betreffende verkoopseizoen de voornaamste gebruiksdoelen waarvoor de vezels en de andere verkregen producten bestemd zijn, mede te delen.

Art. 6.§ 1. Vóór 1 januari van het betreffende seizoen kan het aankoop-verkoopcontract voor het stro of het contract voor de loonverwerking afgestaan worden aan een andere erkende eerste verwerker dan diegene die oorspronkelijk het contract gesloten heeft, mits ondertekend akkoord van de overdragende producent en van de overnemende erkende eerste verwerker. § 2. Na 1 januari van het betreffende seizoen kan de afstand van de contracten zoals bedoeld bij de eerste paragraaf enkel worden verricht in uitzonderlijke en behoorlijk verantwoorde omstandigheden en na toelating van het bestuur.

Art. 7.§ 1. Vóór 1 januari van elk verkoopseizoen stelt het bestuur, in onderlinge overeenstemming met de andere Gewesten, de hoeveelheden vezels per voor steun in aanmerking komende hectare vast, overeenkomstig de bepalingen van de verordening van de Raad. Het bestuur deelt de erkende eerste verwerker of de met een verwerker gelijkgestelde teler mee welke hoeveelheid toegekend is voor de oppervlakten bedoeld bij artikel 6, § 1, tweede streepje, van de verordening van de Commissie. § 2. Zoals vastgesteld bij artikel 3, § 5, van de verordening van de Raad kan het bestuur in onderlinge overeenstemming met de andere Gewesten beslissen om een deel van de gewaarborgde nationale hoeveelheid voor de lange vlasvezels over te dragen naar de gewaarborgde nationale hoeveelheid voor de korte vlasvezels en de lange hennepvezels en omgekeerd. Die overdrachten worden verrricht met inachtneming van een equivalentie tussen 1 ton lange vlasvezels voor 2,2 ton korte vlasvezels en hennepvezels. § 3. Mochten de Gewesten beslissen om de bij de tweede paragraaf bedoelde overdracht toe te passen, zouden de over te dragen hoeveelheden voor het betrokken verkoopseizoen in overleg met de andere Gewesten worden vastgesteld. § 4. Mocht de gewaarborgde nationale hoeveelheid voor de lange vlasvezels enerzijds en de gewaargborgde nationale hoeveelheid voor de korte vlasvezels en de hennepvezels anderzijds niet volledig worden gebruikt, zou het bestuur overeenkomstig wat voorgeschreven is bij artikel 8, § 4, van de verordening van de Commissie, de beschikbare hoeveelheden in onderlinge overeenstemming met de andere Gewesten herverdelen.

Art. 8.§ 1. Indien de aangifte van de geproduceerde vezels bepaald bij artikel 5, § 2, eerste lid, eerste streepje, samen met een verzoek om voorschot worden ingediend, kan het bestuur de erkende eerste verwerker of de met een verwerker gelijkgestelde teler een voorschot verlenen op de steun op voorwaarde dat er een waarborg wordt gesteld en dat de bepalingen van de verordening van de Commissie in acht genomen wordt. § 2. Het bestuur maakt de waarborg bedoeld bij de eerste paragraaf vrij overeenkomstig wat voorgeschreven is in de verordening van de Commissie.

Art. 9.Het bestuur wordt belast met de storting van de steun bepaald bij dit besluit, evenals met de inning van de onverschuldigde betalingen.

Ongeacht de steunregeling die door het bestuur beheerd wordt, kan het bestuur, in het geval van een onverschuldigd gestort bedrag of van een bijkomende heffing, een compensatie verrichten met elk steunbedrag bedoeld bij dit besluit die aan de producent-steunaanvrager verschuldigd zou zijn.

Art. 10.De inspecteur-generaal van de Afdeling Landbouwsteun van het Directoraat-generaal Landbouw van het Ministerie van het Waalse Gewest of, in geval van afwezigheid of verhindering, de ambtenaar die hem vervangt, zijn gemachtigd om de uitgaven met betrekking tot de steun bepaald bij dit besluit vast te leggen, goed te keuren en te ordonnanceren.

Art. 11.De inbreuken op deze regelgeving worden opgespoord, vastgesteld en bestraft overeenkomstig de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten.

De inbreuken op dit besluit kunnen bestraft worden met een administratieve geldboete overeenkomstig artikel 8 van voornoemde wet van 28 maart 1975.

Als bevoegde ambtenaar om de handelingen te verrichten en de beslissingen te treffen wat betreft de administratieve geldboetes bedoeld bij vorig lid wordt de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Landbouw van het Ministerie van het Waalse Gewest of, in geval van afwezigheid of verhindering, de ambtenaar die hem vervangt, aangewezen.

Art. 12.Dit besluit heeft uitwerking vanaf 1 januari 2002.

Art. 13.De Minister van Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 11 december 2003.

De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden, J. HAPPART